Te Druk Om Eenzame Moeder Te Bezoeken

Hilde: ‘Ik ben te druk om mijn eenzame moeder te bezoeken’

De moeder van Hilde (49) verhuisde een paar jaar geleden terug naar haar geboorteplaats aan de andere kant van het land. Hierdoor ziet Hilde haar moeder veel minder. “Ik weet dat ze eenzaam is en dat vind ik vreselijk, maar ik heb echt het te druk om wekelijks ‘even’ op en neer te gaan.”

Hilde: “Mijn ouders komen oorspronkelijk uit het oosten van het land. Ze zijn, toen ze net waren getrouwd, naar de Randstad verhuisd. Mijn vader kon daar een baan krijgen. Wat ik vooral heb meegekregen van hun leven in Twente, is hun accent. Zeker als ze met elkaar spraken, was het niet te missen dat hun roots daar lagen. In de vakanties gingen we vaak naar familie die in het oosten woonde. Ik heb goede herinneringen aan de logeerpartijen bij mijn nichtjes; lekker spelen in de bossen en op de hei. Toch voelde het altijd ‘ver van mijn bed’, de geboortegrond van mijn ouders. Ik groeide op in een stad, ging naar school in Amsterdam en voel me echt een westerling. Mijn ouders bleven ‘import’. Ik hoorde ze vaak mopperen op de westerse mentaliteit of mijmeren over een terugkeer naar Oldenzaal. Daar raakte ik als kind van in paniek. Ik moest er niet aan denken mijn vriendinnen te verlaten. Het kwam er nooit van, daarvoor was mijn vaders baan te belangrijk.

Kleinkind

Op mijn 28e kreeg ik een relatie, twee jaar later waren we getrouwd en werd onze dochter geboren. De komst van hun eerste kleinkind was voor mijn ouders geweldig. Vooral mijn moeder genoot er erg van. Ze paste met liefde twee dagen in de week op en was daarnaast geregeld bij mij thuis te vinden. Even koffiedrinken of een pan soep langsbrengen. Er ging geen week voorbij dat we elkaar niet minstens drie keer zagen, ook toen mijn tweede kind er was. Onze band was hechter dan ooit en ik hoorde haar nauwelijks nog over Twente. Het leek alsof ze hier, na al die jaren, eindelijk haar draai had gevonden.”

Bij elkaar vandaan

“Dat veranderde toen mijn vader plotseling ziek werd: hij bleek alvleesklierkanker te hebben. Vlak daarna overleed hij, een enorme klap voor ons allemaal. Mijn ouders waren nog maar net van hun pensioen aan het genieten. Ze hadden grootse plannen, wilden bijvoorbeeld een reis naar Amerika maken. Ik vond het verschrikkelijk om te zien hoe ze door die rotziekte uit elkaar werden gerukt. Mijn moeder was in het begin heel verdrietig. Het eerste jaar was ze vrijwel dagelijks bij ons. We hadden elkaar nodig. Daarna begon ze steeds vaker over een terugkeer naar Twente. Ik nam dat aanvankelijk niet serieus, dacht dat ze het niet meende. Maar ze miste haar twee zussen, zei ze. En haar vertrouwde omgeving.

Het idee dat ze bij me weg zou gaan, maakte me intens verdrietig. Ik verdrukte het. ‘Dat doet ze nooit, ze kan niet zonder mij’, zei ik zo overtuigend mogelijk tegen mijn man. Hij geloofde er ook niks van. Maar het onderwerp kwam steeds vaker ter sprake. Totdat ze met concrete plannen kwam en zelfs al een huisje op het oog had.

Twente

Ik snapte het niet, ze had ons toch? De kleinkinderen waren inmiddels volop aan het puberen en gingen steeds meer hun eigen weg, zei ze. Ze was hier niet meer nodig en was toe aan een nieuwe fase in haar leven. Ze wilde bij haar familie in Twente zijn, nu dat nog kon. We zouden elkaar opzoeken, veel bellen en de kinderen konden komen logeren. Ze had er echt zin in, zo leek het. Ook wilde ze haar enorme huis kwijt, waar alle herinneringen aan mijn vader nog zo leefden.”

Lees ook: Nicole: ‘We hebben al anderhalf jaar geen seks meer’

Klap op klap

“Het ging heel snel, in een paar maanden was alles beklonken en zat ze in haar nieuwe huisje in Oldenzaal. Ze keek uit naar afspraken met vriendinnen van vroeger, het kneuterige van Twente, het praten in dialect en onze toekomstige bezoekjes aan elkaar. Ik liet haar na de officiële verhuisdag achter met een steen in mijn maag. Het voelde niet goed.

Al snel daarna kreeg mijn moeder gezondheidsproblemen. Niets ernstigs, maar bij elkaar voldoende om er veel last van te hebben. Ze had evenwichtsstoornissen, durfde geen auto meer te rijden en was sneller vermoeid. En toen overleed haar oudste zus plotseling aan een hartstilstand. Het was klap op klap, ik zag haar down worden. Elke keer als ik kwam, was ik de eerste uren bezig met haar uit de put praten. Ik denk dat ze het na een jaar voor het eerst hardop zei: ‘Ik had nooit weg moeten gaan.’

Dat maakte mij ergens een beetje boos. Mijn man en ik hadden alle voors, maar vooral tegens uitgebreid met haar besproken. Ik werk vier dagen in de week en heb daarnaast mijn hobby’s. Ik ben te druk om haar wekelijks te bezoeken. ‘Even’ op en neer naar Oldenzaal kost me een dag. Dat is niet te doen.”

Steeds zwaarder

“Ze miste mij, zei ze. ‘Ja ma, hier heb ik je voor gewaarschuwd’, zei ik kribbiger dan ik het bedoelde. Het frustreerde me vooral dat ik er niet één-twee-drie een oplossing voor had. Wat moest ik hier nou mee? Ik probeerde haar nog vaker te bellen en we FaceTimeden wat meer. De gesprekken werden steeds zwaarder en gingen me steeds meer tegenstaan. Ik heb best vaak niet opgenomen. Dan was ik na een dag werken te moe en kon ik een gesprek met haar niet opbrengen.

Mijn kinderen hebben allebei hun eigen leven, vol vrienden, school, sport en feestjes. Als ik vraag of ze meegaan naar oma, is er altijd wel iets waardoor ze nee zeggen. Ik wil ze ook niet dwingen, niemand heeft er iets aan als ze er met tegenzin zitten. Alleen met haar verjaardag en met feestdagen komen ze er niet onderuit. Dat is een verplichting, heb ik ze gezegd.
Ik probeer mijn moeder eens in de twee maanden naar ons te laten komen. Dan blijft ze een paar dagen, maar ook dat is niet altijd even makkelijk in te plannen. Het is ruim twee uur rijden, dus aan het halen alleen al ben ik een halve dag kwijt. En dan moet ik haar ook nog terugbrengen. Haar auto heeft ze inmiddels verkocht en met het openbaar vervoer durft ze ook niet.

Mijn moeder is in die vier jaar zo veranderd. Van een behoorlijk onafhankelijke vrouw, is ze sterk afhankelijk geworden. Ik moet ook toegeven dat ik nu pas inzie wat mijn vader altijd voor haar heeft gedaan. Neem bijvoorbeeld de financiën; daarbij moet ik haar helpen, want dat regelde hij altijd.”

Geen steun

“Het vervelende is dat ik er alleen voor sta. Ik heb een broer die ook in de Randstad woont, maar nauwelijks naar haar omkijkt. Heel af en toe waait ’ie even aan, als het hem uitkomt. Als hij toevallig bij een klant in het oosten moet zijn, bijvoorbeeld. Daarover beklaagt mijn moeder zich dan weer bij mij. Nee, het is ook echt niet altijd even gezellig daar. Het wordt steeds meer een opgave. Ik heb haar van alles aangereikt, clubjes, hobby’s, koffiekamers, vrijwilligerswerk: alles ketst ze af. ‘Oldenzaal is Oldenzaal niet meer’, zei ze pas. Ze gaat nauwelijks om met vriendinnen van vroeger, want de meesten wonen daar allang niet meer. En natuurlijk is een stad veranderd als je er tientallen jaren bent weggeweest. Maar dat wist ze toch? Ze kwam er nog regelmatig, zag ze toen niet dat ook daar de tijd niet heeft stilgestaan?”

Ruzie om háár

“Ik denk weleens dat ze de beslissing te overhaast heeft genomen. Ze is gevlucht voor het verdriet om mijn vader, lijkt het wel. We hadden een huisje bij ons in de wijk moeten kopen – zoiets. Maar ik wilde niet tegen haar ingaan, mijn moeder was zo stellig in haar overtuiging. En nu zit ze daar, behoorlijk alleen en eenzaam. Haar jongste zus ziet ze wel wekelijks, maar daar blijft het eigenlijk bij. Dat ze eenzaam is, laat ze mij te pas en te onpas merken. Het knaagt verschrikkelijk aan me, er gaat geen dag voorbij dat ik er niet mee bezig ben. Ik zoek naar leuke huisjes bij ons in de buurt, maar de prijzen zijn de afgelopen jaren zo ongelofelijk gestegen, dat terugkeer bijna onmogelijk is. We hebben iets huren ook al overwogen, maar dat is helemaal niet te betalen. Mijn man is harder. ‘Ze zal de rit moeten uitzitten, dit is haar weloverwogen keuze geweest, Hilde’, zei hij vorige week nog. Ook begrijpt hij niet dat ze het niet eens gewoon probeert om met de trein te reizen: ‘Ze is wat dat betreft gewoon verwend! Ze heeft zich altijd als een prinses laten rondrijden’, zegt hij. We kunnen daar enorme ruzie over krijgen, ondanks dat ik diep van binnen weet dat hij gelijk heeft . Het gaat alleen wel over míjn moeder van wie ik heel veel hou. Ik wil niet dat ze ongelukkig is.”

Schuldgevoel

“Afgelopen jaar heb ik een kat voor haar uit het asiel gehaald. Dat heeft haar echt goed gedaan, ze is er heel blij mee. Maar voor mij benadrukt het haar eenzaamheid nog meer. Als ze belt om te vertellen wat de kat allemaal heeft gedaan, word ik met mijn neus op de feiten gedrukt: ze heeft die dag weer niemand gesproken. Een vriendin van me heeft achter haar huis een enorm stuk grond, waar ze een kleine woning voor haar ouders hebben laten bouwen. Daar kan ik met jaloezie naar kijken. Zo zou het eigenlijk moeten. Wij hebben die cultuur niet echt in Nederland, maar het is ergens best gek dat je je ouders, wanneer je volwassen bent, zo weinig ziet omdat je te druk bent met je eigen leven. Als ik bij mijn moeder ben, proberen we er echt iets van te maken. We gaan lekker uit eten, bezoeken een museum of gaan winkelen. Ik maak dan altijd veel foto’,s, die ik haar in de weken erna app. Dat doe ik ook met foto’s van mijn kinderen. Ze moet er inmiddels honderden op haar telefoon hebben staan. Het is niet anders, er zitten maar 24 uur in een dag en ik kan niet op twee plekken tegelijk zijn. Maar ik voel me wel doorlopend schuldig. Zo had ik haar onlangs aan de telefoon toen ze vroeg wat ik ging doen dat weekend. Ik had een weekendje sauna gepland met twee vriendinnen, maar durfde het bijna niet te zeggen. Zo vind ik het ook afschuwelijk om te melden dat ik op vakantie ga. Ik hoor dan aan haar stem dat ze het mij wel gunt, maar dat ze het voor zichzelf heel vervelend vindt. Als we terug zijn, benadrukt ze dat ook: ‘O, ik ben blij dat jullie er weer zijn’, gevolgd door de vraag wanneer ik weer langskom.’’

Stille hoop

“Ik heb mijn hoop nog steeds gevestigd op een leuk appartement in de buurt. Want zoals zij mij mist, mis ik haar ook. Ik heb alleen nog een heel druk leven en zij niet. Als we iets vinden, weet ik zeker dat ze terugkomt. Home is where the heart is, zeggen ze. En in dit geval ligt haar hart bij haar kinderen en kleinkinderen. We hadden haar destijds nooit moeten laten gaan.”

Tekst: Hester Zitvast. Om privacyredenen zijn alle namen veranderd, De echte namen zijn bekend bij de redactie.​​​​​​

Lees ook: Tirza: ‘Mijn nichtje mag nóóit een snoepje’