
Elske’s vriend was een pathologische leugenaar
18 maart 2025
Soms kan Elske (27) zelf ook niet geloven dat bijna niets van wat haar vriend Jesse haar vertelde de waarheid was. Toen ze na drie jaar ontdekte dat hij een pathologische leugenaar was, pakte ze meteen haar biezen. “Mijn vertrouwen in mensen is beschadigd.”
Elske: “De één aan kanker, de ander aan een hartaanval: al op onze eerste date vertelde Jesse me over de tragische dood van zijn ouders, nog maar een paar jaar eerder. Hij was toen 25 jaar en wees en ik vond het onbeschrijflijk erg voor hem. Daarnaast voelde ik me op een vreemde manier vereerd. We hadden elkaar nog maar kort daarvoor leren kennen via een datingapp en na wat chatten en WhatsAppen spraken we die dag voor het eerst af. Op andere dates was ik de koetjes en kalfjes-fase niet gepasseerd, dan bleven gesprekken hangen aan de oppervlakte of er vielen ongemakkelijke stiltes. Dan voelde het alsof zo’n man geen zin had om zich open te stellen voor mij. Jesse was anders. Zoals hij me toeliet in zijn meest kwetsbare gevoelens, dat voelde voor mij als een eer. We zaten nog maar een uur te kletsen of hij deelde het verdriet om zijn overleden ouders al en ook de levenslessen die hij had geleerd door dit trauma. Ik vond het mooi en inspirerend hoe hij sprak over jezelf leren kennen, sterker worden door kwetsbaarheid en je gedragen voelen door overleden zielen. Maar die avond ging het niet alleen over overleden dierbaren en levenslessen. We hadden lol, Jesse deelde grappige anekdotes over zijn werk als begeleider in de GGZ en ik vond hem met de minuut leuker worden. Ook luisterde hij geïnteresseerd naar wat ik deelde over mijn leven met mijn vriendinnen en familie en mijn werk als juf. Die avond zoenden we en na onze tweede date was het ‘aan’. In het begin nog wat op afstand, maar al snel was ik meer bij hem dan thuis. Hij had een koophuis – een voordeel van jong verliezen van je ouders, noemde hij dat bitterzoet – en ik een klein huurappartementje dus het was logisch dat we vaker bij hem waren. Het was ook logisch dat toen we besloten te gaan samenwonen, we dat in zijn huis deden. Alles leek perfect. Jesse was lief voor me, we dachten na over de toekomst, een gezin. Ik prees me gelukkig met iemand met wie ik zó op één lijn zat en dacht niet dat iets dat geluk kon verstoren.”Niets gemerkt
“Achteraf heb ik talloze malen de vraag gekregen: heb je dan niets gemerkt? Het eerlijke antwoord is nee. Het nóg eerlijkere antwoord is dat ik het ook nooit heb willen zien. Ik heb een hoge mate van acceptatie en van het zien van mogelijkheden. En Jesse had overal een verklaring voor. Toen ik bijvoorbeeld een factuur vond die vanuit Jesse was verstuurd en waarop IT-diensten werden gefactureerd, zei hij dat het steeds erger werd met die criminele oplichters. Dit was een soort phishing, maar dan op papier, legde hij uit. Zijn naam was daarvoor gebruikt en gelukkig had het bedrijf hem de nepfactuur doorgestuurd zodat hij aangifte kon doen. Raar verhaal, maar het kón. Dat bedoel ik met overal mogelijkheden zien. Het alternatief was natuurlijk moeilijk voor te stellen. Waarom zou Jesse zeggen dat hij in de GGZ werkte terwijl hij eigenlijk IT’er was? Dát was pas een vreemd verhaal. Er waren ook rare telefoontjes. Dan werd Jesse gebeld door iemand die hij nog geld was verschuldigd. Ook zo’n slim trucje van criminelen, beweerde hij. Ik had geen reden om aan de mogelijkheid te denken dat Jesse écht nog heel wat mensen geld was verschuldigd. Hij kon altijd pinnen, er waren boodschappen, etentjes, alles. Ik betaalde mijn deel van de vaste lasten aan hem en ging ervan uit dat hij de hypotheek, energie en verzekeringen betaalde. Toen we een tien maanden samenwoonden, stond er een man op de stoep die zich voorstelde als Alfred en zei dat hij wilde weten waarom de huur al maanden niet was betaald. En dat het tijd was om die wel te gaan betalen, anders zouden wij uit het huis gezet kunnen worden. ‘Maar dit is een koophuis’, zei ik en toen kwam Jesse snel naar de gang. ‘Ik neem het wel over’, zei hij tegen mij en aan zijn blik zag ik dat het menens was. Ik ging terug naar de kamer en was bang dat die man een gekkie was en voor problemen zou zorgen. Hij zag er netjes uit, met zijn chino en overhemd, maar hij was duidelijk in de war. Toen Jesse de kamer weer in kwam, was hij er als de kippen bij om mijn vermoedens te bevestigen. Deze Alfred was een verwarde buurtgenoot die bij willekeurige huizen aanbelde om huur te innen. ‘Als het nog een keer gebeurt, maken we melding bij de politie. Nu liet hij zich wegsturen, maar ik vind het toch niet prettig.’ Ik vond het ook niet prettig maar gelukkig liet Alfred zich daarna niet meer zien, althans niet terwijl ik thuis was. Zo leefden Jesse en ik rustig verder. Hij ging elke week een of twee dagen naar een opdrachtgever en werkte verder thuis. Ik was vijf dagen in de week op school. Jesse had geen grote vriendenkring, hij ging soms een biertje drinken met collega’s. Vrienden van vroeger had hij niet, dat was verwaterd. Familie had hij ook niet, hij had altijd alleen zijn ouders gehad. Gelukkig paste hij goed binnen mijn familie en vriendenkring, maar meestal waren we met z’n tweeën. Jesse had geen behoefte aan andere mensen. Hij had ook geen social media, zelfs geen LinkedIn. Nu snap ik waarom, maar ook daar zocht ik toen niets achter. Ik vertrouwde hem blind omdat ik geen reden had dat niet te doen.”Ik ben zijn moeder
“Jesse en ik waren drie jaar samen toen ik voorstelde een keer naar Zwolle te gaan, waar hij is opgegroeid. Ik zei dat ik het huis wel wilde zien waar hij met zijn ouders had gewoond, maar dat vond hij te moeilijk. Dat begreep ik en we hielden het die middag bij winkelen en een broodje eten in een lunchzaak. Toen we dat broodje bijna op hadden, kwam er een vrouw binnen. Ik merkte dat Jesse op haar reageerde. Hij werd nerveus en wilde weg. De vrouw reageerde ook op hem. Ze kwam naar onze tafel en wist duidelijk niet wat ze met de situatie aan moest. Er kwam een gesprek waar ik geen touw aan vast kon knopen en toen ik vroeg wie zij was, zei ze: ‘Ik ben zijn moeder.’ Ze keek me aan met een blik waar ik rillingen van kreeg. Op dat moment dacht ik nog dat het kwam doordat ik het doodeng vond wat ze zei – zijn moeder was immers overleden. Maar achteraf denk ik dat het mijn intuïtie was die zei dat deze vrouw de waarheid sprak. Ik weet niet waarom ik dat aanvoelde, misschien door haar blik of door Jesses reactie, maar ik wíst het gewoon. Toch deed ik daar op dat moment niets mee. Jesse trok me snel mee en we verlieten de zaak, hij foeterde over zo’n rare vrouw die maar wat beweerde. Pijnlijk ook, vond hij, gezien het verlies van zijn ouders. Ik liet het gaan tot ik een week later een bericht kreeg via Facebook. Diezelfde vrouw vroeg me om contact met haar op te nemen. Zonder dat Jesse het wist stemde ik in. We belden en toen vertelde ze me het meest ongelooflijke verhaal uit mijn leven. Zij noch haar man was dood. Jesse was haar zoon met wie ze al vijf jaar geen contact had. Hij had dat verbroken omdat zijn ouders vonden dat hij hulp nodig had, hij stond toen al een tijd ingeschreven bij de GGZ. ‘Waar hij werkt’, stamelde ik, maar nee, Jesse had nooit een dag in de zorg gewerkt. Wel in de IT, maar het managementniveau waarop hij beweerde actief te zijn zou zijn moeder hooglijk verbazen aangezien hij zijn mbo-opleiding niet had afgerond. Het was al in zijn tienerjaren vastgesteld dat Jesse leefde in waanbeelden en dat hij een pathologische leugenaar was. Hulp daarvoor had hij nooit geaccepteerd en toen zijn ouders bleven aandringen, had hij dus de deur achter zich dichtgetrokken. Daarna had hij een paar vriendinnetjes gehad, wist zijn moeder, en bij hen had hij hetzelfde gedaan als bij mij: liegen, liegen, liegen. Ik vroeg hoe ze me had gevonden. Dat was een hele zoektocht geweest, zei ze, maar ze wilde per se met me in contact komen. Ze vond dat ik recht had op de waarheid. Dat ze wist waartoe Jesse in staat was en dat ze mij geen leven gebaseerd op leugens gunde. Ik weet dat ik haar daar dankbaar voor moet zijn, maar het telefoontje betekende ook de grootste pijn uit mijn leven.”In paniek
“Ik wist niet wat ik moest doen. In paniek vluchtte ik naar mijn ouders. Die avond kwam ik niet thuis en toen Jesse me belde, zei ik dat ik moest nadenken, dat ik hem niet meer zomaar kon geloven. Hij kwam naar mijn ouders, maar ik wilde hem niet zien. Ik denk dat hij toen wel wist dat hij ontmaskerd was. Hij begon me te appen dat ik niets moest geloven van wat anderen over hem zeiden en daarmee bevestigde hij voor mij juist dat het klopte. Hoe wist hij zonder dat ik iets had gezegd dat het over zijn leven ging en wat daarvan waar was? Alsof het zo moest zijn kwam er toen van alles tegelijk. Ineens werd mijn naam aan die van Jesse gelinkt en kreeg ik de ene na de andere bevestiging dat niets van wat hij zei klopte. Alfred, de zogenaamd verwarde buurman, mailde me met het verzoek bij hem op kantoor langs te komen. Dat deed ik, samen met mijn ouders. Alfred kon me alles laten zien: het huurcontract én de achterstand die betaald moest worden. Er waren meer bedrijven die bij mij aankwamen. Energie, water, verzekeringen, níéts was de laatste maanden betaald. Niet zo gek ook, aangezien Jesse helemaal niet voor die GGZ-instelling óf dat IT-bedrijf werkte. Hij had wel een tijdje freelance werk gedaan binnen de IT, maar dat was maanden daarvoor al gestopt. Ik heb geen idee waar hij die twee dagen dat hij buiten de deur werkte echt naartoe ging. Gelukkig bleek ik niet verantwoordelijk voor de achterstanden, omdat alles op zijn naam stond. Ik haalde mijn spullen op en trok bij mijn ouders in. Met Jesse heb ik nog wel wat gesprekken gevoerd. Hij bleef maar beweren dat hij nooit had gelogen, dat het allemaal een soort complot was. Het deed me pijn nu ik zag hoe slecht hij er mentaal aan toe is, maar ik heb nooit overwogen bij hem te blijven en eruit te komen samen. Dat kan niet als je vertrouwen op zoveel momenten is gebroken. Als álles gelogen blijkt te zijn. Als ik het zo vertel, kan ik zelf bijna niet geloven dat ik het niet door heb gehad. Dan voel ik me dom en ik kan me goed voorstellen dat je als buitenstaander denkt dat ik naïef ben. Maar ik bén niet dom en naïef, dat weet ik van mezelf. Een pathologische leugenaar gaat zeer geraffineerd te werk en als je geen reden hebt voor twijfel, zie je het gewoon niet. Ik vind het heel erg dat mijn vertrouwen in mensen is beschadigd en dat ik niet weet of dat ooit nog goedkomt. Ik heb therapie gehad en durf nu te geloven dat er weer liefde op mijn pad zal komen, maar ik zal nooit meer onbevangen in een relatie stappen. Dat heeft Jesse me afgenomen. Tegelijkertijd zie ik het als één grote levensles. Ik had wat er is gebeurd absoluut willen missen, maar ik weet óók dat het me sterker heeft gemaakt. En dat de waarheid uiteindelijk altijd boven tafel komt, daar hou ik me dan maar aan vast.” Tekst: Marieke van Wijk. Om privacyredenen zijn alle namen veranderd, De echte namen zijn bekend bij de redactie. Foto: Getty Images Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.LEES OOK
Uit andere media