Placeholder

Fleur verloor de helft van haar tweeling: ‘Ik ben en zal altijd een tweelingmama blijven’

Fleur (39) kon haar geluk niet op toen ze hoorde dat ze zwanger was van een tweeling. Maar er waren direct ook al zorgen om het kleinste kindje. “Samuel was zeven maanden toen hij overleed. Maar ik ben en zal altijd een tweelingmama blijven.”

Fleur (39) kon haar geluk niet op toen ze hoorde dat ze zwanger was van een tweeling. Maar er waren direct ook al zorgen om het kleinste kindje. “Samuel was zeven maanden toen hij overleed. Maar ik ben en zal altijd een tweelingmama blijven.”

“Het was 16 april 2018 en ik had, zoals elke dag sinds de tweeling was geboren, al in alle vroegte met het ziekenhuis gebeld om te vragen hoe het met Samuel ging. Na zeven maanden kende iedereen mij daar. Ik hoefde alleen mijn voornaam te noemen. Samuel had goed geslapen. Ik hoorde hem wel op de achtergrond huilen, maar hij werd gewassen en dat vond hij niet zo leuk. Ik zei dat ik er zo aankwam en hing op. Mijn zus Clair zou Samuel die ochtend ook al bezoeken, dus ik kon het wat rustiger aan doen. Ik speelde wat met Joshua en we maakten een paar gekke selfies samen.

Om half tien werd ik gebeld door een anoniem nummer. Uit ervaring wist ik inmiddels dat dit geen goed teken was. De woorden die ik hoorde toen ik opnam, staan in mijn hart gegraveerd: ‘Samuel heeft een hartstilstand gehad, we zijn hem aan het reanimeren. Je moet nú komen.’ Ik heb gegild en heb mijn vriendin gebeld om mij naar het VU Ziekenhuis te rijden. Dit keer kon ik dat echt niet zelf. Joshua droeg ik over aan mijn buurvrouw. Ik was volledig in paniek. Het contrast was zo groot; ik had met mijn ene kind de grootste lol, terwijl mijn andere kind lag dood te gaan.”

Dubbele felicitaties

“Mijn biologische klok begon rond mijn 36ste te tikken. Ik had een paar lange relaties gehad, maar Mr. Right zat er niet tussen en ik was net weer een jaar vrijgezel. Met een wijntje op hadden mijn beste vriend Dominic en ik weleens tegen elkaar gezegd dat als het niet zou lukken, hij mijn donor zou worden. Toch overviel het hem behoorlijk toen ik hem het plan serieus voorstelde. Dominic had een vriend en op dat moment nog geen kinderwens. Een jaar hebben we er toen niet meer over gesproken, alsof het idee bij ons allebei even moest landen. Toen ik het in oktober 2016 opnieuw voorstelde, was het zo beklonken; we wilden er echt voor gaan. En Dominic en zijn vriend zouden één keer per week op het kind passen.

Ik was vanaf het begin heel dedicated; ik stopte met roken en ging heel gezond leven. Ik had een missie! De eerste poging was meteen raak. Samen met mijn zus deed ik de zwangerschapstest, en we hebben staan gillen en springen toen we overduidelijk twee strepen zagen.

De eerste echo liet één vruchtje zien. Maar de tweede echo, waar niet alleen mijn zus, maar ook mijn ouders, Dominic en zijn vriend Fred bij waren, gaf een ander beeld. ‘We mogen je dubbel feliciteren’, zei de echoscopiste. ‘Het is een tweeling, maar ik weet niet of dit goed gaat…’ Het waren twee boodschappen in één; ik was zwanger van een tweeling, maar de kans op een miskraam was groot. Het ene kindje had namelijk een enorme groeiachterstand, toen al. De stemming sloeg razendsnel om van euforisch in zorgelijk.”

‘Ik was euforisch met mijn twee jongens, maar het viel me zwaar dat ik Samuel in het ziekenhuis moest achterlaten’

Premature tweeling

“Vanaf dat moment werd ik streng gemonitord, soms wel meerdere keren per week. Het kleinste kindje, Samuel, groeide goed. Hij bleef achter bij zijn broer, maar volgde wel zijn eigen lijn. In lengte zat er zo’n twee weken verschil tussen de baby’s.

Ik zat, ondanks de zorgen, op een roze wolk en heel goed in mijn vel. Ik was zwanger van een tweeling; ik kon mijn geluk niet op! Mijn hele leven was ’tweeling’; ik las er alles over en sloot me aan bij een forum voor tweelingmama’s. Het was een droom die uitkwam. Maar ondertussen hielden de zorgen aan. Samuel bleek een gaatje in zijn hart te hebben en er werd aan het syndroom van Down gedacht. Ik kreeg een vruchtwaterpunctie; maar alles was goed. Met 29 weken, een week nadat mijn verlof was ingegaan, werd ik opgenomen. De bloedtoevoer in de navelstreng van Samuel bleek niet in orde. De gynaecoloog zei dat ik er rekening mee moest houden dat ik binnen enkele dagen zou bevallen.

Uiteindelijk heb ik vijf weken in het ziekenhuis gelegen. Ik werd in die tijd klaargestoomd als moeder van een premature tweeling. Je wordt geleefd; twee keer per dag lag ik een paar uur aan een CTG. Met 33 weken werd de knoop doorgehakt: Samuel groeide niet meer, hij was beter af buiten de buik. De nacht voor de geplande keizersnede braken mijn vliezen spontaan. Ik kon niet in het VU Ziekenhuis bevallen, daar was geen plaats voor twee kindjes. Met spoed werd ik overgebracht naar Alkmaar, waar om 07.23 uur Joshua (2610 gram) en om 07.25 uur Samuel (1340 gram) werd geboren. Artsen waren er verbaasd over hoe goed Samuel het deed, al moest hij wel meteen de couveuse in.”

Feest in het ziekenhuis

“Ik was euforisch met mijn twee jongens, maar het viel me heel zwaar dat ik na twee weken met Joshua naar huis mocht en Samuel in het ziekenhuis moest achterlaten. Het klopte niet. Mijn moeder kwam bij me wonen, zodat ik overdag bij Samuel kon zijn. Ik had geen kraamtijd en ook geen beschuit met muisjes. Mijn wereldje was heel klein; de dagen bestonden uit Samuel en Joshua. Ik zag amper iemand, dat wilde ik ook niet. Maar ik heb me best heel eenzaam gevoeld.

Samuel had ups en downs. Zijn hartafwijking leek mee te vallen. Maar toen hij verkouden werd, kreeg hij zuurstofondersteuning, waar hij niet meer vanaf kwam. Zijn longen bleken een stuk slechter dan in eerste instantie gedacht. Hij onderging tal van onderzoeken. Wat hij had, werd niet direct duidelijk. Zijn longweefsel was beschadigd en heel prematuur. Toch zou hij daar overheen kunnen groeien. Ik heb altijd hoop gehad. En de artsen ook. Het was mijn grootste droom dat ik hem mee naar huis zou mogen nemen. De eerste keer dat ik met Samuel en zuurstoftank in de kinderwagen een rondje over de afdeling liep, voelde ik mij de gelukkigste moeder op aarde. En de keren dat ik Joshua mee kon nemen en de jongens naast elkaar in bed legde, kon ik even voelen hoe het echt is om een tweeling te hebben. Ik genoot ervan te zien hoe ze op elkaar reageerden. Ze pakten elkaars handje vast en keken elkaar aan.

Alle belangrijke dagen vierden we samen met de familie in het ziekenhuis: Sinterklaas, Kerst, Oud en Nieuw. En steeds weer hoopte ik dat ik de volgende feestdag thuis zou vieren. Met Joshua én Samuel.”

‘Voorzichtig durfde ik weer aan thuiskomen te denken’

Intensive care

“Op 5 maart, Samuel lag toen al een half jaar in het ziekenhuis, werd ik rond 07.00 uur door de arts gebeld. Samuel had een epileptische aanval gehad en er was voeding in zijn longen gekomen. De situatie was levensbedreigend. Toen ik in het ziekenhuis kwam, stonden er wel twaalf witte jassen in Samuels kamertje. Er volgden twee heel heftige weken op de intensive care. En toen ging het langzaam aan weer beter. Voorzichtig durfde ik weer aan thuiskomen te denken.

Maar toen kwam op 16 april dat bewuste telefoontje. Samuel had een hartstilstand gehad. ‘Leeft ie nog?’ gilde ik toen ik in het ziekenhuis aankwam en mijn zus zag staan. Clair bevestigde dat. Samuel was met succes gereanimeerd en lag opnieuw op de IC. Uit onderzoeken bleek dat zijn longbeeld enorm was verslechterd. Ik was medisch gezien in die zeven maanden van alles op de hoogte. Ik zat bij alle overleggen en wist precies wat er speelde, dacht mee met het behandelplan en voelde precies aan wat Samuel nodig had. Ik vocht als een leeuwin voor mijn kind, met maar één missie: Samuel mee naar huis nemen. Die hoop heb ik altijd gehouden, tot Samuels hartstilstand. Het longbeeld was progressief. Samuel zou niet meer beter worden.

Op 21 april werd ik opnieuw heel vroeg gebeld. Het ging niet goed; Samuel had koorts. Ik zag, toen ik bij hem kwam, met één blik op de monitor dat het mis was. Zijn hartslag was 220. Zo hoog was die nog nooit geweest. Er werd een familiekamer voor ons ingericht en de intensivist vroeg of Joshua kon komen. Dit zou weleens het laatste moment kunnen zijn dat de jongens elkaar zouden zien, zei ze.”

Eindelijk naar huis

“Ik had toevallig die dag een fotoshoot gepland staan, die ik afzegde. De fotograaf voelde aan dat ik hier spijt van zou krijgen. Ze kwam toch, waar ik haar achteraf zo dankbaar voor ben. De foto’s die ze toen gemaakt heeft, zijn me alles waard.

Ik heb de hele dag met Samuel in mijn armen op bed gezeten. Zijn oortje had ik op mijn hart gelegd. Ik heb hem gewiegd en ik heb voor hem gezongen: ‘Ga maar lekker slapen, doe je oogjes dicht…’ Mijn zus en beste vriendin stonden rechts naast me, Dominic en Fred links. Er werd niet gesproken, de monitor was uitgezet en de kamer was donker gemaakt. Ik was in trance, alsof ik helemaal alleen met Samuel was. Ik heb hem zo veel kusjes gegeven. Ik heb alle liefde die ik had, in hem gestopt. En ineens ademde hij niet meer.

‘Tijdstip overlijden: 16.46 uur’, hoorde ik de arts zeggen. Toen brak ik. Ik kon niet meer stoppen met huilen.

Die avond ben ik met Samuel in mijn armen, in een rolstoel, het ziekenhuis uitgereden. Eindelijk mocht hij mee naar huis. Mijn vader reed ons. Het moment waar ik zo lang naar had uitgekeken was eindelijk daar. Alleen Samuel leefde niet meer.”

‘We lieten 209 lichtblauwe ballonnen op, één voor elke dag die hij geleefd heeft’

Bijzonder kind

“Ik had een nieuwe missie; Samuels afscheid moest perfect worden. Dat was het laatste wat ik voor hem kon doen. Ik had een dresscode bedacht: wit met lichtblauw. Samuel lag in een wit kistje en werd vervoerd in een witte Fiat 500-stretch. We lieten 209 lichtblauwe ballonnen op, één voor elke dag die hij geleefd heeft. Er was live muziek, het was het mooiste afscheid ever. Zoals Simba in The Lion King aan de andere dieren getoond werd, hield ik mijn Samuel figuurlijk hoog boven de rots. Ik was zo trots op hem en wilde dat iedereen laten weten.

Samuel was een bijzonder kind. Als hij je aankeek, keek hij je echt aan. Hij had een heel doordringende blik. Hij was heel vrolijk. Ik heb van hem geleerd dat je altijd moet blijven lachen, ook als het tegenzit. Samuel heeft niet opgegeven, hij is mijn strijder. Zijn karakter motiveert me door te gaan voor Joshua. En Joshua trekt mij er doorheen. Hij laat mij elke dag lachen, is mijn redding. Ik geniet enorm van hem, maar het is altijd dubbel. Als ik Joshua zie, weet ik dat er twee kindjes hadden moeten zijn. Tegelijkertijd weet ik door Joshua precies hoe Samuel er nu uit zou hebben gezien. Dat vind ik heel fijn.

Ik ben en blijf een tweelingmama. Een onzichtbare tweelingmama. Daar word ik voortdurend mee geconfronteerd, bijvoorbeeld als ik met Joshua wandel en een andere tweelingmoeder met een dubbele kinderwagen tegenkom. Ik zie haar twee kindjes, zij ziet er bij mij maar één. Op zulke momenten overvalt het verdriet me. En soms zoek ik het ook gewoon even op, door bewust naar foto’s en filmpjes van Samuel te kijken. Elke dag begroeten Joshua en ik Samuel bij de foto op zijn plankje in de kast. ‘We houden van je, we missen je’, zeg ik. Joshua zwaait dan heel enthousiast naar zijn broertje. Joshua is net één geworden. We vierden zijn eerste verjaardag en de geboortedag van Joshua & Samuel. Ik vind het zo belangrijk dat Samuel wordt genoemd. Dat hij niet wordt vergeten. Geluk en verdriet kunnen samengaan, dat weet ik nu. Ik ben de aller-gelukkigste, maar ook de aller-verdrietigste moeder ter wereld.”