De zomer van… Derk Bolt
2 augustus 2016
De leukste tijd van het jaar: de zomervakantie! Deze week vertelt Spoorloos-presentator Derk Bolt (61) over zijn reizen. “Ik kan me overal op de wereld op mijn gemak voelen.”
De leukste tijd van het jaar: de zomervakantie! Deze week vertelt Spoorloos-presentator Derk Bolt (61) over zijn reizen. “Ik kan me overal op de wereld op mijn gemak voelen.”
Dat Derk Bolt een reislustig type is, is het understatement van het jaar. Niet alleen voor Spoorloos bezoekt hij verre landen, ook privé is Derk niet bepaald een huismus. Ook nu staat zijn koffer al ingepakt klaar…
We ‘vangen’ je nog nét voordat je weer op reis gaat. Waar ga je nu naartoe?
“Naar het zuiden van Brazilië, voor Spoorloos. Werk dus, anders was ik wel in een andere periode gegaan, want nu hebben we grote kans op sneeuw, hagelbuien en nachtvorst. Daar denk je niet aan bij Brazilië, hè? Maar als het bij ons zomer is, is het daar dus winter. Ik denk dat ik er zo’n vijftien keer ben geweest. Mijn reisgeheugen is een zeef: voor alles van meer dan twee jaar geleden, moet ik diep graven en foto’s bekijken…”
Hoe vaak ben je dan weg uit Nederland?
“Voor Spoorloos doe ik een stuk of twaalf grote reizen per jaar, die elk een dag of twaalf, dertien duren. Zo’n beetje de helft van het jaar ben ik daarvoor dus weg. Verder heb ik een huurappartement in Barcelona, wat ik de leukste stad ter wereld vind. Daar ben ik ook graag. En het is vaste prik om met Kerst en Oud en Nieuw twee weken op Curaçao door te brengen. Tussendoor reis ik ook. Ik ben meer niet dan wél in Nederland.”
Hoe kom je aan een huis in Barcelona?
“In de jaren negentig zat ik daar een lange tijd te fi lmen. Ik kende iemand die van dit huis af wilde, dus toen heb ik het overgenomen. Het was een bouwval, maar wel 170 vierkante meter en op een topplek. Ik heb altijd gedacht, en eigenlijk nog steeds: als ik hier in Nederland klaar ben, ga ik daar wonen. Dat is de reden dat ik het niet opzeg. Hoewel ik ook weleens baal als ik er een maand niet ben: weer een maand huur weggegooid…”
Lees het hele interview in Vriendin 31.