Edith en Sebastiaan verloren allebei hun partner en zijn nu gelukkig samen
12 september 2022
Ze verloren allebei hun partner. Edith (43) moest in 2019 afscheid nemen van haar vriend Dennis en Sebastiaan (39) in 2017 van zijn vrouw Patricia. In hun gedeelde verdriet vonden ze elkaar. “We zijn ontzettend gelukkig, alleen wel met een ervaring te veel.”
Edith: “Dennis had in 2017 een moedervlek op zijn been. Het bleek een melanoom, de dodelijkste vorm van huidkanker te zijn. De moedervlek werd verwijderd en ook werden zijn lymfeklieren preventief weggehaald. Alles was schoon, de vooruitzichten waren goed. Maar Dennis was er niet gerust op, hij was altijd al wel een beetje een hypochonder. ‘Wat als ik doodga?’ vroeg hij regelmatig. Ik kon hem daar geen antwoord op geven. Iedere controle was weer zenuwslopend voor hem. Omdat hij zo kritisch was op muziek, stelde ik voor dat hij dan in elk geval een playlist voor zijn uitvaart zou samenstellen. Niet dat ik dacht dat hij daadwerkelijk dood zou gaan, maar het gaf hem misschien het gevoel iets met zijn angst te kunnen doen.
Die zomer kreeg Dennis pijn in zijn rug en lies. Hij had net ontslag genomen, dus ik dacht dat het misschien stressgerelateerd was. Er werd toch maar een MRI gemaakt. Een dag later kregen we de uitslag. De kanker was uitgezaaid over tien ruggenwervels. Dennis moest instant overgeven toen hij dat hoorde.”
Nul ontkenning
“Ik ging heel praktisch met de diagnose om. ‘Ik blijf alleen achter’, heb ik nog die dag tegen de buren gezegd. Er was bij mij nul ontkenning, ik wist heel goed dat het echt helemaal mis was. Dennis en ik hebben onze agenda’s leeg geveegd om alles eruit te halen wat er nog inzat, maar hij ging ontzettend snel achteruit. Mensen om ons heen probeerden mij moed in te praten. ‘Er is tegenwoordig zo veel mogelijk’, zeiden ze dan. Ik wilde daar niets van horen, ik zag hoe slecht het met Dennis ging. In een dagboek hield ik alles bij, er gebeurde te veel om te onthouden. Ik was gedreven door adrenaline, was zo scherp. Heel af en toe, als ik in het logeerhuis onder de douche stond, gilde ik mijn verdriet van me af. We hadden nog zo veel plannen samen. We hadden heel bewust gekozen voor een leven zonder kinderen om samen veel te reizen. Minder gaan werken, een camper kopen en opknappen, dat was wat we in de toekomst wilden. Die toekomst werd ons in acht weken ontnomen, zo lang heeft hij uiteindelijk nog geleefd. Dennis is een week voor zijn dood nog heel even thuis geweest, toen bleek dat hij ook uitzaaiingen in zijn hoofd had. Hij was 42 toen hij stierf. Ons mini-gezin was niet meer. Twee weken na zijn uitvaart ben ik in mijn eentje naar Florida gegaan, ik wilde weten of ik dat kon. Ik had besloten nog iets van het leven te maken, ook als ik nu alleen was.”
Geruststelling
“Een klein half jaar nadat Dennis was overleden, kwam ik op een vergadering van het bestuur van de Halve Marathon van Den Helder Sebastiaan tegen. Ik had hem ooit een keer eerder gezien, zakelijk. Ik kwam toen verhaal bij hem halen en onze ontmoetring verliep niet heel soepel. Sebastiaan vond mij maar irritant, liet hij duidelijk blijken.
Inmiddels wist ik door een bericht uit de krant dat hij zijn vrouw was verloren en ik wilde van hem weten hoe hij zijn leven weer had opgepakt. Ik kon me niet voorstellen dat het leven ooit weer dragelijk zou worden en zocht geruststelling. Werken deed ik na al die maanden nog niet. Het liefst jankte ik in mijn eentje. Ik miste Dennis verschrikkelijk. Het samen plannen maken, zijn arm om me heen… Zelfs iets stoms als boodschappen doen, was alleen leuk met hem. Het was heel stil in huis.
Dit keer ontstond er een leuk contact tussen Sebastiaan en mij. We wisselden nummers uit en appten, voornamelijk over de dood. Sebastiaan gaf me tips, bijvoorbeeld over het volgen van een ademhalingsworkshop. Maar hij verzekerde me er ook van dat de scherpe pijn van het verlies minder zou worden. Het was ontzettend fijn met iemand te praten die wist wat ik doormaakte, ondanks dat onze rouwprocessen natuurlijk niet precies hetzelfde waren.”
Jarenlang ziek
Sebastiaan: “Ik ben mijn vrouw in 2017 verloren. Patricia is twaalf jaar ziek geweest. Ze hoestte al een tijdje en dat ging maar niet over, wat de huisarts ook voorschreef. Toen er longfoto’s werden gemaakt, bleek dat ze een tumor ter grootte van een tennisbal in haar longholte had: zwezerikkanker.
Het was kwaadaardig, maar niet heel agressief. ‘Als je de veertig haalt, zou dat heel bijzonder zijn’, kreeg ze te horen. Patricia was toen 24. We waren nog maar net samen, maar als vanzelfsprekend bleef ik bij haar. Zij kon er niet voor weglopen, wie was ik dan om het wel te doen? In de jaren die volgden, werd Patricia behandeld, geopereerd en eens in de zoveel tijd kregen we het bericht dat de tumor toch weer gegroeid was. We probeerden ons leven rond de ziekenhuisbezoeken zo normaal mogelijk in te richten. We trouwden, kochten een huis en hadden het heel fijn met onze dochter Yada. Ik ging sporten, heel extreem wel. Ik zwom van Den Helder naar Texel, liep de Iron Man Triathlon en fietste heel Nederland door. Voor mij was dat therapie en ik haalde er ook nog eens geld voor kankeronderzoek mee op.
Patricia ontwikkelde naast de kanker ook nog twee spierziektes, die hebben haar uiteindelijk de das om gedaan. In 2015 lag ze al eens drie maanden op de intensive care met ademhalingsproblemen. Het was duidelijk dat het de verkeerde kant op ging. In 2017 werd ze opnieuw benauwd en bleek ze een longembolie te hebben. Op 11 maart 2017 overleed mijn moeder. De zaterdag erna gaf Patricia aan dat ze niet meer wilde. ‘Ik ben er klaar mee, ik wil euthanasie’, zei ze. Op 27 maart 2017 heeft ze op de valreep nog de pasgeboren baby van een heel goede vriendin gezien – die was in hetzelfde ziekenhuis bevallen en werd van de kraamafdeling naar de IC gereden. Een half uur later werd de beademing uitgezet. Het was een rollercoaster, een echte rollercoaster.”
Reden om door te gaan
“Ik had vrede met Patricia’s dood, ondanks dat Yada – zij was toen twaafl – en ik heartbroken waren. Ze was zo lang ziek geweest. Yada en ik moesten samen verder. Zij gaf me een reden door te gaan. We reisden met z’n tweetjes naar Zuid-Afrika en Schotland. Ik had Patricia beloofd Yada de wereld te laten zien en ik heb de koe wat dat betreft maar meteen bij de horens gevat.
Jaren later zat ik dus bij een vergadering van die Halve Marathon van Den Helder. Ik herkende Edith meteen. Heb je háár weer, dacht ik toen ik haar zag. De laatste keer dat ik haar zag, vond ik dat ze nogal haar op haar tanden had getoond. Het was geen prettig gesprek geweest. Bij het voorstelrondje vertelde ze dat haar vriend kort daarvoor was overleden. Daar schrok ik van. Ik vertelde al niet meer dat ik weduwnaar was, ik wilde niet langer ‘die zielepiet’ zijn. Ze vroeg me na afloop van de vergadering hoe ik alles rondom Patricia’s dood beleefd had. Of we eens konden appen. Maandenlang dartelden we om elkaar heen. En uiteindelijk was daar die eerste zoen in november 2019. We waren verliefd geworden. Naar Patricia toe voelde dat absoluut niet als verraad. Ze had me op mijn hart gedrukt niet alleen te blijven.
Sinds augustus 2020 wonen we samen, corona heeft dat proces wat versneld – tijdens de lockdowns waren Yada en ik vooral bij Edith thuis. Ik heb ons huis verhuurd, verkopen kon ik het niet; het is toch de plek waar we met Patricia samen gelukkig waren. Als Yada oud genoeg is, kan zij er gaan wonen als ze dat wil.”
Behoorlijk wennen
Edith: “Het was voor mij behoorlijk wennen om weer samen te wonen en dan ook nog eens met een man met een kind. In het begin was Yada heel veel thuis, omdat ze geen school had. Yada vond het aanvankelijk allemaal helemaal fantastisch, maar toen het serieuzer werd tussen mij en Sebastiaan, was het voor haar toch ook wel slikken. Ze vond mij niet haar vaders type, heeft ze me later verteld. Ze was bang voor wat er zou gebeuren als het mis zou gaan tussen ons. ‘Ik heb het je niet altijd makkelijk gemaakt hè?’ vroeg ze onlangs nog. Inmiddels gaat het hartstikke goed. Yada doet een hbo-opleiding en wordt steeds zelfstandiger. Dat we nu niet langer op elkaars lip zitten door corona is ook heel fijn.
Niet iedereen in mijn omgeving heeft er begrip voor dat ik nu een relatie met Sebastiaan heb. De meeste mensen gunnen het ons gelukkig, maar er zijn er ook die het er moeilijk mee hebben. Ik kan dat inmiddels goed naast me neerleggen, ik kan er niets aan veranderen. Ik ben mensen kwijtgeraakt in het proces, Sebastiaan ook trouwens. Daar komt ook weer bij kijken dat we nieuwe vrienden hebben gekregen via elkaar.”
Dag van de liefde
Sebastiaan: “Afgelopen 9 april ben ik door mijn knieën gegaan. Ik was wel getrouwd met Patricia, Edith niet met Dennis. Ze wilde ook weleens trouwen en een bruidsjurk aan, had ze me ooit gezegd. We zijn net terug uit Parijs, waar we de ringen hebben uitgezocht. Onze trouwlocatie is inmiddels uitgezocht en we kijken er enorm naar uit om op 11 november deze nieuwe liefde te bezegelen. We hebben afgesproken dat deze dag echt van ons wordt, we gaan geen aparte momenten inlassen om Dennis en Patricia te herdenken. Dat kan anderen misschien alleen maar verdrietig maken en of we ze nou benoemen of niet; in ons hoofd zijn ze er toch wel bij.”
Edith: “Ik durf te stellen dat ik weer oprecht gelukkig ben. Er gaat geen dag voorbij dat ik niet op sta of naar bed ga zonder aan Dennis te denken. Dat maakt me zeker niet altijd verdrietig, het zijn vaak ook mooie herinneringen die dan door mijn hoofd schieten. Ik kan soms in tranen uitbarsten als iets onbenulligs onverwachts een herinnering oprakelt. Maar ook als ik moe ben, wil ik nog weleens sneller huilen. Ons verdriet mag er zijn en dat is het belangrijkste. Ik hou niet minder van Sebastiaan dan ik van Dennis deed. Ik ben gelukkig, maar wel met een ervaring te veel, zeg ik altijd.”
Tekst: Hester Zitvast
Foto: Yasmijn Tan
Visagie: Wilma Scholte
Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.