Eline adopteerde 3 kinderen tegelijk: ‘We hebben genoeg liefde te bieden’
5 december 2022
Na drie miskramen besloten Eline (33) en Sander (41) voor adoptie te gaan. En nu is hun zoon Noah (10) de trotse broer van drie zusjes uit Hongarije: Olivia (8), Kayla (5) en Sadie (bijna 4). “Ik geniet intens van ons grote gezin.”
Eline: “Olivia was laatst op een kinderfeestje in Ballorig waar jongens haar plaagden. ‘Wil je mama bellen om me op te halen?’ vroeg ze de moeder van de jarige. Reed ik daarna met tranen in mijn ogen naar haar toe – niet omdat ze geen plezier had, maar omdat ze naar mij vroeg, haar mama. Zo’n moment dat laat zien dat ze mij volledig vertrouwt, voelt nog steeds bijzonder.
Noah was anderhalf toen Sander en ik voor een tweede kind gingen. Helaas klopte na vijftien weken het hartje niet meer. Het was een meisje: de dochter die ik zo graag had gewild… Ons hart brak, we waren nog nooit zo verdrietig geweest. Ik werd nog twee keer zwanger, maar weer ging het mis. Die laatste keer kreeg ik medicatie om de miskraam thuis op te wekken.
Ondertussen zaten we te netflixen om onze gedachten te verzetten, toen we op een documentaire stuitten over een Amerikaans stel dat drie kinderen tegelijk had geadopteerd. Mijn hart maakte een sprongetje. Dít wil ik, dacht ik. Hoe mooi is het om kinderen die geen liefde en veiligheid kennen, een stabiele basis te geven? Ik had nooit eerder over adoptie nagedacht, maar het was alsof de documentaire een vuurtje in me ontstak.
Ook Sander vond adoptie een mooi idee en iets voor ons. Het gevoel dat we ons willen inzetten voor anderen, hebben we altijd al sterk gehad. Op Google ben ik alle adoptieverhalen gaan lezen die er te vinden waren. Ik merkte dat veel stellen die geen kinderen konden krijgen, adoptie zagen als een soort plan B. Voor ons voelde dat niet zo, integendeel. Medisch gezien was er geen oorzaak gevonden voor mijn miskramen en volgens de artsen was de kans dat ik een nieuwe zwangerschap zou voldragen, zelfs zeventig procent. Toch zeiden we zonder twijfel: ‘We stoppen ermee. Later willen we tegen onze kinderen zeggen dat ze niet plan B waren, maar plan A.’”
Steun aan elkaar
“Na het aanmelden bij Stichting Adoptievoorzieningen, begin 2016, dachten we al snel: niet één, maar twee kinderen adopteren zou mooi zijn. We verlangden altijd al naar een groot gezin. Sander komt uit een gezin van vier en ik heb een broer en zus, maar ben ook nog opgegroeid met pleegkinderen. Reuring in huis waren we allebei dus gewend. Bij een adoptie van meerdere kinderen tegelijk gaat het meestal om broers en zussen. Het leek ons fijn als die niet van elkaar gescheiden zouden worden, maar steun aan elkaar zouden hebben.
Bovendien duurt iedere adoptieprocedure heel lang – pas een jaar na je adoptie mag je weer een nieuwe aanvraag doen. Zo zou er qua leeftijden dus een enorm gat tussen de kinderen kunnen komen als we ze een voor een in onze armen zouden sluiten. In 2017 volgden we een informatiebijeenkomst over het adopteren van meerdere kinderen tegelijk. Daar hoorden we dat er vooral een tekort is aan ouders die open staan voor dríe kinderen. Dat zette ons aan het denken – als we voor twee gaan, waarom dan niet nog één erbij? We hebben genoeg liefde te bieden.
Natuurlijk waren we niet naïef en wisten we dat het zwaar zou worden. Via de Nederlandse Adoptiestichting (NAS) zochten we contact met ouders die al ervaring hadden met zo’n ‘triblingadoptie’. Ook bespraken Sander en ik hoe het voor Noah zou zijn. Want van enig kind naar een groot gezin, dat is nogal wat. Noah is een sociale jongen met een hart voor anderen. Echt een gezelligheidsmens – hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Het zou voor hem niet altijd makkelijk worden, maar we vertrouwden erop dat hij erdoor zou groeien. Net zoals het voor onszelf heel sterk als een soort roeping voelde: dit is wat we moeten doen.”
Voor altijd
“Vlak na de informatiebijeenkomst hakten we de knoop door en meldden ons aan voor een triblingadoptie. Hoewel het nog jaren kon duren, bereidden we ons heel goed voor. Zo gaven we ons op voor weekend- en vakantiepleegzorg. Daar hadden we ruimte voor, en op die manier was Noah ook niet meer alleen en konden we ervaring opdoen: kunnen we dat inderdaad aan, meerdere kinderen in huis?
In een paar jaar tijd hebben we vijf kinderen opgevangen, waaronder drie broers van acht, zeven en vijf. Noah ging geweldig met ze om en ook voor ons bleek het prima te doen. Dat we ook weer afscheid moesten nemen, was moeilijk. Dat is ook de reden dat pleegzorg op de lange termijn niet voor ons is weggelegd. We verlangden naar kinderen die écht bij ons zouden horen, voor altijd.
Ondertussen was ons adoptiedossier in de maak en leefden familie en vrienden mee via onze blog. De meesten waren laaiend enthousiast dat we ‘adoptie-zwanger’ waren, sommigen moesten wennen aan het idee. Ook waren er mensen die twijfels kregen naar mate de jaren verstreken. ‘Gaat het nog gebeuren?’ vroegen ze. ‘Zou je het niet zelf weer proberen?’ Zo van: je verspilt misschien je vruchtbare jaren. Natuurlijk heb ik dat zelf ook gedacht. Stel dat er nooit een match komt?
Tegelijkertijd kregen bevriende stellen wél een kind, biologisch of via adoptie. Ik gunde het ze, maar het deed soms ook pijn. Sander bleef kalm en vol vertrouwen. Dat hielp. Ook haalde ik kracht uit die verhalen van andere adoptieouders. Zij hadden zich net zo wanhopig gevoeld, maar sloten uiteindelijk meerdere kinderen in hun armen.”
Droom die uitkomt
”Vorig jaar juni – zes jaar na intensieve voorbereiding, screenings door allerlei instanties en heel lang wachten – was het eindelijk zo ver. Ik was aan het klussen in ons nieuwe huis toen de adoptiestichting belde: ‘We hebben nieuws.’ Ik racete naar Sander, want dit moesten we samen horen. Even later zaten we bloednerveus op de bank en hoorden we dat er een ‘polsing’ was: het voornemen om drie kinderen aan ons toe te wijzen. Drie zusjes uit Hongarije, van wie de biologische ouders en familieleden niet in staat waren om voor ze te zorgen. Vol ongeloof keken we elkaar aan – we hadden drie kinderen verloren en nu kwamen er drie bij? Ook nog eens meisjes? Het voelde helend, alsof het zo moest zijn.
Na dat gesprek volgde opnieuw een hoop papierwerk en kregen we weer een medische keuring, om na te gaan of we er helemaal klaar voor waren. Ook controleerden zowel de Nederlandse als Hongaarse autoriteiten of de kind-dossiers zuiver waren. Oftewel: is de mogelijkheid voor opvang in eigen land echt uitgesloten en zijn wij de beste plek voor deze kinderen?
Met alle lichten op groen volgden foto’s van de meisjes. Ze stonden gekleed in jurkjes voor een muur, lachend en met de armen om elkaar heen. Ze hadden de mooiste krullen die ik ooit had gezien en ik kon niet wáchten om ze te ontmoeten. Ook Noah glunderde van trots. Hij hield mijn telefoon met de foto’s tussen ons in en zei: ‘Zo is het alsof ze al bij ons zijn!’”
Zó mooi
“Ons huis was nog niet bewoonbaar, dus werkten we dag en nacht om de verbouwing op tijd af te krijgen. De kamers van de meisjes verfden we roze en we maakten er foto’s van. Een fotoboekje en drie knuffels, voorzien van ons parfum, stuurden we naar Hongarije. Zo konden de zusjes alvast wennen aan onze geur en kennis maken met hun nieuwe plek.
Een maand na het voorstel vertrokken we naar Hongarije. Toen de meisjes de kamer bij de Raad voor de Kinderbescherming binnenliepen, dacht ik: wáuw. Ze waren kleiner dan ik had verwacht, maar zo mooi. Het liefst knuffelde ik ze plat, maar we lieten hen het tempo bepalen. Kayla en Sadie gaven ons een hand. Olivia, de oudste, durfde dat niet. Maar toen Noah zijn hand uitstak, schudde ze die en daarna die van mij en Sander. Heel bijzonder: alsof Noah de brug vormde tussen ons.
Om elkaar rustig te leren kennen hebben we zes weken in Hongarije gewoond. Daarna reden we naar Nederland, waar familie ons opwachtte met een bord met de Hongaarse tekst: Welkom thuis, lieve meisjes! De eerste maanden waren we veel thuis zodat de meisjes konden wennen aan het gezinsleven. De tafel dekken, samen bakken, spelletjes doen. Door verschillende trauma’s waren ze bang dat we hen zouden verlaten. Eén van hen duwde ons bij het knuffelen letterlijk van zich af en sloeg bij alles wat haar niet zinde. Bij de andere twee uitte de verlatingsangst zich juist in pleasegedrag: zij knuffelden iedereen, ook wildvreemden, in de hoop aardig gevonden te worden.”
Apetrots
“Het is al een uitdaging om daarmee te dealen bij één adoptiekind, laat staan bij drie. Eén keer zat ik met alle meisjes huilend op schoot en kwam Noah er ook nog snikkend bij: ‘Je hebt geen tijd meer voor mij.’ Oei, dacht ik toen. Maar ik wist van tevoren dat het niet alleen een roze wolk zou zijn en dat het verdelen van onze aandacht één van de lastigste dingen zou worden.
Voor Noah was het heel gezellig, maar de meisjes praatten wel steeds door hem heen en alles draaide voor zijn gevoel om hen. Een tip van andere adoptieouders was: geef hem bewust individuele aandacht. Zo zijn we dingen apart met hem gaan doen – met papa naar de supermarkt, met mij wandelen en praten. Dat heeft alles uiteindelijk in balans gebracht. We creëren die een-op-een-momenten nu nog steeds, ook met de meisjes. We behandelen iedereen gelijk zodat ze weten dat ze ons alle vier even dierbaar zijn. De meisjes noemen ons papa en mama en Noah hun grote broer. Hij is gek op ze. De eerste keer dat ik ze meenam naar school om hem op te halen, riep hij apetrots: ‘Kijk! Dat zijn mijn zusjes!’’
Zielsgelukkig
“In Hongarije hebben de meisjes grensoverschrijdende dingen meegemaakt die geen kind zou moeten meemaken. Uit hun familiegeschiedenis blijkt dat die problematiek helaas van generatie op generatie gaat. Wij hopen die cyclus nu te doorbreken en de meisjes andere kansen te geven – dat vind ik het allermooiste aan adoptie.
Wel vergt het veel geduld en toewijding om ze te helpen bij het verwerken van hun verleden. Natuurlijk zijn er dagen dat ik er even doorheen zit, maar ik plan bewust tijd voor mezelf in om de batterij weer op te laden. Lekker een serie kijken of op zondagavond met Sander in bad. Tegelijkertijd geeft het me enorm veel voldoening en energie om de meisjes te zien groeien.
Ik ben trots op alle vier onze kinderen en geniet intens van ons grote gezin. Al blijft het ook keihard aanpoten, hoor. Iedere dag vier keer zoveel was, vier keer boterhammen smeren, vier keer het bedritueel. Maar het is het allemaal dubbel en dwars waard. Ik ben nog nooit zo zielsgelukkig geweest.”
Volg de rest van Elines adoptie-avontuur en dagelijks leven op @eline.vanderwoude (Instagram & TikTok).
Tekst: Tessa Heselhaus
Foto: Amaury Miller
Visagie: Lisette Verhoofstad
Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.