oeps blunder awkward

8x een kleine fout, grote gevolgen: ‘Paspoort in de kluis’

Soms kan een klein foutje grote gevolgen hebben. Zoals het paspoort dat je even vergat in de kluis van het hotel, en waar is nou toch die dure ring gebleven?

Veilig opgeborgen

Hermine (44): “Het moest per se in de kluis, het paspoort van mijn man. Ik stelde voor het in mijn tas te doen, maar nee, zo onveilig – veiligheid boven alles voor hem! Dus toen mijn man zijn paspoort erin stopte dacht ik nog: ik moet een reminder voor mezelf maken om het er weer uit te halen… Want een paspoort in een hotelkluis in combinatie met mijn totaal chaotische echtgenoot, dat kan niet goed gaan. Maar het volgende moment ben ik, denk ik, afgeleid geraakt en daarna ben ik het hele paspoort glad vergeten. We genoten van een heerlijk weekend aan het Gardameer, aten twee keer per dag de lekkerste pasta, reden door de prachtige omgeving en toen we weer naar huis gingen, pakten we op ons gemak de koffers in, want onze vlucht ging toch pas halverwege de middag. We checkten uit, reden alvast een stuk in de richting van het vliegveld in Milaan om de middagdrukte op de rondweg rond het meer te vermijden en dronken koffie op een terrasje. En daar, toen mijn blik viel op mijn eigen paspoort in mijn handtas, kreeg ik de schrik van mijn leven.
‘Heb jij je paspoort…’ begon ik tegen mijn man en meteen keek hij me gealarmeerd aan. Met 140 kilometer per uur raceten we terug naar het hotel, ondertussen belde ik of ze het alvast uit de kluis konden halen. Natuurlijk kwamen we vast te staan op de superdrukke rondweg, zowel richting het hotel als terug richting het vliegveld. Met elke minuut die verstreek, nam mijn stress toe en vloekte ik harder op mijn vergeetachtige vent, tot ik maar gewoon accepteerde dat we de vlucht niet meer gingen halen. Twintig minuten na vertrek kwamen we aan het vliegveld. Dezelfde avond konden we gelukkig alsnog vliegen, een dure grap, maar het was niet anders. Sindsdien mag mijn man niet langer zijn eigen paspoort beheren, dat gaat standaard mee in mijn handtas. Over veiligheid hoor ik hem, heel gek, nooit meer.”

De drijvende grasmat

Janneke (39): “Met een grote tuin zoals de onze is het bijna asociaal om de buren te vragen er tijdens de vakantie voor te zorgen. Dus hebben wij zoveel mogelijk gedaan om onze tuin een paar weken lang in leven te kunnen houden als we in de zomer weg zijn. De robotmaaier doet het gras, er komt twee keer een tuinman langs om de ergste jungle bij te knippen en de boel wordt nat gehouden door een automatisch sprinklersysteem. Superhandig, behalve dan dat zo’n sprinkler wel moet doen waarvoor hij is ingesteld. En ook uit moet gaan op het juiste moment.
Terwijl wij in Italië niet beter wisten dan dat in de tuin alles op rolletjes liep, stond de sprinkler ruim dertig uur te spuiten voor een buurman het ontdekte. Hij appte een foto van ons grasveld dat zo’n beetje voorbij dreef en vroeg: Is dit de bedoeling? Ik kon wel janken. Mijn man, nooit te beroerd om de schuld van zich af te schuiven, dook er meteen in en ontdekte dat ik weliswaar de begin- maar niet de eindtijd had ingesteld in de sprinklerapp. Gevolg: het gras onherstelbaar beschadigd en een man die me dagenlang niet heeft aangekeken. Het is nog een geluk dat het water waarmee we sproeien uit de sloot komt, anders waren we nog failliet gegaan aan de waterrekening ook.”

Verkeerde slang

Karin (54): “Eerlijk gezegd vond ik het altijd onvoorstelbaar dom als je bij de pomp de verkeerde slang pakte. Je wéét toch welke brandstof je auto nodig heeft? Je kunt toch lezen?! Misschien heb ik zelfs weleens zoiets gezegd toen het een collega overkwam.
Inmiddels heb ik niet zo’n grote mond meer. Een tijdje geleden leende ik de auto van mijn zus omdat de mijne kuren had. Ik ging naar mijn werk en weer naar huis en besloot op de terugweg om de tank te vullen, leek me wel zo netjes. Ik heb allemaal excuses waarom ik niet scherp was – ik had net een moeilijk gesprek met een klant gehad, ik was moe, niet helemaal lekker – maar de waarheid is dat ik gewoon superdom op de automatische piloot ben gaan tanken. Benzine, zoals altijd. Geen diesel, zoals in de auto van mijn zus moet. Toen ik erachter kwam, was de tank al zo goed als vol. Nooit geweten wat een gedoe dat is: de wegenwacht moest komen wat al drie kwartier duurde, de tank moest leeggepompt… Het was een dure grap. Mijn zus vond het een hilarisch verhaal toen ik het haar vertelde. Ik schaamde me vooral dood, over mijn stommiteit en over mijn eerdere grote mond daarover.”

Nootgeval

Leonne (30): “Natuurlijk wist ik dat de vriend van mijn zus allergisch is voor noten en ik had daar dan ook rekening mee gehouden toen ik de desserts voor een familiediner regelde. Ik had het zelfs nog op de dozen van de taartjes geschreven: met noten, zonder noten. Alleen heb ik kennelijk niet helemaal goed opgelet. Want nadat hij de eerste hap van een zonder-noten-taartje nam, werd de arme man helemaal benauwd en begon te kokhalzen. Ik wist niet dat zo’n notenallergie zó heftig is… ‘Naar het ziekenhuis!’ riep mijn zus meteen en daar gingen ze, de auto in, met piepende banden de straat uit. Ik voel me tot op de dag van vandaag schuldig dat ik de verkeerde aanduiding op de dozen heb geschreven, al reageerde mijn zwager er achteraf relaxed op. ‘Kan gebeuren’, zegt hij, maar voor mijn gevoel heb ik hem zo ongeveer vermoord. Sindsdien zorg ik dat er in het hele huis geen noot te bekennen is als hij langskomt.”

Het ring-mysterie

Lia (68): “‘Dat doe ik wel!’ riep ik tegen mijn broer en zussen toen na de dood van onze moeder haar sieraden verkocht moesten worden. Ze had er veel en wij wilden lang niet alles hebben, en we zouden er nog best wat geld voor kunnen krijgen. Het pronkstuk was een, in mijn ogen, monsterlijke ring met een enorme edelsteen die we voor duizend euro konden verkopen. Mijn broer en mijn zussen vonden het prima dat ik die taak op me nam en ik ging bij diverse juweliers langs om de beste prijs te krijgen. Eentje bood twaalfhonderd voor de ring en ik overlegde met mijn familie of ze dat oké vonden. Toen iedereen akkoord was, belde ik de juwelier: ik kom hem overmorgen bij je brengen. Alleen toen ik twee dagen later op pad wilde gaan, was het kastje waar ik het sieraad het gelegd leeg. Ik was in alle staten, maar ik woon alleen en van een inbraak is geen sprake geweest dus hij móést ergens liggen. Maar hoe ik ook zocht en zocht, de ring was verdwenen. Gevolg: geen twaalfhonderd euro, boze familieleden en nachtenlang wakker liggen. We zijn al een jaar verder en ik heb hem nooit meer gevonden. Het enige wat ik kan bedenken is, ja echt, dat een van de katten ermee aan de haal is gegaan. En dan kan hij werkelijk overal liggen.”

Extra slot

Laura (34): “Altijd, maar ook echt al-tijd, zal ik het tuinhek dubbelchecken als mijn zoon Ace, hij nu vijf, toen drie, buiten speelt. Zeker met een ondernemend vriendje als Lars, toen eveneens drie jaar, op wie ik even zou letten terwijl mijn buurvrouw een boodschap ging doen. Ik wist namelijk wel dat ons hek te makkelijk open gaat en ik wist ook dat ik het met het extra slot had moeten afsluiten, maar dat was ik die dag even vergeten.
Ace is vaak wat voorzichtig en zal niet snel op avontuur gaan, maar Lars is van een heel ander kaliber. Nieuwsgierig en daadkrachtig, dus had hij snel genoeg door dat het tuinhek geen moer voorstelde. En daar gingen ze, terwijl ik boven even de was aan het doen was. Toen ik beneden kwam en de lege tuin zag, schrok ik me kapot. Ace vond ik al snel terug in de steeg, Lars was nergens te bekennen. Ik sloeg groot alarm, de halve buurt ging zoeken, maar van Lars ontbrak ieder spoor. We belden de politie, er werd een zoekactie op touw gezet die niet alleen de buurt maar ook de nabijgelegen vaart behelsde. Ik ben nog nooit zó bang geweest.
Na ongeveer een uur kwam het verlossende bericht: Lars was gevonden in de Albert Heijn, meer dan twee kilometer bij ons vandaan. Daar zat hij in het gangpad doodleuk snoepjes te eten. Achteraf, twee jaar later, kan ik er een beetje om lachen. Maar dat ik Lars’ ouders deze immense angst heb aangedaan, vind ik nog steeds verschrikkelijk.”

Schat, heb jij de sleutels?

Feline (43): “Standaarduitrusting als we op vakantie gaan: de reservesleutels van de auto. Geen idee waarom we dat die vakantie vergeten waren, maar feit was dat wij in Frankrijk zaten en onze reservesleutel in Nederland lag. Geen probleem, want in al die jaren hadden we die reservesleutel nooit nodig gehad. Wie raakt er nu zijn autosleutel kwijt, toch?
Nou, wij dus. Ik weet nog steeds niet hoe het kan, maar toen we op de terugweg na een overnachting in de Bourgogne naar huis wilden rijden, was de autosleutel onvindbaar. We zochten de hele kamer af, de lobby, we belden het restaurant waar we de avond ervoor hadden gegeten, gingen daar nog zoeken, sleepten alle bagage naar de auto want als de sleutel daar ergens in zat, moest de deur opengaan. Maar niets. Mijn man werd steeds bleker, ik steeds gestresster, de kinderen steeds stiller. Want tja, wat nu?
Een nieuwe sleutel via een dealer zou dagen duren, de auto op transport was ook niet zomaar geregeld (en hoe kregen we hem überhaupt uit de parkeergarage op een bergauto?) en met een huurauto naar huis waarna een van ons weer terug zou rijden met de sleutel was een optie, maar een verschrikkelijke mijl op zeven. Gelukkig vonden we na wat rondbellen een vriend bereid om dezelfde dag nog met de sleutel naar ons toe te vliegen. Rechtstreeks kon niet, dus hij moest ook nog een hele omweg maken – negen uur was hij onderweg. Lang leve vriendschap, ik laat die man binnenkort heilig verklaren. We boekten een nachtje bij in het hotel, regelden die avond een uitgebreid diner en heel veel wijn voor onze vriend en de volgende ochtend reden we met z’n allen terug naar Nederland.”

O, díé muur

Ineke (50): “Ik mag graag klussen, dus toen mijn vriendin en haar man een huis kochten waar het nodige aan moest gebeuren, was ik de beroerdste niet. Ik trok mijn oude kleding aan en meldde me op zaterdagochtend als klushulp. Ze gingen echt heel stevig verbouwen en er moest eerst van alles worden gesloopt. Zoals een muur op de bovenverdieping omdat er twee kamers bij elkaar getrokken zouden worden. Ik knikte bij de instructie, pakte de sloophamer en terwijl mijn vriendin op zolder bezig was en haar man beneden de keuken eruit trok, vorderde ik lekker met het slopen van het muurtje.
Toen mijn vriendin een uurtje later kwam kijken, was ik zelfs al bijna klaar. Alleen verschoot zij van kleur, begon te stamelen en wees verschrikt naar de ándere muur van de kamer. ‘Ien…’ zei ze met haar hand voor haar mond. ‘Díé muur moest eruit.’ Oeps… Laat ik zeggen dat het die dag niet meer zo heel gezellig werd. Ik heb een klusser – een professionele – geregeld om de gesloopte muur weer terug te zetten en heb bloemen en wijn en chocola in de strijd gegooid om het goed te maken. Inmiddels gieren we erom, maar wat voelde ik me toen ongelooflijk dom.”

Tekst: Mariëtte Middelbeek
Foto: Getty Images
Sommige namen zijn om privacyredenen veranderd. De echte namen zijn bekend bij de redactie.

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.