
Burgerhulpverleners maken het verschil tussen leven en dood
18 maart 2025
Elke dag worden er drieduizend burgerhulpverleners opgeroepen: mensen die getraind zijn om te reanimeren en zorgen dat er bij een hartstilstand geen kostbare seconde verloren gaat. Zo redden zij, met behulp van AED’s, al vele levens.
Omstanders reanimeren persoon, dat lees je weleens in een nieuwsbericht. In Nederland vinden zo’n acht- tot tienduizend reanimaties per jaar buiten het ziekenhuis plaats. De gemiddelde responstijd van ambulances is acht tot tien minuten, te lang voor een kansrijke reanimatie. Getuigen of omstanders van een hartstilstand zijn daarom cruciaal. In ruim 75 procent van de gevallen schieten zij te hulp om het slachtoffer te reanimeren. Dit gebeurt dan al vóór de komst van de ambulance. Door die snelle hulp is de overlevingskans bij een hartstilstand in Nederland gemiddeld 23 procent. “Ook als je geen doorgewinterde hulpverlener bent, kun je je steentje bijdragen,” zegt Marieke van der Valk (54) voorzitter van Koninklijke EHBO, docent reanimatiecursussen en burgerhulpverlener, “Als je ziet dat iemand niet reageert en niet meer ademt, bel je allereerst 112. Je komt dan bij hoogopgeleide centralisten terecht die je precies vertellen wat je moet doen. Ook als je vroeger een reanimatiecursus hebt gedaan, maar niet alles hebt onthouden, kan een centralist je goed helpen. Bijvoorbeeld door te vertellen hoe je controleert of iemand nog ademt. De centrale waarschuwt intussen de hulptroepen die daarvoor opgeleid zijn en er binnen twee minuten kunnen zijn.”Eerder dan de ambulance
Deze burgerhulpverleners, ook wel first responders, worden gewaarschuwd via het oproepsysteem HartslagNu. Driehonderdduizend mensen in Nederland hebben zich als vrijwilliger bij HartslagNu aangesloten. Zij hebben een reanimatietraining gevolgd en weten hoe ze moeten handelen. “Iedereen die zich heeft aangemeld bij HartslagNu krijgt een sms of oproep via de app. De ene helft wordt gevraagd naar de plek toe te komen om te reanimeren. De andere helft krijgt te horen waar een AED (Automatische Externe Defibrillator) hangt en moet die ophalen. Politiemensen en brandweerlieden zijn ook first responders. Zij hebben standaard een AED in de auto,” legt Marieke uit. Een burgerhulpverlener is er vaak eerder dan de ambulance. Dit is belangrijk, want de eerste zes minuten zijn met de juiste hulp doorslaggevend. De kans op overleven is dan het grootst. Marieke is zelf burgerhulpverlener en werd vier keer opgeroepen bij een reanimatie. “Je kunt als burgerhulpverlener zelf aangeven wanneer je beschikbaar bent. In mijn geval is dat 24 uur per dag. Dan kan het gebeuren dat je om half twee ’s nachts een oproep krijgt. Vervolgens ga je erheen en tref je andere hulpverleners uit de buurt. Toen ik dit nog in Den Haag deed, was de ambulance er vaak al. Maar tegenwoordig woon ik in een klein dorp op de Veluwe, waar de aanrijtijd langer is. Dan ben je echt degene die het eerst handelt. Je begint met borstcompressies, het drukken op de buitenkant van de borstkas, om ervoor te zorgen dat het bloed weer gaat rond gaat pompen.”Iedereen kan het
Daarnaast kan de AED worden ingezet. “Een AED is een supergeavanceerde machine. Hij is zo gemaakt dat in principe iedereen hem kan gebruiken. Het apparaat vertelt je precies wat je moet doen. Zodra je hem aanzet, begint hij tegen je te praten. Je plakt twee elektroden op de borstkas van de persoon. Het apparaat doet niks anders dan meten of het hart aan het trillen, defibrilleren, is. Het hart wordt geleid door elektriciteit. Als daar ‘kortsluiting’ optreedt, gaat het trillen, Met een AED kun je de elektriciteit resetten. In dat geval brengt hij een stroomstoot toe aan het hart om het weer in een normaal ritme te brengen,” vertelt Marieke. Hoe eerder de AED gebruikt wordt, hoe groter de overlevingskans. Op dit moment zijn er ongeveer 25.800 actieve AED’s aangemeld bij HartslagNU, waarvan er ruim twintigduizend dag en nacht beschikbaar zijn en ruim vijfduizend alleen overdag. Er is helaas geen openbare database met de locaties van AED’s in Nederland. Als je burgerhulpverlener bent, kun je echter wel na inloggen alle aangemelde AED’s bij jou in de buurt zien. “Je vindt ze bijvoorbeeld ook achter de balie van Albert Heijn of bij de Lidl”, zegt Marieke. Als je graag een AED in de buurt wil, is het mogelijk om er als particulier een aan te schaffen. Die meld je aan bij HartslagNu, zodat hij gebruikt kan worden zodra er een reanimatie in de buurt is. Een AED kost ongeveer 1100 euro. Via buurtaed.nl van de Hartstichting kun je een actie op touw zetten om online geld in te zamelen bij buurtgenoten. De Hartstichting geeft op haar website nuttige tips over waar je op moet letten bij de aanschaf en waar je hem het beste kunt ophangen.Het ultieme klaarstaan
Natuurlijk kun je je ook zélf een reanimatiecursus volgen en je als burgerhulpverlener aanmelden bij HartslagNu. Marieke heeft dat gedaan, omdat ze graag voor anderen klaar wil staan. “En dit is het ultieme ‘klaarstaan.’ Het kan het verschil tussen leven en dood zijn.” Een op de vier mensen overlijdt door hartfalen. Een kwart overleeft. Tachtig tot negentig procent daarvan heeft na reanimatie een goede levenskwaliteit. “Deze cijfers laten zien hoe belangrijk het is om burgerhulpverleners te hebben en snel te beginnen met reanimeren.” Meer informatie over aanschaf van de AED vind je op hartstichting.nlWie redde mijn leven?
Vanwege de privacywetgeving weet je als burgerhulpverlener vaak niet of degene die je reanimeerde het heeft overleefd. Andersom is ook niet bekend wíe jouw leven gered heeft als je gereanimeerd bent. Via het platform HartslagSamen is het mogelijk toch met elkaar in contact te komen. Zowel hulpverlener als slachtoffer kunnen op deze website aangeven dat ze daarvoor openstaan. Als beide partijen contact willen ontstaat een match. Van de 362 mensen die zich bij HartslagSamen hebben aangemeld zijn er inmiddels 93 met elkaar in contact gekomen.Elke minuut telt
De overleving bij een hartstilstand hangt sterk af van directe hulpverlening. Als je binnen zes minuten reanimeert en bij een hartritmestoornis een AED inzet is de kans op overleving vijftig tot zeventig procent. Elke minuut vertraging bij defibrillatie verlaagt de overlevingskans met tien procent. Per dag worden er gemiddeld bijna drieduizend burgerhulpverleners, opgeroepen in Nederland. In stedelijke gebieden is de norm dat er in een straal van twee kilometer rond het slachtoffer honderd vrijwilligers worden opgeroepen om er vijf ter plaatse te krijgen. In landelijke gebieden ligt de norm op zestig vrijwilligers binnen twee kilometer.Een hartstilstand in cijfers
Per jaar krijgen circa 17.000 mensen een hartstilstand buiten het ziekenhuis. De gemiddelde leeftijd van iemand met een hartstilstand is 67 jaar en zeventig procent is man. In gemiddeld zeventig procent van de gevallen vindt een reanimatie in en om het woonhuis plaats. De rest is op straat, in een openbaar gebouw of tijdens sport of ontspanning ergens anders.‘Mijn buurman heeft mijn leven gered’
Paulien (48) kreeg twaalf jaar geleden een hartstilstand en werd gereanimeerd door burgerhulpverleners. Paulien: “Een paar maanden voordat ik een hartstilstand kreeg, had ik al een paar keer een wegraking. Er werd gedacht aan epilepsie, al twijfelde ik daar zelf aan. Ik was van plan een second opinion te vragen, maar daar kwam het niet meer van. Enkele weken later kreeg ik op 12 juli om zes uur ’s ochtends een wegraking waar ik zelf niet meer uitkwam. Mijn toenmalige partner had meteen door dat het foute boel was. Ik zag helemaal grauw en ademde moeizaam. Hij belde onmiddellijk 112 en vroeg hulp van zijn ouders die naast ons woonden. Mijn schoonmoeder had een cursus gedaan en begon al te reanimeren. Vervolgens stonden in no time vijf burgerhulpverleners op de stoep. Twee á drie mensen waren bezig met reanimeren en het bedienen van de AED. De anderen vingen de politie en ambulance op. Ik was nog wel buiten kennis, maar ben met circulatie, een bloedsomloop, naar het ziekenhuis gebracht. Daar hebben ze me tweeënhalve dag in een kunstmatige slaap, gehouden om alles rustig te laten herstellen. Ruim twee weken lag ik in het ziekenhuis. Na uitgebreide hartonderzoeken hebben ze bij mij een ICD geplaatst, dat is een apparaatje dat ingrijpt bij gevaarlijke hartritmestoornissen. Sindsdien ging het elke dag een beetje beter. Gelukkig hield ik er niets aan over. Ik had het gevoel van ‘doorgaan!’ en wilde snel het normale leven weer oppakken. Voor mijn toenmalige man en kinderen, die destijds vier, zes en acht jaar waren, was dat anders. De stress en onzekerheid die zij ervoeren, heb ik zelf niet meegemaakt, omdat ik ‘onder zeil’ was. Ze waren erna erg bezorgd over me. Zelf besefte ik pas na een jaar hoeveel geluk ik had gehad. Mijn buurman Antoine was als eerste van de burgerhulpverlening bij me. Hoewel meerdere mensen mij hebben gereanimeerd en ik hen zeker niet te kort wil doen, staat Antoine voor mij symbool voor degene die mijn leven heeft gered. We kenden elkaar al wel als buren, maar ons contact werd intensiever en dat is zo gebleven. Tien jaar geleden hebben wij samen stichting Hartslag voor Nederweert opgericht. Daarmee zetten we ons in voor meer burgerhulpverleners en AED’s in ons uitgestrekte buitengebied. Zelf werd ik ook burgerhulpverlener, want ik weet als geen ander hoe belangrijk het is.”‘Dat telefoontje uit het ziekenhuis was heel emotioneel’
Antoine (59) is sinds 2008 burgerhulpverlener en heeft al vaak een oproep gehad bij een hartstilstand. Hij redde verschillende levens en reanimeerde ook zijn buurvrouw Paulien. Antoine: “Als je iemand kunt redden, waarom zou je dat dan niet doen? Dat was voor mij de reden om me in 2008 aan te melden als burgerhulpverlener. We hadden toen nog niet zo’n groot netwerk in het dorp Ospel waar ik woon en ik was ervan doordrongen hoe belangrijk dat was. De eerste drie minuten zijn bij een reanimatie cruciaal. Als burgerhulpverlener ben ik 24 uur per dag beschikbaar en sta constant ‘aan’. Inmiddels heb ik al veel oproepen gehad. Veel mensen die ik met andere burgerhulpverleners reanimeerde hebben het overleefd. Ospel is een kleine dorpskern. De mensen die ik help zijn daardoor vrijwel altijd bekenden . Maar gek genoeg ben ik er in het vuur van de strijd helemaal niet bezig wie het is. Je schiet op zo’n moment in je protocol, doet wat je moet doen. Vaak hoor ik dan pas achteraf wie het was. Na een reanimatie praten we altijd na met de hulpverleners. Dat helpt om ermee om te gaan. Ook via HartslagNu kun je nazorg krijgen als je dat wil. De reanimatie van mijn buurvrouw Paulien op 12 juli 2012 heeft veel indruk op me heeft gemaakt. Ik wist meteen dat zij het was toen ik de oproep kreeg, want we hadden het nog over haar gezondheid gehad. Toen ik aankwam, was haar schoonmoeder al begonnen met reanimeren. Ik nam het van haar over. Andere burgerhulpverleners kwamen met een AED om te helpen. De eerste dagen was het afwachten of ze eruit zou komen, omdat ze nog in coma werd gehouden. Toen ze na vijf dagen bijkwam, belde ze mij vanuit het ziekenhuis. Dat was een zeer emotioneel moment dat ik niet snel zal vergeten. We hebben er veel over gepraat. Ze was zelf niet bij kennis toen het gebeurde en had vragen over wat zich had afgespeeld. Onze band is sindsdien altijd gebleven. Ik was al eerder begonnen met het vergroten van dat het aantal burgerhulpverleners door bijvoorbeeld buurt- en sportverenigingen te benaderen. Paulien en haar twee vriendinnen wilden mij daarbij helpen. Zo ontstond stichting Hartslag voor Nederweert. Dankzij onze inzet hebben we nu 370 burgerhulpverleners en 51 AED’s, terwijl we ooit begonnen met acht AED’s. We hebben daarmee de hoogste dekkingsgraad van Nederland. De overlevingskans van burgers is hierdoor toegenomen van vijf procent naar meer dan 35 procent.” Tekst: Marloes de Moor Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.LEES OOK
Uit andere media