Dunya is aseksueel: ‘Er zijn veel vooroordelen’
2 september 2024
Sinds vijf jaar weet Dunya (39) dat ze aseksueel is, tot die tijd dacht ze dat ze door haar verleden niet aan naakte lijven moest denken. Nu pleit ze voor openheid. “Seks zonder liefde bestaat. Waarom dan geen liefde zonder seks?”
Dunya: “Mijn eerste ervaring met een jongen op de basisschool was niet heel positief. Ik ging bij hem spelen en we moesten elkaar van zijn zussen onder een theedoek een kusje geven. Ik was zeven jaar en vond het helemaal niks, vooral door die dwang denk ik. In de bovenbouw had ik wel vriendjes, maar er was nooit fysiek contact. Op de middelbare school begon dat voor klasgenoten allemaal echt te spelen. Als er een schoolfeest was, ging het er vooral over wie met wie ging ‘bekken’. Ik moest daar niet aan denken, ik wilde gewoon dansen. Ik had sowieso niet zoveel oog voor anderen, ik was in die tijd heel erg op mezelf gericht. Voor mij bestond het leven op dat moment uit naar school gaan en turnen. Heel sociaal was ik niet. Ik had drie vrienden, meer niet en met hen deed ik ook niet alles samen, zoals ik dat anderen wel zag doen.
Ik turnde op nationaal niveau. Een wereld waarin je grenzen vóór je verlegd worden, zowel mentaal als fysiek. ‘Er staat een olifant op de vloer’, werd er over me gezegd. Of er werd gevraagd of het niet tijd werd voor een groter pakje. Iedere week werd ik op een weegschaal gezet en afgerekend op het getal. Ik wilde het goed doen, was ontzettend perfectionistisch. Als ik in de spiegel keek, zag ik mezelf niet meer, maar een heel dik meisje. Ik ontwikkelde al op mijn elfde een eetstoornis. Op m’n zestiende stopte ik met turnen. Ik was gevallen, liep een scheur in mijn onderste ruggenwervel op en kwam niet terug op mijn niveau. Mijn eetstoornis bleef. Na de havo werd ik voor het eerst opgenomen in een kliniek. Ik was zeventien toen ik eruit kwam. Het ging op dat moment redelijk goed met me en ik wilde mijn vrijheid met vrienden vieren. We gingen naar Terschelling en daar had ik mijn eerste echte seksuele ervaring. Ik werd verkracht.”
Terug bij af
“We waren met z’n allen naar het strand gegaan, we hadden veel gedronken en ik was in slaap gevallen. Mijn ‘vrienden’ hadden me laten liggen. Toen ik wakker werd, ben ik in m’n eentje midden in de nacht terug naar de camping gelopen. Onderweg kwam ik een groepje jongens tegen. Zij hebben mij met z’n vieren verkracht. Ik was weer helemaal terug bij af. Ik wilde het liefst verdwijnen, niet zichtbaar zijn, niet aantrekkelijk zijn, gewoon opgaan in het niets. Mijn eetstoornis kwam in alle hevigheid terug en er brak een periode van af en aan opnames aan. Ik startte een studie, maar moest die beëindigen door mijn mentale problemen.
De relatie die ik vervolgens kreeg, was meer een vlucht uit huis. We gingen samenwonen en leefden redelijk langs elkaar heen doordat hij in de avond werkte en ik overdag. We hadden wel seks, maar ik genoot daar niet van. Iedere keer als we het deden, wist ik dat ik het niet wilde. Maar ik durfde er niets van te zeggen, want ik wilde hem niet kwijt. Ik liet zijn aanrakingen maar over me geen komen. ‘Dit hoort erbij’, zei ik tegen mezelf. Ik had nul komma nul zin, verlangen, opwinding of ook maar een beetje een gevoel van verliefdheid. Klaarkomen kon ik wel. Als ik masturbeerde.
De relatie duurde vijf jaar. Hij ging vreemd, een goed excuus om er een punt achter te zetten. Hij bleek ook nog eens allemaal schulden te hebben, waar ik in meedeelde. Ik kwam in de schuldsanering terecht en voelde me heel eenzaam. Zo eenzaam, dat ik suïcidaal werd. Door mijn ouders ben ik weer in een kliniek terechtgekomen, want mijn eetstoornis hield mij nog steeds gevangen. In 2013 kreeg ik een schokkend mededeling van mijn therapeut: ‘Dunya, je bent uitbehandeld. We hopen niet dat je binnen twee jaar tussen zes planken ligt.’ Ik wilde helemaal niet dood. Ik wilde leven, ik wist alleen niet hoe. Als ik me na twee jaar nog niet beter zou voelen, zou ik altijd nog een andere keuze kunnen maken, nam ik mezelf voor.”
Stap naar herstel
“Ik ging op zoek naar vrijwilligerswerk en dat was mijn eerste stap naar herstel. Eindelijk ervaarde ik dat ik iets kon en dat ik iets leuk vond. Ik wilde iets doen met mijn vele ervaringen en begon een opleiding tot ervaringsdeskundige. Daarnaast startte ik een traumabehandeling. Ik was echt klaar met mijn verleden. Ik wilde door.
Ik was bij een LHBTQI+ herstelgroep aangehaakt, want misschien viel ik wel op vrouwen. Daar hoorde ik voor het eerst iemand vertellen over aseksualiteit. Dat is het, dacht ik toen ik haar hoorde. Ik vond zo veel herkenning in haar verhaal. Ik kan wel opgewonden raken en heb ook wel libido, maar ik moet niet denken aan naakte lijven van anderen. Ik heb er niets mee. En dat heeft niets met mijn verleden en mijn trauma’s te maken. Het is daar in de hulpverlening heel lang op afgeschoven. Dat ik niets met seks had zou komen door wat ik had meegemaakt. De medicatie speelde mogelijk een rol. En aangezien ik door mijn eetstoornis pas één keer in mijn leven ongesteld was geweest, zou het ook iets hormonaals kunnen zijn, zo is me altijd voorgehouden. Er was altijd een externe factor waar het aan zou liggen. Tot ik dus leerde dat er ook zoiets als aseksualiteit bestaat.”
Ik ben me meer en meer in het onderwerp gaan verdiepen. Ik stuitte op veel vooroordelen en stigma’s. Ik zou gewoon de juiste nog niet zijn tegengekomen, bijvoorbeeld. Maar zo werkt dat dus niet. Er zijn verschillende gradaties van aseksualiteit. De een kan wel opgewonden raken, de ander absoluut niet. De een komt wel klaar, de ander nooit. De een houdt wel van knuffelen, de ander heeft ook daar niks mee. De een wil wel een relatie, de ander moet daar niet aan denken. Ik vind kussen fijn, maar daar houdt het ook op. Ik kan wel opgewonden raken, maar niet van een persoon. Een persoon kan ik mooi vinden, maar net zoals je een gave auto of kleding mooi vindt. De opwinding komt bij mij echt vanuit mezelf. Ik heb ook echt wel even gedacht dat ik lesbisch was, maar als ik op datingsites zit, wordt mijn oog toch echt meer naar mannen getrokken. Toch kijk ik op die sites naar mannen en vrouwen. Ik denk dat ik een beetje bi ben.”
Heel veel liefde
“Seks zonder liefde bestaat. Waarom dan geen liefde zonder seks? Seks is in mijn optiek bedoeld om je voort te planten. Een relatie hoeft voor mij echt niet minder waard te zijn als er geen seks is. Dan kan er nog steeds heel veel liefde zijn.
Ik ben de grootste knuffelbeer ooit, maar dan wel mét kleren aan. Voor mij is dat intimiteit. Ik ben zeker op zoek naar de liefde. Het lijkt me leuk een relatie te hebben. Op datingsites heb ik in mijn bio staan dat ik aseksueel ben. Daardoor voel ik me soms net een aapje in een circus. Het trekt heel wat mensen aan die nieuwsgierig zijn en je zien als een rariteit. Maar ik kom gelukkig ook mensen met oprechte interesse tegen en dat waardeer ik enorm. Ik leg anderen graag uit hoe aseksualiteit voor mij werkt. ‘Kan dat nog veranderen?’ wordt vaak gevraagd. Ik kan daar geen eenduidig antwoord op geven. Misschien wel, misschien ook niet. Voor nu is het in ieder geval een nee. Dat je geen seks wil, is voor vrijwel alle mannen en dealbreker. Seks hoort voor hen echt bij een relatie. Maar ik weet dat er ook aseksuele mannen zijn. Voor mannen is het helemaal een taboeonderwerp.
Mensen kunnen ook heel bot zijn. ‘Ik ken wel iemand die je ervan afhelpt’, stuurde iemand me een keer. En veel mensen weten niet hoe ze moeten reageren. Zij lachen alleen maar. Ik denk dat alleen andere aseksuelen mij écht begrijpen. De rest heeft er hooguit begrip voor.
De laatste tijd maakt mijn zoektocht naar een partner mij wel een beetje moedeloos. Mijn broer en broertje hebben inmiddels allebei kinderen, iets wat ik ook wel zou willen. Ik wil alleen geen alleenstaande moeder worden. Het lijkt me heel fijn dat er iemand is als je thuiskomt, iemand bij wie je na een zware dag de voeten op tafel kunt leggen en waar je je verhaal bij kunt doen. Ik moet altijd maar naar buiten om mijn leven te delen.
Maar meteen echt samenwonen hoeft voor mij ook niet, trouwens. Laten we beginnen met latten. Ik heb mijn eigen ruimte ook echt wel nodig.”
Mens zijn
“Het zou goed zijn als er meer openheid over aseksualiteit komt. Dat zou de schaamte die aseksuelen veelal ervaren doen verminderen. Het enige wat je moet doen om te voldoen in dit leven, is mens zijn. Het is normaal dat iedereen afwijkend is, iedereen is immers uniek. De normaal die we allen zo wanhopig zoeken is enkel het gemiddelde van alle unieke afwijkingen. Bestaat er dan dus wel een ‘normaal’?
Ik droom ervan een eigen huis te kunnen kopen en dan als een soort hospita een jongere in een levensontwrichtende situatie op te vangen. Ik had dat zelf op jonge leeftijd graag gehad. Als ik dan ook nog een leuke partner zou vinden om mee te kunnen latten, is het plaatje echt compleet. Ik val op intelligentie, dat vind ik aantrekkelijk. En dan dus aantrekkelijk, niet sexy. Voor mij is het heel fijn dat ik na al die jaren weet wie ik ben.”
Wat is aseksualiteit?
Als je weinig of geen seksuele aantrekkingskracht naar andere personen ervaart, kan het zijn dat je aseksueel bent. Aseksualiteit is een ‘seksuele identiteit’, zoals homo- of heteroseksualiteit dat ook zijn. Er is niet één definitie, aseksualiteit komt in vele vormen voor. Sommige aseksuelen hebben geen libido en nooit seks, anderen hebben wel een libido maar geen interesse in seks met anderen of ze hebben wel seks om bijvoorbeeld een kind te krijgen. Uit Brits onderzoek uit 2004 blijkt dat ongeveer één procent van de bevolking aseksueel is, al wordt gedacht dat dit percentage hoger zal komen te liggen naarmate de bekendheid toeneemt.
Tekst: Hester Zitvast
Foto: Mariel Kolmschot
Visagie: Wilma Scholte
Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.