Eva Hermans-Kroot: ‘Ik wil herinnerd worden als lachebekkie’
13 december 2024
Eind november overleed Eva Hermans-Kroot op 26-jarige leeftijd aan de gevolgen van longkanker. Een paar maanden voor haar dood spraken wij haar. “Na mijn diagnose besefte ik dat je moet leven in het nu – niet in de toekomst.”
In het afgelopen seizoen van Over Mijn Lijk viel Eva op door haar vrolijkheid. Ze had uitgezaaide longkanker, maar maakte toch grappen. Zo noemde ze haar haarwerken Gradje, Freek en Truus, kwam ze in een van de afleveringen in hoog tempo aangesjeest met haar scootmobiel – die ze Scoot noemde – en maakte ze op Tiktok kaal-filmpjes: eentje met drie eierdopjes op tafel, en de middelste is haar hoofd. Ze hield het graag luchtig, zei ze in Over Mijn Lijk: voor zichzelf, maar ook voor haar naasten. Het ziek-zijn is al moeilijk genoeg. Een uur voor het interview appte een marketeer van Eva’s uitgeverij: hoelang het interview gaat duren? Eva is moe, ze heeft vandaag weinig energie. We zullen het gesprek kort houden, zeggen we. Maar we kunnen het ook uitstellen? De marketeer appte terug. Het is al goed. Eva doet het graag.
Waarom wilde je dit interview toch door laten gaan?
“Ik vind het fijn om dingen af te vinken. Anders moet ik het verzetten, en dan moet ik er ook energie voor sparen. Nu heb ik me erop ingesteld dat ik vandaag dit interview ga doen en straks met mijn ouders uit lunchen ga. Daar houd ik dan de rest van de week rekening mee. Als het echt niet gaat, zeg ik het echt wel, hoor.”
In de eerste aflevering van Over Mijn Lijk zei je dat jonge mensen die overlijden, meer herinnerd worden dan oude mensen. Is dat de reden waarom je meedeed aan Over Mijn Lijk en nu een boek hebt geschreven: dat je graag herinnerd wilt worden?
“Eigenlijk niet. Ik deed mee aan Over Mijn Lijk omdat ik door dat programma besefte dat ik écht ziek was en ik oprecht niet meer niet beter word. Ik was al begonnen aan mijn boek toen ik net ziek werd, om het van me af te schrijven. Tot ik vastliep. In mei werd ik benaderd door een uitgever. Ze wisten niet dat ik al was begonnen. Ik was blij dat ze me vroegen. Het leek mij mooi om een boek uit te brengen omdat ik soms merk dat anderen mij anders zie dan ikzelf. Als in: mensen lijken soms naar mij op te kijken, omdat ze het knap vinden hoe ik met mijn ziekte omga.”
Hoe zie jij het zelf?
“Ik zie mezelf gewoon als Eva.”
Hoe wil jij herinnerd worden?
“Ik vind het stom om te zeggen, al zien de meeste mensen mij wel zo: als een lachebekkie. Ik ben over het algemeen altijd vrolijk. Dus ik vind het fijn als mensen mij zich op die manier herinneren.”
Wat voor persoon was je voordat je ziek werd?
“Sowieso was ik tien kilo lichter. Ik sportte kapot veel, ik moest echt aankomen om mijn ziekte fysiek beter aan te kunnen. Als kind was ik helemaal niet zo vrolijk. Ik was vaak neerslachtig, ik liep ook bij de psycholoog en was niet die positieve meid met die aanstekelijke lach die mensen nu zien. Tot ik naar het mbo ging en het beter ging. Dat had veel te maken met de ADHD-diagnose die ik toen kreeg. Opeens begreep ik mezelf beter: het was dus niet gek dat ik mezelf al die tijd anders voelde dan anderen. Op het hbo ging het ook goed. Ik werd in die periode een beetje de controlfreak die ik nu nog steeds ben, en werd vrolijker. Maar vanaf het moment dat ik met Matthijs – toen nog mijn vriend, inmiddels mijn man – ging samenwonen, ging het pas echt stukken beter met mij. Een paar jaar geleden werd duidelijk dat mijn moeder ook ADHD heeft. Toen ik nog thuis woonde, botsten wij best wel met elkaar, waardoor ik me altijd een beetje gespannen voelde. Al had ik het verder gewoon goed thuis, hoor. Maar Matthijs geeft mij de rust die ik nodig heb en de ruimte om mezelf te zijn.”
Drieënhalf jaar geleden kreeg je te horen dat je longkanker hebt. Hoe kwam het dat je naar de huisarts ging?
“Ik had het eerst opeens superkoud. Ik bleek koorts te hebben en ik had een klein hoestje, dus ik dacht in eerste instantie dat ik corona had. Maar dat bleek het niet te zijn. Tot er ineens een paar dagen later, op 1 maart 2021, een bult in mijn nek verscheen. Ik maakte me er niet zo’n zorgen over. Ik leefde gezond, het zou raar zijn als er iets ernstigs zou zijn, maar ik maakte voor de zekerheid een afspraak bij de huisarts. De huisarts dacht aan opgezette lymfeklieren, dat kan gebeuren als je verkouden bent. Dat stelde me gerust. Maar een paar dagen later voelde ik me opeens kneiterziek. Ik maakte weer een nieuwe afspraak bij de huisarts. Al wilde ik die eigenlijk op het laatste moment afzeggen. Het was in de coronaperiode en ik had op hetzelfde moment een winkelafspraak bij de Action. Daar keek ik zo naar uit. Mijn moeder en Matthijs waren het er niet mee eens dat ik naar de Action wilde. Vanwege die bult in mijn nek vonden ze dat ik echt naar de huisarts moest gaan. Ik kwam terecht bij een andere huisarts, iemand die nog in opleiding is. Hij nam mijn klachten wel serieus, ook al deed ik dat zelf niet, en daar ben ik hem nog altijd dankbaar voor. Binnen twee weken na de bult in mijn nek kreeg ik de diagnose longkanker. Ik was 22, ik leefde gezond, ik had nooit gerookt – ik was de ergste anti-roker die er was. Dus toen ik hoorde dat ik longkanker had, dacht ik: waarom ik en niet een ouder iemand? Ik vond het echt niet eerlijk. Geaccepteerd heb ik het nog steeds niet. Maar ik weet nu: het is wat het is. Kanker is in mijn ogen een vorm van pech.”
In Eva’s boek Longeneeslijk – een taalvondst van haar zus Anne, nadat al append ook alternatieven als Cancerzooi, Alongway en Kroottegendedood voorbij waren gekomen – beschrijft Eva wat er gebeurde nadat ze was benaderd door Over Mijn Lijk. Ze keek altijd al naar het programma, maar besloot nog eens een aflevering te bekijken om zeker te weten of het iets voor haar was. In die aflevering liep voormalig deelnemer Fabienne stage. Ze had dezelfde leeftijd als Eva, en ineens ging het heel slecht met haar.
Wat dacht je op dat moment?
“Ik dacht: dit gaat mij ook overkomen. Ik raakte helemaal in paniek. Van tevoren dacht ik dat ik deze aflevering wel in mijn eentje kon kijken, ik had ’m al eens eerder gezien. Maar dat is niet aan te raden als je zelf net de diagnose kanker hebt gekregen. Ik belde mijn moeder. Zij was er binnen drie minuten en wist me weer rustig te krijgen. Tot die tijd zat ik in de ontkenning. Maar door die aflevering realiseerde ik me dat ik echt ziek was.”
Je besloot om toch mee te doen en je inzichten te delen met anderen die je door je ziekte hebt gekregen, schrijf je in je boek. Welke inzichten zijn dat?
“Het begon meteen toen ik de diagnose kreeg. Ik stapte naar buiten, het was een zonnige dag en ik keek naar de blauwe lucht. Ik dacht: wat is het leven mooi. Ik zag in dat je moet genieten van de kleine dingen. Vrij snel daarna besefte ik dat je moet leven in het nu – niet in de toekomst. Daar was ik voor mijn ziekte erg mee bezig, maar uiteindelijk bereik je daar helemaal niets mee. Want je weet niet wat het leven je brengt. Dat heb ik op een harde manier ondervonden. Ik geef het graag mee aan anderen, zodat zij het niet op die manier hoeven te ondervinden. Al ga je hier waarschijnlijk pas echt naar leven als je zoiets meemaakt als ik, denk ik. Je mag best vooruitdenken, dat doe ik ook. Maar dingen plannen voor over vijf jaar heeft geen zin.”
Je hebt de laatste drieënhalf jaar veel ellende gehad van je ziekte. Heeft het je ook iets positiefs gebracht?
“Ja, heel veel. Ik heb veel leuke dingen meegemaakt door mijn kanker. Ook omdat ik in het nu leef en niet denk: dat doe ik morgen of volgende week wel. Toen ik weer een slechte uitslag had gehad, wilde ik graag parachutespringen. Ik dacht: als ik nu te pletter val, maakt het niet uit, want ik ben toch al ongeneeslijk ziek. Ik belde mijn vader, en de volgende dag sprong ik al uit een vliegtuig.”
Wat is het mooiste dat het heeft gebracht?
“Mijn bruiloft. Ik zou ook getrouwd zijn met Matthijs als ik niet ziek was geweest, maar het is nu wat eerder gekomen. Het was zo’n geweldige dag. Mijn bruiloft was echt de mooiste dag van mijn leven.”
Matthijs zei in Over Mijn Lijk dat een relatie hebben met iemand die ongeneeslijk ziek is, natuurlijk vreselijk is, maar tegelijk ook mooi, omdat het de band met je naasten zo verdiept. Hoe is dat voor jou?
“Voor mij geldt dat ook. De relatie met mijn familie, maar ook met Matthijs, is veel intenser en sterker geworden. Zij leven zo met mij mee. Ze zijn voor mij de eerste personen die ik inlicht als er iets is. In augustus kreeg ik te horen dat ik ben uitbehandeld. Dat soort dingen deel ik eerst mijn ouders, schoonfamilie, en mijn broer en zussen. Pas als zij het weten, zet ik het op social media. Matthijs is altijd bij mij, dus als er iets is, merkt hij dat meteen aan mij. Dan zijn we er voor elkaar. Je leert elkaar op een andere manier kennen. Dat voelt fijn. Al kan het ook de andere kant opgaan in relaties, dat hoor ik ook vaak genoeg.”
Eva kreeg in de afgelopen drieënhalf jaar veel slecht nieuws te horen: over een tumor die toch weer groeide, of een kuur die niet aansloeg. Bijna altijd voelde ze dat van tevoren aan. Zo zei ze in de dagen voordat ze te horen kreeg dat ze uitbehandeld was, tegen Matthijs dat ze geen goed gevoel had bij de kuur die ze op dat moment volgde.
Hoe komt het dat je zoiets aanvoelt?
“Ik weet niet, ik vertrouw gewoon het meeste op mijn gevoel. Ik zit er bijna nooit naast. Voordat ik een scan krijg, krijg ik vaak allemaal berichtjes met teksten als: “O, wat spannend.” Zelf vind ik het niet spannend. Ik weet gewoon dat de kanker groeit. Voor mij is zo’n scan dus minder belastend. In het begin was het een stuk zwaarder, dan was ik van weken van slag. Alleen al van de energie die dat me kostte, was ik kapot. Maar ik kreeg zoveel slechte uitslagen, dat mijn hoofd al die pijn en dat verdriet gewoon niet meer leek te accepteren of zo. Op een gegeven moment was ik van zo’n slechte scan nog maar een paar dagen van slag. Daarna werd ik weer de blije Eva, alsof er niks aan de hand is. Ik kan er wel drie weken bij gaan stilstaan, maar dat heeft helemaal geen nut. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, hoor. Ik begrijp het als anderen dat niet altijd kunnen.”
Je hebt al eerder gezegd dat je – tegen alle verwachtingen in – 25 zou worden. Nu ben je 26: hoe lang denk je dat nog hebt, nu je bent uitbehandeld?
“Tegen Matthijs heb ik gezegd dat ik gewoon nog 27 ga worden. Of het moet opeens heel slecht gaan of veel pijn krijgen. Maar ik hoor vaker dat mensen die zijn uitbehandeld er nog een jaar bij krijgen. Ik baseer dit niet op hoe ik me nu voel. Ik word benauwder en hoest deze week meer. Een aantal tumoren zit tegen mijn luchtpijp aan, ik moet soms happen naar lucht. Dus ik weet wel dat het eindig is. Maar als ik alleen maar ga denken dat ik morgen dood ben, ben ik morgen dood. Mindset doet veel voor je. Dus voor mezelf houd ik hoop.”
Na het interview
Na ons interview is Eva nog naar het Televizier Ring Gala gegaan, samen met Over Mijn Lijk-presentator Tim Hofman, en heeft een patiëntendemonstratie voor geneeskundestudenten gegeven. Toen verscheen ineens een alarmerend bericht op haar Instagram-account. “Het moment waarvan je hoopt dat die niet gaat komen, is er nu toch. Al een week heb ik last van duizeligheid, vermoeidheid, pijn, benauwdheid en misselijkheid. Alle klachten duiden op tumorgroei en daar heb ik last van. Ik weet dat het moment van overlijden nu dichterbij gaat komen, maar omdat het drie weken geleden nog zo goed ging, had ik dit niet verwacht.”
De boekpresentatie van haar boek Longeneeslijk, die eigenlijk 15 december stond gepland, vond vervroegd plaats. Eva is op 30 november overleden.
Longeneeslijk
Tekst: Ella Mae Wester
Foto: Ruud Hoornstra
Visagie: Lisette Verhoofstad