Placeholder

Familietrekjes

Stefanie vindt het heel mooi om te zien dat haar oudste kinderen steeds meer op haar zijn gaan lijken, zonder dat ze een bloedband hebben. Maar de familietrekjes die ze in Adriana terugziet, kunnen haar echt ontroeren.

Stefanie vindt het heel mooi om te zien dat haar oudste kinderen steeds meer op haar zijn gaan lijken, zonder dat ze een bloedband hebben. Maar de familietrekjes die ze in Adriana terugziet, kunnen haar echt ontroeren.

Woeste krullen rond haar vrolijke gezicht. Nog woester wanneer zij haar wenkbrauwen fronst. Adriana lijkt op mij. Dirk merkte het al op. Ik zie het nu ook. Soms is het duidelijk, dan zijn het slechts trekjes. Niet eens alleen van mij, maar ook van mijn vader en moeder. Vlak na Adriana’s geboorte zag ik dat niet. Zij was zo lang en verfijnd dat ze qua postuur op Dirk leek. Toen haar aanvankelijk kale hoofdje krullen kreeg, wist ik dat die van mij kwamen, maar nu zie ik ook overeenkomsten in gelaatstrekken.

‘Zij lijkt echt op jou', zei eens iemand over Christianne tegen mij. Ik legde braaf uit dat Christianne mijn aangenomen dochter is. Jammer, degene die het opgemerkt had, stond met een mond vol tanden en ik had een mooi compliment in de wind geslagen. De opmerking was wellicht waar. Op den duur ga je op elkaar lijken, net als een hond op zijn baas. Nico vond het vroeger fijn als hij en ik dezelfde smaak hadden. ‘Zie je wel, dat we op elkaar lijken!’ zei hij dan.

Adriana is adorabel. Zij is de verfijnde versie van mij. Die fijne vormen heeft zij van haar kunstzinnige vader. Misschien is het narcisme, zelfverering, dat ik haar prachtig vind, maar dat is het niet alleen. Het stelt mij gerust dat er ook een deel van mijn overleden ouders in haar voortleeft. Zij hebben haar op aarde niet meer meegemaakt. Mijn lieve moeder overleed kort nadat ik bij Dirk en de oudste kinderen kwam. Mijn vader leefde daarna nog tien jaar. Ik zie hem nog staan. Een beetje voorover gebogen met zijn handen op zijn rug, kijkend naar de kleine Nico die een bouwwerk van blokken maakte. Blokken waar mijn zussen en ik vroeger mee speelden. ‘Hij hoort er toch wel bij,’ zei mijn vader met een ingetogen glimlachje. Dat was een grootse uitspraak voor de introverte man. De herinnering aan mijn vader leeft ook voort in mijn oudste kinderen en door hen is hij toch nog opa geworden. Mijn zussen hebben geen kinderen. Adriana is het enige biologische kleinkind. Ik zie mijn vaders trekjes om haar mond en de krullen van mijn moeder dansen rond haar hoofdje.

Bijzonder dat er zonder bloedband toch nauw verwantschap is ontstaan tussen mijn oudste kinderen en mij. Maar als ik familietrekjes die ik zelf heb, terug zie in mijn biologische dochtertje, dan ben ik geroerd.


Meer van Vriendin