Lara schreef een boek over haar overleden broer
14 oktober 2024
Een halfjaar na zijn verdwijning wordt Wolf, de broer van Lara (41), dood gevonden in Lapland, met zijn dagboek. Dat vormt zijn verslag van zijn reis naar het einde en haar vertrekpunt voor een boek over hem. “Om het boek af te ronden, moest ik mijn grootste angst aangaan.”
Lara: “Aan de rug van mijn moeder zag ik dat er iets aan de hand was. Zij was altijd lichtvoetig, een gelukkige moeder die haar vijf kinderen met het grootste gemak opvoedde, maar nu leek er iets geknakt te zijn. Het was december 2012, ze stond in haar tuin en toen ze zich omdraaide zag ik dat ze had gehuild. Ze maakte zich zorgen om Wolf, het nakomertje in ons gezin. Hij was destijds achttien jaar, elf jaar jonger dan ik, woonde net twee maanden op kamers en zij kon hem niet bereiken. Ik begreep dat voor haar het moeilijk was om het laatste kind uit haar nest te zien vertrekken, maar vond ook dat ze hem los moest laten. Ik moest zelfs lachen toen ze zei dat ze bang was dat hij uit het leven was gestapt. Haar krampachtige gedrag paste niet bij de vrije manier waarop we allemaal waren opgevoed. Was het puur haar moederinstinct? Of realiseerde ze zich: als Wolf vertrekt, is hij voor altijd weg?
Mijn broer had op 12 december 2012 mijn ouders een mail gestuurd om te zeggen dat hij dat weekend niet naar huis kwam in verband met zijn studie. En dat de batterij van zijn telefoon leeg was, de oplader bij hen thuis lag en hij dus compleet onbereikbaar was. Dat bericht gaf hem een voorsprong op het plan dat hij had: zijn eigen dood onder het noorderlicht tegemoet lopen. Want op het moment dat we begonnen met zoeken, was hij er al niet meer.”
Teken van leven
“Maar dat wisten we niet en na een week ondraaglijk wachten deden mijn ouders bij de politie aangifte van zijn verdwijning. Mijn vader en ik gingen in een detectivemodus, vonden in Wolfs laptop dat hij had gezocht naar plekken in Amsterdam en Zweden. Een kassabon van een notitieboekje gaf ons hoop. Hij was vast op reis en schreef een verslag. Net zoals de dikke vakantieboeken die we vroeger maakten als we met het hele gezin op vakantie waren. Omdat hij via Vlissingen was gereisd, heb ik daar alle hotels gebeld om te vragen of iemand mijn broer had gezien. Vanwege de privacywetgeving kreeg ik van niemand een bevestigend of ontkennend antwoord. Mijn vader stuurde hem elke dag een of meerdere mails, waarin hij in liefdevolle berichten vroeg om een teken van leven. Achteraf blijkt dat hij de eerste mail heeft gestuurd op de dag dat Wolf is gestorven, 19 december 2012.
De vermissing van Wolf was constant in mijn gedachten, we hadden geen idee waar hij was, wat hij deed, of hij überhaupt nog leefde. Mijn besef van tijd verdween en toch ging het leven – met twee kleine kinderen thuis – ook gewoon door. Voorheen vond ik troost in een verhaal, dat was wat er nu precies ontbrak. Mijn angsten kwamen niet in woorden, maar in paniek, flitsen van beelden, in enge dromen en in momenten waarop de adem me onverklaarbaar werd ontnomen. Ik woonde met mijn gezin in een vervallen huisje op het platteland. Op een dag haalde ik daar de was van de lijn – kinderpyjama’s en harde broeken – toen mijn oog viel op iets naast mijn voet. Door de bevroren grond had zich het eerste groen van een narcis naar boven gewrongen. Instinctief plantte ik mijn hak erop en stampte tot ik ‘m had vernietigd, die bloem gaf weer dat de tijd wel degelijk verstreek. Er waren maanden voorbijgegaan en mijn broer was nog altijd niet gevonden.”
Voorbij
“Op een zonovergoten lentedag was ik aan het werk op de boerderij van vrienden. Ver uit elkaar zaten we knoflook te planten, de kinderen speelden met elkaar in de sloot. Ik hoorde gelach en gespetter en voelde het geluk van dit lichte moment. Tot mijn vriendin vanuit haar huis het veld weer in kwam, mijn telefoon hoog in de lucht. Die bleef onophoudelijk rinkelen. Het was mijn vader: Wolf was gevonden in het bos. De vreemde geluiden die hij maakte verwarde ik met euforisch geluk. Tot ik een diepe snik hoorde en me realiseerde dat hij huilde. Mijn man en onze vrienden probeerden uit mijn gezicht op te maken wat er speelde. Ik zag ze meegaan in mijn emotie: van alles is goed tot, het is voorbij. Dat moment krijg ik nooit meer uit mijn systeem, het zit verankerd in mijn lijf.
Een half jaar na zijn verdwijning was Wolf gevonden in een naaldbos in het hoge noorden van Zweden, door een vrouw die haar weggelopen hond achternaging. Het was mei, de dooi had nog maar net ingezet. Onder zijn roestkleurige winterjas en dikke lagen winterkleren werd – goed ingepakt in plastic – een zwart notitieboekje gevonden met zijn verslag van zijn laatste dagen. Hij was gevonden en toch waren we hem kwijt.
Hij kwam naar België, maar we mochten hem niet meer zien. Dat maakte het rouwproces nog complexer, ik vond het daardoor lastig te beseffen dat hij echt dood was. Mijn moeder gaat sindsdien geen kerk meer binnen. Ze is niet gelovig, maar zat wel altijd graag tegenover een beeld van Maria. De aanblik van een moeder met een dode zoon op schoot van wie ze afscheid neemt, kan ze niet meer aan. Zij heeft haar zoon nooit meer vast kunnen pakken.”
Omringd door liefde
“Ik ben elke dag dankbaar dat Wolf gevonden is en daarmee een eind kwam aan de onzekerheid. Als gezin hebben we het geluk gehad dat er massa’s mensen waren om dit verlies te dragen. Er werd voor ons gezorgd, gekookt, schoongemaakt. Op de ochtend voor de uitvaart stonden mijn vriendinnen voor de deur, ze kwamen bloemen plukken voor de begrafenis. In stilte liepen we achter elkaar in de berm van het kanaal, we plukten enorme bossen die over onze schouders droegen. Al die mensen, die met zoveel liefde voor ons klaarstonden is het mooiste wat er in mijn leven is gebeurd. Begrijp me niet verkeerd, ik ben intens verdrietig geweest om het verlies van mijn broertje. De liefde en de aandacht maakte het dragelijk. We werden bedolven onder brieven en kaarten. Tussen alle goedbedoelde clichés schreef een vriendin die haar moeder had verloren aan zelfdoding woorden die me echt raakten: ‘Het verdriet is nu iets waar je geen controle over hebt, het is er voortdurend en je denkt dat dit voor altijd zo blijft. Ik beloof je, op een dag wordt het verdriet een briefje in je broekzak, dat je er zelf uithaalt als jij daar behoefte aan hebt’. Daar putte ik troost uit. Ik herinner het moment dat ik de eerste keer dat ik besloot een liedje op te zetten waarbij ik aan Wolf moest denken en zo zelf mijn verdriet opriep.
Toen we het dagboek van Wolf hadden gekregen van de politie hebben mijn ouders dat eerst gelezen. Vervolgens heeft mijn vader het uitgetikt en naar ons – de vier overgebleven kinderen – gestuurd. Het heeft nog een tijdje geduurd voor ik doorkreeg dat het een aangepaste versie was. Mijn vader haalde altijd kromme zinnen en taalfouten uit onze verhalen. Maar nu had hij ook ingrepen als vader gedaan en bijvoorbeeld het stuk dat Wolf in Amsterdam naar een prostitué gaat om ontmaagd te worden, verwijderd. Want, wat zouden wij daarvan vinden? Natuurlijk hoopten we in zijn dagboek een kraakhelder verslag te vinden voor wat er was gebeurd. Ik verwachtte in het hoofd te kruipen van een depressieve jongen die schrijft over de ondraaglijkheid van het bestaan. Maar het is een bijna kinderlijk verslag van een avontuur waarin hij zichzelf transformeert in een personage dat uit het leven wandelt, en wij morgen toekijken. Steeds als ik het lees, vergeet ik dat hij onderweg is naar de dood, zo licht is het geschreven. Ons hele gezin wordt nergens genoemd. Merkwaardig, hij had ons toch wel kunnen bedanken of iets toewensen vond ik in eerste instantie. Tot mijn moeder zei dat ze snapte waarom hij dat niet had gedaan. Als hij een van onze namen had genoteerd, was hij teruggekomen – is haar theorie. Hij moest finaal met ons breken om weg te kunnen gaan.”
Reis maken
“In de jaren na het overlijden van Wolf heb ik drie romans geschreven, waarin deze traumatische gebeurtenis uit mijn leven soms ook een plek kreeg. Eigenlijk had ik mijn uitgever laten weten dat ik stopte met schrijven. Want om te leven, heb ik nog drie banen. Tot ik op een onverwachte vrije dag probeerde het verhaal van Wolf samen te vatten. Puur omdat ik zin had om te schrijven. Toen ik het stuk wilde afdrukken, rolde er niets uit de printer. Een paar dagen later printte mijn man een factuur en kwam mijn tekst alsnog. Eigenlijk is hij heel terughoudend, maar toen hij de eerste regels had gelezen kon hij niet meer stoppen. Hij vond het prachtig en ondanks mijn tegenstribbelen stelde hij voor dat ik het zou opsturen naar mijn redacteur. Het was het eerste hoofdstuk van het boek en het enige deel dat onveranderd is gebleven. In Wolf neem ik je mee in het verhaal van mijn broer, aan de hand van de ongecensureerde versie van zijn dagboek. Ik kijk ook terug op onze warme jeugd en omschrijf hoe ik als zus op zoek wilde naar antwoorden, na zijn verdwijning en na zijn dood. Het einde heb ik wel achttien keer herschreven. Ik durfde het boek niet af te ronden, want dat zou betekenen dat ik hem echt zou loslaten. Om dat te kunnen doen, moest ik mijn grootste angst aangaan: naar het bos gaan waar Wolf is gestorven. Voor mij een plek waar ik zelfs in mijn verbeelding niet naartoe durfde. Onderweg in de trein was ik misselijk van angst, tot ik voelde dat ik het helemaal verkeerd had ingeschat en er niets was om bang voor te zijn. Ik heb uren in dat bos gelopen, gezeten en gelegen en daar realiseerde ik me dat ik het hele boek heb moeten schrijven om deze reis te durven maken.
Het grootste verlangen van mijn broer was gezien worden. Ergens zag ik het ook wel als mijn taak om hem in een verhaal te gieten, zodat er naar hem wordt gekeken – zelfs over de dood heen. Het moment waarop ik het complete manuscript op tafel legde in het statige pand van mijn uitgeverij, was het meest emotionele in het hele proces. Ik had mijn broer daar gebracht waar hij het liefste wilde zijn.”
Wolf
Denk je aan zelfmoord of maak je je zorgen over iemand anders? Praat er dan over. Bel 113 of ga naar www.113.nl.
Tekst: Yvonne Brok
Foto: privébezit
Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.