vrouw

8 lezeressen: ‘Wat ik mijn moeder nog had willen vragen’

Je moeder is overleden of heeft alzheimer waardoor een gesprek niet meer mogelijk is. Terwijl je haar nog zo graag iets had willen vragen. Hoe zij die andijviestamppot altijd maakte bijvoorbeeld. Of waar ze haar sieraden heeft gelaten…

‘Hoe voelde zij zich als immigrant in Australië?’

Pien (63): “Nu hier veel immigranten komen voor een beter leven, denk ik vaak aan die reis van mijn ouders. In 1955 vertrokken zij met een boot, voor een beter leven naar Australië. Mijn vader is geboren en getogen in Nederlands-Indië en zat daar in een Jappenkamp. Na de Tweede Wereldoorlog woonde hij met mijn opa, oma en ooms korte tijd in Australië voordat zij met z’n allen naar Nederland kwamen. Hij redde zich wel. Maar mijn moeder had een beschermde jeugd in Amsterdam gehad en wist niet eens wat een kangoeroe was. Voor haar moet Australië een cultuurshock zijn geweest. Ze kwam in een wildvreemd land, sprak de taal niet, belandde in een opvangcentrum.
In 1957 zijn mijn ouders teruggegaan naar Nederland. Volgens mijn vader omdat mijn moeder heimwee had. Mijn moeder vertelde een ander verhaal: met zijn oorlogsverleden was mijn vader niet krachtig genoeg en te beïnvloedbaar. Daardoor voelde zij zich te onzeker om zich te binden aan een land zo ver van haar vertrouwde familie.
Als ik mijn moeder naar die periode in Australië vroeg, vertelde ze altijd dezelfde, grappige anekdotes. Over haar gevoelens sprak ze nooit. En ze is overleden, dus ik kan het haar ook niet meer vragen. Maar wat wil ik het nu, met al die immigranten in Nederland, graag weten: hoe het nou écht voor haar was om naar een heel ander land te emigreren en daar te wonen.”

‘Hoe zit het toch met dat recept?’

Annet (56): “Mijn moeder maakte de lekkerste andijviestamppot. Ze schilde de aardappelen en sneed de andijvie fijner dan fijn. Als de aardappelen gaar waren, goot ze die af en stampte de rauwe andijvie erdoor samen met… tsja, met wat? Dat weet ik dus niet precies. In recepten op internet lees ik met warme melk, maar het kan ook zijn dat mijn moeder daarnaast wat boter gebruikte. En volgens mij voegde ze ook bepaalde kruiden én wat azijn toe, voor een iets zurige smaak. Het was een eenvoudig recept dat ze haar leven lang gekookt heeft. Zelfs toen ik al lang uit huis was. Dan kookte ze het speciaal voor mij als ik bij haar kwam eten.
Nu ze er niet meer is, heb ik al een paar keer geprobeerd haar andijviestamppot na te maken. Alleen krijg ik het niet voor elkaar. De verhoudingen kloppen niet, ik gebruik de verkeerde kruiden. Heel irritant. Of eigenlijk: heel frustrerend. Had ik het haar maar gevraagd toen ze er nog was, hoe het toch met dat recept zit.”

‘Heeft mijn zus een andere vader?’

Joke (48): “Mijn vader Dirk was een grote, stevige man met blond haar en blauwe ogen. Mijn broer en ik lijken op hem, je kunt ook duidelijk zien dat wij broer en zus zijn. We hebben nog een zus, de oudste van ons drieën. Zij ziet er heel anders uit. Ze lijkt meer op mijn overleden moeder: klein, donker haar, bruine ogen. Alleen haar karakter kan ik niet thuisbrengen: wij zijn allemaal vrij rustig, zij heeft veel temperament.
Op zich kan dat natuurlijk. Ik ken gezinnen waarin elk kind uniek is. Maar ooit hoorde ik een buurvrouw tegen een andere buurvrouw over mijn zus zeggen: ‘Die is niet van Dirk.’ Sindsdien twijfel ik of mijn zus wel voor honderd procent mijn zus is. Dus als er iets is wat ik aan mijn moeder had willen vragen, is het dit wel: heeft mijn zus een andere vader dan mijn broer en ik?”

‘Doe ik het allemaal wel goed?’

Debbie (43): “Mijn moeder mag dan niet hebben gestudeerd, ze had wel een enorme levenswijsheid. Met haar woorden en daden sleepte ze me door de moeilijkste periodes in mijn leven. En toen ik er na mijn scheiding alleen voor kwam te staan en soms niet wist wat ik met het pubergedrag van mijn zoon aan moest, was ze er ook voor me. Ze is dood en ik mis haar nog elke dag. Ik vind het lastig om zonder haar bepaalde beslissingen te nemen. Zo heb ik nu van die puberdingen met mijn dochter. Zij had daar wel raad mee geweten, maar ik… Er zijn dus momenten waarop ik naar de hemel kijk en hardop vraag: ‘Mam, wat denk jij? Pak ik het goed aan?’ Ik hoop dan op een antwoord, maar natuurlijk komt er niets.”

‘Waarom was ze toch zo ongelukkig?’

Anita (55): “Als ik terugblik op haar leven zie ik mijn moeder als een kind met een gelukkige jeugd, een vrouw met een lieve man en een moeder met leuke kinderen. Mijn moeder had geen klagen. Echt niet. En toch… Zolang ik me kan herinneren straalde ze uit dat ze niet gelukkig was. Ze zat vaak uren in haar stoel voor het raam doelloos naar buiten te staren. Of ze trok zich halverwege de avond ineens terug op haar slaapkamer om pas de volgende ochtend weer naar beneden te komen. Of ze was een paar dagen weg, logeren bij haar zus.
Van mijn vader mocht ik nooit wat vragen. Ik kon haar beter ‘maar even met rust laten’. Maar hoe vaak ik haar ook met rust liet, ze veranderde nooit. Ik zeg niet dat ze geen lieve, zorgzame moeder was, want dat was ze zeker. Het leek alleen alsof ze een loodzware last met zich meedroeg, waar ze mij nooit iets over heeft verteld. En mijn vader hield ook zijn mond. Uit respect voor haar, want ik vermoed dat hij wel wist wat er met haar aan de hand was. Dus als er iets is wat ik van mijn moeder wil weten nu ze niet meer leeft, is het wel dit: waarom leek het toch dat ze altijd ongelukkig was?”

‘Waar heeft ze haar sieraden gelaten?’

Vivian (42): “In het begin hadden wij niet in de gaten dat mijn moeder aan het dementeren was. Ze vergat weleens wat en af en toe was ze verward. Maar ja, we vergeten allemaal weleens dingen, zijn allemaal warrig op z’n tijd. Later had ze hulp nodig bij simpele dingen als aankleden, wassen en eten. En soms reageerde ze boos of agressief op mensen. Dat raakte me, want zo was zij niet. Onlangs is ze overleden, gewoon in haar eigen huis. Wat ik haar nog had willen vragen? Waar haar sieraden zijn! Ze had hele mooie sieraden, ook nog van haar moeder.
Mijn man en ik zijn nu het huis van mijn moeder aan het leegruimen. We zijn boven begonnen, op haar slaapkamer. Daar bewaarde ze die sieraden altijd, maar we zijn ze niet tegengekomen. Ik heb al even gekeken op vaste plekken waar ze soms dingen verstopte, maar ook daar vond ik ze niet. Het kan zomaar zijn dat ik ze binnenkort nog tegenkom, maar ik merk dat ik al een beetje onrustig begin te worden: ze zal toch geen gekke dingen met die sieraden hebben gedaan, weggegeven of weggegooid misschien? Want waar zijn ze nou toch gebleven?”

‘Wat zou zij nu met mijn vader doen?’

Ilse (31): “Mijn moeder is overleden toen ik elf was. Ik heb alleen vage herinneringen aan haar. Als het al mijn herinneringen zijn en geen dingen die me door anderen zijn ingegeven. Ze was een supermoeder, dat weet ik wel. Daardoor stond mijn hele puberteit in het teken van verdriet en gemis en heb ik in die periode rare dingen gedaan. Seks, drugs en rock-’n-roll, zeg maar. Een lastig te hanteren kind. Misschien logisch als je je moeder op zo’n jonge leeftijd verliest natuurlijk, al is het voor mijn vader heel moeilijk geweest. Uiteindelijk is alles op z’n pootjes terechtgekomen. Ik heb gestudeerd, kreeg een vriend waarmee ik inmiddels ben getrouwd en heb samen met hem een zoontje van twee.
De dood van mijn moeder is nu twintig jaar geleden. Ik denk vaak aan haar, heb in de loop van de jaren 1001 vragen gehad die ik haar wilde stellen. Hoe zij was in haar puberteit, hoe zij het met haar eerste vriendje vond, waarom mijn vader de ware voor haar was, hoe haar zwangerschap was van mij. Ik heb nog steeds dat soort vragen, vooral als er een nieuwe fase in mijn leven aanbreekt. Zo gaat het nu niet goed met mijn vader. Hij is zeventig en heeft al twee keer een herseninfarct gehad. Eigenlijk kan hij niet meer alleen thuis wonen, maar om hem nou naar een verzorgingshuis te verhuizen. Ik zou wel het advies van mijn moeder willen: wat zou zij met mijn vader doen in mijn geval?”

‘Hoe vindt zij het dat ze eindelijk oma wordt?’

Anna (35): “Een paar jaar geleden werd bij mijn moeder de ziekte van Alzheimer geconstateerd. Sinds eind 2023 zit ze in een verzorgingshuis. Daar lijkt ze mentaal nog sneller achteruit te gaan. Dat maakt me heel verdrietig. Gelukkig is er ook een lichtpuntje in mijn leven: ik ben zwanger van mijn eerste kind, nu vijf maanden. Het duurde even voordat ik zwanger was, dus ik ben hier zó blij mee.
Voor mijn moeder is dit haar eerste kleinkind, maar of ze überhaupt beseft dat ze een kleinkind krijgt? Elke keer als ik bij haar op bezoek ben, pak ik haar hand om daarmee over mijn buik te wrijven. En dan vertel ik steeds: ‘Mam, ik ben zwanger.’ Maar ze kijkt me dan aan met een lege blik. Ik had haar willen vragen hoe ze het vindt dat ik nu eindelijk zwanger ben en dat zij oma wordt. Ik kan het haar duizend keer vragen, ik krijg alleen geen antwoord.”

Tekst: Hilli voor den Dag
Foto: Getty Images

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.