Leslie Keijzer over haar postnatale depressie: ‘De wanhoop zat heel diep’
7 januari 2025
‘Gooische moeder’ Leslie Keijzer (34) belandde na de geboorte van haar kinderen in een diep dal. Paniekaanvallen beheersten haar leven. Om het taboe te doorbreken, schreef ze een openhartig boek. “We hebben het eindeloos over het geluk dat je hoort te voelen als je kinderen krijgt. Maar er is een andere kant die niet verdwijnt door erover te zwijgen.”
Leslie stormt binnen in een bubbel van vrolijkheid en met haar armen vol kleding van de fotoshoot.
“Wacht, ik leg dit even weg, dan geef ik je een knuffel.” Knuffel? Ik heb net in haar boek gelezen dat ze daar juist niet van houdt. “Maar nu wel”, zegt ze, als ze uiteindelijk gaat zitten. “Toen ik depressief was, hield ik iedereen op afstand, laat staan dat ze me mochten aanraken. Nu knuffel ik alles wat los en vast zit.”
Het gaat, dat is duidelijk, veel beter met Leslie dan tijdens de periode waar haar boek Mama huilt harder over gaat. Na de geboorte van haar oudste zoon Moises (5) kreeg ze een postnatale depressie die na de komst van Manuel (3) verergerde. De depressies gingen gepaard met paniekaanvallen en een extreme angst om dood te gaan. Op haar dieptepunt kwam ze amper het huis uit en kon ze niet meer functioneren. Leslies boek, dat in mei verscheen, kwam hoog binnen in de Bestseller60 en steeg zelfs door naar de eerste plaats. Omdat ik zelf ook het een en ander aan boeken heb geschreven, heb ik een idee van hoe belangrijk die bestsellerlijst is.
Dus Leslie zal die eerste plek wel groots hebben gevierd, of niet?
Leslie: “Heel eerlijk: ik wist niet wat de Bestseller60 was. Ik had vooraf aan mijn uitgever gevraagd: wanneer zijn jullie tevreden? Toen was het antwoord: als het boek in de bestsellerlijst komt, al is het maar één week. Dat zei me niets en ik was het eerlijk gezegd vergeten, tot ik werd gebeld dat-ie op drie was binnengekomen en later dus dat-ie op één stond. Voor mij zegt zo’n plek niet zoveel, maar het voelt wel een beetje als erkenning.”
Erkenning waarvoor?
“Toen bekend werd dat ik een boek had geschreven, waren er reacties als: daar heb je weer zo’n BN’er die per se een boek moet. Als je mij al als BN’er ziet, want dat vind ik nog steeds vreemd om over mezelf te zeggen. Maar toen mijn boek er was en ook nog scoorde, veranderde dat. Langzaamaan kwam er een besef dat dit boek wel ergens over gáát. En dan te bedenken dat ik het vlak voor verschijning nog wilde terugtrekken.”
Omdat je jouw verhaal toch niet wilde delen?
“Nee, meer omdat ik er zo onzeker over was of het boek wel goed genoeg zou zijn. Ik stel me heel kwetsbaar op. Ik vertel over mijn depressies, maar ook over mijn hele leven: mijn moeilijke jeugd, hoe ik voor de camera terechtkwam, hoe ik mijn vriend ontmoette en over onze relatie. Maar ook over de lastige band met mijn moeder. Nu gaat het goed, maar er is jarenlang geen contact geweest. Dat vond mijn moeder niet per se leuk om te lezen, maar als je een eerlijk boek schrijft, kun je niet uitkiezen wat je wel en niet uitkomt, vind ik. Dan moet je ook alles vertellen. Ik spaar mezelf niet, neem mijn eigen rol onder de loep in bijvoorbeeld een ruzie die ik met mijn vriendin en mede-‘Gooische moeder’ Florine had. En ik vind het zó vet dat het eerlijke gesprek dat zij en ik over die ruzie hadden – die vooral voortkwam uit onbegrip – van haar letterlijk in het boek mocht. Maar goed, als je zo eerlijk schrijft, is het ook eng om dat naar buiten te brengen. Toch wist ik wel dat ik mijn verhaal wilde delen en is het boek er gewoon gekomen. Weet je wat ook meespeelt: ik hou gewoon niet zo van in de schijnwerpers staan.”
Dan heb je wel het goede vak gekozen.
“Ja hè, haha. Maar dat is gewoon zo gelopen. Ik was zeventien en Florine zei: ik doe mee aan Echte Gooische meisjes en jij ook. Ik ben nogal impulsief en heb nooit een seconde nagedacht over de gevolgen. Het was ook niet zo dat ik een heel duidelijk carrièreplan had. Ik was bedrijfsleider in een restaurant. Maar als ik nu terugkijk, is zeventien te jong om te beslissen of je wil meedoen aan reality-tv. Zelf werd ik in dat eerste seizoen niet zo leuk neergezet en daardoor kreeg ik te maken met negatieve reacties. Nooit over nagedacht dat dat zou gebeuren. Maar het heeft me ook veel gebracht, hoor. Zonder Echte Gooische meisjes had ik nu niet
Echte Gooische moeders gemaakt, waar ik veel lol in heb. En door Gooische meisjes deed ik mee aan Echte meisjes in de jungle, waar ik mijn vriend Goof ontmoette.”
Over Goof gesproken: tijdens Leslies depressies was hij haar steun en toeverlaat. Toch staat in haar boek dat ze het niet alleen voor vrouwen in haar situatie heeft geschreven, maar ook voor vriendinnen, familieleden en partners die misschien nooit echt zullen begrijpen hoe het voelt. Waarom?
“Goof was lief voor mij, maar ik weet niet of hij me echt begreep. Het gebeurde wel dat ik de hele dag thuis was geweest, maar dat hij nog moest koken als hij uit zijn werk kwam. ‘Je kunt niet eens iets te eten voor de kinderen maken?’ vroeg hij dan. En dat begrijp ik, maar ik kón het niet. Later zag Goof dat ook, hoor. Sowieso had hij eindeloos veel geduld. Ik voelde me intussen een blok aan zijn been. Ik wilde leuker zijn en samen met hem van ons gezin en ons leven genieten. Goof is enorm van het koken voor anderen, elk weekend vrienden over de vloer. Maar ik verdroeg dat niet. Ik wilde niet dat het bezoek moest zien hoe ik een paniekaanval kreeg. Dan voelde ik heel erg: Leslie moet het feestje weer verpesten. Alsof ik per se de aandacht moest opeisen. Terwijl aandacht het laatste was wat ik wilde.”
Wat had jij nodig van jouw omgeving?
“Dat wist ik op dat moment zelf ook niet precies. Met rust gelaten worden, vooral. En tegelijkertijd vind ik het nu achteraf fijn dat één vriendin wel honderd keer belde. Dat is het dubbele. Ik kreeg bloemen en dat is natuurlijk superlief. Maar ik wilde ze weggooien. Bloemen betekent: snijden, een vaas zoeken, een bedankje sturen. Na een tijdje moet je ze weghalen. Allemaal dingen waar ik niet toe in staat was. Weet je, als je iets wil doen voor iemand die depressief is, zou ik zeggen: maak een schaal lasagne en zet die voor de deur. En ga weer weg. Dus als diegene zegt ‘kom binnen’, doe je dat niet. Maar dit is persoonlijk, dit is waar ík behoefte aan had.”
Kon je op dat moment uitleggen hoe je je voelde?
“Jawel, maar tegelijk doe je er alles aan om dat te verbergen. Wat deels ook wel lukte. Toen het slecht met mij ging, was ik heel dun. ‘Wat zie je er goed uit!’ hoorde ik vaak. Dat deed ik ook zelf. Ik had een samenwerking voor een bepaald dieet en kreeg betaald voor Instagram-posts. Dan lag ik in bed en kwam ik er letterlijk alleen uit om een make-upje op te doen en me even aan te kleden voor een foto. Mijn moeder maakte die dan en daarna was ik weer op.
Ik was ook nog te zien in Echte Gooische moeders, ook als houvast voor mezelf. Zolang ik dit nog doe, ben ik misschien toch niet gek, dat idee. Maar op een bepaald moment kon ik de jongens niet meer naar de crèche brengen en kreeg ik een
paniekaanval zodra ik achter het stuur stapte. Dan is het lastig doen alsof het zo goed gaat. Toch is er vaak nog het idee dat depressie een keuze is. Je kunt toch gewoon even leuk doen? Dat is een misverstand waar ik echt mee wil afrekenen.”
Wat zou je nu zeggen tegen iemand in jouw situatie?
“Die vraag vind ik moeilijk te beantwoorden. Omdat het voor iedereen anders is en omdat ik dan kom op de dingen die ik zelf destijds verschrikkelijk vond. ‘Het komt goed’, zei Goof vaak tegen mij. Dan wilde ik wel tegen hem schreeuwen: het komt niet goed, want ik ben gek! Of: want ik ga dood! Dat gevoel, die diepe overtuiging dat mijn hart ermee zou stoppen of dat ik zou stikken, was voor mij heel echt. Zeker nadat een jeugdvriend van mij was overleden. Zie je wel, mensen gaan dus wél gewoon dood. Ik begreep ook niet dat Goof of ‘de Gooische moeders’ geen ambulance belden als ik daarom smeekte. Ja, nú zie ik in dat ik een paniekaanval had of hyperventileerde, maar toen niet. Misschien zou ik tegen iemand in mijn situatie vooral willen zeggen: eis dat er íéts gebeurt. Zelf zou ik graag eerder serieus zijn genomen door de huisarts en wilde ik dat ik eerder medicatie had gekregen.”
Waarom duurde dat zo lang?
“Deels omdat ik pech heb gehad. Ik trof elke keer een huisarts of assistent die zei: gewoon rustig aan doen. Maar hoe rustig aan moet je nog doen als je alleen maar thuis zit? Aan de andere kant was ik ook doof voor bijvoorbeeld Goof of mijn psycholoog die het onderwerp aankaartten. Ik ben zó antidrugs en was bang voor pillen. Daarom greep ik zo ongeveer al het andere aan om me te helpen. Van bizarre therapieën tot een of andere Italiaanse osteopaat die met zijn vingers in mijn mond graaide en vaststelde dat ik een raar gehemelte heb omdat er een lijn in het midden zit. Ja, echt, een raar gehemelte… En ik moest ook bij hem voelen, heel gek.”
Hielp het, die kennis over je gehemelte?
“Nee joh, tuurlijk niet. Niets hielp, tot ik uiteindelijk die antidepressiva kreeg. De eerste twaalf weken werd het toen ook nog alleen maar erger, maar daarna ging het eindelijk de goede kant op. Het is niet uit te leggen wat een verschil die pillen maken in mijn leven. Als ik nu wakker word, heb ik zin in de dag, in het leven. Ik kan er weer zijn voor de kinderen. Er komen vrienden over de vloer. Wat niet betekent dat alles ineens vergeten is. Die knuffels waar ik over schrijf, die ik niet wilde, zie ik bij Moises. Wat ik deed, was iemand heel kort aanraken en dan klopjes op de rug geven van: genoeg geweest. Moises ging op een bepaald moment hetzelfde doen. Hij ging dat contact ook uit de weg. Dat vind ik heel lastig om te zien. Inmiddels heb ik het er bijna uit bij hem. Maar hij heeft natuurlijk wel meegekregen wat er is gebeurd. Soms, als ik het echt niet meer wist, ging ik bij hem liggen. Van zijn ademhaling werd ik dan rustig en…”
En wat?
“Sorry, ik moet hier nog steeds om huilen, terwijl ik bijna nooit meer huil. Weet je wat gewoon zó moeilijk is? Dat je op papier alles hebt: een lieve vriend, twee gezonde kinderen, fijn werk, een mooi huis. En dat je dan geen geluk kunt voelen. Dat je zelfs uit al die mooie dingen geen vreugde kunt halen. De wanhoop die je dan voelt, zit heel diep.”
Ben je ook weleens bang dat het terugkomt?
“Nee, ik weet nu dat medicatie geweldig helpt. Ik wil misschien gaan afbouwen omdat ik een redelijk hoge dosering slik, maar voor nu vind ik het wel even goed zo. Bizar wat een taboe er nog rust op het slikken van antidepressiva trouwens. Nu ik er zelf open over praat, hoor ik zoveel mensen zeggen: ik slik dat al jaren. Maar niemand die het mij vertelde. Het taboe op depressie is ook groot.
Ik kende zelf niemand die dit had. Ik dacht écht dat ik gek was. Nu zeggen mensen tegen me: jij hebt het een gezicht gegeven, je bent een powervrouw. Zo voel ik dat helemaal niet, maar ik ben wel blij dat ik depressie bespreekbaar kan maken. De reacties die ik krijg, raken me echt. Ik heb nu twee keer een signeersessie gedaan waarbij er iemand huilend voor me stond. Of ik hoor: ik begrijp mezelf nu pas, of mijn vriendin. Vrouwen geven het boek aan hun man en zeggen: lees dit, dan snap je mij. Ik krijg zelfs berichten van vrouwen van vijftig, met volwassen kinderen, die sturen: ik heb nooit durven zeggen hoe ik me destijds voelde. Dan denk ik: we hebben het eindeloos over het geluk dat je hoort te voelen als je kinderen krijgt en dat natuurlijk ook heel echt is. Maar er is een andere kant die niet verdwijnt door erover te zwijgen. En ik wil laten zien dat medicatie een optie is waarvoor je mag kiezen. Je bent niet zwak of raar als je dat doet. Het heeft mij mijn leven teruggegeven.”
Wil je het boek Mama huilt harder graag lezen? Klik op onderstaande button voor meer info.
Mama huilt harder
Tekst: Mariëtte Middelbeek
Foto: Yasmijn Tan
Visagie: Wilma Scholte
Met dank aan: Ibana fashion (kleding Leslie), melia hotel amsterdam (locatie)
Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.