
De broer van Joske werd vermoord: ‘Dat zal hij wel verdiend hebben, zeiden mensen’
27 februari 2025
Haar adoptiebroer Onno werd in 2009 vermoord, maar het enige dat Joske Kuut (42) in haar omgeving hoorde, is dat het zijn eigen schuld was – hij begaf zich immers in het criminele circuit. Joske denkt daar anders over. ‘Door wat ik ontdekte over zijn leven, kreeg ik empathie voor hem.’
Joske: “Ik groeide op met een vader en een moeder, twee oudere broers en een jonger broertje. Mijn ouders wilden een kind in een moeilijke situatie een kans geven op een mooi leven in Nederland en adopteerden voor mijn geboorte een jongetje uit een weeshuis in Zuid-Korea. We deden alle dingen die andere gezinnen ook deden. We hadden in december een kerstboom in de woonkamer staan en bakten oliebollen met oud en nieuw. Hoewel het soms gezellig was, waren er in mijn jeugd ook veel spanningen in huis. Mijn ouders hadden hun handen vol aan het gedrag van mijn adoptiebroer. Wat ik deed, was me daar compleet voor afsluiten. Ik zat urenlang in mijn kamer met een boek, of ging bij mijn buurmeisje spelen.’
Klootzak
‘Ik vond mijn broer een klootzak. Mijn jongere broertje was zelfs bang voor hem. Zo jatte hij snoepjes uit de snoeppot en verstopte hij de papiertjes onder onze bedden. Hij was moeilijk, dwars en loog. Regelmatig ontstond er ruzie tijdens het eten. Hij deed nooit wat mijn ouders zeiden. Als we om acht uur thuis moesten zijn, was hij te laat. Mijn moeder had het pittig als thuisblijfmoeder van vier kinderen. Ondanks de aandacht die mijn moeilijk opvoedbare broer opeiste, was mijn moeder er voor mij. Ze zat klaar met een kop thee als ik uit school kwam en we gingen samen naar de bibliotheek. Ze deed wat ze kon, in een huishouden waarin iedereen op zijn tenen liep.Toen ik veertien was, gingen mijn ouders uit elkaar. Mijn vader vertrok en nam mijn broer mee. Ik voelde een opluchting die ik nooit eerder had ervaren. De scheiding was voor mij geen verlies, maar een bevrijding. Ik kon eindelijk ademhalen. Thuis voelde ik me voor het eerst veilig. Ik bloeide op, ging op hoog niveau basketballen en haalde mijn havodiploma. Ik vertrok naar Zwolle om te studeren, en in het antikraak boerderijtje waar ik voor het eerst alleen woonde, kwam alles eruit. Jaren van opgekropte spanning barstten daar los, ik heb toen zoveel gehuild.”
Het verkeerde pad
“Het contact met mijn broer verwaterde. Ik had mijn eigen leven, was druk met studeren en basketballen en kreeg een vriendje. Mijn broer verhuisde dus na de scheiding mee naar mijn vader, maar het ging niet goed met hem. Hij woonde in verschillende pleeggezinnen en zelfs in een internaat. Hij was onhandelbaar, maar deed geen slechte dingen. Tot zijn achttiende, toen hij het hooliganisme ontdekte. Hij raakte betrokken bij gewelddadige voetbalwedstrijden van Feyenoord en FC Twente. Vanwege zijn passie voor hooliganisme is hij zelfs te gast geweest in een misdaadprogramma van Peter R. de Vries. Vreselijk vond ik het. Mijn broer met een bivakmuts op, dat voelde niet als mijn wereld en ik distantieerde me van hem en zijn daden.
Toen ik was afgestudeerd huurde ik een woning in de straat waar mijn moeder ook woonde. Mijn broer kwam wekelijks op de koffie bij mijn moeder. Hij vertelde dan hoe het met hem ging, dronk een bakkie en rookte een sigaret. Hij knuffelde mijn moeder als hij wegging en zei altijd: ‘doe de groetjes aan Joske.’ Ik vond het fijn dat zij contact met hem had en dat ik wist hoe het met hem ging. Op 31 maart 2009 was ik aan het werk in een hotel in Amsterdam toen ik vier gemiste oproepen van mijn moeder had. Ik wist meteen: er is iets mis. Toen ik haar terugbelde zei ze: ‘Je broer is dood, hij is vermoord.’ Het lichaam van mijn broer was gevonden in de duinen van Hoek van Holland. Hij was vermoord en daarna begraven.”
In een roes
“De dagen na de moord op mijn broer, kwam er een storm over me heen. Ik werd verhoord door de politie, die ik weinig kon vertellen, omdat ik al jarenlang weinig contact had met mijn broer. We belden elkaar twee keer per jaar, op onze verjaardagen. Ik wist dat mijn broer geen lieverdje was, maar had het idee dat hij zijn leven op orde had. Hij had een baan in een nachtclub, een prima auto en dronk elke week koffie bij mijn moeder. Dat hij diep in de problemen zat, wist ik niet. Later vertelde mijn moeder mij dat hij de laatste keer geëmotioneerd had gezegd dat hij weg moest. Hij huilde toen ze afscheid namen. Ze had geen idee dat dit de laatste keer was dat ze haar zoon levend zou zien.Er werden vier verdachten opgepakt, die later zijn vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. Ze hebben stuk voor stuk een zwaar strafblad en alles wijst erop dat zij de daders zijn. Ik heb ze in hun ogen gekeken in de rechtszaal, dat was erg moeilijk. Na de gruwelijke dood van mijn broer, kwam ik in een roes terecht. Pas een jaar na zijn dood drong het tot me door dat hij er écht niet meer was. Ik heb lang gedacht: het is niet gebeurd. Ik kon niet huilen om zijn dood, ik kon niet voelen. Ik dacht alleen: hij was zo’n klootzak, en nu is hij dood…”
Naar Zuid-Korea
“In de jaren na zijn overlijden begon ik na te denken over de band die wij hadden. Mijn broer was dertig toen hij werd vermoord. Ik zesentwintig. Heb ik wel goed genoeg mijn best gedaan, vroeg ik me af. Ik worstelde en twijfelde over alles. Een jaar voor zijn dood, reisde mijn broer voor een sportevenement af naar Zuid-Korea. Hij stuurde mijn ouders een foto van zichzelf in een tempel. Op die foto zagen we een soort serene rust. Hoewel hij het niet met zoveel woorden zei, had ik het gevoel dat hij ons met deze foto wilde vertellen: ik ga mijn leven beteren. Hij schreef mijn ouders ook dat hij terug wilde komen om Koreaans te leren spreken.Die foto in de tempel liet me niet los. Bijna tien jaar na zijn dood, reisde ik af naar Zuid-Korea. In het weeshuis heb ik met zijn Koreaanse naam en een certificaat dat mijn moeder me had meegegeven het dossier van mijn broer opgevraagd. Daarin las ik dingen die we als gezin nooit hebben geweten. Dat mijn broer in een vuilcontainer was gevonden, op Eerste Kerstdag. In de vrieskou, met een flinke wond op zijn gezichtje. Een politieman hoorde een baby huilen en heeft hem uit de container gepakt. De medewerkers van het weeshuis gaven me de coördinaten van het steegje waar hij gevonden was. Het was een schok: terwijl mijn ouders dachten dat hij voor de deur van het weeshuis als vondeling was neergelegd, was hij als oud vuil in een container gegooid en verlaten.”
Valse start
“Toen ik dat Zuid Koreaanse steegje zag, kreeg ik ineens zoveel sympathie voor mijn overleden broer. Hij had dood moeten gaan in een container, zo startte zijn leven. Dat hij zo niet gewild was geweest, maakte me verschrikkelijk verdrietig. Ik bezocht de tempel waar hij elf jaar geleden ook stond en waar mijn vader na zijn dood een deel van zijn as uitstrooide. In die tempel, waar hij ooit had gestaan en waar nu zijn as lag, voelde ik hem voor het eerst dichtbij. De reis naar Zuid-Korea veranderde mijn kijk op het leven en in de jaren na die reis kon ik niet stoppen met denken over wat iemands start in het leven met hem of haar doet.
Toen ik me verdiepte in hechtingsproblematiek realiseerde ik me dat het vreselijke gedrag van mijn broer als kind een reactie was op alles wat hij eerder meemaakte. In het weeshuis stond een wiegje met schuimblokken. Tussen die blokken paste precies een fles. Mijn broer kreeg als baby zijn warme melk zonder dat iemand hem vasthield, wiegde of aankeek. Hij kwam naar Nederland met een gigantische achterstand en had geen makkelijk leven. Al op de basisschool werd hij vanwege zijn uiterlijk gepest. Dat vond hij zo erg, dat hij geen speelgoed vroeg voor Sinterklaas, maar andere oogjes. Hij probeerde zich aan te passen, maar de wereld om hem heen wees hem af. Ik kwam tot het pijnlijke besef dat ik, zijn eigen zusje, in die tijd niet eens van hem hield.”
Beter mens
“Na de dood van mijn broer, oordeelde iedereen erop los. Een afrekening in het criminele circuit? Dan zal hij er wel om gevraagd hebben, zeiden mensen recht in mijn gezicht. Eigen schuld dikke bult, zand erover en opgeruimd staat netjes, waren de reacties onder het nieuwsbericht op Nu.nl. De afgelopen vijftien jaar is mijn broer ieder jaar meerdere keren in het nieuws geweest en telkens lees ik weer dezelfde oordelen. Ik denk: je kent zijn verhaal niet, dus dit kan je niet zeggen. Ik keur alle criminele activiteiten en daden van mijn broer af, maar zijn gedrag en daden komen ergens vandaan.Dit besef heeft me veranderd. Ik sta nu open voor iemands persoonlijke verhaal en heb oog voor het gedeelte dat je niet meteen ziet of hoort. En hoe moeilijk het ook is, ik probeer oordeelvrij te leven. Niet meer te oordelen, maar nieuwsgierig te zijn. Onze hersenen zijn zo geprogrammeerd dat we continu labels plakken op mensen en situaties. Je ziet iemand en denkt: dat is een aso. Het is menselijk, maar je kan dit herzien. Door je niet te uiten, of je anders te uiten. Als je daarmee begint word je een vriendelijker en milder mens. In mijn werk als spreker vertel ik over mijn reis in het leven en kan ik inmiddels trots zeggen dat mijn broer me iets prachtigs heeft gegeven: hij heeft ervoor gezorgd dat ik een mooier, ruimdenkender en liever mens ben geworden. En hoewel het helaas te laat is om hem zelf te vertellen, kan ik nu zeggen dat ik van mijn broer hou.”
Tekst: Hannah König
Foto: Yasmijn Tan
Visagie: Wilma Scholte. Met dank aan: Van der Valk Hotel Wolvega.
Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.