Placeholder

Kim werd verliefd op een man met een dwarslaesie: ‘Ik zie die rolstoel niet eens’

Kim (40) hielp Niek (36) als ergotherapeut revalideren toen ze verliefd op hem werd. Ze heeft nooit getwijfeld of ze wel een relatie wilde met een man die nooit meer kan lopen.

Kim (40) hielp Niek (36) als ergotherapeut revalideren toen ze verliefd op hem werd. Ze heeft nooit getwijfeld of ze wel een relatie wilde met een man die nooit meer kan lopen. “Ik heb Niek altijd als Niek gezien.”

Ardennen

Kim: “Echt verliefd op elkaar werden we pas tijdens de revalidatiewerkweek in de Ardennen. Tijdens een behandeling hadden we maar even de tijd om met elkaar te praten, in de Ardennen hebben we urenlang met elkaar bij het kampvuur gekletst. Over het leven, relaties… Er is niets gebeurd, maar terugkijkend was het voor ons beiden het moment waarop we ons realiseerden: shit, er is wel iets meer dan een klik. Ik denk dat we elkaar toen al naar een hoger niveau tilden, het beste in elkaar naar boven haalden.”

In de kreukels

“Toen ik Niek in 2010 in revalidatiecentrum De Hoogstraat ontmoette, lag hij nog best wel in de kreukels. Hij had een nekkraag om, zijn been zat in het gips en zijn handen zaten vol met wonden. Even daarvoor was hij met de motor onderuit gegaan. Hij liep daarbij een complete dwarslaesie op waarbij zijn lichaam voor negentig procent, vanaf zijn tepels, verlamd raakte. Het was meteen duidelijk dat hij nooit meer zou kunnen staan en lopen. Een dwarslaesie betekent dat je er een dagtaak aan hebt om voor jezelf te zorgen. Je hebt geen controle meer over je darmen en blaas. Dat moet je zelf reguleren door te laxeren en te katheteriseren.

Nadat hij tweeënhalve week in het ziekenhuis lag, kwam Niek revalideren bij De Hoogstraat waar ik werkte als ergotherapeut. Ik dacht echt niet meteen: wauw, daar is mijn prins op het witte paard. Ik stelde hem wat vragen zodat we konden beginnen met de revalidatie. Wat vond hij belangrijk in het leven en wat wilde hij weer kunnen? Ik herinner me vooral dat hij veel zin had om te revalideren. Aan mij de taak hem te leren zichzelf aan te kleden met een lichaam dat niet meewerkt en zich met een rolstoel te verplaatsen.”

Kans op iets moois

“Er was een klik tussen ons, dat voelde ik steeds duidelijker. Onze gesprekken werden persoonlijker en we zochten elkaar op in de wandelgangen. Maar met verliefd zijn was ik totaal niet bezig. Het was ook geen optie om gevoelens voor hem te hebben. Dat zou niet professioneel zijn en bovendien wettelijk niet toegestaan. Het is verboden om een relatie te krijgen met een patiënt. Ik had ontslagen kunnen worden. Andersom was Niek vooral met zichzelf en zijn revalidatie bezig.

Een jaarlijkse traditie in het revalidatiecentrum is de werkweek waarbij we op locatie revalideren. Van de avond dat we bij het kampvuur zaten, is een foto gemaakt. Daarop zie je gewoon dat er tussen ons iets gebeurt. We gingen helemaal in elkaar op. Ik viel op hem, omdat we allebei even enthousiast en open zijn. We zijn beiden heel positief en gaan met lef het leven aan. Dat hij nooit meer kan lopen, heeft voor mij nooit een rol gespeeld. Hoe gek dat ook klinkt. Ik heb Niek altijd als Niek gezien. De dwarslaesie is voor mij niet zo zichtbaar.”

Naar de manager

Na die werkweek vroeg Niek mijn telefoonnummer zodat hij foto’s kon doorsturen. Het sms’en begon en daarmee ga je als therapeut eigenlijk al een bepaalde grens over. Niek zocht steeds excuses voor meer ergotherapie en kwam voor ieder wissewasje langs. Het was overduidelijk dat hij die klik ook voelde. Na een weekend volop sms’en, werd duidelijk dat we stapelverliefd op elkaar waren. Toen heb ik het ook pas voor het eerst voor mezelf uitgesproken: ik ben verliefd.

Die maandag ben ik meteen naar Niek gegaan om te zeggen dat we moesten praten. Diezelfde avond kwam hij bij mij thuis eten en zoenden we. De volgende dag ben ik naar mijn manager gegaan om het te melden. Ik moet toen al hebben gevoeld dat het een serieuze kans was op iets moois, want anders meld je zoiets niet meteen. Dat ik ontslagen had kunnen worden, had ik er wel voor over. Het is maar een baan. De liefde is veel belangrijker.” Gelukkig hadden de artsen al eerder meegemaakt dat er relaties ontstonden op de werkvloer. Ik werd niet ontslagen, maar Niek ging wel naar een ander behandelteam en ik was meteen therapeut-af bij hem. Dat was goed. Je kunt iemand niet meer behandelen als je een relatie met diegene hebt. Eigenlijk mag een relatie met een patiënt
pas twee jaar nadat iemand is uitbehandeld. Dat was ons dus niet gelukt, maar gelukkig zat Niek aan het einde van zijn revalidatietraject.”

Smoorverliefd

“Niek kreeg al snel een huis aangeboden en een paar weken na onze eerste kus besloten we al te gaan samenwonen. Er samen voor te gaan. Ik heb geen moment getwijfeld om samen te leven met iemand met een dwarslaesie. Dat kwam door de positieve manier waarop Niek er zelf mee omging en daarbij waren we gewoon smoorverliefd.

Door mijn kennis over dwarlaesies wist ik dat hij nog veel zelf zou kunnen en dus niet door mij hoefde te worden verzorgd. Mensen in mijn omgeving dachten dat ik hem altijd zou moeten helpen met wassen en aankleden. Iedereen vroeg zich af of ik er wel goed aan deed, behalve mijn moeder. Zij zag dat hij voor mij de ware was en dat we in onze relatie gelijkwaardig aan elkaar waren. Toen mijn familie en vrienden Niek voor het eerst ontmoetten, verdween de twijfel ook bij hen. Hij wond iedereen om zijn vinger, zoals hij dat ook bij mij had gedaan.”

Glas half vol

“Niek kan heel groots denken. Uit een moeilijke situatie kan hij iets goeds maken, dat is zijn kracht. Al heeft hij voortdurend pijn, het glas is voor hem altijd half vol. En daarom is het als partner gemakkelijk om daarnaast te staan en dat samen aan te gaan. Als hij het gevecht al aangaat om een zo normaal mogelijk leven te kunnen leiden, wie ben ik dan om te zeggen: ik zie het niet meer zitten?

Hij laat mij groeien, daagt me uit me te blijven ontwikkelen en nieuwe uitdagingen aan te gaan. Bijvoorbeeld om fitter te worden – ik ben nu tien kilo afgevallen – en binnenkort te starten met een opleiding tot fotograaf. Andersom laat ik Niek groeien door vooral zijn mooie eigenschappen te zien en niet alleen zijn dwarslaesie.”

‘Ik zie jou’

“Samenwonen was een ontdekkingstocht. Niek moest alles opnieuw ontdekken, zoals boodschappen doen. Maar we deden ook meteen leuke dingen, zoals zeilen op de boot van zijn ouders. Na anderhalf jaar vroeg hij me op Vlieland ten huwelijk en daar zijn we ook getrouwd. In onze trouwringen staat ‘Ik zie jou’. Elkaar zien betekent ook dat je eerlijk naar elkaar bent en alles uitspreekt. Ik kan hem gewoon op zijn verantwoordelijkheden aanspreken. Ik verzorg Niek niet, hij doet alles zelf. Iedereen vindt hem bijzonder met zijn dwarslaesie, dat heb ik niet. Ik ervaar onze relatie ook als gewoon. En net als ieder ander stel hebben wij onze strubbelingen. Maar misschien dat wij na een mindere tijd wel weer gelukzaliger van elkaar kunnen genieten. Door de dwarslaesie hebben we geleerd dat we niet veel nodig hebben om gelukkig te zijn.”

Weg vol teleurstellingen

“We bespraken al vrij snel dat we allebei een kinderwens hadden. Vier maanden nadat we samenwoonden, zaten we al bij de dokter. De enige optie om zwanger te worden, bleek via een ICSI-behandeling. Daarbij worden zaadjes die het goed doen eruit gepikt en ingebracht in eicellen, waarna een embryo kan worden teruggeplaatst. Zeven terugplaatsingen waren zonder resultaat, een keer kreeg ik een miskraam. Het was een weg vol teleurstellingen en steeds weer opkrabbelen en dat drieënhalf jaar lang. Bij de achtste terugplaatsing, waarbij er nog slechts twee embryo’s beschikbaar waren, dacht ik dat het
nooit meer zou lukken. Ze mochten allebei worden teruggeplaatst, waarop we tegen elkaar zeiden: ‘Zullen we maar alles of niets doen?’ Dat werd onze tweeling: Josefi en en Puck. Ze zijn nu drie. De tweeling kwam met een keizersnee en de opstartperiode was een drama. Drie dagen na de bevalling kwam ik thuis en kon ik van het ziek-zijn bijna niet meerop mijn benen staan. Niek had buikgriep en ’s nachts stond ik zijn billen te wassen en het bed te verschonen. Ik draaide helemaal door en ben teruggegaan naar het ziekenhuis. De kraamtijd van Anna, die inmiddels elf maanden is, verliep gelukkig wel goed. Met drie kinderen is ons gezin compleet. Ik vind het zo’n rijkdom: een schat van een man en drie prachtige, gezonde dochters!

Ik denk dat ik 99 procent van de kinderen en het huishouden doe. Ben ik lekker fit, dan gaat dat prima naast drie dagen werken. Maar soms voelt het wel alsof ik er alleen voor sta. Dan sta ik om negen uur ’s avonds nog boodschappen voor de hele week uit te laden en is het thuis nog overal een rotzooi. Niek werkt fulltime en geeft als spreker lezingen op congressen. Hij vertelt onder andere over zijn boek Crash waarin hij zijn levensverhaal heeft opgeschreven. Dat doet hij heel goed, maar het vraagt ook veel energie van hem. Als hij dan thuiskomt, is hij moe en kan hij nog maar weinig doen.”

Geluk gevonden

“Hoe de toekomst eruitziet voor iemand met een dwarslaesie is altijd een vraagteken. Complicaties als een blaasontsteking en doorligwonden
liggen op de loer. Niek heeft de dwarslaesie niet alleen, die hebben wij als gezin ook. Zijn we op vakantie in Frankrijk en krijgt hij een blaasontsteking
zodat hij in het ziekenhuis aan het infuus moet, dan pakken we maar weer de spullen en gaan een week eerder naar huis. Die dwarslaesie bepaalt ons leven, is een baan erbij. Maar er boos om zijn, heeft geen zin. Ik kan er eventjes verdrietig om zijn, maar ga dan weer verder. Omgaan met tegenslagen is een soort tweede natuur geworden.

Ik heb het geluk gevonden dat ik zocht. Geluk is voor mij samen kunnen dromen en het zit in onze drie prachtige meisjes. Nieks motto is dat geluk niet in je benen zit, maar een keuze is. Daar sta ik helemaal achter. We dromen ervan om met het gezin over een paar jaar op wereldreis te gaan. We willen met een aangepaste camper door Australië en Nieuw-Zeeland reizen. Niek kan dan onderweg spreken en ik leg het vast. Blijkbaar inspireert ons verhaal. Het helpt gezonde mensen te relativeren, zodat ze denken: wat zeur ik nou? En mensen met een beperking kunnen denken: hé, dat kan ik dus ook, een gezin beginnen, carrière opbouwen, maar ook zeilen, skiën, kamperen of gewoon picknicken op een kleedje in het park. Of onze reis doorgaat, weet ik niet, maar uitspreken dat we de wereldreis gaan maken, is een eerste stap.”

Lees ook: samen 100 kilo afvallen? Erica, Fred en Christy deden het