Ontwerp Zonder Titel 2023 05 02t123520.107

Janine zocht naar overlevenden in het Turkse aardbevingsgebied

Janine Schopmeijer (59) reisde af naar het aardbevingsgebied in Turkije om daar samen met haar collega Rieks en reddingshond Joschi naar slachtoffers onder het puin te zoeken. Het was voor haar de eerste keer in een rampgebied. “Alles waar we al jaren op trainen, kwam samen in Turkije. We konden echt iets betekenen.”

Op 6 februari werden Turkije en Syrië getroffen door een verwoestende aardbeving, gevolgd door talloze kleinere bevingen. Na de aardbeving zijn vanuit de hele wereld hulp- en reddingsacties op poten gezet. Zo ook vanuit RHGD Reddingshonden uit Drenthe. Janine en haar collega Rieks vertrokken met reddingshond Joschi naar Turkije. Ze werkten vanuit Antiochië, de hoofdstad van de provincie Hatay. Die provincie is een van de zwaarst getroffen gebieden in Zuid-Turkije.

Op een grasveld, omzoomd door kale bomen, draaft reddingshond Bogart heen en weer. Janine en haar collega Corina wachten hem op in hun roodgele uniforms. Bogart keert terug met in zijn bek het bringsel, een klein voorwerp dat aan de halsband bevestigd is. Daarmee geeft hij aan dat hij het ‘slachtoffer’ levend heeft teruggevonden in een betonnen buis op het gras. Corina kroelt door zijn vacht: “Goed gedaan, manneke!” Het ‘slachtoffer’ is in dit geval Vriendin’s visagiste Wilma, die zich voor de oefening in de tunnel verstopt heeft.
De eerste lentevogels fluiten, de lucht is strakblauw en de zon schijnt uitbundig over de Drentse ‘hunebedhoofdstad’ Borger. Houten picknicktafels aan de voet van de KNON Hondenschool aan de Boslandenweg. Het contrast met zo’n acht weken geleden kan niet groter zijn. Hetzelfde roodgele pak, een ervaren reddingshond, maar in plaats van idyllisch Drenthe, een spookachtig rampgebied in Turkije: een en al puin, wanhoop en duisternis.
Op 11 februari vertrekt Janine als reddingswerker naar Turkije, waar in de nacht van 6 februari een zware aardbeving heeft plaatsgevonden. Meteen is duidelijk dat er veel slachtoffers zijn in een immens gebied. Hulp is hard nodig.

Zoekacties

Janine is al 29 jaar reddingshondengeleider en aarzelt geen moment als de Samenwerkende Reddingshonden Organisaties (SRO) vraagt om vrijwilligers die mee willen naar het rampgebied. “Ik had het gevoel dat wij daar iets konden betekenen. We zijn met RHGD Reddingshonden al tientallen jaren bezig onze reddingshonden hierop te trainen. Daardoor hebben we veel ervaring met verschillende zoekacties. Dat ging vaak om vermissingen van bijvoorbeeld kinderen, suïcidale of verwarde personen en dementerende ouderen. In samenwerking met de politie gaan we op een melding af en helpen we met zoeken. We deden dat echter nooit eerder bij zo’n grote ramp. Dit was dus een kans om iets bij te dragen. Samen met mijn collega Rieks en zijn zoekhond Joschi ben ik namens RHGD naar Turkije gegaan.”
Janine gaat mee als groepsleider van twee hondenteams tegelijk. En tevens als buddy van Rieks. “Een hondenteam gaat nooit alleen op inzet, altijd samen met een buddy, en als er meerdere hondenteams tegelijk gaan, samen met een groepsleider”, legt Janine uit.
Haar eigen honden Pip en Cato blijven thuis. “Zij zijn opgeleid voor een andere zoekdiscipline. Zij zijn mantrailhonden, die zijn getraind om het individuele geurspoor van een specifiek persoon te volgen en te vinden, bijvoorbeeld aan de hand van een kledingstuk. Zij zijn daardoor minder geschikt voor het vinden van onbekende slachtoffers in rampgebieden. Joschi is dat wel.”
Zeker tien uur per week is Janine bezig met het trainen van reddingshonden. “Er kan daarnaast altijd een melding binnenkomen en dan komen we in samenwerking met de politie in actie. De ene keer is dat drie keer per week en soms een paar maanden niet. Dit keer was het Turkije. Mijn man kon op onze twee honden passen, mijn zoon en dochter wonen al op zichzelf. Zij begrepen dat ik deze kans wilde grijpen en staan volledig achter mij.”

Applaus

Vijf groepen vrijwilligers, die aangesloten zijn bij de Samenwerkende Reddingshonden Organisaties (SRO) van in totaal 28 mensen en 18 honden, reizen op 11 februari bepakt en bezakt af naar Turkije. “De honden mochten van Turkish Airlines in de cabine van het vliegtuig zitten. Bij vertrek gaven de piloten ons allemaal persoonlijk een hand. Ze noemden ons ‘helden’. We kregen applaus. Waarom? dacht ik. We hebben nog helemaal niks gedaan. Maar het laat wel zien hoe warm en dankbaar de ontvangst meteen al was. We vlogen naar Istanbul en vervolgens met een speciaal voor ons geregeld vliegtuig naar Adana. Vanuit daar zijn we met legerhelikopters naar het aardbevingsgebied in de Turkse provincie Hatay gegaan. Ter plekke werkten we nauw samen met de Turkse Search And Rescue (SAR) en het leger. Met z’n allen bundelden we onze krachten. In het Turks bestaat daar het woord ‘Tekyürek’ voor: ‘Samen zijn wij één.’ De SAR en het leger keken steeds of het zoekgebied veilig was, voordat een inzetteam met honden ernaartoe ging. Het inzetteam bestond uit twee hondenteams met een groepsleider, een tolk en een chauffeur.”
Janine verblijft die dagen in een tentje op een kamp nabij het stadion van Hatay. Ze draait diensten van zes uur op en zes uur af. Een touringcar brengt het team dagelijks naar de legerbasis in Antiochië, de hoofdstad van de provincie Hatay, een van de zwaarst getroffen gebieden in Zuid-Turkije. “De vrijwilligers van SAR Turkije hadden hun tenten opgeslagen in de boomgaard van de legerbasis en van daaruit werden wij ingezet. Van tevoren kun je je nauwelijks een voorstelling maken van hoe het zal zijn. Je kent de beelden van televisie, maar in het echt is het zo heftig en indrukwekkend. Alles lag in puin, gebouwen stonden scheef en vielen bijna om, niets was nog heel, geen straatverlichting, een beklemmende stilte. Mensen hadden niets meer en verbleven in tentenkampjes of zaten rondom een vuur. Vaak bivakkeerden ze bij het ouderlijk huis in de hoop dat hun kinderen daar nog gevonden zouden worden. Heel aangrijpend om te zien.”

Signalen

“Iedereen die ik tegenkwam, was zo dankbaar. Haast ongemakkelijk vond ik dat. Mensen spraken me aan en bedankten met de hand op hun hart. Ze boden thee of mandarijntjes aan, terwijl ik dacht: houd het zelf, je hebt het zelf veel meer nodig.”
Tijdens de zoekacties in het puin onderhoudt Janine contact met de chef bergingswerk en een tolk om uit te leggen wat er gebeurt en wat de verwachtingen zijn. “In het algemeen reageert een hond op mensengeur door te gaan blaffen, zijn bringsel in zijn bek te brengen of je op te halen. Dat zijn signalen dat hij iemand gevonden heeft. Op puin zal de hond vooral blaffend verwijzen. Altijd halen we er dan ter controle een tweede hond bij. Als die dezelfde reactie vertoont, gaan we er vanuit dat het klopt. Zodra dat in het Turkse aardbevingsgebied het geval was, meldde ik het aan de inzetleiders van Search and Rescue en de Samenwerkende Reddingshonden Organisaties. Die konden vervolgens het bergingsteam oproepen om te gaan graven.”
Het is volgens Janine belangrijk om de hond zo veel mogelijk zelfstandig te laten werken en ze als geleider alleen te ondersteunen en in de gaten te houden. “Ik ben tijdens de zoekactie steeds bezig de honden te ‘lezen’. Door op aanwijzingen te letten en hun signalen te interpreteren, kan ik zien of het om een levend of overleden slachtoffer gaat. Als een hond iemand levend aantreft, is hij bijvoorbeeld druistiger, gaat sneller blaffen en wil dichterbij komen door bijvoorbeeld te krabben, graven of indringen. Is een persoon al overleden, dan is dat een andere geur. De hond verwijst meestal meer ingetogen of blijft bij een bepaalde plek staan.”

Spanning

Janine hoort pas later, als ze al terug is het kamp, of slachtoffers levend of overleden gevonden zijn in het puin. “Doordat je er zelf niet bij bent en niet ziet hoe ze gevonden worden, kun je wat meer afstand houden. Maar het blijft heel heftig en aangrijpend. Je ziet tijdens de zoekacties wel de familie staan. Dan voel je hun spanning, hun angst, de uitzichtloosheid. Het idee dat iemands kind mogelijk onder die enorme bult puin ligt, is afschuwelijk. Je voelt je dan eigenlijk te veel. Op een bepaalde manier zag ik raakvlakken met mijn werk als oefentherapeut op de intensive care. Mensen op de ic zijn ook in levensbedreigende situaties. Hun familie is heel bezorgd. Ook dan kan ik niet naast hun bed gaan zitten huilen, maar moet ik mijn ding doen, in actie komen om deze mensen te helpen en professioneel handelen. Het stelt me in staat met mijn emoties om te gaan. Zo was het in Turkije ook.”
Janine toont een foto van een man die bij een vuurtje zit. “Ik heb er bijzondere gesprekken gehad, zoals met deze man. We zaten midden in de nacht bij het vuur en praatten met elkaar via Google Translate. Hij sprak geen Engels en ik geen Turks. We spraken over wat hem was overkomen en hij vroeg zich af of er ook zoveel mensen zouden helpen als dit in Nederland gebeurde. Ik zal ook nooit de jonge vrijwilligster vergeten, die zich namens SAR Turkije bij ons aansloot. Het raakt me nog steeds als ik aan haar terug denk. Zij had als kind een aardbeving meegemaakt en reisde naar dit gebied af om te helpen. Haar eerste zoekactie liep uit op een desillusie. Ze hoorde geklop uit een gebouw en in de hoop iemand te kunnen redden ging ze daar met andere vrijwilligers op af. Totdat bleek dat iemand hen voor de gek hield en zomaar wat klopte. Teleurgesteld dat haar zoekacties niet hadden opgeleverd wat ze graag had gewild, besloot ze terug te keren. Toen kwamen wij, legden contact met SAR Turkije en gingen een samenwerking aan. Haar chef bij SAR, die geen woord Engels sprak, vroeg haar direct: ‘Blijf alsjeblieft hier als tolk.’ Ze heeft meteen haar vlucht naar huis geannuleerd en sloot zich bij ons aan. Het was zo’n lieve meid. Ze was zo gemotiveerd om te helpen en een bijdrage te leveren. Ik vond dat heel bijzonder. Ze is gebleven tot onze actie was afgerond. Toen ze wegging, zei ze dat ze heel blij was toch iets te kunnen betekenen en was ze dankbaar dat ze dat samen met ons heeft kunnen doen.”

Goed gevoel

Janine houdt tijdens de inzet steeds contact met de vrijwilligers van RHGD in Nederland. “De thuisblijvers zijn net zo belangrijk, we doen dit samen als groep. Bij hen kon ik mijn verhaal doen. Zij stelden de familie op de hoogte, want er was niet altijd goed bereik in de gebieden en je hebt er ook geen tijd voor. Bij thuiskomst kregen we slachtofferhulp aangeboden, maar daar heb ik geen gebruik van hoeven maken. Wel zijn Rieks en ik naar de terugkomdag geweest waarbij alle SRO-vrijwilligers elkaar weer ontmoetten en konden napraten.”
Janine kijkt met een goed gevoel terug op de inzet. “Ik merkte dat alles waar we al die jaren mee bezig waren zo mooi samen kwam: het lezen van honden, onverwachte situaties, het coördineren van zoekacties. De meerwaarde van onze inzet werd goed duidelijk. We hebben tien mensen, waaronder een meisje van dertien, levend onder het puin vandaan gehaald en 37 overleden slachtoffers gevonden.”
Tijdens de inzet hebben Janine en Rieks geconstateerd dat er veel bij komt kijken en een goede uitrusting erg belangrijk is. “We hebben al veel, maar niet alles voldoet voor een inzet in het buitenland. Bovendien zijn verschillende rugzakken en kledingstukken kapot gegaan tijdens het werk. Omdat we belangeloos werken en afhankelijk zijn van sponsors en donateurs, zijn we een crowdfundingsactie gestart. Daarmee willen we geld inzamelen voor bijvoorbeeld speciale kleding, goede verlichting, gps, vestjes voor de honden, rugzakken enzovoorts. Nu betalen de vrijwilligers die zelf, maar dat gaat flink in de papieren lopen. We kunnen een beetje steun goed gebruiken.”
De spullen zijn hard nodig, want Janine wil vaker deelnemen aan zoekacties bij rampen in het buitenland. “Ik vond het waardevol om te doen. Het is duidelijk geworden dat we ook in het buitenland écht het verschil kunnen maken.”

Tekst: Marloes de Moor
Foto: Amaury Miller, RHGD.

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.