Vrouw (14)

Gyselle: ‘Een vluchteling in huis nemen heb ik onderschat’

Gyselle (49) en haar man Henk (53) bedachten zich geen seconde toen de oorlog in Oekraïne uitbrak, en meldden zich aan als opvanggezin. Het was geen onverdeeld succes. ‘Het voelde alsof we faalden.’

Gyselle: ‘In mijn jeugd was het normaal, eens in de zoveel tijd voor een langere periode een logé in huis. Mijn ouders stelden zich beschikbaar als gastgezin voor kinderen die het thuis tijdelijk moeilijk hadden, een soort crisisopvang. Ook hadden we een jaar een vriendin van mijn moeder uit Indonesië in huis. Ze hadden elkaar ontmoet in de tijd dat mijn ouders veel reisden, voordat mijn broer en ik ons aandienden, en ze zocht een beter bestaan. Ik vond het oergezellig, zo’n tante die bijna een soort tweede moeder was in ons gezin. Er was altijd wel iemand die een spelletje met me wilde spelen. In haar jaar bij ons ontmoette ze een man, trouwde, en trok bij hem in. Nog altijd zie ik haar als een volwaardige tante, en is haar band met mijn ouders hecht.
Ik kon me als kind niet voorstellen dat mijn leven er later anders uit zou zien. Ik was gewend aan een huis vol en genoot van de warmte die dat bracht. En ik vond het fijn om te zorgen, als kind al. Helpen met koken, boodschappen doen wanneer iemand in huis zich niet lekker voelde. Maar op mijn 26ste kwamen mijn man Henk en ik erachter dat we zelf nooit kinderen zouden krijgen. Door ernstige endometriose was ik onvruchtbaar en dagen per maand doodziek. We overwogen adoptie. Doodongelukkig voelde ik me in ons huis vol lege kamers.
Zeven jaar na mijn diagnose besloten Henk en ik ons aan te melden als pleegouders. In Nederland waren ook talloze kinderen die een warm nest nodig hadden, daar hoefden we niet voor naar het buitenland. Als het nest dat wij ze boden van tijdelijke aard zou zijn, dan was dat maar zo. Je krijgt wat je aankunt, is mijn geloof, afscheid nemen was iets waarover we ons wel druk zouden maken als het zover was.”

Warm contact

“Inmiddels hebben we zeven kinderen opgevangen , soms jarenlang, soms kort, en de één getraumatiseerder dan de ander. Met de meesten hebben we nog warm contact. Alleen onze laatste pleegzoon Melvin, nu achttien, woont nog thuis. Hij is al vier jaar bij ons. We wonen landelijk, met een tuinhuis dat we ooit ombouwden tot studio met een wc. Het heeft geen kook- of douchemogelijkheid, maar is ideaal voor een oudere puber met vrijheidsdrang, zo redeneerden we. Dat werkte met een paar tieners die inmiddels op zichzelf wonen, maar Melvin vond het maar gedoe, elke keer door de tuin naar huis. Dus nam hij een kamer boven en stond het verblijf al tijden leeg toen de oorlog in Oekraïne uitbrak.
Henk en ik twijfelden geen seconde toen de eerste vluchtelingenstroom op gang kwam en de nood voor opvangadressen hoog was. En zo namen we, vrij impulsief, het kinderloze echtpaar Diana en Roman in huis – of liever: ons tuinhuis. Geen heldhaftige taferelen, ze waren gewoon met de auto naar Nederland gereden. Dagen files trotserend, wetende dat hun broers, zussen, neefjes en nichtjes achterbleven, en geen idee wat ze te wachten stond. Evenmin wisten wij waaraan we begonnen, of hoe lang de oorlog duren zou. We waren gewend aan extra huisgenoten, hoe anders kon het zijn? Voor hun comfort zette ik wel een elektrische kookplaat, een koffiezetapparaat en een waterkoker in het tuinhuis, zodat ze er zo goed als zelfstandig konden wonen.”

Vrij naïef

“Geen moment bedachten we dat het wel degelijk verschillend zou zijn, pubers opvangen met een gezinstrauma of volwassenen met een oorlogsverleden. Beiden hadden warmte, veiligheid en een luisterend oor nodig, dachten Henk en ik vrij naief. Maar Diana en Roman hadden natuurlijk helemaal geen ouderlijke zorg nodig, alleen maar onderdak. Praten deden ze wel met hun vrienden, gewoon via FaceTime. Ze spraken nauwelijks Engels en trokken zich het overgrote deel van de tijd terug in het tuinhuis. Onze goedbedoelde interesse in wat er in ze omging, vonden ze ingewikkeld. Hoe voorzichtig we onze woorden ook kozen, de Nederlandse communicatie is een stuk directer dan de hunne, ontdekten we al snel.
Eens in de zoveel dagen kwamen ze in huis om te douchen. Een kop thee in de keuken namen ze uit beleefdheid aan, maar als die op was, wisten ze niet hoe snel ze weer weg konden komen. Soms stond er opeens een pan vers gekookt eten op het fornuis. Als dank. Ontzettend lief, al hoefde het natuurlijk niet. Liever hadden we ze gewoon bij ons aan tafel, omringd door liefde. Het voelde ongemakkelijk, twee mensen in huis voor wie we eigenlijk wilden zorgen, maar die zelf niets liever wilden dan onafhankelijk zijn en die zich bezwaard voelden bij ons gratis onderdak.” 

Een pittig lesje nederigheid

“We begrepen het wel. Tenminste, we konden ons inleven. Diana en Roman hadden een oorlog meegemaakt en waren hun meeste bezittingen kwijt. Het gros van hun familie verbleef nog daar en liep gevaar, al spraken ze daar niet over. Ze zouden vanzelf wel toenadering zoeken, dachten we. Kinderen die net bij ons in huis kwamen, hadden ook vaak tijd nodig om te openen. Hun dankbaarheid uitte zich lang niet altijd als liefde, maar regelmatig als woede, verdriet, frustratie – en soms teruggetrokken gedrag zoals dat van Diana en Roman. Uiteindelijk hadden ze allemaal hetzelfde nodig: een veilige arm om hun schouder.
Alleen: Diana en Roman waren volwassenen, en het ene trauma is het andere niet. Over hun opvang hadden we toch te lichtzinnig gedacht. Ik leerde wat Oekraïense woorden, verdiepte me in hun gebruiken. Probeerde me zo min mogelijk aan ze op te dringen, maar stelde toch af en toe een vraag. Ik kon voelen dat ze mijn intenties waardeerden, maar ze waren doodongelukkig. Ruim drie weken na hun intrek in ons tuinhuis, meldde Diana me dat ze via de kerk een schoonmaakbaan had gevonden bij mensen met een pied-à-terre in een andere stad. Ze konden er gratis wonen. Diezelfde week nog waren ze vertrokken.
Een pittig lesje nederigheid. Want ergens was het misschien ook wat arrogant te denken dat wij wel wat mensen konden ‘redden’ en dat die nog op onze liefde zaten te wachten ook. Het voelde alsof we faalden. Terwijl het natuurlijk nooit ging over ons, maar over het welzijn van twee mensen die iets vreselijks hadden meegemaakt.”

Te lichtzinnig

“Achteraf hoorden we via het nieuws dat meer mensen te lichtzinnig hadden gedacht over de opvang van vluchtelingen. Niemand verwachtte misschien ook dat de oorlog zo lang zou duren. Gelukkig is de opvang van Oekraïense vluchtelingen nu iets beter georganiseerd. Kwamen Diana en Roman nog via een tijdelijke organisatie bij ons, al snel werd de coördinatie overgenomen door Stichting Vluchtelingenwerk.
Nu Diana en Roman op zichzelf wonen is ons contact beter geworden. Gelijkwaardiger. We bewijzen elkaar geen dienst, onze relatie is gebaseerd op wederzijdse interesse. Dus koken en eten we nu wél soms samen, en heb ik Roman voorgesteld aan mijn broer. Die heeft een winkel en kan wel wat extra handen gebruiken. Niks filantropisch, gewoon omdat we het leuk vinden om te helpen.
Ik zou het niet snel weer doen, vluchtelingen opvangen, hoe kort het ook was. Onze kennis en expertise liggen overduidelijk bij kinderen, maar dat betekent niet dat ik anderen het opvangen van vluchtelingen afraad. Ik vind dat we allemaal ons steentje mogen bijdragen aan een betere wereld en anderen kunnen helpen op een manier die bij ons past. Overigens weten weinig bekenden dat we het hebben gedaan. Er verblijven altijd extra mensen in huis, onze omgeving weet niet beter. Toch schaam ik me een beetje. Dat we ons niet beter hadden verdiept en dat we er zo lichtzinnig over dachten. Maar Diana en Roman zijn ons dankbaar en dat is de basis van een vriendschap die we waren misgelopen als we dit niet hadden gedaan.
Melvin woont inmiddels toch in het tuinhuis. Hij vindt het plotseling heerlijk, die ruimte voor zichzelf, na weken waarin hij onbedoeld op eieren liep om geen extra spanningen te veroorzaken. ‘Familie is niet wie bij je in huis woont, maar wie er in je hart woont’, zei hij onlangs. En hij heeft natuurlijk gelijk. Mijn Indonesische ‘tante’ maakte ook relatief kort deel uit van mijn leven, maar familie blijft ze. Ik ben dankbaar dat Melvin deze les in het leven alvast heeft opgestoken en kan alleen maar hopen dat Diana en Roman hetzelfde voelen.”

Tekst: Jorinde Benner
Om privacyredenen zijn alle namen veranderd. De echte namen zijn bekend bij de redactie.​​​​​​
Foto: Getty Images

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.

Tip van de redactie

Met de Fitbit Charge 5 + Premium weet je preciest of je klaar bent om te sporten of beter rustig aan kunt doen. Door intensieve work-outs af te wisselen met rustdagen voor herstel, kun je betere resultaten behalen. Ontdek wat je lichaam nodig heeft met de herstelscore in Fitbit Premium. Elke ochtend ontvang je een score in de Fitbit app op basis van je activiteit, slaap en hartslagvariabiliteit.

Fitbit Charge 5 Activity Tracker Ivoorwit
Bekijk bij bol.com