Eveline: ‘Mijn knie baart me steeds meer zorgen’
11 juni 2024
Eveline (52) en haar partner Emiel raken op vakantie betoverd door een veel te vervallen villa. Na lang twijfelen besluiten ze dat hun toekomst in Frankrijk ligt. Dat betekent wel dat er enorm veel op ze afkomt.
In Vriendin deelt ze elke week hoe het ervoor staat met hun paleisje.
Knie
Mijn knie baart me steeds meer zorgen. Van moeilijk lopen naar strompelen naar hinkelen naar niet meer mobiel zijn in vier maanden. Gek werd ik ervan.
Ik ging naar fysiotherapie, maar daar kwam niet veel meer uit dan ‘kweenie’. Misschien had ik gewoon betere voetensteun nodig dan de ballerina’s die ik droeg?
Daarna werd het de dokter, voor het eerst in het Frans. Het gesprek voerde ik in een voor mij nieuwe taal. Mijn klachten schreef ik vooraf via een vertaalcomputer op een briefje. Mijn nieuwe huisarts nam me serieus. Hij vroeg door. Voelde en klopte. En stuurde me na het tweede consult door naar het ziekenhuis voor onderzoeken. De uitslag was even verwarrend als de pijn. Ik had géén artrose, botontkalking, trauma of kraakbeenverstoring, dat kwam uit de scan. Maar wat was het dan wel?
Nachten wakker
Ik sukkelde maar door. Af en toe had ik een goede dag. Maar zodra er gasten meeaten of als ik de trap op en af moest, was het weer naadje pet. Een keer viel ik van de trap. Emiel sloot onze B&B drie dagen. Ik lag piepend op de bank en tikte stukjes, want met mijn hoofd was gelukkig niets mis.
Ik lag nachten wakker. Moe werd ik ervan. Ook mijn arm weigerde nu. Ik vreesde het ergste, want stiekem ben ik een hypochonder. Moest mijn been eraf? Mijn arm? Of nóg erger?
Ik kocht Birkenstocks, want die werden aangeraden door zowel mijn fysiotherapeut, de arts en een Villa-Verte-gast die sportmasseur was. Peperduur, maar inderdaad: ze gaven verlichting.
Tranen
Ik ging terug naar de dokter. De zere arm kwam door het scheve loopje en voor mijn been schreef hij antibiotica voor. Ook dat hielp niet. Aan het eind van de kuur kroop ik. Ik hing gekromd over de strijkplank, want onze gasten verwachtten wel fris beddengoed. Emiel hing de lakens aan de lijn, want dat lukte me niet meer. Emiel deed trouwens alles. Enkel het koken deed ik nog. Als ik boodschappen deed, gebruikte ik de winkelwagen als rollator.
‘Het gaat niet meer’, snikte ik tegen de dokter. Het was vrijdagmorgen 10.00 uur. Ik hoorde hem nadenken. ‘Ik zit overvol vandaag. Maar kom maar vanavond om 19.00 uur. Dan ben ik klaar.’ Snikkend zat ik in de wachtkamer om zodra ik de arts zag, in tranen uit te barsten. Hij gaf me morfinecapsules mee voor de nacht. En voor het komende weekend. Ik kreeg glazen ampullen met pijnstillers. En laxeermiddel, vitamines en een lieve handknuffel.
MRI
Dat weekend zat ik stoned op de bank. Maar het gíng. De maandag erop moest ik terugkomen. ‘Je krijgt een MRI. Én een reumaonderzoek.’ Hij schreef lange verwijsbrieven. Maakte de afspraken ook alvast, want in het Frans naar een ziekenhuis bellen, is nog een brug te ver voor mij. Ik kreeg nieuwe morfine. En Naproxen, een pijnstillende ontstekingsremmer.
Een wonder geschiedde. Ik kan door de Naproxen weer lopen. Het onderzoek gaat gewoon door begin juli, want de wachtlijsten zijn hier vijf hele weken. Maar ik loop weer. Ik lach. En hoera! Ik begin oprecht te geloven dat ik mijn been en arm nog héél lang mag houden!
Meer lezen van Eveline? Je leest haar columns elke week in Vriendin. Volg haar ook op Instagram @villaverte87.