Dit vertel ik mijn kinderen niet
3 september 2016
Om ze te beschermen. Omdat de waarheid te hard is. Of omdat we het gewoon niet durven te vertellen. We houden allemaal wel iets verborgen voor ons kind. Vriendin vroeg: ‘Wat houd jij geheim voor je kind?’
Om ze te beschermen. Omdat de waarheid te hard is. Of omdat we het gewoon niet durven te vertellen. We houden allemaal wel iets verborgen voor ons kind. Vriendin vroeg: ‘Wat houd jij geheim voor je kind?’
In de gevangenis
SANDRA (38): “Op een dag was hij weg, mijn man. De vader van mijn dochters. Zelf wist ik natuurlijk heel goed wat er aan de hand was, maar voor mijn kinderen van vijf en zeven jaar oud vond ik de waarheid te pijnlijk. Hun vader was namelijk opgepakt voor belastingfraude. Zo ernstig, dat hij voor vier maanden de cel in moest. Ik heb ze verteld dat hun vader halsoverkop naar zijn moeder moest die heel ziek is en toevallig in Zwitserland woont. Dat is nu twee maanden geleden. Ondanks dat ze het raar vinden dat hij amper belt, lijken ze mijn verhaal te geloven. Ik heb met hem afgesproken dat ik weinig bij hem op bezoek ga, zodat ik geen smoezen hoef te verzinnen voor mijn dochters over waar ik naartoe ga op zo’n moment. Hij heeft beloofd zo vaak als hij kan te bellen met de kinderen. Dat doet hij ook. En samen met mij houdt hij zo onze leugen in stand. Alleen mijn ouders en een goede vriendin kennen de waarheid. Door het aan zo weinig mogelijk mensen te vertellen, hoop ik ook dat deze waarheid nooit boven tafel komt.”
Drugs
KARLIEN (47): “Mijn oudste zoon zit midden in de puberteit. Hij is zestien, rijdt rond op een brommertje en heeft veel vrienden met wie hij regelmatig op stap gaat. Steeds vaker heeft hij een grote mond of haalt hij zijn schouders op als ik hem vraag zijn troep op te ruimen. Ik merk ook dat hij zich afzondert. Hij vertelt me niet meer alles, trekt zich terug op zijn kamer… Dat snap ik allemaal hoor, het hoort erbij. Toch vind ik het belangrijk om grip op hem te houden. Ik vind het helemaal niet erg dat hij de wereld aan het ontdekken is, dat hij ineens te laat thuiskomt, of bier gaat drinken. Maar ik wil écht niet dat hij drugs gaat gebruiken. Hij vertelde me een paar maanden geleden dat hij een stickie had gerookt. Daar ben ik eerst heel boos om geworden, maar dat hielp natuurlijk niet veel. Daarom heb ik hem later uitgelegd waarom ik niet wil dat hij drugs gebruikt. Van het een komt het ander. Nu is het een stickie, wat als het straks een pilletje is? Of nog erger? Hij begreep het en heeft me beloofd dat het bij die ene keer zou blijven. Gelukkig maar, want ik weet als geen ander wat drugs met je kunnen doen. Ik gebruikte het vroeger zelf ook. In het begin was dat redelijk onschuldig. Ik rookte een joint, of nam af en toe een pilletje. Maar daar bleef het niet bij… Er zijn jaren geweest waarin ik elk weekend onder invloed was. Soms was ik echt helemaal van de wereld. En telkens had ik meer drugs nodig om me lekker te voelen. Dat laatste, dat ik zelf vroeger veel drugs heb gebruikt, heb ik mijn zoon niet verteld. Dat durf ik echt niet. Want hoe kan ik hem dan nog verbieden drugs te gebruiken, als ik het zelf vroeger niet kon weerstaan?”