Canva1 2022 03 16t151604.176

Deze vrouwen vinden maar geen huis: ‘Ik woon nog steeds in een studentenhuis’

Het is erg lastig geworden om met een modaal inkomen een huis te kopen of huren. Het drijft Paulien, Sara en Asha tot wanhoop. “Zelfs voor de daklozenopvang kwam ik niet in aanmerking.”

‘Ik woon nog steeds in een studentenhuis, terwijl ik allang niet meer studeer’

Sara (29) is al 3 jaar op zoek in Den Bosch.

Sara is single en werkt als projectmedewerker jongerenparticipatie bij de gemeente Den Bosch: “Veel mensen die ik ken hebben de hoop op een betaalbare woning opgegeven. In Den Bosch is de woningnood, net als in de rest van het land, gigantisch. Pandjesbazen en investeerders kopen de huizen in de pittoreske stad op waardoor de huren in de vrije sector de pan uit rijzen. Om bij een woningbouwcorporatie te kunnen huren, moet je jaren wachten. Ik sta pas drie jaar ingeschreven en maak geen enkele kans omdat honderden mensen mij altijd voor zijn. Om moedeloos van te worden. Betaalbare huizen in de vrije sector verschijnen niet eens online omdat de verhuurders niet platgebeld willen worden. Je moet dus maar net iemand kennen. Kopen zit er niet in omdat zelfs voor kleine appartementen de hoofdprijs wordt gevraagd.
Laatst las ik ergens dat millennials statistisch minder kinderen krijgen. Wat niet in het artikel stond is dat het vooral millennials zijn die moeite hebben om een fijn huis te vinden. Ik vind het heel begrijpelijk dat je je afvraagt of je wel aan kinderen moet beginnen als je op kamers woont of nog bij je ouders. Je wilt je kinderen natuurlijk wel een eigen plek kunnen bieden. Voor mij speelt dit trouwens niet, ik ben niet met kinderen bezig. Maar de effecten die de woningcrisis hebben op jongeren gaan me wel aan het hart. En voor de stad vind ik het ook doodzonde. De samenleving drijft op leraren, verpleegkundigen en andere mensen die een gemiddeld inkomen hebben. Juist voor deze groep is het bijna onmogelijk om een huis te huren of te kopen. Helemaal als je alleenstaand bent. Doordat er geen betaalbare woningen zijn, vindt er een enorme braindrain plaats in de stad. Niet zo gek dus dat er juist in steden er een tekort is aan leerkrachten en andere cruciale beroepen.
Er is me weleens gevraagd waarom ik niet op zoek ga naar een huis buiten Den Bosch, maar dat wil ik niet. Ik hou van de stad. Hier heb ik mijn leven opgebouwd en hier wil ik wonen. En als het moet, doe ik daar concessies voor. Ik woon nog altijd in een studentenhuis terwijl ik al twee jaar niet meer studeer. Het huis ligt in een gezellige wijk en heeft een voor- en achtertuin en een park om de hoek. De plek is prachtig, maar leven in een kamer van twintig vierkante meter is krap. Ik hou van koken en bakken. Bij gebrek aan kastruimte in de gezamenlijke keuken staan mijn keukenapparaten in mijn kamer. Net als mijn servies en espressomachine. Ook is het huis gehorig en soms erg druk. Mijn drie medebewoners bevinden zich in een andere levensfase. Terwijl ik vroeg onder de wol kruip omdat ik de volgende dag moet werken, wordt in ons studentenhuis soms een feestje gevierd. Niet heel bevorderlijk voor mijn nachtrust. Natuurlijk, ik houd het vol, maar wat lijkt het me heerlijk om een eigen huis te hebben. Om in het weekend lekker met mijn eigen spullen in mijn eigen keuken een taart te bakken.”  

‘Als je geen vaste basis hebt, is alles onzeker’

Asha (56) zoekt al 2 jaar nadat ze haar huis uit moest

Asha is werkzoekende. Ze is moeder van Manisha (23), Rahul (21) en Karan (19): “Mijn jongste zoon en ik woonden tot tweeënhalf jaar geleden in een fijn huis in Den Haag. Ik huurde het, volkomen legaal, via de woningbouwvereniging van een vrouw met wie de vereniging een overeenkomst had. Karan en ik hadden het er erg naar onze zin. Maar aan ons woongeluk kwam bruut een einde toen de woningbouwvereniging besloot om de overeenkomst met de vrouw te beëindigen de bestemming van het huis te veranderen. Daardoor kon ik het niet meer huren. Het was alsof de grond onder mijn voeten werd weggeslagen toen ik hoorde dat ik drie maanden had om een ander huis te vinden.
Destijds was er al een grote krapte op de woningmarkt en ik had geen idee hoe ik snel aan een huis kon komen. Ik sta bij verschillende woningbouwverenigingen in steden en dorpen ingeschreven, maar nergens lang genoeg om kans te maken. Betaalbare huurwoningen in de vrije sector zijn er niet. Zelfs voor de allerlaatste optie: een plek in de daklozenopvang, kwam ik niet in aanmerking omdat ik korter dan twee jaar in de gemeente Den Haag woonde. Toen ik belde om mijn situatie uit te leggen, vertelde een medewerker dat ze zelfs geen plek hebben voor ouders met jonge kinderen. Vergeleken bij hen viel mijn situatie nog mee. Ik vind het mensonterend.
Als je niet weet waar je naartoe moet, gaat de stress in je botten zitten. Ik maakte me het meeste zorgen om Karan die in zijn examenjaar zat. Ik wilde dat hij zich kon concentreren op zijn examens. Maar helaas kon ik dit enorme probleem niet bij hem weghouden. Tot twee keer toe kreeg ik een paar maanden uitstel, maar in de zomer kwam het ijskoude bericht dat we het huis uitgezet zouden worden in november. Huisuitzetting, het woord kreeg ik maar niet uit mijn hoofd. Hevige stress heeft een verlammend effect op je. Mijn zorgen werden zó groot dat er geen ruimte meer was voor blije gedachten.
Gelukkig kwam ik in contact met de Bond Precaire Woonvormen (BPW), een vereniging die opkomt voor de rechten van mensen die tijdelijk, onzeker of te duur wonen. Mede dankzij hun hulp en actie bood de woningbouwvereniging me het huurhuis aan waar ik nu woon. Helaas gaat het om een tijdelijke woning. Als het huis gesloopt wordt, moet ik eruit. Helaas is er op lange termijn dus geen oplossing. Ik heb het gevoel dat mijn leven op pauze staat, want zolang ik geen huis heb, durf ik geen plannen te maken. Gelukkig gaat het goed met Karan. Hij studeert, maakt grapjes en laat me lachen. En als hij me een knuffel geeft, verdwijnen mijn zorgen eventjes en weet ik weer waar het in het leven om draait: liefde. Iets wat je bijna zou vergeten als je áltijd maar bezig bent met het vinden van een huis.”

‘Nu een huis kopen voelt als gokken met enorm veel geld’

Paulien (32) biedt al een jaar tevergeefs op huizen

Paulien woont samen en werkt als coach gespecialiseerd in chronische vermoeidheid. Samen met haar partner is ze op zoek naar een koopwoning: “Een huis is een plek waar je thuiskomt, waar je uitrust, waar je je oplaadt, maar óók een plek van zelfexpressie. Je kunt het inrichten met spullen waar je vrolijk van wordt, zoals dat ene leuk kastje uit de kringloop, een lamp van je oma of kussens van fijne stoffen. Mijn vriend en ik woonden jarenlang wegens het werk van mijn vriend in Frankrijk in gemeubileerde appartementen. Doordat de spullen niet van ons waren en de plek niet zelfgekozen, voelden de appartementen niet als thuis. In vijf jaar tijd verhuisden we vier keer. Heel onrustig. Sinds een jaar wonen we in Nederland, in een mooi tuinhuis. We zijn dankbaar dat er mensen zijn die de briefjes lezen die we ophangen in de supermarkt in de hoop een huis te vinden. Want door een van die briefjes kwamen we aan ons tuinhuis.
Helaas is het tuinhuis te klein om lange tijd in te wonen. Mijn vriend en ik willen in de toekomst misschien een kindje en dan heb je wel wat ruimte nodig. We zijn echt toe aan een volgende stap en weten wat we willen: een licht koophuis op loopafstand van een natuurgebied. Als we anderen over onze huizenzoektocht vertellen, zijn de reacties niet bepaald bemoedigend. Natuurlijk weet ik dat de woningmarkt oververhit is en dat het lastig is om een huis te bemachtigen, maar we hebben gewoon een huis nodig en kunnen daarbij alle positiviteit gebruiken. Mensen zouden ook iets kunnen zeggen als “Wat tof! Ga ervoor!” Dat geeft energie om de zoektocht vol te houden.
Want wat ís dit proces intensief! Mijn vriend en ik houden onze mails in de gaten, hebben een aankoopmakelaar in de arm genomen en als we een bezichtiging hebben, laten we alles uit onze handen vallen. Bij ieder potentieel geschikt huis voelen we euforie als we denken dat het gaat lukken. Gevolgd door teleurstelling als blijkt dat er mensen zijn die meer te besteden hebben. Een gezinswoning is momenteel ongelofelijk duur en het is heel gebruikelijk om te overbieden. Soms is de vraagprijs het dubbele van de WOZ-waarde, de waarde die wordt vastgesteld door de gemeente. Het lijkt alsof we aan het gokken zijn met enorm veel geld en dat voelt niet goed.
Toch blijven we positief. Want ondanks de oververhitte markt zijn er nog steeds mensen die een huis kunnen kopen. Mijn vriend en ik hoeven maar één keer geluk te hebben.”

Woningnood

Volgens berekeningen is er een tekort van ongeveer 300.000 woningen in Nederland en moeten er in 2030 een miljoen huizen zijn bijgebouwd om aan de alsmaar groter wordende vraag te voldoen. Hugo de Jonge is als Minister voor Volkshuisvesting verantwoordelijk voor de aanpak van het woonprobleem.
De wachtlijsten van sociale huurwoningen (van maximaal € 752,33 per maand) verschillen per regio, maar worden overal in het land langer. In Amsterdam kan het wel 16 jaar duren voordat je een huissleutel krijgt. In Utrecht is de wachttijd 11 jaar, in Eindhoven 7 jaar, in Maastricht 6 jaar en in Groningen 5 jaar en Betaalbare huurwoningen in de vrije sector zijn nauwelijks te vinden.
Een koophuis kost nu gemiddeld € 438.000 (voor de ouderen onder ons: dat is nét geen miljoen gulden!). Dit is een prijsstijging van 20,7% ten opzichte van een jaar geleden (vierde kwartaal 2020). Bij ongeveer 80% van de aankopen wordt er meer betaald dan de vraagprijs.
Bronnen: NVM en NOS

Tekst: Sonja Brekelmans
Foto’s: Mariel Kolmschot
Visagie: Tirzah Waasdorp