Daniëlle van 't Schip: 'Ik ben niet het vertrouwen in het levenswonder verloren'

Daniëlle van ’t Schip: ‘Ik ben niet het vertrouwen in het levenswonder verloren’

Een jaar met de grootste drama’s én grote wonderen, noemde Daniëlle van ’t Schip (54) haar 2022. Ze bracht haar nieuwe boek uit en sloot na 2,5 jaar eindelijk haar zoon in de armen. Maar ze kreeg ook te horen dat ze misschien niet lang meer te leven had… “‘Dat is niet de bedoeling!’ zei ik meteen.”

Onlangs is bekend geworden dat Daniëlle van ’t Schip is overleden aan de gevolgen van kanker. Ze werd 55 jaar. Eind 2022 spraken wij haar nog over dat jaar en 2023. Wij wensen haar naasten ontzettend veel sterkte.

Diagnose

Op de vraag hoe haar jaar precies begon, moet Daniëlle even hard nadenken. Eind 2021 was namelijk heel druk geweest: in december verhuisden zij en haar man John vanuit Griekenland, waar hij de afgelopen jaren bondscoach was, terug naar Nederland. Kerst vierden ze uitgebreid, de 30ste was John jarig. “Volgens mij hebben we Oud en Nieuw gewoon met z’n tweeën op de bank gevierd… Toch, Estelle?” checkt Daniëlle nog even bij haar dochter. Niet zo gek dat ze het niet precies meer weet, want in 2022 stond haar een ware rollercoaster te wachten: met de geboorte van haar nieuwe boek en een heftige diagnose.

Hoe ging jij het jaar 2022 in?

“Ik kwam uit Griekenland terug met veel pijn. Ik dacht eigenlijk dat ik een verrekte spier had. Drie jaar lang had ik héél veel gezeten om mijn boek te schrijven en ik vergat soms daarnaast te bewegen. Toen ik klaar was met het boek, ben ik gaan zwemmen. Zo fanatiek, alsof ik de Olympische Spelen moest halen. Toen in oktober de kwallen kwamen, maakte ik een vreemde beweging. Dat was de eerste keer dat ik dacht: deze pijn is niet oké. En half november schoot het zó in mijn been dat ik in Nederland aankwam als een soort Manke Nelis. Na Oud en Nieuw besloot ik om er eens naar te laten kijken. Al dacht ik natuurlijk nog helemaal niet aan het ergste.”

De diagnose liet ook nog even op zich wachten, toch?

“Ja, die kwam in april. Toen kreeg ik pas mijn eerste MRI-scan in het OLVG in Amsterdam, via een sportarts. Hij constateerde dat ik een schaambotfractuur had. Zelf dacht ik: nou, weet ik eindelijk wat het is. Maar de arts schrok, hij zei: ‘Iemand die dit heeft, zit normaal gesproken aan de morfine om te kunnen functioneren.’ Daarbij zei hij dat hij me ging doorsturen naar een oncoloog, omdat hij dingen zag die niet horen bij een fractuur. Toen kwam ik in de medische molen terecht.”

Was dat niet vreselijk schrikken?

“Gek genoeg wilde ik er zelf nog niet aan. Ik hield het nog steeds bij drie jaar te veel zitten. Ze zijn gaan vergaderen en toen kwam ik bij de oncoloog voor de uitslag. John had me gebracht, ik kon niet meer rijden door de pijn, maar ik zei dat hij beneden kon blijven – het gesprek zag ik als een formaliteit. Maar toen ik de blik van de arts zag, vroeg ik: ‘Moet ik toch mijn man boven laten komen?’
Vervolgens hoorden we dat ik een agressieve endeldarmtumor had die er waarschijnlijk al een tijd zat. De druk van de tumor heeft voor die schaambotfractuur gezorgd. Daarbij zat er nog een kleinere tumor in het bot. Het was heftig, want twee jaar geleden overleed Johns zus aan darmkanker. Toen de arts zei dat ík een tumor in mijn darm had, zag hij meteen dat hele proces van zijn zus weer voor zich.”

Hoe heb je het vervolgens aangepakt?

“Ik ben begonnen in de medische molen in Nederland, maar al snel naar Duitsland gegaan. Via via kreeg ik de tip om dr. Vogl te benaderen, een Duitse professor. Die doet op één dag onderzoek, diagnose en prognose, waar zo’n proces in Nederland veel langer duurt. Daarnaast had ik meteen gezegd dat ik nooit volledige chemotherapie wilde en in Duitsland doen ze die ook plaatselijk.
Op de heenweg naar Frankfurt zat ik nog grappen te maken, maar daar kwam ik snel van terug. Want dr. Vogl zei: ‘Het ziet er niet goed uit. Als je niets doet, heb je nog maar zes maanden te leven.’ Dat kwam natuurlijk wel binnen.”

Logisch. Hoe ga je om met zulk nieuws?

“Ik reageerde direct met: ‘Dat is volgens mij niet de bedoeling! Ik wil zo graag een oude oma van honderdacht worden.’ Daarop reageerde dr. Vogl: ‘Ja, dat kan ook. Only God knows.’ Ik was in totale shock en heb drie dagen gedacht: dit was het dan. Hier thuis zaten we met z’n allen de eerste dagen na diagnose in een flinke depressie.
Dat keerde na een paar dagen om toen de mogelijkheden wat positiever klonken uit de mond van de medische en holistische artsen, en ik me meer kon overgeven aan dit nieuwe levensavontuur. Eerst kreeg ik in Nederland nog meer onderzoeken en bestralingen, ook om de fractuur te laten helen. Dat was nu nog een scheur, maar als mijn schaambot helemaal zou breken, zou in ik een rolstoel terechtkomen. Dat moesten we voorkomen. Na de bestralingen ben ik naar Duitsland gegaan voor de chemobehandelingen.”

Hoe gaat het nu met je?

“Inmiddels heb ik zeven plaatselijke chemo’s gehad. De fractuur is geheeld, de tumor is niet meer agressief en een stuk kleiner. Verder ben ik schoon, dus dat ziet er medisch gezien hoopvol uit. ‘Don’t worry’, heeft dr. Vogl al gezegd. Hoeveel chemobehandelingen ik nog moet, weet ik niet. Het blijft wel een heftig proces, ik lig er na zo’n chemo echt vanaf. Dan ben ik minstens een week out of order.”

In april had je voor het eerst in tweeënhalf jaar je hele gezin weer compleet. Dat moet fijn zijn geweest, toch?
“Dat klopt! Davey woont met zijn verloofde in Australië, waar hij werkt. Hij zou in april hier komen, maar net toen hij zijn ticket wilde boeken, was hij op zijn werk hard nodig omdat een collega uitviel. Toen wist ik: dan ga ik daarnaartoe, want langer dan tweeënhalf jaar mijn kind niet zien, trek ik niet. Ik had een ticket, maar net op die dag moest ik naar dr. Vogl. Na zijn diagnose is Dave alsnog snel hiernaartoe gekomen.
Mensen zeggen soms: ‘Wat erg, als je kind zo ver weg woont’, maar zo zie ik dat niet. Davey is een man van 32, hij is daar gelukkig. Wij zijn echte wereldreizigers, zijn zo vaak verhuisd. Tegenwoordig is er Facetime en als alles goed gaat, bestaat er geen afstand of tijd in echte liefde. En je ziet: als het nodig is, is hij er binnen een week. Natuurlijk mis ik hem en als hij weggaat, huil ik dagenlang. Maar als iedereen gezond en blij is, vooral mijn kinderen, is het allemaal prima.”

Eind augustus kwam je boek uit. Waarom heb je dat geschreven?

“Ja, op de dag van mijn vijfde chemo! John zat naast me op de uitslaapkamer en zag een berichtje van mijn uitgeefster: ‘Ze is er, ze is geboren!’ Tussen alle mensen die nog plat lagen van de morfine heb ik keihard gejuicht, haha. John zei steeds: ‘Ssst!’, maar ik was zó blij.
Ik heb het boek geschreven omdat ik alles sinds mijn spirituele ontwaking in 2005 wilde delen. Mijn verhaal, oefeningen en tools, maar ook mijn boodschap dat we allemaal verbonden en één zijn. Elk mens is een wonder van de natuur en in plaats van ons druk te maken over de buitenkant, kunnen we echt ook innerlijk geluk vinden. Het gaat me niet om mensen ‘opvoeden’, maar ik heb een missie om te delen. In mijn positie van een soort BN’er kan ik mensen bereiken die weinig weten van het spirituele.”

Hoe kijk je terug op dit jaar?

“Als heel intens, met alles erin: de grootste drama’s, maar ook grote wonderen. Daardoor ben ik niet het vertrouwen in het levenswonder verloren. Na die diagnose was ik in shock, maar toen liep ik ’s ochtends de trap af en lag op de derde trede een grote witte veer. Een ander zou denken: die komt uit mijn kussen, of zoiets. Ik zie dat als een positief teken vanuit hemelse sferen. In het ziekenhuis bij een onderzoek zag ik uit het raam allemaal witte veertjes. De Surinaamse verpleegkundige die me prikte, vroeg ik: ‘Zijn er altijd zo veel engelen hier?’ Waarop zij zei: ‘Nee hoor, die zijn er speciaal voor jou.’ Zo krijg ik dan steeds weer van die tekenen waardoor ik vertrouwen houd in dit proces.
Natuurlijk is deze ziekte supereng. Ik ben ook maar een mens en heb momenten dat ik denk: ik wil nog niet dood! Maar misschien toch niet zo vaak als anderen. Te veel vooruit kijken doe ik niet, ik probeer zo veel mogelijk in het moment te leven. Maar mijn zoon gaat eind volgend jaar trouwen en dr. Vogl heeft gezegd dat ik dat zeker ga halen. En hopelijk word ik dan tóch straks die oude oma!”          

Mijn wens voor 2023

Zelfliefde! Als we dat niet hebben, kunnen we ook geen liefde aan anderen geven, dus dat wens ik iedereen.

Tekst: Tanja Spaander
Foto: ANP