9 lezeressen over hun campingblunders: ‘Daar stond ik in mijn blote achterwerk’
5 augustus 2021
De camping blijkt een ware hotspot voor blunders, zo bewijzen deze negen verhalen. ‘Daar stond ik in mijn blote achterwerk om drie uur ’s nachts alle tassen binnenstebuiten te keren, terwijl achter me een soort kermisconcert gaande was.’
‘Als een soort moerasmonster liep ik terug’
Frederike (42): “We waren die dag aangekomen op een camping in Friesland. Normaal gesproken gaan we altijd naar Frankrijk, maar door corona besloten we vakantie in eigen land te vieren. Het weer was goed. ’s Avonds liet ik rond middernacht de hond nog even uit. Ik verliet al append met mijn moeder de camping, sloeg meteen na de slagboom af en voor ik het wist stond ik tot mijn kin in een sloot. Ik zie de hond mij nog verbaasd vanaf de kant aankijken. Ik voelde direct waar mijn telefoon was, gelukkig vond ik hem terug. Ik wist weer aan de kant te komen en als een soort moerasmonster ben ik naar onze plek op de camping gelopen. Mijn man schrok zich te pletter toen hij me zag. Ik ben gelijk onder de douche gesprongen, want ik stonk een uur in de wind. Mijn man, die het rondje met de hond afmaakte, kwam onderweg een andere campinggast tegen die naar mijn modderafdrukken stond te kijken. Die wist te vertellen dat ik niet de eerste was die daar de sloot in was gevallen. De schade viel mee. Mijn telefoon deed het nog, alleen mijn kleding bleef na een wasbeurt stinken en ik heb één slipper nooit meer teruggevonden. Ik ben nog teruggegaan om een foto te maken. Ik wilde laten zien dat ik er écht niets aan kon doen. Daar waren de meningen over verdeeld. Het feit dat ik ook wel een kluns ben, droeg daar niet echt aan bij. Ik ben er flink om uitgelachen. Van mijn ouders kreeg ik later nog zwembandjes, die kon ik mooi omdoen als ik de hond ging uitlaten.”
‘De buren spraken ons aan op keihard snurken’
Mieke (51): “Tja, of het een blunder is weet ik niet, maar ik voelde me toch goed gegeneerd toen de buren in de tent naast ons mijn man op lollige wijze aanspraken op zijn ‘keiharde snurken’ en mijn man doodleuk zei: ‘Oh dat ben ik niet hoor. Mieke maakt behoorlijk wat herrie als ze meer dan twee wijntjes gedronken heeft.’ We kenden die mensen net een dag…”
‘Stond ik daar in mijn blote achterwerk…’
Wendy (46): “Ik was ooit met mijn man, destijds nog mijn vriend, en vier andere vrienden op vakantie in Frankrijk. Ik was met mijn cabrio, de rest reed op de motor. Aangekomen op de camping zetten we onze tenten op en gingen we eten. We waren moe van de lange rit en vielen allemaal voldaan in slaap; ik had er alleen nooit meer aan gedacht de kap van mijn auto, een Mazda MX5 uit het jaar kruik, te sluiten. En zo kwam het dat er midden in de nacht een vogel – althans, dat denken we – in mijn auto ging zitten en het alarm activeerde. De hele camping werd wakker van het indringende geluid van het alarm. Omdat we nog niet helemaal goed waren ingericht met onze spullen, kon ik zo snel mijn autosleutel niet vinden. Dus stond ik daar in mijn blote achterwerk om 03.00 uur ’s nachts alle tassen binnenstebuiten te keren, terwijl achter me een soort kermisconcert gaande was, compleet met knipperende autolampen. Ik heb vast een verpletterende eerste indruk op de andere campinggasten gemaakt…”
‘Zijn tentje was amper groter dan mijn koffer’
Jennifer (28): “Ik heb nooit met mijn ouders gekampeerd, wij huurden altijd een huisje – en nogal luxueus ook. Mijn moeder weigerde het minder comfortabel te hebben dan thuis, zei ze altijd. Ik schrok dus nogal toen Thijs, mijn vriend, vertelde dat hij tijdens vakanties het liefst back to basics gaat. In een klein tentje, koken op één gaspitje, douchen in de sanitairruimte van de camping. Ik rilde bij de gedachte, maar ik was 21 en zó verliefd dat ik spontaan zei dat ik dat een keer met hem wilde doen. Hij boekte een weekje weg en ik pakte mijn koffer. Een enorme koffer. Toen Thijs mij naar buiten zag komen, schoot hij al in de lach. Ik vroeg hem wat er was, maar hij schudde alleen maar zijn hoofd. Eenmaal op de camping begreep ik waarom. Zijn tentje was amper groter dan mijn koffer! We moesten mijn voorraad kleding de hele vakantieperiode in de auto laten liggen omdat we het in de tent niet kwijt konden. Ik zag er in elk geval wel iedere dag leuk uit, maar de gasten die naast ons stonden hebben vreselijk om mij gelachen, samen met Thijs. Inmiddels ben ik een doorgewinterde kampeerder en waardeer ik het enorm om met een rugzakje op pad te gaan. Maar we denken nog vaak terug aan die allereerste keer.”
‘Gillend rukte ik de rits van de slaaptent open’
Erna (38): “Ik heb een ongelooflijke spinnenangst en dan moet je eigenlijk niet gaan kamperen. Maar ik had de tent van tevoren goed ingespoten met een insectenspray en waande me redelijke veilig. Die laatste dag van onze vakantie werd ik redelijk vroeg wakker. Het ochtendlicht scheen door het doek van de tent naar binnen en ik lag nog lekker wat te doezelen, totdat mijn oog ineens op een reusachtig exemplaar met acht poten in de hoek van onze slaaptent viel – aan mijn kant uiteraard. Ik raakte er zo van in paniek, dat ik keihard begon te gillen. Dat er nog meer gasten op de camping stonden en het hartstikke vroeg was, daar dacht ik niet eens over na. Dat beest moest weg. Mijn man probeerde me te kalmeren, maar er was geen redden aan. Ik voelde me in de val zitten: als ik naar buiten zou gaan, zou het tentdoek bewegen en zou de spin gegarandeerd gaan rennen of naar beneden vallen. Bovendien was ik ervan overtuigd dat mijn man de spin nooit zou kunnen pakken zonder dat het beest zou vallen of ergens onder het dekbed zou verdwijnen. Gillend heb ik de rits van de slaaptent opengerukt en hyperventilerend, en inmiddels huilend, ben ik de tent uit gevlucht – in niets meer dan een hemdje en een onderbroek. Het duurde niet lang of andere campinggasten staken hun hoofden naar buiten om te zien wat er aan de hand was. Mijn man wist uiteindelijk de spin te pakken. Voor mij was het de laatste keer dat ik in een tent sliep. Kamperen, met alle kans op doodenge spinnen in de tent, is aan mij gewoon niet besteed.”
‘Het regende, wie zou ons nou horen in onze caravan?’
Yoëlle (32): “Mijn campingblunder is nogal cliché, denk ik. Ik was met mijn toenmalige vriendje kamperen in de caravan van zijn ouders. We hadden het heel gezellig samen. We speelden Yahtzee tot diep in de nacht en het bier vloeide rijkelijk. Eenmaal in bed ging het dak eraf. We hadden seks en lieten elkaar duidelijk merken hoe lekker we het vonden. Het regende buiten: wie zou het horen? Nou, de buren dus, hoorden we maanden later van mijn toenmalige schoonouders. We wilden hun caravan nog een keertje lenen en dat mocht, op voorwaarde dat we het ’s nachts iets beschaafder konden houden. We schaamden ons allebei kapot. De buren, een al wat ouder stel, hadden hun beklag gedaan. Ze hadden ons gedrag ongepast genoemd. Je snapt dat we er die tweede keer in de caravan een stuk minder ongedwongen van hebben genoten. We hebben het overigens wel heel zachtjes gedaan…”
‘Die had ik nooit van zolder gehaald’
Milou (45): “Ik zou inpakken. Mijn man zat er bovenop. Hij bleef maar vragen of ik niets vergat. Ik werd er ontzettend kriegel van. Zo erg dat we met ruzie de auto instapten – op weg naar Frankrijk. Na een half uur klaarde de lucht in de auto op en werd het gezellig. Totdat we op de camping aankwamen, de kinderen richting speeltuin renden en mijn man de tent opzette. ‘Blaas jij de luchtbedden op?’, vroeg hij. Ik trok meteen wit weg. De luchtbedden. Die had ik nooit van zolder gehaald. Hij had meteen door wat er in de gaten was. Omdat we omringd waren door andere campinggasten, konden we het niet maken een enorme ruzie te ontketenen, dus we deden het heel ingetogen, een beetje sissend door de tanden heen. Gelukkig was er om de hoek van de camping een grote supermarkt waar we alsnog vier luchtbedjes konden kopen. Het is nu negen jaar geleden, maar het achtervolgt me nog steeds. Altijd als we de spullen pakken, vragen man én kinderen of ik de luchtbedden echt, echt écht wel heb ingepakt. Dat laat ik dan maar gelaten over me heenkomen.”
‘De elleboogjesmacaroni vloog door de lucht’
Hiske (31): “Ik was met een vriendinnetje kamperen, we waren een jaar of 18, denk ik. We voelden ons heel wat. Zonder ouders weg, alles zelf bepalen. Wat een vrijheid! We hadden een heel klein tentje mee en een eenpitsgasstelletje. Daar zouden we macaroni op maken. Geld om iedere avond iets te bestellen, hadden we niet. We hadden de grootste lol en waren vooral druk bezig met de twee leuke jongens die in een tentje schuin tegenover ons zaten. Wat er gebeurde, weet ik tot de dag van vandaag nog steeds niet, maar terwijl ik met een schuin oog die leuke jongens in de gaten hield, bleef mijn jurk bij het opstaan uit mijn campingstoeltje hangen achter de pan macaroni. Omdat ik bang was dat mijn jurk vlam vatte, begon ik te gillen. Ik had de aandacht van de halve camping, terwijl de elleboogjes door de lucht vlogen. Daar lag onze maaltijd, in het gras. Ik voelde me zo stom! Mijn actie leidde er overigens wel toe dat we contact met de jongens kregen. We hebben die avond pizza gegeten met z’n vieren.”
‘Uiteindelijk moest ik toch met de billen bloot’
Marijke (29): “Ik ben niet zo van het kamperen, maar mijn beste vriendin wel. Ze vroeg al zó lang of ik een keer met haar meewilde, dat ik toegaf. We waren nog geen uur op de camping of ik moest onwijs nodig poepen. Ik ben niet iemand die dat groots aankondigt, dus verliet ik onze plek om me even terug te trekken. En daar ontdekte ik dat het dus écht nodig is dat je een toiletrol onder je arm meeneemt. Wist ik veel. Ik dacht dat dat een grapje was. Ik zocht om me heen, maar kon niets vinden. Het was nogal druk in de toiletruimte, dus mijn vriendin bellen en hardop laten weten wat er aan de hand was, leek me geen optie. Ik appte haar de ‘noodsituatie’, maar ze kwam niet online, waardoor ik uiteindelijk toch met de billen bloot moest. Ik belde, fluisterend. ‘Hé meid, kun jij even met een toiletrol langskomen? Ik kan geen kant op hier…’ Ik heb haar nog nooit zo hard horen lachen. Die fout heb ik geen tweede keer gemaakt!”
Tekst: Hester Zitvast