Gerry’s reis werd een horrorvakantie: ‘Op de bank zat haar vader met een pistool’
7 oktober 2024
De reis van Gerry (62) en haar gezin naar Amerika had een bekroning van haar huwelijksfeest moeten worden. Maar het werd een horrorvakantie. “Lopend met kinderen en koffers zijn we weggaan, in het donker.”
“Mijn man Hans en ik waren twaalfeneenhalf jaar getrouwd, het was 1994. We hadden ons voorgenomen om dat te vieren met een reis naar Florida. We hadden er flink voor gespaard, zo’n vakantie met twee kinderen van negen en elf jaar was ook toen al behoorlijk duur. We hadden nog nooit eerder gevlogen, het zou in ieder opzicht een avontuur worden en ik zou ook eindelijk mijn penvriendin in het echt ontmoeten. We hadden er ongelooflijk veel zin in.
Ik kende Angie via een organisatie voor penvriendinnen. We matchten. Zij kwam uit Wisconsin, ik uit Nederland. Ik wilde mijn Engels verbeteren en ik vond het leuk om te corresponderen met iemand aan de andere kant van de wereld. Zo eens in de maand stuurden we elkaar een lange brief. Daarin schreef ik hoe het met mij ging, wat mijn kinderen allemaal gedaan hadden op school en ik vertelde wat ik met mijn zussen had beleefd. Angie woonde op een boerderij. Mijn vader was hobbyboer; dat gaf al een belangrijk raakvlak. Verder waren onze levens totaal verschillend. Angie had geen kinderen en ze was vrijgezel. Ze woonde nog bij haar ouders. Voor mijn gevoel had ik in haar een echte vriendin gevonden. We stuurden elkaar regelmatig foto’s toe. Let wel; dit is dus allemaal uit de tijd voor de mobiele telefoon en het internet. Alles was zo anders toen.”
Een plek voor jezelf
“We hadden het zo gepland dat we eerst ruim twee weken door Florida zouden reizen en dan nog drie weken naar Angie in Wisconson zouden gaan. We hadden onze plannen al een jaar daarvoor met elkaar besproken. Jullie kunnen in oma’s deel verblijven, dan hebben jullie echt een plek voor jezelf, schreef ze. Haar oma was overleden en blijkbaar stond haar oude woning leeg. Ze kwam op mij heel gastvrij over. Het leek mij ook een goed plan om niet zo op elkaars lip te zitten, ik was blij met haar aanbod. We zouden samen met Angie allemaal leuke plekken in haar omgeving bezoeken.
We genoten van onze tijd in Florida. We zagen alle highlights; van Cape Canaveral en Key West tot Disney. Daarna vlogen we via Chicago naar Madison, Wisconsin. Op de luchthaven zag ik Angie voor het eerst. Ze zag er precies zo uit als op de foto. We begroeten elkaar hartelijk en ze nam ons mee naar de parkeergarage, waar we langs de mooiste grote glimmende Amerikaanse auto’s liepen. Angie stopte bij een oude pick-uptruck waar wat balen hooi in lagen. Oh mijn hemel, dacht ik toen al. Een auto hoeft van mij echt niet te blinken, maar dit was wel het andere uiterste. Ook in de auto lag hooi. Alles was oud, vies en gescheurd. De auto kraakte en piepte en de remmen deden het niet goed. Ik hield mijn hart vast, net als mijn man. Na veertig minuten stopten we bij haar zus om even wat te drinken. Het huis van haar zus was heel vuil. Overal zag ik spinnenwebben. De meubels waren compleet doorgezakt. Haveloos was nog wel de beste beschrijving. Bij ons thuis was ook zeker niet alles fonkelnieuw, maar wel netjes. Hans en ik keken elkaar aan en de kinderen waren sprakeloos. Het was duidelijk dat niemand van ons happy was. We hoopten stilletjes dat het er bij Angie beter uit zou zien.”
Onze ogen uit
“We stapten weer in de gammele pick-up en reden nog een half uur door naar Angies ouders. Bij aankomst zagen we haar broers met bier in hun handen tegen een al net zo gammele pick-up aan hangen. Op het gazon zat een neefje met een luchtbuks in het wilde weg te schieten. We keken onze ogen uit. We werden amper door Angies familieleden begroet. Ze nam ons meteen mee naar oma’s huis voor een rondleiding. We wisten niet wat we zagen. De deuren sloten niet, overal hingen spinnenwebben. In de slaapkamer zou een kingsize-bed staan, maar er stond een kleine twijfelaar. De kledingkast stond helemaal vol lege eierdozen. In de tweede slaapkamer stond één bed. Het andere bed stond nog op zolder. De keuken was een zooitje. Overal lag stof, geen kastje hing recht. We zetten onze spullen neer en Angie nam ons mee naar het huis van haar ouders, we mocht mee-eten. Er werd een groot tafelzeil op tafel gelegd en daar werd zout op gestrooid. Iedereen rolde de maiskolven door het zout; het mais vloog in het rond. De kinderen kregen geen hap door hun keel. Ze hadden een plakkerig glas limonade gekregen. ‘Heb je misschien wat brood voor ons?’ vroeg ik Angie. Ik had hagelslag in mijn koffer zitten, dan zouden we dat in het huis van oma wel eten. Ik heb me nog nooit zo ongemakkelijk gevoeld.
Als bedankje had ik onder meer een paar klompen voor Angies vader meegenomen. Hij reageerde er lauwtjes op toen ik ze gaf. Hij zat op de bank met naast zich een pistool. In niets voelden we ons welkom.
‘Gerry, dit kan zo echt niet’, zei Hans toen we weer in het huis van oma waren. Met pijn en moeite aten we iets van het brood dat we hadden meegekregen. Eerder die dag hadden we heel toevallig telefonisch contact gehad met een medewerker van ons reisbureau. Er was iets niet in orde met onze terugvlucht; de aansluiting klopte niet. Er zou een andere vlucht geboekt worden en we zouden nog contact hebben met elkaar. ‘Ik ga die man nu bellen’, zei ik. ‘Ik ga vragen of hij ons hier zo snel mogelijk weg kan krijgen.’”
Ze hebben heimwee
“Ik belde, zonder dat Angie dat wist, onze reisadviseur met de huistelefoon van oma en ik vertelde hem maar dat de kinderen heimwee hadden. Ik wist ook niet wat ik hem anders moest zeggen. Hij ging voor ons aan de slag, beloofde hij. Niet veel later was het al geregeld. We konden de volgende dag om één uur ’s middags terug naar Miami vliegen. Angie wist nog van niets. We moesten eerst maar eens een paar uur slaap pakken, besloot ik. Onze zoon kroop bij Hans in bed en ik ben bij onze dochter gaan slapen. De kinderen waren hartstikke bang. We hielden een trainingsbroek aan en trokken onze sokken eroverheen; er liepen namelijk ook nog eens muizen in het huis. We deden amper een oog dicht.
In de vroege ochtend probeerde ik een taxi te bellen, maar ik kreeg niemand te pakken. Toen raakte ik wel wat in paniek. Angie was de koeien al aan het melken. Ik vertelde haar dat de kinderen heimwee hadden en dat we terug zouden vliegen. Ze werd woest. ‘Voelen jullie je soms beter dan ons?’ schreeuwde ze. ‘Zijn we te min?’ Ik wist niet wat ik moest zeggen. ‘Je ziet maar hoe je hier wegkomt, ik help je niet’, tierde ze verder. Ik was als de dood dat haar familie erbij kwam. We waren echt van de hemel in de hel beland. Ik probeerde zo rustig mogelijk te blijven, maar ik zag wel in dat we echt een probleem hadden. Hoe kwamen we op de luchthaven? Angie woonde behoorlijk afgelegen. We zijn gaan lopen, met kinderen en koffers. Het was nog donker. In de verte zagen we bij een boerderij licht branden. Daar zijn we heen gegaan.”
Dat is me een familie
“We liepen een stal in en troffen daar een man van een jaar of 35. ‘Ga maar naar binnen’, wees hij op de boerderij. Zijn moeder deed open in een ochtendjas. We vertelden haar wat ons was overkomen. ‘Hoe ben je in hemelsnaam bij haar terechtgekomen dan?’, vroeg de vrouw zich verwonderd af. ‘Dat is me toch een familie…’, vervolgde ze. In het huis van de vrouw zagen we ook wapens, maar wel achter slot en grendel, in een kast. Alles zag er binnen heel netjes uit. ‘Ik breng jullie naar het vliegveld’, zei ze vastbesloten. We bedankten haar vanuit de grond van ons hart en boden aan de benzine te betalen. Dat wilde ze niet. ‘Als er ooit iemand bij jullie in nood aanklopt, hoop ik dat jullie die mensen ook helpen’, zei ze. Dat zouden we zeker doen.
Eenmaal op het vliegveld bleven we angstig om ons heen kijken. Vooral de kinderen waren bang dat Angie ineens tevoorschijn zou komen. Ze was ook zo boos geweest. Het had flinke indruk op ze gemaakt. Pas toen de vliegtuigdeuren dichtgingen en we opstegen, kwam de ontlading. We hebben elkaar vastgehouden en even gehuild.
In Miami werden we opgevangen door de man van het reisbureau. We vertelden hem toen pas was er was gebeurd, wat de werkelijke reden was van ons overhaaste vertrek uit Wisconson. Hij wist niet wat hij hoorde.
Hij had een fijn familiehotel voor ons geregeld, omdat er nog geen vlucht naar Nederland was geboekt. We hadden nog een kleine drie weken vakantie, maar we wilden naar huis. Uiteindelijk konden we een kleine week later vertrekken. Het fijne verblijf in dat familiehotel heeft veel goed gemaakt. Het geld dat we uitspaarden doordat we korter in Amerika bleven, hebben we tijdens een flinke shopsessie uitgegeven.
In Nederland was iedereen in shock van ons verhaal. We troffen kort na thuiskomst een brief van Angie op de mat aan. Ze herhaalde daarin alles wat ze ons die vroege ochtend ook al toe had geschreeuwd, de brief stond vol verwijten. Ik heb haar netjes teruggeschreven dat wij ons absoluut niet beter voelden dan haar en haar familie en dat we ook echt geen luxe hadden verwacht. Maar iets schoner en iets gastvrijer had fijn geweest. Ik heb nooit meer iets van mijn penvriendin gehoord.
Later heb ik haar nog wel eens op social media proberen op te zoeken, maar ik kan haar nergens vinden. Ik ben stiekem toch wel benieuwd wat er van haar terecht is gekomen. Een soort Amerikaanse familie Flodder, dat was het.”
Tekst: Hester Zitvast. Om privacyredenen zijn alle namen veranderd, De echte namen zijn bekend bij de redactie.
Foto: Getty Images
Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.