Laura: ‘Ik vind mijn vriendin een slechte moeder’
20 maart 2024
Geen regels stellen, altijd haar zin geven, driftbuien goedpraten… Laura (35) kan zich niet vinden in de manier waarop haar vriendin Charlotte dochter Emma opvoedt. “Ik erger me kapot en verzin steeds vaker smoesjes als Charlotte wil afspreken.”
Laura: “Twee jaar geleden verhuisden mijn man Bart en ik naar dezelfde woonwijk als waar Barts beste vriend Laurens woont met zijn gezin. Zijn vrouw Charlotte is door de jaren heen een goede vriendin van me geworden en ze hebben een dochter, Emma, die iets ouder is dan onze oudste. Bart en ik keken er echt naar uit: gezellig samen wijntjes drinken, bij elkaar eten terwijl de kinderen met elkaar spelen. Maar daar is allemaal weinig van terechtgekomen. Sinds we er wonen, zien we elkaar hooguit één keer per twee, drie maanden. Bij voorkeur zónder kinderen. Dat doen we vanwege Emma. Dat is zo’n luidruchtig en grenzeloos verwend nest, dat ik binnen een half uur kapot ben als we daar zijn.”
Beproeving
“De luxere levensstijl van Laurens en Charlotte heeft onze vriendschap nooit in de weg gestaan. Zij zijn van het uiterlijk vertoon: een groot huis, dure inrichting en mooie auto voor de deur. Toch waren het geen opscheppers en waren ze altijd heel gastvrij. Het was gewoon een leuk, gezellig stel. We woonden wel een eindje bij elkaar vandaan, dus toen we nog geen kinderen hadden, bleven we meestal bij hen slapen als we een avondje uit eten of op stap gingen. Ook Oud en Nieuw vierden we graag samen en tijdens verjaardagen zochten we elkaar op. Toen zij als eerste een dochter kregen, gingen de logeerpartijtjes gewoon door. En dat bleef zo toen wij ouders werden, dan namen we Isa gewoon mee. Dat ging prima, tot Emma een jaar of drie was. Toen werden onze logeerpartijen een beproeving. Emma maakte altijd enorm veel lawaai. Ze gilde, schreeuwde en had geregeld woedeaanvallen. Laurens en Charlotte zeiden daar niets van. Het enige wat ze deden, was zeshonderd keer op zijige toon herhalen: ‘Emmie, doe eens rustig, schatje.’ We konden eigenlijk geen normaal gesprek meer voeren zonder dat Emma ertussen kwam.”
Gejengel en gehuil
“Er waren wel regels, maar die waren meer gericht op het huis. Zo mocht Emma geen troep maken of bijvoorbeeld de bank omtoveren tot hut, want dan werd de muur vies. Maar als het ging om taal en gedrag werd er totaal niet ingegrepen. Alles wat Emma wilde, gebeurde. Daarbij werd ze walgelijk verwend. Charlotte en Laurens werkten fulltime en Emma ging vier dagen naar de opvang. Het kopen van speelgoed was waarschijnlijk een stukje compensatie. Emma hoefde maar een kik te geven of de dozen Playmobil en poppen werden aangesleept. Als kind werd ze daar niet leuker van: ze werd een vervelend meisje dat gewend was haar zin te krijgen. En kreeg ze die niet, dan schopte ze zo’n stennis dat haar ouders alsnog overstag gingen.
Ik herinner me nog dat we een keer gingen wandelen. Emma wilde per se haar fiets mee, die ze vervolgens na vijf minuten op de grond gooide: ze had geen zin meer om te fietsen. Met als gevolg dat Laurens de rest van de wandeling haar fietsje droeg. Of een van de laatste keren dat we daar sliepen. De meiden wilden zwemmen, maar we hadden voor Isa geen zwemkleding bij ons. Geen nood, ze kon wel een oud badpak van Emma aan, vond Charlotte. Waarop ze er meteen eentje van zolder haalde en het Isa aantrok. Maar daar was Emma het niet mee eens. Ze begon te krijsen dat ze zelf het – te kleine – badpak aan wilde en maakte zo’n stampij, dat Isa de zwemkleding uiteindelijk weer moest uittrekken. Ik merkte wel dat Charlotte zich geneerde voor de driftbui, maar ze lachte er ook om: ‘Ach ja, het was vroeger haar favoriet.’ Dat Emma nu juist werd beloond voor haar gejengel en gehuil, realiseerde ze zich denk ik niet.”
Duidelijke regels
“Onze opvoedstijlen verschillen nogal. Zelf ben ik een vrolijke, verzorgende moeder. Bart en ik wonen in een doodnormaal rijtjeshuis, ik werk tweeënhalve dag per week, mijn man vier dagen, en we brengen veel tijd met onze kinderen door. Naast Isa, die nu zes is, hebben we nog een vierjarige dochter, Puck. Er kan bij ons thuis veel en ik heb respect voor de wensen en behoeften van onze kinderen, maar we hanteren wel duidelijke regels en er zijn grenzen. Onze kinderen weten heel goed wat wel en niet kan, luisteren prima en zijn zelfstandig.
Ik denk dat dat het resultaat is van een redelijk strakke en consequente opvoeding. Ik zeg niet dat ik perfect ben, ik maak ook fouten, maar ik denk wel goed na over de keuzes die ik maak. Charlotte heeft weleens gezegd dat ze net zo met Emma wil omgaan als wij met onze kinderen. Zij meent dat wij gewoon brave kinderen hebben. Voor haar lijkt het misschien of ik bijvoorbeeld alleen maar gezellig vraag of het misschien iets zachter kan. Maar dat komt doordat onze meiden weten dat als ik vraag ‘of het een tikje zachter mag’, het wél menens is. En dat ze ook echt moeten indammen. Dat is iets wat we ze van jongs af aan hebben bijgebracht.”
Verdrietig
“Charlotte wil graag vriendinnen zijn met haar dochter en kopieert mijn vriendelijke gedrag, maar vergeet dat daar wel iets aan voorafgaat, namelijk grenzen stellen. Doordat ze dat achterwege laat, gaat het bijna elke keer mis. Met als gevolg driftbuien en vreselijke scheldpartijen van Emma. Ook Charlottes manier van gedrag corrigeren, verschilt nogal. Ze kiest daar in mijn ogen bijna misdadige technieken voor. Zo biechtte Charlotte een keer op dat ze een nieuwe manier had gevonden om Emma te straffen. Emma was toen net vijf. Het ‘strafstoeltje’, bekend van supernanny Jo Frost, voldeed niet, daar bleef Emma niet op zitten. Op de onderste traptrede ook niet, dan rende ze stiekem naar boven. Ik was er inderdaad een keer bij toen Emma straf kreeg en vervolgens het hele huis door racete. Maar daarop had Charlotte iets gevonden: de garage. Toen Emma weer een keer stout was geweest, had ze haar voor straf in pyjama in de garage opgesloten. Emma had gekrijst, maar ach, de garage was goed geïsoleerd, dus ze hadden er weinig last van gehad. Ze vertelde dat toen Emma een keer irritant was op bezoek, ze maar met de garagesleutels hoefde te rinkelen en haar dochter al inbond. ‘Handig, want niemand wist natuurlijk wat die sleutels betekenen’, voegde ze eraan toe. Ik vond het helemaal niet handig. Sterker nog, ik werd er heel verdrietig van. Eigenlijk had ik meteen moeten zeggen dat de opsluiting voor mij gelijkstaat aan kindermishandeling, maar op dat moment stond ik niet zo sterk in mijn schoenen. De volgende dag, toen we met z’n allen gingen wandelen, heb ik haar er wel op aangesproken. Ik had er de hele nacht niet van geslapen. Voorzichtig zei ik dat ik wilde terugkomen op de garagestraf en dat ik het geen passende maatregel vond voor een kind. Dat ik het zelfs heel kwalijk vond en haar graag wilde helpen om iets anders te bedenken. In eerste instantie werd Charlotte boos en riep ze dat ik me er niet mee moest bemoeien. ’s Middags kwam ze er toch op terug. Ze gaf aan dat ze opvoeden lastig vond en dat ze hulp zou gaan zoeken om anders met het gedrag van Emma om te gaan. Ik bood haar ook mijn excuses aan. Ergens had ik misschien wel een grens overschreden, door haar zo aan te spreken op haar opvoeding.”
Beetje moe
“Toen Bart en ik een paar weken na het incident bij Charlotte en Laurens in de buurt kwamen wonen, hadden we dus goede hoop dat ze hulp hadden gezocht en dat het daardoor thuis beter liep. Misschien naïef, maar Charlotte en Laurens zijn hartstikke leuke mensen, ik kon me niet voorstellen dat ze zelf gelukkig werden van hun dochters buien. Als Emma zich wist te gedragen, zouden we vast vaker met elkaar optrekken. Maar uiteindelijk – zo biechtte ze later op – bleek Charlotte slechts wat opvoedboeken te hebben gelezen. Emma was nog steeds onhandelbaar en zorgde ervoor dat we ons altijd ongemakkelijk voelden in haar buurt. Toen Charlotte en Emma een keer bij ons op de koffie kwamen, was een gezellig gesprek voeren nog steeds niet mogelijk. Emma praatte hard, was opdringerig en trok alle aandacht naar zich toe. Ze kon geen minuut zelf spelen en verveelde zich. Uiteindelijk gaf ik Isa mijn telefoon, zodat ze daar samen met Emma mee kon spelen. Het was de bedoeling dat ze om en om foto’s van elkaar zouden maken, maar Emma wilde de telefoon ineens niet meer afstaan. Toen Charlotte haar poeslief vroeg of ze de telefoon met Isa wilde delen, werd Emma zo kwaad, dat ze mijn telefoon door de kamer smeet. In plaats van haar hier – boos – op aan te spreken, vergoelijkte Charlotte haar dochters gedrag. ‘Emmie is een beetje moe…’”
Smoesjes verzinnen
“Ik begon mijn vriendin te mijden. Verzon smoesjes als ze iets met z’n allen wilde doen. En ik sprak al helemaal niet meer af bij ons thuis, want dan kon ik niet weglopen van de situatie als ik dat wilde. Afgelopen zomer probeerde ik nog een keer iets samen met onze kinderen te ondernemen. We gingen naar het zwembad. Emma had net haar A-diploma, Isa zwom nog met bandjes. Ik zag hoe Emma constant op Isa dook en haar onder water probeerde te trekken. Ik moest soms bijna mijn kind redden. Charlotte daarentegen, greep niet in. Na afloop aten we een broodje kroket, maar dat was niet genoeg voor Emma, ze moest aldoor meer hebben. Chocolademelk, patat, snoep. Ze bleef net zolang zeuren tot ze haar zin kreeg. Al die tijd wist ik me geen houding te geven. Ik ergerde me aan haar gedrag, maar vooral aan mijn vriendin die steeds weer iets bestelde. Toen ze vervolgens Isa vroeg of ze ook snoep wilde, kapte ik haar af: ‘Nee hoor, het is nu geen snoeptijd.’ Isa accepteerde dat gewoon. Voor haar was het kroketje al een feestmaaltijd. ’s Avonds appte Charlotte me. Was er iets aan de hand? Ik was die middag zo stil geweest. Ik durfde haar niet te zeggen hoezeer ik me had gestoord aan haar dochter en haar gebrek aan opvoeding, dus zei ik maar dat ik moe was. Dat was niet helemaal gelogen, een middag met Emma zoog me leeg.”
Medelijden
“Inmiddels zien we onze vrienden nog mondjesmaat. Ik heb gemerkt dat ik fijnere vriendschappen onderhoud met vrienden die betere opvoeders zijn. Charlotte en Laurens hebben bijna niemand meer om zich heen. Wij zijn blijkbaar niet de enigen die zich ergeren aan hun kind. Als ik Charlotte tegenkom, merk ik dat ze bijna overspannen is. Ze is uitgeput. Het liefst zou ik haar hulp willen aanbieden. Zou ik willen zeggen dat ik haar dochter een verwend nest vind, die discipline en een duidelijke aanpak nodig heeft. Maar dat durf ik niet. Onze vriendschap ging al bijna kapot toen ik haar aansprak op het strafplekje in de garage. Toch heb ik zo’n medelijden met haar. Je zult toch dag in dag uit geen controle hebben over het gedrag van je kind. Elke dag moeten dealen met een brutale mond en driftbuien. Ik zou er ook doodmoe van worden.”
Lees ook: Eva ging vreemd en dat pakte goed uit: ‘Mijn minnaar redde mijn relatie’
Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een abonnement op Vriendin.