Gudrun strijdt tegen het onhaalbare schoonheidsideaal
5 augustus 2024
Psycholoog Gudrun (32) kampte jarenlang met eetstoornissen. In haar boek Genoeg rekent ze af met het nog steeds heersende, maar onhaalbare schoonheidsideaal. “Ik dacht: als ik dun genoeg ben, ben ik perfect en dus gelukkig.”
Volle billen, ronde borsten, een smalle taille en lange wimpers. Anno 2024 is dat nog steeds het heersende en vrijwel onhaalbare schoonheidsideaal. Gelukkig zijn er, hier en daar, tegengeluiden te horen – ‘je mag zijn wie je bent’ – maar wat psycholoog Gudrun betreft zijn die nog lang niet luid genoeg. Nog steeds en ook nog veel te vaak komt ze in haar eigen praktijk vrouwen tegen die zichzelf waardeloos voelen en nooit goed genoeg. Simpelweg omdat ze naar eigen zeggen niet voldoen aan het schoonheidsideaal. “De één hongert zich uit, een ander slikt dieetpillen, een derde geeft duizenden euro’s uit aan fillers, botox of andere cosmetische ingrepen. Alles met het idee iets positiefs te doen voor hun negatieve zelfbeeld. Terwijl de oplossing voor een negatief zelfbeeld veel dieper zit. Dat kun je niet even met een spuitje botox verhelpen. Geluk heeft niets te maken met je kledingmaat”, zegt Gudrun, die zelf jarenlang worstelde met eetstoornissen. “Ik dacht: als ik dun genoeg ben, ben ik perfect en dus gelukkig.”
De eetproblemen begonnen bij Gudrun rond haar tiende. “Mijn moeder noemde me als kind altijd een kleine bulldozer. Ik was vrolijk, enthousiast, nergens bang voor en kon de hele wereld aan. Dat veranderde na de scheiding van mijn ouders. Mijn vader was degene die vertrok en al snel een nieuw gezin stichtte. Ik weet nog dat ik me altijd te veel voelde als ik bij hem logeerde. Een last. Ik hoorde niet echt bij zijn nieuwe gezin. Als we bezoek kregen, stelde mijn vader ons als volgt voor: ‘Dit zijn mijn vrouw en kinderen. En dit is Gudrun.’ Bij zijn kinderen hoorde ik kennelijk niet. En dat had op de een of andere manier invloed op mij. Ik begon me terug te trekken. Werd een stil, verlegen en onzeker kind. Alsof ik mezelf uitgumde.”
Positief zelfbeeld
“Ik herinner me nog heel goed dat ik op de lagere school voor het eerst bezig was met hoe ik eruitzag. Ik had mezelf in mijn hoofd geprent dat ik het minste moest wegen van alle meisjes in de klas. Ik was al een van de dunste grietjes, dus dat was niet heel moeilijk. Voor mij was dit in elk geval iets, waar ik de beste in kon zijn. In die tijd keek ik naar America’s Next Topmodel waar mensen met maat 36 plussize modellen werden genoemd. Zo extreem is het nu gelukkig niet meer. AI zag ik er destijds totaal geen kwaad in. Ik dacht: als ik eruitzie als Kate Moss, dan doe ik het goed. Dat beeld werd nog eens versterkt door de middagreclames van Tel Sell waar ik overdag stiekem naar keek. Daar prijsden marketeers vermageringspillen aan. Dat deden ze door eerst een depressieve, wat dikkere vrouw te laten zien, die na het volgen van het dieet ineens veranderde in een stralende, slanke dame. Weer kreeg ik diezelfde boodschap voorgeschoteld: als je dun bent, ben je gelukkig.
Toen ik in de puberteit kwam, moest ik echt mijn best doen om mijn size zero te houden. Ik sportte heel veel en daarnaast hongerde ik mezelf uit. Ik at letterlijk niks. Zoals gezegd, zag ik het gevaar niet. Tot klasgenoten aan de bel trokken omdat ze me nooit zagen eten. Voor mijn moeder die zich al langere tijd zorgen maakte, was dit de bevestiging en een extra signaal om hulp te zoeken voor mij. Ze stuurde me naar een therapeut. Destijds waren alle therapieën er in eerste instantie op gericht om mij weer op een gezond gewicht te krijgen. Ik mocht pas weer sporten en eventueel op kamers als ik normaal at en de weegschaal een gezond gewicht aangaf. Voor mij was dat toen de enige reden om toe te geven en tóch wat te eten. Ogenschijnlijk leek het beter met me te gaan. Ik belandde inderdaad weer op een gezond gewicht. Al was er in mijn hoofd natuurlijk nog niets veranderd. Het probleem was niet aangepakt. Ik was nog steeds ongelukkig en dacht nog altijd: als ik slank ben, dan wordt alles beter. Dat is immers wat ik overal om me heen zag. Gelukkige, slanke mensen. In magazines, boeken, films en op televisie.”
Als Gudrun met de ogen van de deskundige kijkt naar haar eetstoornis, heeft ze er wel een verklaring voor. “Een positief zelfbeeld ontwikkel je al in je vroegste jeugd. Baby’s, peuters, kleuters, je kunt ze als ouders niet voldoende vastpakken, knuffelen, warmte, liefde en aandacht geven. Dat is heel belangrijk voor een kind, het zorgt voor zelfvertrouwen, een welbevinden én een positief zelfbeeld. Ik had natuurlijk die afwezige ouder die me niet het gevoel gaf dat ik erbij hoorde. Zo zijn er allerlei situaties te bedenken waarin kinderen – soms onbewust of onbedoeld – niet voldoende aandacht en liefde krijgen, terwijl ze dat wel nodig hebben. Een ouder kan ziek zijn of te veel opgaan in zijn of haar werk. Wat de reden ook is, een kind kan een tekort aan betrokkenheid interpreteren als: ik ben niet goed genoeg. En in sommige gevallen zelfs een negatief zelfbeeld ontwikkelen. Helaas is diezelfde groep kinderen ook nog eens extra gevoelig voor heersende schoonheidsidealen. Daarom is het zo gevaarlijk als het om onhaalbare idealen gaat.”
Mentaal gebroken
Nadat de ziekte bij Gudrun voor de eerste keer werd aangepakt, worstelde ze er nog jaren mee. “24/7 was ik bezig met eten. Bij elke hap die ik nam, telde ik de calorieën in mijn hoofd. Ik at op gezette tijden. Als daar iets in veranderde, was er paniek. Ik at eigenlijk nooit zonder angst. Wat ik in mijn mond stak, was voor mij een samenraapsel van getallen. Calorieën, grammen, vetpercentages…
Ik was op een gegeven moment nog een schim van mezelf. Schaamde me, durfde nauwelijks nog naar buiten, praatte niet met andere mensen en had weinig vrienden. Ik studeerde geneeskunde. Iets wat ik vooral deed omdat veel familieleden dit ook hadden gedaan. Niet omdat ik het zo leuk vond of graag wilde. Niet gek dus dat ik continu op mijn tenen liep. Tijdens examenperiodes was er nog meer stress. Studeren ging nauwelijks omdat er in mijn hoofd alleen maar ruimte was voor mijn strenge eetregels. Ik was al een twintiger toen het escaleerde en ik mentaal brak.
Ik voelde me zo slecht en dacht: als ik me de rest van mijn leven zo voel, dan vind ik het leven maar niks. Gelukkig zat ik toen net weer in therapie, zodat ik direct met iemand kon praten. Het was de eerste keer dat ik daar zelf echt voor openstond. En dus de ideale gelegenheid om samen met mijn therapeut dieper in te gaan op mijn gevoelsleven. Ik kwam erachter dat ik me altijd aan iedereen om me heen aanpaste. Als een kameleon. Ik had geen idee meer wie ik zelf was. Wat ik leuk vond. In feite had ik geen persoonlijkheid. Gudrun bestond niet.”
Weerbaarder
“Het was een behoorlijke zoektocht om erachter te komen wat me gelukkig maakt. Ik leerde mijn mond open te trekken, grenzen te stellen, nee te zeggen. Ik leerde dat je niet allemans vriend kunt zijn. Dat je vooral mensen moet zoeken die bij je passen. Ik leerde vallen en weer opstaan. Ik werd weerbaarder. En heel langzaam vond ik mezelf ook terug. En nu ben ik op een punt dat ik vind dat ik iets met mijn verhaal moet doen. Ik wil andere vrouwen helpen. Vrouwen die ook last hebben of obsessief bezig zijn met voldoen aan dat schoonheidsideaal. Ik wil ze vertellen dat het zonde is van je tijd en energie. Onnodig ook en jammer. Ik heb veel vriendinnen die onzeker zijn. Een van hen staat uren voor de spiegel als we een avondje uitgaan. Iets wat leuk zou moeten zijn, bezorgt haar veel stress. Terwijl ze echt prachtig is. Ook als we ergens zijn, is ze zich constant bewust van hoe ze eruitziet, hoe ze zich gedraagt. Ik vind dat oprecht verdrietig, want ik zie dat ze totaal niet meer zichzelf is. In haar herken ik veel van mezelf, van hoe ik was toen het niet goed met me ging. Daarom zeg ik haar vaak dat het me helemaal niks uitmaakt hoe ze eruitziet. Ik accepteer haar ook met vet haar, in een joggingbroek of in een trui vol vlekken. Begrijp me niet verkeerd, er is niks mis met er mooi willen uitzien. Maar als het obsessief wordt, als je gevoel van eigenwaarde ervan afhangt, wordt het wel een probleem. En moet je er iets aan doen.”
Buitenkant versus binnenkant
“Terugkijkend ben ik ruim tien jaar van mijn leven kwijt omdat ik met niets anders bezig was dan mijn buitenkant. Jaren die ik nooit meer terugkrijg. Mijn belangrijkste boodschap is dat mijn probleem zich niet liet fixen aan de buitenkant. Ik moest aan de slag met mijn binnenkant. Dat is wat ik ook andere vrouwen wil meegeven. Je uiterlijk is maar een klein stukje van je identiteit. Het mag nooit alles zijn. Laat je gevoel van eigenwaarde er in elk geval niet van afhangen. Focus je in plaats daarvan meer op dingen als zorgzaamheid, vriendschappen, de passie voor je werk. Die elementen zeggen veel meer over je eigenwaarde.”
Gudrun vindt dat we als maatschappij meer moeten praten over het heersende schoonheidsideaal. “Het is fijn dat er best veel kledingmerken al gebruik maken van een grote diversiteit aan modellen om hun mode aan te prijzen. Zodat ook de wat vollere vrouw, degene met een handicap, iemand van kleur of de oudere vrouw zich kan identificeren. Ook op andere terreinen zien we diversiteit. Zo introduceerde Disney de vollere prinses Moana en ook prinsessen van kleur. Toch is het als je het mij vraagt nog altijd niet genoeg. Tijdens de laatste Paris Fashion Week was slechts drie procent van alle modellen plussize. En nog altijd gaat 99 procent van alle filmrollen naar knappe, slanke mannen en vrouwen. Zwaardere acteurs en actrices worden helaas nog steeds vooral gecast voor de wat grappigere karakters. Dus er wordt wel wat gedaan, maar te weinig.”
Hard werken
Een ander ding waar Gudrun zich zorgen over maakt, is Tiktok. Op Tiktok-video’s zit standaard een beautyfilter. Je gezicht wordt dus automatisch gefilterd. Er zitten veel jonge meisjes op dat medium, dus deze ontwikkeling is gevaarlijk, vindt Gudrun. De jeugd ziet niet meer het verschil tussen wat echt is en wat nep. Daarom pleit ze voor een verplichting te melden dat dit gebeurt. “Gelukkig is er ook tegenovergestelde tendens gaande. Eentje waarbij steeds meer mensen op sociale media écht proberen te zijn. Die tegenbeweging is jammer genoeg nog altijd een stuk kleiner dan de beweging die het stereotiepe ideaalbeeld blijft promoten. Negentig procent van alle accounts laat nog niet de realiteit zien. Daar moeten we dus alert op blijven.
Ik geef mijn cliënten altijd mee: creëer een veilige omgeving voor jezelf, zowel online als offline. Online is dat makkelijk. Volg alleen accounts die je inspireren. Accounts die je slecht over jezelf doen voelen, meteen ontvolgen. Offline betekent het dat je je grenzen moet stellen. Als vrienden of familieleden je naar beneden trekken, neem dan afstand. Tot slot helpt het als je de gedachte dat je perfect moet zijn, loslaat. Dat proces is niet iets wat lukt van vandaag op morgen. Het is ook geen kwestie van de quote I love my body op je telefoon plakken. Er is ook geen pilletje voor. Nee, het is hard werken. Elke dag opnieuw. Maar als het lukt en je vindt jezelf goed genoeg, precies zoals je bent, dan ben je sterker dan ooit.”
Tekst: Jolanda Hofland
Foto: Ruud Hoornstra
Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.