Placeholder

Els vergaf de moordenaar van haar broer: ‘Ik sta nu lichter in het leven’

Zou jij het kunnen: de moordenaar van je broer of zus vergeven? Els (52) deed het. Ze zocht hem op in de gevangenis. “George vergeven was een moeilijk en eenzaam proces, maar ik sta nu lichter in het leven.”

Zou jij het kunnen: de moordenaar van je broer of zus vergeven? Els (52) deed het. Ze zocht hem op in de gevangenis. “George vergeven was een moeilijk en eenzaam proces, maar ik sta nu lichter in het leven.”

Els: “Als ik George, de man die mijn broer om het leven bracht, niet had vergeven, was ik vroeg of laat echt vastgelopen. Dat weet ik zeker. Want als je alle boosheid en verdriet opsluit in een kooitje in jezelf en daar niets mee doet, kun je ook niet meer optimaal liefhebben. Dan verkrampen al je emoties en word je onecht. En dat wilde ik niet. Ik wil, ondanks het verlies van mijn broer, genieten van het leven zonder te verharden of cynisch te worden. En ik wil het goede blijven zien in mensen, want ik geloof niet in zwart-witdenken: iedereen heeft iets goeds in zich. Er is alleen wel een verschil tussen een mens en zijn gedrag. Wat George heeft gedaan, zal ik nooit goedkeuren, maar ik heb ervoor gekozen te kijken naar hem als persoon. Ik begrijp waardoor zijn gedrag is veroorzaakt. Daardoor kan ik hem vergeven, al is dat wel een heel proces geweest.

Fred was echt mijn ‘kleine broertje’, hij was acht jaar jonger dan ik. We hadden een typisch broer-zuscontact: we appten veel en hielden elkaar op de hoogte van onze levens. Af en toe bemoederde ik hem ook; ik voelde me verantwoordelijk als grote zus.”

Met hem te doen

“In 2014 gooide Fred zijn leven helemaal om. Vlak daarvoor was hij na een gelukkig huwelijk van 12,5 jaar gescheiden, omdat hij uit de kast kwam. Hij en zijn vrouw waren beste maatjes, maar Fred kon zijn gevoelens niet langer negeren. Toen het bedrijf dat hij met zijn ex runde failliet ging, verhuisde hij naar een andere stad. Zo kon hij helemaal opnieuw beginnen. Fred was een weldoener, een goeierd die anderen altijd wilde helpen. Dus toen hij George leerde kennen – die vanwege zijn geaardheid van Jamaica was gevlucht en in een asielzoekerscentrum woonde –  dacht hij: wij kunnen elkaar helpen. Ze hadden beiden weinig geld, maar samen konden ze wél een huis huren. Dus gingen ze op zoek naar een woning. Er was liefde tussen hen, maar het samenwonen was vooral een praktische oplossing.”

Land ontvlucht

“Ik ontmoette George uitgerekend op de begrafenis van mijn vader. Fred en George waren toen een paar weken samen. George vertelde me die dag in een notendop over zijn verleden: dat hij was opgegroeid met een vader als dominee, die hem stokslagen gaf omdat hij homo was. Hij had nooit liefde gekregen. Jamaica is behoorlijk homofoob en uiteindelijk was dat ook de reden dat hij het land ontvluchtte. Ik had met hem te doen, voelde compassie voor die boomlange man met zijn donkerbruine ogen. En er was ook een soort klik tussen ons.”

Erg ongerust

“Een maand later woonden Fred en George samen, maar ze appten me allebei ook weleens over de ruzies die ze hadden. Dan bemiddelde ik. Een andere broer en ik zeiden dan: ‘Dat samenwonen was een snelle actie, dus blijf met elkaar praten. En als het niet werkt, verhuizen we George weer.’ We hadden bedenkingen over hun keuze, maar echt zorgen maakten we ons niet. Het waren immers volwassen mannen.Toch ging het mis. Op een zaterdag belde mijn moeder dat Fred en George bij haar zouden langskomen, maar niet waren komen opdagen. Toen ik op mijn mobiel zag dat Fred op vrijdagavond voor het laatst online was geweest, vonden mijn man en ik dat raar. We kregen ze niet te pakken en langzaam werd ik steeds ongeruster.”

Sterke chloorlucht

“Die zaterdagavond heb ik de politie en het ziekenhuis gebeld, maar hun namen waren niet bekend. Zondag was een rare dag, want we zaten de hele dag te wachten op een appje van Fred, maar we dachten ook: misschien zijn ze tot laat naar een feestje geweest. Omdat het anderhalf uur rijden was naar hun huis besloten we toch nog af te wachten. Om afleiding te hebben, gingen we met onze kinderen naar de Mexicaan. Daar checkte mijn man Twitter en zag een bericht: de straat van Fred was afgezet door de politie omdat er een sterke chloorlucht hing. Toen wisten we al dat het mis was. Tien minuten later belde Freds ex-vrouw: mijn broertje was overleden en George zwaargewond. Wat er precies is gebeurd en wanneer, weten we niet. Maar vaststaat, dat Fred en George ruzie kregen en George hem in een black-out om het leven heeft gebracht. Daarna probeerde hij zichzelf te doden door chloor te drinken. Nadat ze hen vonden, werd hij direct in hechtenis genomen.”

Diepe rouw

“Horen dat mijn broer er van het ene op het andere moment niet meer was, was verschrikkelijk, maar door de acute stress schoot ik in de regelmodus. We moesten onverwachts zo veel doen: praten met de politie, zijn uitvaart organiseren. Het was zo’n rare gewaarwording. Opeens was hij er niet meer, zonder dat we afscheid hadden kunnen nemen. En waarom? Eigenlijk was ik die eerste weken in pure shock. Ik weet nog dat ik na zijn begrafenis soms op de bank voor me uit zat te staren en het opeens twee uur later was. De rouw die ik voelde, ging heel diep. Dat kwam ook doordat er zo veel emoties bij kwamen: het ene moment was ik vooral verdrietig, het andere ontzettend boos op George, mezelf én Fred, want waarom had hij me niet verteld dat hun ruzies soms zo uit de hand liepen? Waarom was hij niet weggegaan? Waarom had ik het niet gezien?”

Soort van wraak

“Toen Slachtofferhulp ons een paar weken na zijn overlijden vertelde dat ik tijdens de rechtszaak gebruik mocht maken van mijn spreekrecht, wist ik meteen dat ik dat wilde doen. Ik wilde dat George hoorde wat hij ons had aangedaan. Ik had behoefte aan rechtvaardigheid en door mijn spreekrecht te gebruiken, móest George wel naar me luisteren. Ja, dat was een soort wraak. Toch was het dubbel om mijn brief voor te lezen in de rechtszaal. Aan de ene kant was ik boos toen ik hem voor het eerst weer zag, aan de andere kant vond ik het moeilijk hem te horen snikken. Want ik kende zijn achtergrond: hij is een jongen die nooit heeft geleerd wat liefde is.”

Een ijsberg

“Na de rechtszaak viel ik in een gat. Alles wat moest worden gedaan en geregeld stopte. En toen begon er langzaam een onderbuikgevoel op te spelen. Een stemmetje dat zei: kijk verder dan die boosheid en vergeef George. Hij heeft dit niet gedaan omdat hij Fred dood wilde hebben. Hij deed het uit onmacht, omdat hij nooit heeft geleerd hoe je liefde moet geven, en verstrikt raakte in zijn eigen pijn. Natuurlijk vond ik dat onderbuikgevoel ingewikkeld, omdat ik tegelijk zo veel verdriet en boosheid voelde, maar dat stemmetje werd steeds luider. Tot ik me een maand na de rechtszaak realiseerde: ik kan dit gevoel niet negeren, ik moet hem schrijven. Niet om nog eens mijn boosheid te uiten, maar om te zeggen: ik zie wie je in de kern bent. En daarom geloof ik niet dat het je bedoeling was om Fred te doden. Ik heb hem een kaart met een ijsberg gestuurd. Dat was een metafoor voor hem: boven water zie je alleen het topje – zijn gedrag en daden – maar er zit een veel grotere berg onder water: hij als persoon. Voor wie ik die kaart schreef? In de eerste plaats voor mezelf. Het luchtte op om de woorden die in mijn hoofd zaten op papier te zetten. Maar het sturen was tweeledig: ik wilde hem ook laten weten dat ik aan hem dacht, daar in zijn cel.”

Dit verhaal komt uit Vriendin 18. Kijk voor meer informatie over Perspectief Herstelbemiddeling op www.perspectiefherstelbemiddeling.nl.

Tekst: Priscilla Borgers. Foto’s: Bart Honingh. Visagie: Linda Huiberts.