Placeholder

Knof over een writersblock

Als zijn oudste zoon Stag (10) zit te zwoegen op een werkstuk, wil Knof hem graag helpen…

Als zijn oudste zoon Stag (10) zit te zwoegen op een werkstuk, wil Knof hem graag helpen…

Ik loop de studeerkamer binnen. Stag (10) zit aan het bureau. Doodstil zit hij daar en staart naar het beeldscherm. Ik pak een krukje en schuif aan.

‘Wat kom je doen, pap?’

‘Ik heb koekjes bij me.’

Al een week lang is hij elke avond aan het schrijven. Acht bladzijden lang moet zijn werkstuk worden, zonder de plaatjes. Ik kijk op het scherm. Daar staan twee droevige alinea’s tekst.

‘Wacht,’ zegt hij. Met de pijltjes op het toetsenbord beweegt hij de cursor stapje voor stapje naar het einde van de eerste alinea. Dan begint hij in een traag ritme de backspacetoets aan te slaan. De laatste zin, dertien kostbare woorden, verdwijnen letter voor letter in het niets. ‘Dat was niet zo’n goed stukje.’

Ik pak het boek dat opengeslagen naast het toetsenbord ligt. ‘Hier staat dat zenuwcellen wel twee meter lang zijn. Waarom schrijf je dat niet op?’ 

‘Waar staat dat dan?’ Hij neemt het boek van me over. ‘Er staat dat ze één meter kunnen worden, pap. Niet twee meter.’

‘Ja, dat is toch leuk om te vertellen?’

‘Hm.’

Met zijn rechterwijsvinger begint hij te typen. Een voor een verschijnen er letters op het scherm die wat onwennig naast elkaar gaan staan. Stag stopt met tikken. Zoekend zweeft zijn vinger boven het toetsenbord.

‘Naar links,’ zeg ik. ‘Andere links… Onder… Laat mij maar even.’ Feilloos sla ik de ‘z’ aan.

‘Pap!’ zegt hij. ‘Ik moet het zelf doen.’ Hij verwijdert de door mij getypte letter uit zijn werkstuk, pauzeert even tot het veilig is, en typt hem opnieuw.

Ik staar naar buiten. De overbuurman laat zijn hond uit. Het dier is blij dat het naar buiten mag; het springt tegen zijn baasje op en kwispelt.

‘Zo,’zegt Stag tevreden. Zijn zin is af: “neuronen zijn lange cellen, ze kunnen wel een meter worden.”
‘Mooi!’ zeg ik. ‘Nu de volgende zin.’ Er verschijnt een denkrimpel op zijn voorhoofd. ‘Wacht, het moet met een hoofdletter.’ Onverbiddelijk gaat zijn rechterwijsvinger naar de backspace.

‘Maar zo gooi je alles weg! Zal ik je niet even helpen?’ Stag schudt zijn hoofd, hij moet het zelf doen.

‘Wanneer moet het eigenlijk af zijn?’

‘O, volgende week pas.’

Volgende week pas, juist. Ik sta op en leg de rol koekjes naast het toetsenbord. ‘Hier. Een koekje voor elke zin die je schrijft.’

‘Nou,’ zegt hij vrolijk. ‘Dan zijn ze snel op, hoor!’ En hij tikt alvast een letter.

Niet helemaal gerust verlaat ik de studeerkamer…

 

 

Meer van Knof lezen?

Knofs succesvolle debuut: Saladedagen

SALADEDAGEN is een onweerstaanbaar grappige en ontroerende roman over liefde, vader worden en de groeipijnen die daarbij horen. Ondanks zijn vele blunders – of misschien wel juist daardoor – weet Lennart keer op keer het hart van de lezer te winnen.
Wil je meer lezen van Knof? Bestel dit boek nu op ako.nl (zonder verzendkosten!)