Judith: ‘Als hij niet afvalt, ga ik bij hem weg’
26 februari 2024
Toen Judith (29) haar vriend Coen (31) leerde kennen, waren ze allebei sportief. Maar nu wordt hij dikker en dikker, tot ergenis van Judith. “Ik werd zo chagrijnig toen hij zich weer op de appelflappen stortte.”
Judith: “Als ik ’s avonds thuiskom, tref ik mijn vriend Coen altijd kauwend aan. Meestal hangt hij op de bank of achter de computer met een of andere snack. Daar erger ik me dood aan: ik kom op dat moment net van mijn werk of uit de sportschool en in de meeste gevallen moeten we nog eten. Als ik dan een gezonde maaltijd kook, eet Coen daar weinig van, omdat hij net een zak chips of een broodje bapao op heeft.
Ik heb al honderd keer gezegd dat ik dat niet leuk vind en ik ben al vaak boos geworden. Dan leg ik uit dat ik speciaal voor hem een visje sta te grillen en broccoli kook, maar dat het geen zin heeft als meneer daarvoor aan de vette hap gaat. Maar wat ik ook zeg, het haalt niks uit. Coen blijft zich volproppen met junkfood, omdat hij ‘gewoon honger heeft’ of zich ‘lusteloos voelt’. En ik blijf zitten met de gezonde maaltijd die hij eigenlijk zo hard nodig heeft.”
Samen sportief
“Toen ik Coen zes jaar geleden leerde kennen in de sportschool, was hij een atletische, goedgebouwde man. Hij hield toen al van een biertje en een broodje shoarma op zijn tijd, maar omdat hij zes keer per week sportte, maakte dat niet veel uit. Na een avond stappen stond hij ’s morgens om negen uur alweer in de sportschool om de calorieën eruit te zweten. Onze levensstijlen matchten behoorlijk. Ik doe fanatiek aan taekwondo en fitness en loop een keer per week hard. Daarbij let ik op mijn voeding. Een patatje, stuk chocola of wijntje op zijn tijd is heerlijk, maar ik probeer zo gezond mogelijk te leven. Omdat ik het fijn vind, maar het is ook een belofte aan mijn moeder. Zij is op mijn achttiende overleden aan een hartaanval. Ze had een ongezonde leefwijze: ze rookte als een ketter en dronk bovenmatig veel. Op haar sterfbed drukte ze me vooral op het hart gezond te leven en te stoppen met roken. Ik lette toen al wel doordeweeks goed op mijn voeding, maar in het weekend ging ik drie avonden stappen en dan sloeg ik zo vijf, zes biertjes achterover en rookte een half pakje weg. Mijn moeders wens was het laatste zetje dat ik nodig had. Ik stopte cold turkey met roken en dronk nog hooguit één avond in het weekend, en dan maximaal twee witte wijn. Ik voelde me er meteen een stuk prettiger bij. Bovendien was het schrikbeeld van mijn moeder, die nog geen veertig is geworden, een stok achter de deur.
Toen ik Coen ontmoette, deelden we dus onze passie voor sporten. We kozen onze vakanties er zelfs op uit: wintersport, actieve berg- en klimvakanties in de zomer, wandelen in de Ardennen en we liepen stukjes van het Pieterpad. Ik vond het heerlijk dat we geen ‘bankstel’ waren, maar allebei genoten van de buitenlucht. We waren echt geen quinoafreaks die alleen leefden op tarwegrassap en boerenkoolsalades: we gingen nog steeds de kroeg in met vrienden en dan werd de nodige alcohol gedronken. Maar als we met zijn tweeën waren, aten en leefden we gezond.”
Heel veel pijn
“Ruim twee jaar geleden kwam Coen thuis te zitten met een enkelblessure. Hij had zijn enkel goed verzwikt tijdens een spontaan avondje voetbal met collega’s. Maar het genas maar niet. Hij probeerde wel steeds een stukje te fietsen of te lopen, maar de pijn werd eerder heviger dan minder. Na veel onderzoeken kreeg hij de diagnose posttraumatische dystrofie, een complicatie die soms optreedt na een breuk of blessure. Artsen wisten niet precies in welke mate hij het had, maar hij moest verplicht rust
nemen, omdat het anders een ernstig verhaal zou kunnen worden en zelfs tot blijvende invaliditeit kon leiden. Coen had heel veel pijn en ik had echt met hem te doen. Nietsdoen is ook heel vervelend als je altijd sportief bent geweest. Het voelde als een straf om niks te mogen doen, zei hij. Gelukkig kon hij na een paar weken in de ziektewet weer voorzichtig beginnen met werken, vanuit huis. Hij hoefde niet naar kantoor te reizen en kon gaan liggen als hij te veel pijn had. Zijn baas was heel schappelijk en begripvol. Maar doordat hij nu al weken niet meer sportte maar wel lekker at, kwam hij geleidelijk aan. Volgens Coen ‘vrat hij onvrede weg’. Hij zat niet lekker in zijn vel en had veel pijn. Om zichzelf op te beuren, ging hij snoepen. Er gingen kilo’s drop doorheen in de week. Toen zijn bloeddruk omhoogschoot, stapte hij af van de salmiak- en muntdrop en ging hij over op koekjes, witbrood en vette snacks. Ik zag hem met de week dikker worden. Vooral in zijn gezicht en rondom zijn buik.”
Schrikbarend gewicht
“Als ik voorzichtig iets van zijn gewichtstoename zei, antwoordde Coen dat ik zeurde en dat hij mijn negativiteit er echt niet bij kon hebben. Ik moest maar begrijpen dat eten hem troost gaf. Zo veel leuks had hij tenslotte ook niet meer. Een avond naar de kroeg of de bioscoop kon niet vanwege zijn enkel. Uit eten gaan lukte nog wel, maar alleen als hij zijn been goed kon neerleggen en niet te lang, want dat was te vermoeiend. Vaak werd het dan een eetcafé of een all you can eat-restaurant, zodat we snel weer thuis waren.
Inmiddels zijn we twee jaar verder en is zijn gewicht schrikbarend gestegen. Toen we laatst bij de huisarts waren, werd duidelijk dat Coen nu 120 kilo weegt, bij een lengte van 1.90 meter. Véél te zwaar. Zijn huisarts waarschuwde hem: als hij zo doorgaat, heeft hij straks obesitas, met alle gevolgen van dien. Coen zei dat hij op zijn voeding
zou letten, maar eenmaal thuis liep hij regelrecht naar de voorraadkast om een zak Dorito’s open te scheuren. Ik vroeg hem of hij wel had gehoord wat de huisarts had geadviseerd, maar hij haalde zijn schouders op. ‘Ach, zo’n vaart loopt het allemaal niet. Als ik straks weer helemaal pijnvrij ben, ga ik weer sporten en vliegen de kilo’s eraf.’ Ik geloofde er niks van. Zijn enkel gaat de goede kant op en hij zou voorzichtig aan zijn revalidatie kunnen werken met een fysiotherapeut, maar echt veel zin om iets te proberen heeft hij niet. Als ik de naam van de fysiotherapeut noem, begint Coen al te mopperen: ‘Begin je weer? Hou eens op je overal mee te bemoeien! Ik bepaal zelf wanneer ik mijn enkel weer kan belasten en voorlopig doet alles me nog te veel zeer.’ Natuurlijk zit liefde niet in iemands gewicht of uiterlijk, maar aantrekkingskracht is wel essentieel in een liefdevolle relatie. Anders kun je net zo goed met je broer gaan samenwonen. Of met een goede vriend. Ik vind het fijn als ik blij word van mijn vent.
En om seks te kunnen hebben, moet ik opgewonden zijn. En dat word ik op dit moment niet van Coen. Hoe erg dat ook klinkt, het is wel de waarheid. Ik mis dat lekkere strakke lijf van hem, zijn smalle bekkie en zijn goede kledingsmaak.”
Geen initiatief
“Om zijn enkel te ontzien en omdat het nou eenmaal lekkerder zat, is Coen trainings- en joggingbroeken gaan dragen. Inmiddels draagt hij niets anders meer. Simpelweg omdat al zijn andere broeken veel te strak zitten. Ook heeft hij veel XXXL-shirts en truien aangeschaft, zodat je zijn buikje niet ziet. Maar daardoor lijkt hij in niets meer op mijn vroegere Coen. De enkele keer dat we nog vrijen, ligt Coen onder. Hij is te zwaar voor ons favoriete standje, uit de tijd dat hij nog negentig kilo woog: de missionarishouding, ik onderop. Ik kan hem gewoon niet meer bovenop me verdragen. Ook vind ik het gevoel van zijn dikke buik niet prettig als hij boven me hangt. Laat staan zijn gehijg. Dat doet hij niet omdat hij het vrijen zo prettig vindt. Nee, hij hijgt zo, omdat hij helemaal geen uithoudingsvermogen meer heeft. Elke inspanning is te veel.
De laatste keer dat we echt seks hadden, is alweer maanden geleden. Geen van ons tweeën neemt nog initiatief. Vroeger sliepen we altijd naakt en begon een vrijpartij vanzelf, omdat we toch al tegen elkaar aan lagen. Tegenwoordig draagt Coen een groot T-shirt en een onderbroek in bed. Ik denk dat Coen zich tegenover mij schaamt voor zijn lichaam, al geeft hij dat niet toe. Met de feestdagen heeft Coen zich weer enorm laten gaan: hij werkte hele stukken banketstaaf, gevuld speculaas, taaitaai en kerstkransen weg. Ik zag het aan en werd steeds verdrietiger. Hij deed geen moeite om zich in te houden.
Ook had hij geen zin meer om met me te wandelen, zoals we vroeger altijd deden in de kerstvakantie. Toen we op Tweede Kerstdag naar huis reden, na het gourmetten bij zijn ouders, heb ik hem een ultimatum gesteld. Ik ben keihard geweest en heb gedreigd dat ik het uitmaak als hij niet afvalt. Op deze manier drijven we uit elkaar, zei ik: ik wilde mijn sportieve, leuke, slanke man weer terug. Ik wilde hem overal mee helpen. Samen naar een diëtist stappen, samen sporten, wat dan ook. Als ik maar weer iets van de oude Coen zou terugzien. Die reis terug hield Coen zijn mond. Hij knikte een beetje, zei dat hij me wel begreep en dat hij zijn best zou doen. Hij leek verdrietig. Maar die emoties konden ook komen doordat hij behoorlijk had gedronken met zijn vader en broer.
Ik wachtte af of ik iets van zijn belofte zou merken. Met Oudjaar hadden we vrienden over. Ik had allemaal lekkere gezonde hapjes gemaakt, maar Coen negeerde mijn zalmwraps en stortte zich op de oude kaas, de worst en de schaal met oliebollen en appelflappen. Ik was zo boos toen ik dat zag, dat ik er echt chagrijnig van werd. Maar toen we vlak voor twaalven met elkaar kletsten en het over goede voornemens hadden, riep Coen ineens dat hij 25 kilo wilde afvallen, zodat hij weer op zijn oude gewicht uitkwam. Ik werd
er helemaal blij van en zoende hem zoals ik al heel lang niet meer had gedaan. Inmiddels zijn we alweer een paar maanden verder en zie ik helemaal niks van zijn belofte. Er is misschien net een kilo af. Ik houd me keurig aan onze afspraak en kook mager, maar Coen blijft snaaien. Zelfs als ik niks lekkers in huis haal, weet hij nog iets ‘slechts’ te vinden. Dan bakt hij eieren met spek of eet hij zes beschuitjes met hagelslag. Of ik vind wikkels van repen verstopt onder de aardappelschillen in de afvalbak.”
Geduld verliezen
“Ik word superverdrietig van deze situatie. Op dit moment gaan al onze ruzies en ergernissen over Coens gewicht. Volgens mij is zijn enkel alweer hersteld, maar hij weigert mee te gaan hardlopen. Hij ligt nog steeds in zijn favoriete positie: languit op de bank. Laatst herinnerde ik hem nog aan zijn en mijn belofte: ‘Coen, ik méénde het toen ik zei dat ik weg zou gaan als je niet afvalt’. Daarop antwoordde hij alleen maar dat ik hem tijd moest gunnen. Maar ik begin mijn geduld te verliezen. Ik krijg niet het idee dat hij ooit echt iets aan zijn overgewicht gaat doen of dat ik ooit de oude Coen terugkrijg. Misschien dat als ik echt vertrek, zijn ogen een keer opengaan. En als hij het niet om mij doet, dan alsjeblieft voor hemzelf. Als hij in dit tempo door blijft snacken, wordt hij echt niet oud.”
Lees ook: Nienke: ‘Mijn man verliet me voor mijn zus’
Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.