Canva1 2023 08 25t104152.120

Eva, Maartje en Elke reden in een oud busje van Amsterdam naar Dakar

Met volle snelheid over zandduinen crossen, zelf je auto repareren en slapen in de woestijn: je moet het maar durven! Eva (32), Maartje (37) en Elke (34) deden mee aan de Dakar Challenge en reden met een oud busje van Amsterdam naar Gambia. “Mensen gaven toe dat ze ons hadden onderschat.”

Eva: “Het was eigenlijk een heel wild idee. Elke en ik zijn al jarenlang vriendinnen en hebben samen veel gereisd. Met een andere vriendin waren we vorig jaar in Portugal. Terwijl ik met onze huurauto – veel te hard – door de bergen slalomde, zei ik: ‘We zouden aan de Parijs Dakar Rally mee moeten doen’. Meer als grapje, want deze woestijnrally is echt voor topsporters. Toch ben ik gaan googelen en zo kwam ik terecht op de site van de Amsterdam Dakar Challenge: een roadtrip waarmee je met je team onder begeleiding van Amsterdam naar Banjul, de hoofdstad van Gambia, rijdt. Bij de finish worden de auto’s geveild voor het goede doel. Op de site stond de kreet: ‘Waar de mannen zich van de jongens onderscheiden.’ Dat vond ik zó stom! Nu wisten we helemaal zeker dat we mee wilden doen. Er was alleen één probleem: de inschrijving was al gesloten. Ik heb de organisatie letterlijk gestalkt: elke dag belde ik terug of ze écht geen uitzondering konden maken. Uiteindelijk zeiden ze: ‘Mensen met dit doorzettingsvermogen kunnen we wel gebruiken.’
Elke: “Eigenlijk hadden we geen idee waar we aan begonnen. Alle drie wisten we weinig van auto’s, ik had zelfs rij-angst! En dan moesten we ook nog een oud barrel zien te vinden dat de finish zou kunnen halen en – volgens de regels – niet meer dan 500 euro kostte.”
Maartje: “In die periode ontmoette ik Eva in de strandtent waar ik werkte. Ze vertelde me over hun plan en ik dacht meteen: wauw, dit wil ik ook! Ik rij graag en vanaf het moment dat ik mijn eerste auto had, heb ik altijd geprobeerd zo veel mogelijk zelf te leren repareren. En nadat ik anderhalf jaar in een camper door Europa had gereisd, kon ik echt zeggen dat ik wel wat van auto’s weet. Ik was teleurgesteld dat hun team al compleet was. Drie weken later zat het nog steeds in mijn hoofd en heb ik Eva gebeld. Wat bleek: die andere vriendin was afgehaakt en ze zochten nog een derde teamlid. Het was natuurlijk best spannend om zo’n avontuur aan te gaan met twee meiden die je niet kent, maar ik voelde gewoon aan alles dat dit klopte.”

Girl power

Eva: “Elke keer als er een probleem was, leek het wel of het vanuit het universum voor ons werd opgelost. Dat gevoel kreeg ik al toen ik hoorde dat we het teamnummer 1111 kregen toegewezen: het engelengetal! En precies op het moment dat bij mij de paniek uitbrak omdat we een maand voor vertrek nog steeds geen auto hadden, kregen we een busje aangeboden: 250 euro en helemaal rijklaar.”
Elke: “We hebben hem zelf van binnen verbouwd en de buitenkant paars geverfd, met allemaal hartjes, bloemetjes, regenbogen en teksten als ‘Girl power’ en ‘Girls can do anything’. Er helemaal geen rekening mee houdende dat we straks door landen als Marokko en Mauritanië moesten rijden…”
Eva: “Pas in de laatste weken zijn we ons eigenlijk pas écht goed gaan inlezen. Gelukkig hebben we daarbij veel hulp gekregen. De broer van Maartje, die bij de brandweer werkt, leerde ons de basis van autotechniek, zoals hoe je een wiel verwisselt. En bij strandtent Paal69 in Zandvoort kregen we les in offroad rijden. Voor we het wisten, was het 5 november. We hadden vanaf de start drie dagen om van Amsterdam naar Zuid-Spanje te rijden, waar de ferry naar Marokko vertrok. Iedere dag stonden we om zes uur op en reden we non-stop tot ’s avonds laat. Veel zwaarder dan ik dacht. Op de tweede dag was ik er eigenlijk al klaar mee en wilde ik naar huis.”

Met 120 over zandduinen

Elke: “Maartje en ik ontdekten al snel dat Eva er niet tegen kon als ze te lang niets te eten kreeg. Dan werd ze chagrijnig en riep ze dat ze alles zat was. Zolang we haar maar op tijd ‘voederden’, was er dus geen probleem. Gelukkig maar dat we die eerste dagen hebben doorgezet, want eenmaal in Marokko werd het alleen maar leuker. Mijn rij-angst was al snel verdwenen. Vooral het offroad rijden vond ik leuk: lekker gassen en een beetje ‘spelen’ met de auto, zonder ander verkeer om je heen.”
Eva: “Ze scheurde gerust met 120 kilometer per uur over de zandduinen heen, haha!”
Maartje: “En onze Sandy, zoals we de bus hadden gedoopt, bleef het maar doen! In het begin werden we een beetje belachelijk gemaakt: drie meiden in een oude paarse bus, dat gaat ’m niet worden, dachten ze waarschijnlijk. Later zijn andere teams naar ons toegekomen om te zeggen dat ze ons onderschat hadden. Don’t judge a book by its cover, is een gezegde dat voor ons wel opgaat. Ondanks dat wij geen four wheel drive hadden, reden we vaak sneller dan de andere auto’s, hadden we vrijwel nooit pech en kwamen we zelden vast te zitten. We hielpen juist anderen om hun auto eruit te slepen!”
Eva: “Dat was het fijne van deze race: je rijdt in principe zelfstandig, maar komt elkaar overal tegen en kunt elkaar dus helpen. Al ging dat helaas niet altijd op. De eerste keer dat we vast kwamen te zitten, was in Marokko. Het was al donker, we waren in the middle of nowhere en wisten toen nog niet dat we onze banden een stukje moesten laten leeglopen om makkelijker grip te krijgen. Opeens doemden er twee mannen op uit het niets. Oké, nu is het dus gedaan met ons, dacht ik. Maar nee, die mannen begonnen heel aardig onze banden uit te graven. Hetzelfde gebeurde toen we op het strand van Senegal vast kwamen te zitten terwijl de vloed opkwam. Overal vandaan kwamen vissers aanlopen die ons samen weer op weg hielpen.”
Maartje: “We zijn door best gevaarlijke landen gereden, maar toch ben ik eigenlijk geen enkele keer bang geweest. Hooguit die keer dat mensen opeens heel boos met zand begonnen te gooien: ik kreeg een flets vol in mijn gezicht. En dat terwijl ik dacht dat ze zwaaiden omdat ze blij waren met onze komst… Maar over het algemeen kregen we juist alleen maar positieve reacties en hebben we veel vriendelijke en behulpzame mensen ontmoet.”
Eva: “We hadden natuurlijk wel een risico genomen met onze met regenbogen versierde bus: vooral in Marokko dachten ze soms dat we voorvechters van homorechten waren en daar zijn ze niet echt fan van. Eén keer kwam er in de stad een groep mannen dreigend op ons af: ‘Are you gay?’ In mijn beste Frans riep ik toen maar: ‘Non, non, j’aime les garcons’! We hebben er nog even over gedacht om de feministische kreten af te plakken voor we naar Mauritanië gingen, maar gelukkig hebben we dat niet gedaan. Daar was iedereen juist heel relaxed. Een man zei zelfs: ‘Ik support wat jullie doen, ik heb zelf drie vrouwen.’ Niet helemaal wat wij verstaan onder girl power, maar wel hilarisch! En in Al-Ajoen, de hoofdstad van de Westelijke Sahara, wilden allemaal vrouwen met onze bus op de foto. Toen dacht ik: dit is waar we het voor doen.”

Plassen naast een kameel

Elke: “Hoe langer we onderweg waren, hoe meer we een geoliede machine werden. Als we dreigden vast te komen zitten, sprongen de twee die niet achter het stuur zaten eruit en groeven we onszelf snel los. Je zit 24/7 op elkaars lip in een kleine ruimte, maar toch hebben we nooit ruzie gehad. We hebben juist veel gelachen. Bijvoorbeeld die keer dat ik een massage kreeg aangeboden met smeerolie. Of toen de douaneman boos op me af kwam lopen omdat hij dacht dat ik een foto van hem had gemaakt en Eva zei: ‘But you look so sexy’, waarmee ze het alleen maar erger maakte. Of de keer dat we pannenkoekjes probeerden te bakken in de woestijn en er een grote steekvlam ontstond. Gelukkig hadden we een brandblusser mee.”
Eva: “Op zulke momenten was Maartje meestal degene die in actie kwam, zij was echt een beetje de moeder van het team. Aangezien zij het meest van auto’s weet, was zij degene die ons erop wees dat we even het oliepeil moesten controleren of vloeistof bijvullen. En als er iets gerepareerd moest worden, lag zij onder de bus. Ze reed vaak ’s avonds, omdat Elke en ik nachtblind zijn. En dan maakte ze ’s ochtends ook nog havermoutpap voor ons, met allemaal gezonde pitjes en zaden die ze van huis uit had meegenomen.”
Maartje: “Ja, ik had me voorgenomen om goed voor mezelf te blijven zorgen – zo’n reis vraagt tenslotte veel van je. Van tevoren had ik me best zorgen gemaakt, omdat ik de andere meiden helemaal niet kende, maar ik zat de hele trip supergoed in mijn vel. Een van de mooiste ervaringen vond ik de drie dagen dat we in de woestijn moesten slapen. Ik weet nog dat ik moest plassen en werd aangestaard door een kameel in de verte. ’s Nachts zaten we met de andere teams bij een kampvuurtje onder de sterren: een moment dat we ons enorm verbonden voelden met elkaar en de natuur.”

Vertrouwen in jezelf

Eva: “De laatste uren waren zwaar: vanaf Dakar moesten we nog zo’n zes uur rijden naar Banjul. Er liepen overal mensen en koeien op de weg, die we in het donker amper zagen. Maar eenmaal bij de finish, moesten we alle drie huilen. De Gambiaanse mensen die stonden te klappen en dansen, en de meiden voor wie we dit allemaal deden… Het geld dat we ophaalden, was bestemd voor een stichting die meisjes aanmoedigt op school te blijven en solar-lampen regelt zodat ze ’s avonds kunnen lezen en huiswerk maken. Onze bus is uiteindelijk voor 4500 euro geveild, veel meer dan hij waard was. Misschien juist dankzij onze boodschap, dat meiden alles kunnen bereiken wat jongens ook kunnen.”
Maartje: “Elke moest al snel weer terug naar huis, maar Eva en ik zijn nog een paar maanden langer gebleven. Zij kon als freelancer van daaruit werken ik had geen baan, huis of vriend om naar terug te keren. Toen Eva in haar eentje verder reisde, heb ik yogales en reiki-sessies gegeven en uiteindelijk ook de eerste stappen gezet om mijn online programma te starten, wat ik al jaren van plan was maar niet durfde. Deze reis heeft me compleet veranderd: meer dan ooit durf ik te vertrouwen op mezelf en op wat het leven brengt.”
Eva: “Meer zelfvertrouwen, dat heeft het mij ook gegeven. Want als je door de woestijn kunt rijden, kun je in principe alles aan. Ik heb altijd het gevoel gehad dat mensen mij onderschatten. Zo van: ‘Daar heb je die blonde huppelkut weer’. Juist daarom vind ik het leuk om mensen met een challenge als deze het tegendeel te bewijzen. Ik hoop dat wij de weg hebben vrijgemaakt voor meer vrouwen om hun droom te volgen en door te zetten, ook al is het spannend. Want we hebben dit maar wel mooi gefikst met z’n drieën!”  

Tekst: Marion van Es
Foto: Amaury Miller

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.