Kjeld Nuis over zijn gouden plak: ‘Ik voelde aan alles dat ik er klaar voor was’
13 juli 2022
Kjeld Nuis (32) is schaatser en favoriete sportverschijning van veel Nederlandse vrouwen. Op de Olympische Spelen in Beijing won hij een gouden medaille op de 1500 meter. ‘Alles klopte op het juiste moment.’
Op de Spelen had je maar één kans omdat je maar aan één afstand mee mocht doen. En die pakte je, je won goud. Hoe hield je je hoofd koel?
“Ik zat goed in mijn vel en voelde aan alles dat ik er klaar voor was. Thomas Krol reed in de rit voor mij een Olympisch record. Toen schoot door me heen: nee zeg, ik word tweede… Die gedachte wil je niet toelaten omdat hij je beïnvloedt, maar het gebeurde toch even op dat moment. Meteen zei ik tegen mezelf: weg met die gedachten! Als hij zo snel is, dan zal het ijs wel gewoon heel snel zijn, ik ga ervoor! Zo kon ik me weer op mijn eigen race focussen. Voor elke meter heb ik geknokt. Alles klopte op het juiste moment. Op het scorebord zag ik dat ik nummer één was. Ik had het geflikt, maar ik durfde nog niet te hard te juichen. Er moesten nog andere kanshebbers rijden.”
Is deze derde gouden medaille anders dan je eerste Olympische goud?
“Jazeker! Het is een bevestiging dat je het nog steeds kan, ondanks de toenemende druk. Daardoor is het eigenlijk ook een continuïteitsprijs.” Kjeld stop even en zegt dan: “Nou ja… Ik vond het heel jammer dat mijn ouders dit jaar niet bij de Olympische Spelen mochten zijn vanwege de coronamaatregelen. Ik was er stiekem zelfs een beetje emotioneel over. Van de mensen om mij heen zijn zij degenen die mij het langst hebben gesteund. Misschien vond ik daarom die eerste medaille tóch mooier, omdat mijn ouders er toen wél bij waren en ik de overwinning met hen kon delen. Dat was heel bijzonder.”
Toch was het bijna misgegaan in de voorbereiding het afgelopen jaar: je liet je vaccineren en kreeg daarna een lekkend hartzakje?
“Ja! Ik had het vaccin nodig om internationale wedstrijden te mogen rijden. En omdat ik nergens last van had, ging ik gewoon weer trainen. Totdat ik drie dagen later ineens 40 graden koorts kreeg, kortademig werd en een druk op mijn borst voelde. Voor de zekerheid is er een longtest en een hartfilmpje gemaakt. Daaruit bleek dat ik een hartafwijking had. Als de arts dit tegen je zegt, krijg je letterlijk even een hartverzakking. Er ging van alles door me heen. Niet eens over het schaatsen, maar meer aan mijn verdere toekomst. Want tja, je hart is nogal een essentieel onderdeel als het gaat om je leven.”
Hoe hou je dan de moed erin?
“Gezond worden, dat stond voorop. Ik lag aan allerlei apparaten alsof ik een zware hartpatiënt was. Maar dankzij de fantastische medische hulp die ik kreeg, ben ik volledig hersteld. Het had ook heel anders kunnen aflopen. Een atleet die ik persoonlijk ken, had hetzelfde. Maar hij kreeg niet zulke goede verzorging als ik. Bij hem ging het lekkende hartzakje over in een ontsteking van zijn hartspier. Als mij dat was overkomen, had ik deze derde medaille nooit om mijn nek gehad. Je hebt dan nul conditie meer, zelfs traplopen kost te veel energie. Ik heb echt geluk gehad.”
Had je na je herstel het vertrouwen weer terug?
“Zeker niet. Pas anderhalve maand vóór de Olympische Spelen zat ik weer in de juiste flow en kwam mijn zelfvertrouwen terug. Dat was dus na de twee kwalificatierondes voor de Olympische Spelen. De eerste haalde ik niet, dat was de 1000 meter. Dat deed me echt pijn, en nog steeds wel. Ik kwam niet op topsnelheid omdat ik in mijn oude valkuil was teruggevallen: ik wilde té graag en kon die spanning tijdens de rit niet loslaten. De volgende dag was de kwalificatie van de 1.500 meter: mijn enige kans op deelname aan de Spelen. Ireen Wüst gaf me op het goeie moment de juiste peptalk. Ze zei: ‘Gozer, jij kan véél beter dan dit. Morgen is jouw afstand en dan ga je laten zien wat je wél kan. Gooi gewoon je armen op je rug en ga je helemaal los! Laat ze zien wat je kan.’
Die nacht heb ik maar twee uur geslapen. Maar tijdens de rit deed ik wat Ireen had gezegd. Ik was als een kind zo blij dat ik alsnog naar de Olympische Spelen mocht. Daarmee begon ook mijn vertrouwen terug te komen en reed ik alles daarna steeds beter en sneller.”
Kom je uit een echte schaatsfamilie?
“Dat niet. Maar van de verhalen van mijn ouders en opa en oma weet ik dat ik als peuter voor de televisie gefascineerd naar het schaatsen keek. Als ventje van drie jaar stond ik dat schijnbaar al na te doen. Zolang ik me herinner, wilde ik schaatser worden. Op mijn zevende reed ik mijn eerste wedstrijd bij ons in het dorp. Dat was vooral kinderlijk enthousiasme, maar in mijn hoofd deed ik al aan topsport.”
Als puber zat je ook met één been in de alternatieve skate-wereld. Stond dat het schaatsen in de weg?
“Op een gegeven moment moest ik kiezen inderdaad. Dat was een enorme tweestrijd in mij, omdat ik zowel het schaatsen als het skaten leuk vond. Als vijf jarig jongetje stond ik voor het eerst op skates. Tegenover ons huis was een skatebaan waar ik steeds vaker te vinden was. De mensen daar beschouwde ik als familie. We zagen elkaar elke dag en je hoefde niet te bellen om iets af te spreken want je wist dat je iedereen daar zou zien. Het was een geweldige tijd. Iedereen ging goed met elkaar om en vond elkaar lief. Maar de skate-wereld is compleet anders dan de schaatswereld. Op de schaatsbaan was ik bloedfanatiek en met mijn skate-vrienden rookte ik jointjes, zaten we te dollen en aten we broodjes kebab. Supergezellig, maar het botste met mijn schaatsambities. Toen ik met schaatsen in de topselectie terechtkwam, was het niet langer te combineren en ging ik voor het schaatsen. In die begintijd heb ik het skaten echt wel gemist. Maar met sommige skate-vrienden heb ik nog steeds contact.”
Was je in alles fanatiek?
“Wat schaatsen betreft wel, maar qua school absoluut niet. Mijn ouders moesten regelmatig op school komen omdat ik in de klas niet te hanteren was. School boeide me niet. Bovendien zat ik in een klas met veertig leerlingen. Wat er achter in de klas gebeurde was veel interessanter dan wat er zich voorin afspeelde. Daarbij had ik te veel energie om me te concentreren op de les. Met mijn skates aan het stuur fietste ik naar school om voor schooltijd nog even naar het skatepark te gaan. Zodra ik de schoolbel hoorde, stopte ik. Dan was ik een beetje energie kwijtgeraakt, waardoor het ook iets beter ging in de klas.”
Was je buiten school ook een boefje?
“Ja hoor, ik heb genoeg meegemaakt. Van straf op school tot een taakstraf. Dat laatste klinkt heftiger dan het was. Op een zaterdagmiddag was ik met een skate-vriendje met graffiti bezig de stad mooi te versieren, zo zag ik dat. Lekker naïef natuurlijk, haha. Ineens stonden er twee politieauto’s achter ons stonden en moest we mee. We kregen tien uur taakstraf en hebben bankjes in de lak gezet bij een verzorgingstehuis en containers schoongemaakt, dat soort dingen. We vonden het best leuk om te doen eigenlijk.”
Zie je jouw eigen enthousiasme terug in je zoon Jax?
“Ja, hij is net zo’n stuiterbal als ik. Nu ik vader ben, zie ik hoe mijn ouders en opa en oma vroeger hun handen vol hadden aan mij. Ik hoor mezelf tegen Jax dingen zeggen als: pas nou op, niet meteen van de hoogste duikplank springen hè, zet je wel je helm op… Maar aan de andere kant vind ik het ook leuk dat hij zo enthousiast is. Hij is vijf en zit in de voetbalfase: Ajax en Barcelona zijn de bom. Hij wil later voetballer worden en bakker. Dan kan hij altijd koekjes en donuts eten, haha.”
Misschien is het wat filosofisch, maar wat wil je je zoon meegeven?
“Dat hij lekker veel dingen moet gaan uitproberen. En als we dan toch op de filosofische toer gaan: dat hij een zo breed mogelijke horizon mag verkennen. En dat hij z’n hart volgt. Als zijn passie ballet of turnen is, dan moet hij dat lekker doen.”
Wat betekent je vriendin Joy voor jou?
“Veel! We hebben een ontzettend goeie klik en ik vind haar heel grappig. Humor vind ik belangrijk. En ik bewonder haar dat ze voor een vent heeft durven kiezen die tien jaar ouder is en een zoontje heeft. En ook niet onbelangrijk: ze snapt mijn leven als topsporter, omdat ze zelf een sportvrouw is. We hebben anderhalf jaar bij elkaar in het schaatsteam gezeten. Toen ik in scheiding lag, waar ik het soms lastig mee had, trok ik meer naar haar toe. Joy en ik konden goed met elkaar praten, en nog steeds. Ze is dan wel jonger dan ik, maar ze is volwassener dan de meeste vrouwen van mijn leeftijd. Joy is echt een topper.”
Gaan we je nog op het ijs zien?
“Absoluut! Ik heb de droom om mijn schaatscarrière op dezelfde manier af te sluiten als Ireen Wüst dat gedaan heeft. Maar voor nu geniet ik nog elke dag van het schaatsen en wil ik nog niet denken aan stoppen. Dat is mijn belangrijkste drijfveer. En zolang ik de beste ben, vecht ik voor mijn plek. Ter aanvulling op de vraag wat ik mijn zoon zou willen meegeven, dan is dát het: de dingen doen waar je blij van wordt en die zo lang mogelijk blijven doen.”
Tot slot: je bent de mooi-boy onder de schaatsers: hoe belangrijk is je uiterlijk?
“Weet je hoe a-relaxed een schaatspak zit?! Na een wedstrijd heb ik een hartslag van bijna tweehonderd en een latexpak ademt voor geen meter. Dat is de reden dat ik mijn pak meteen openrits. Dat ding moet gewoon zo snel mogelijk uit!”
Oké, dat is praktisch gezien…
“En verder zit er ook nog steeds dat kleine jochie van vroeger in mij die het stoer vindt om tattoos te hebben en net als op de skatebaan een beetje de gangster uit te hangen, al ben ik dat niet hoor. Gezondheid is het belangrijkste, maar het uiterlijk telt ook mee.”
Waar mag je jou ’s nachts voor wakker maken?
“Tiramisu!”
Guilty pleasure: “Hardstyle. Eigenlijk is het de meest vreselijke soort muziek, maar ik kan er helemaal los op gaan.”
Nooit meer… “Fietsen in de regen! Fietsen kan heel ontspannen zijn, maar als ik 3 uur op de fiets moet trainen en het regent, zodat je binnen 5 minuten doorweekt bent? Héél irritant! Dus als ik ooit stop met schaatsen, ga ik nooit meer in de regen fietsen.”
Lievelingssnoep? “Drop, maar ik snoep niet meer zoveel.”
Mensen die jou goed kennen, weten dat jij…? “Op een vrije zondag graag in badjas en pantoffels op de bank lig te gamen.”
Tekst: Esmir van Wering. Foto’s: Instagram, Lassooij Fotografie, Wods & Shotz Photography
Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.