vrouw

Jantien: ‘Ik ben jaloers op het leuke gezin van mijn zus’

Jantien (38) houdt zielsveel van haar gezin. Maar wanneer ze het perfecte gezin van haar zus Elsbeth bekijkt, kan ze er niets aan doen: ze is stikjaloers.

Geen modelkinderen

Jantien: “Aan de wand in mijn ouderlijk huis hangen foto’s van mijn gezin en dat van mijn zus, plus een muurvullende groepsfoto die we twee jaar geleden hebben laten maken ter ere van het huwelijksjubileum van onze ouders. Alleen al van het kijken naar deze beelden word ik chagrijnig en stikjaloers. Mijn zus, haar man en hun kinderen staan er zo goed op. Leuke spontane lach, iedereen even fotogeniek en überslank en de gevaarlijke dresscode ‘een witte outfit’ staat hen supertof. Als ik dat vergelijk met hoe wij poseren, staan zij er zo veel beter op. Zelf lijk ik wel een tientonner in mijn witte jurk, wit kleedt zó niet af, mijn man heeft zijn ogen half dicht en onze twee jongens staan er precies op zoals ze zijn: druk en chaotisch. Hun witte bloesjes al gekreukeld voordat er goed en wel één plaatje was geschoten. Om over hun kapsels – de dag ervoor was ik nog met ze naar de kapper gegaan-, niet te spreken. Hun haren stonden alle kanten op. Net zoals Rolf en Chris op hun schoolfoto’s steevast gehavend tonen. Er is er altijd wel één die een paar tanden mist of net een kras op zijn wang heeft. ‘Het zijn geen modelkinderen Jantien’, zegt mijn moeder altijd vergoelijkend. Nee, dat hoeft van mij ook niet. Maar een keertje iets minder rommelig zou fijn zijn. Al hadden ze maar een kwart van mijn neefje en nichtjes, dan zou ik al dolgelukkig zijn.”

Voorbeeldzus

“Mijn zus Elsbeth en ik schelen twee jaar. Al mijn hele leven hoor ik dat Elsbeth zo knap en lief is. Onze hele familie, alle ooms en tantes en vrienden van mijn ouders, iedereen was altijd vol lof over de blonde lokken van mijn zus, haar blauwe poppenogen en slanke figuur. Elsbeth kan eten wat ze wil zonder één grammetje aan te komen. Dat ik daar met mijn rode ‘Annie’-krullen, sproeten en bolle toet erg bij afstak, besefte ik maar al te goed. Ik had een oom die fotografeerde en hij legde Elsbeth in alle stadia van haar leven vast. Ik was slechts fotowaardig met mijn verjaardag en met feestdagen. Dat vond niemand raar.

Maar Elsbeth had niet alleen haar uiterlijk mee, ze was ook nog eens heel lief voor alles en iedereen en deed fluitend de mavo en de secretaresseopleiding. Hoe anders was dat bij mij. Ik worstel sinds mijn negende jaar met mijn gewicht en ben standaard een kilo of acht te zwaar. Daarnaast heb ik altijd meer interesse gehad in het leven buiten school: blowen, roken, foute vriendjes en vriendinnetjes. Ook ben ik twee keer blijven zitten. Uiteindelijk is het allemaal goed gekomen met mij en heb ik na lang omzwerven een lieve man en fijn gezin, maar daarvoor heb ik dus wel jaren moeten horen dat ik een voorbeeld moest nemen aan mijn jongere zus. Mijn ouders waren op z’n zachtst gezegd niet zo blij met het school verlaten zonder diploma en de nachten die ik doorhaalde in Amsterdam. Allemaal zaken waar Elsbeth zich verre van hield. Zij rondde haar opleiding af, mét diploma en had al jaren een vriendje, type ideale schoonzoon. Ik snapte best dat ze dat zeiden, Elsbeth deed het zo veel beter dan ik, maar het droeg niet bij aan mijn zelfvertrouwen.”

Netjes en trendy

“Nu we allebei zijn getrouwd en kinderen hebben, gaan onze levens gelijk op. We wonen zelfs bij elkaar in de buurt, zwemmen wekelijks samen en bellen en appen de hele dag door. Maar toch voel ik nog steeds een sterke zussen-rivaliteit. Want bij Elsbeth gaat het thuis allemaal nét even soepeler. Haar man heeft een goede baan en ze wonen in een half vrijstaande woning. Haar huis is netjes en trendy ingericht. Haar huiskamer is enorm gezellig en ze weet echt leuke items te scoren in de kringloopwinkel en die te combineren met nieuw spul. Echt een gave. Ik heb dat ook geprobeerd, maar bij mij lukt het niet. En ook al trek ik twee keer per week trouw mijn baantjes in het zwembad, ik val geen gram af en lijk in badpak naast mijn beeldschone zeemeerminnen-zus op een aangespoelde walvis.

Sowieso verloopt Elsbeths leven ogenschijnlijk vrijwel probleemloos en zonder stress. Daardoor heb ik nog steeds het gevoel dat ik in de schaduw sta van mijn jongere zus. Vooral als ik onze kinderen vergelijk. Haar Lola van 13, Danny junior van 11 en Maud van 7 zijn superbraaf, doen het goed op school en hebben veel vriendjes en vriendinnetjes. Bij mijn zus is het altijd een vrolijk inloophuis.

Ik zou dat ook wel willen, maar daar heb ik de kinderen niet naar. Mijn zoons van 12 en 11 hebben nooit de diagnose ADHD gehad, maar zitten er volgens mij dik tegenaan. Het zijn twee heerlijke, vrolijke jongens, maar net jonge honden. Ze zitten barstensvol energie en als mijn man Bert en ik er niet als een politieagent bovenop zitten, breken ze de boel af. Ze hebben wel vrienden op school, maar die heb ik liever niet hier thuis, of althans, niet als Rolf en Chris samen thuis zijn, want dan wordt het al snel ruzie. De boys schelen maar veertien maanden en versterken elkaar in hun enthousiasme. Double trouble, noemen Bert en ik ze altijd grappend. Maar dat is ook echt zo.”

Negatieve hoofdrol

“Als ik met beide jongens naar de supermarkt ga en me even omdraai om iets te pakken, hebben ze alweer wat uitgevreten. Een stelling blikken omgegooid. Stiekem een croissant gevist uit de broodbakken. Of alle suikerzakjes uitgepakt die bij het ‘gratis koffie’-apparaat liggen, waardoor de hele vloer onder de suiker ligt. Het liefst neem ik ze dus niet samen mee naar een winkel. Eigenlijk kunnen we als gezin nergens meer met goed fatsoen aankomen.

Op verjaardagsfeestjes gaan Bert en ik om en om een uurtje met een kind. Samen weten ze in no-time een negatieve hoofdrol op te eisen, los van elkaar zijn ze nog wel te hanteren, al blijven ze onstuimig. Ik kijk altijd vol bewondering naar hoe mijn neefje en nichtjes keurig aan tafel zitten met hun taartje, terwijl onze jongste op dat moment al een glas cola heeft omgezwiept en een halve cake heeft verkruimeld op de vloerbedekking. Ik heb standaard een nieuw setje kleding mee.

De laatste twee jaar huren we bij familie-etentjes of avondverjaardagen oppas voor de jongens in. Op die manier hoef ik niet de hele tijd op te letten of er iets fout gaat en heb ik ook een leuke avond. Rolf en Chris komen niks tekort, want ons zeventienjarige buurmeisje eet dan patatjes met ze, kijkt een film en verwent hen met ongelimiteerd chips en cola. De jongens vinden zo’n oppasavondje helemaal te gek en Bert en ik zijn er even lekker uit. Win-win, dus. Maar toch, als ik dan vervolgens zie hoe mijn zus haar kinderen wel perfect gedresseerd aan de eettafel kan laten zitten of nichtje Maud zonder morren bij oma in bed kan leggen, vraag ik me af wat ik toch fout toe.”

Lees ook: Carolien is jaloers op haar zus Annette: ‘Ze heeft alles’

Gezellige chaos

“Elsbeth heeft drie kinderen en een parttimebaan, terwijl ik niet werk, maar op de een of andere manier gaat het opvoeden haar gemakkelijk af. Haar kinderen lijken altijd automatisch te luisteren, er is nooit ruzie en ze verheft haar stem amper. Terwijl ik me af en toe doodschaam als ik weer eens sta te gillen naar de boys Dat Ze Nu Even Stil Moeten Zijn! Hoe zij dat doet? Ik heb geen idee. Ik denk dat Elsbeth van nature veel relaxter is. Ik ben zelf ook best druk en heb gewoon weinig geduld.  

Toen de kinderen vanwege het coronavirus niet naar school konden, vond ik het heftig om ze thuis scholing te geven en tegelijkertijd kalm te blijven. Ik merkte wel dat het de jongens goed deed, thuis, zonder afleiding van klasgenoten. Ze kregen meer werk af dan normaal op school, maar het kostte mij ontzettend veel energie de twee in bedwang te houden en ze hun taken te laten volbrengen. Soms was ik het zo zat dat ze voor geen meter luisterden, dat ik ze om elf uur al liet gamen. Als ik dan zuchtend en steunend Elsbeth belde, sprak ze me moed in. Ze was begripvol en snapte volkomen dat het me te veel werd. Maar andersom hoorde ik bij haar geen enkele wanklank. Terwijl zij dus ook nog haar baan vanuit huis moest doen en drie kinderen in verschillende leeftijden moest lesgeven. Echt petje af.”

Geen sparringpartner

“Zelf beweert ze dat het komt doordat ze zo’n goed team is met haar man Danny. Hij is heel betrokken bij de opvoeding. Ik denk ook wel dat dat helpt. Ik heb een schat van een echtgenoot, maar Bert heeft nog minder geduld dan ik. Hij vindt opvoeden lastig en schuift het strikt hanteren van regels, normen en waarden naar mij toe. Hij is meer van het sport en spel. Als Rolf en Chris megadruk zijn, gaat hij met ze basketballen of voetballen. Ideaal, want zo kunnen ze hun energie kwijt. Maar ik mis een sparringpartner, zoals Elsbeth heeft.

Soms mopper ik tegen mijn man, over ons onvermogen de kinderen net zo ‘keurig’ op te voeden als Elsbeth en Danny. Maar dat soort opmerkingen wuift hij weg. Het is maar een fase, zegt hij dan. Gaat vanzelf over, komt vanzelf goed. Ik moet me vooral niet te druk maken. Oké, maar het is wel een fase die eigenlijk al duurt sinds de kinderen twee en drie zijn. Vanaf dat moment is het hier in huis een chaos met veel strijd en stress.

Laatst heb ik mijn moeder opgebiecht dat ik het gevoel heb dat ik faal als moeder, zeker in vergelijking met Elsbeth, maar dat vond ze onzin. Zij vindt, net als Bert, dat het een fase is en dat ik me er niet zo veel zorgen om moet maken. ‘Kijk naar jezelf, met jou kwam het ook goed’, zei ze. Ze houdt als oma van al haar kleinkinderen het meest, maar onze jongens hebben een extra warm plekje in haar hart, juist omdat ze wat moeilijker en snel afgeleid zijn en ze haar erg doen denken aan mij, als kind vroeger. Op de momenten dat ik even niet meer weet wat ik met de kinderen aan moet, haalt zij vaak één van hen op voor een logeerpartijtje. Maar eerlijk is eerlijk, ook zij verzucht dan vaak dat één kind van mij net zo veel werk is als de drie van mijn zus samen.”

Margarinereclame

“Mijn zus zelf weet niets van mijn afgunst voor haar leven. Ik vind het niet eerlijk om haar met mijn jaloerse gevoel te confronteren. Het is ook niet dat zij iets verkeerd doet; integendeel, ze is altijd superlief. Ik denk dat als Elsbeth zou weten hoe moeilijk ik het allemaal vind, ze dat echt vreselijk zou vinden. Ze zou mij best willen helpen met het reilen en zeilen van mijn gezin, maar dat voelt toch als mijn eer te na. Dt voelt nóg meer als falen.

Ik wil ook niet klagen, maar af en toe vliegt het me gewoon aan: zo’n perfecte zus, met nog perfectere kinderen. Het is dat Elsbeth zo lief is, anders zou je bijna een hekel krijgen aan iemand die nooit eens uit de bocht wringt, bij wie het glas altijd halfvol is en wiens gezin zo in een margarinereclame kunnen van het ideale gezin.”

Lees ook: Liesbeth: ‘Ik schaam me, maar ik ben vreselijk jaloers op mijn dochter’

Foto: Getty Images

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.