Lezeressen over die ene blunder op werk: ‘De voicemail had alles opgenomen’
7 januari 2025
Negen lezeressen vertellen hoe ze wel door de grond konden zakken toen ze zichzelf op het werk compleet voor schut zetten. Lees en huiver!
‘Ik stuurde het mailtje naar vijf collega’s… dacht ik’
Simone (40): “Met als onderwerp in hoofdletters ‘TAART!’ verstuurde ik vorige maand een groepsmail naar mijn vijf directe collega’s. Tenminste, dat dacht ik. Wat ik niet meteen in de gaten had, was dat ik het mailtje ‘Aangezien ik zaterdag 40 ben geworden, staat er een lekker stuk taart voor je klaar’ naar alle medewerkers in ons hele bedrijf had gestuurd: 150 man sterk! Ik snap nog steeds niet hoe, maar blijkbaar heb ik ‘send to all’ aangevinkt. Binnen de kortste keren kreeg ik van alle kanten felicitatiemailtjes, zelfs van mensen die ik niet eens van gezicht kende. Niet veel later kwamen de eersten al naar onze afdeling. Ik werk bij personeelszaken, vandaar dat iedereen mij wel kent. Ik vond het zo gênant, want ik had één Hemaappeltaartje en dat was natuurlijk lang niet genoeg voor iedereen. Een collega is gauw tien pakken stroopwafels gaan halen bij de bakker en met het schaamrood op mijn kaken heb ik iedereen een excuusmail gestuurd: dat er weliswaar geen taart was, maar wel een heerlijke stroopwafel. Voortaan denk ik drie keer na voor ik een groepsmail verzend!”
‘Zou de dochter van de baas me hiervoor laten ontslaan?’
Ellen (31): “Achteraf heb ik er hartelijk om kunnen lachen, maar op het moment zelf kon ik wel door de grond zakken. Toen ik nog secretaresse was, had ik een collega, Roos, met wie het niet altijd even goed klikte. We lagen elkaar gewoon niet en om het minste of geringste hadden we discussies. Maar ja, we moesten nauw samenwerken en ze was ook nog eens de dochter van de baas. Toen ze jarig was, wilde ik me van m’n beste kant laten zien en tikte groot Hiep Hiep Hoera om uitgeprint op haar computerscherm te plakken. Maar dat kwam niet helemaal lekker uit de printer. Op het A4’tje dat ik gehaast ophing, stond namelijk: Hiep Hiep Hoer. En uitgerekend Roos was degene die het ontdekte… Even dacht ik dat ze me op staande voet zou laten ontslaan door haar vader, maar gelukkig begreep ze wel dat ik haar niet op die manier wilde feliciteren. Het kwam goed, maar het was een uiterst pijnlijk moment.”
‘Met dank aan de autocorrectie’
Simone (29): “Vorige maand stuurde ik een mail naar een klant en tikte onderaan ‘in afwachting van uw reactie’. Althans, dat dacht ik. Wat er in werkelijkheid stond, was: ‘In afwachting van uw erectie’, met dank aan de autocorrectie. En natuurlijk zag ik het pas toen ik net op ‘verzenden’ had gedrukt… Ik heb er vreselijk de slappe lach om gehad met mijn collega’s. Ook van de zenuwen, want: hoe zou die klant reageren? Natuurlijk heb ik er meteen een excuusmail achteraan gestuurd. Hij vatte het sportief op, hij begreep dat ik slachtoffer was geworden van het automatische corrigeerplan van mijn computer, dat niet helemaal fijn meewerkte.”
‘Meneer, ik heb al heel veel formaten in mijn broek gehad’
Jolanda (44): “Ik ben een echte Brabantse flapuit: eerst doen of zeggen, dan pas denken. En dat is niet altijd even slim. Samen met mijn partner heb ik een eigen zaak met elektrische sigaretten en een tijdje geleden kwam er een man binnen van een jaar of veertig. Hij wilde informatie, want hij wilde elektrisch roken. Na mijn uitleg over wat er allemaal te koop was, besloot hij een simpele e-sigaret te kopen. De weken daarop kwam hij terug voor nieuwe vloeistof en we maakten steeds een babbeltje. Op een woensdag was hij er weer, hij wilde nog een reserve-exemplaar, nu een voor gevorderde dampers. Na veel wikken en wegen waren er nog twee sigaretten over waar hij uit kon kiezen. De ene was anderhalve centimeter langer dan de andere. Hij deed beide exemplaren in zijn broekzak, bukte en knielde om te kijken welke prettiger zat. Aangezien ik elke e-sigaret eerst zelf rook voor ik ze verkoop, wilde ik hem uitleg geven over de verschillen in grootte. Alleen kwam dat niet helemaal goed over. Ik zei: ‘Meneer, ik heb al heel veel formaten in mijn broek gehad. Geloof me, anderhalve centimeter meer of minder, daar voel je echt niks van. Althans, ik niet.’ De man keek me aan en schoot in de lach. Pas toen realiseerde ik me wat ik precies had gezegd. ‘Oei, dit heb ik niet echt charmant gebracht, geloof ik?’ ‘Nee’, zei hij, hard lachend. En nu nog zegt hij, elke keer als hij bij ons in de winkel komt, plagerig: ‘Prima sigaret hoor, en de lengte? Ach, daar voel je niks van!’”
‘De voicemail had alles opgenomen wat ik net had gezegd’
Kim (39): “Zo’n vier jaar geleden sprak ik heel vriendelijk, maar met een pissige ondertoon, de voicemail in van een collega. Hij zou mij de nodige achtergrondinformatie geven voor een artikel dat ik aan het schrijven was voor ons bedrijfsblad, maar hij had dat na meerdere verzoeken nog steeds niet gedaan. Toen ik klaar was, ging ik tegen een collega tegenover me helemaal los over die lakse collega: dat je niets aan hem had, dat het een lapzwans was omdat hij nooit deed wat hij beloofde, enzovoorts, enzovoorts. Toen ik mijn telefoon neerlegde, zag ik dat ik nog steeds aan het bellen was en ontdekte ik dat de voicemail alles opgenomen had wat ik zojuist had gezegd, omdat ik nog niet opgehangen had. Ik kreeg een hartverzakking en riep: ‘O shit, nu heb ik echt een probleem!’ Ik heb toen meteen teruggebeld en weer zijn voicemail ingesproken met de mededeling: ‘Even een waarschuwing, ik was boos en heb net per ongeluk je voicemail ingesproken met allemaal nare dingen en gemopper. Ik vind je nog steeds lief, hoor.’ Ik had er behoorlijke buikpijn van, maar hij is er nooit meer op teruggekomen. Hij deed waarschijnlijk of zijn neus bloedde.”
‘Ze gaf lieve aanwijzingen, wist ik veel?’
Christa (29): “Als invalleerkracht kom ik regelmatig op basisscholen in de omgeving van Rotterdam. Zo ook vorig jaar zomer. Ik kreeg een superbrave klas onder mijn hoede, met uitzondering van één kleine stoorzender: een jongen van een jaar of zeven. Na een paar uurtjes liep ik even naar de buurjuf om te vragen wat ik met hem aan moest, want hij gooide nogal de kont tegen de krib. Ik vertelde kort over alle maffe dingen die hij deed (gillen in de klas, niet opletten), ik noemde het ook vreemd gedrag. Mijn collega gaf wat lieve aanwijzingen en tips voor de juiste benadering, de jongen bleek adhd te hebben. Ik vroeg nog of hij niet wat pittiger aangepakt moest worden, hij kwam er wel erg makkelijk mee weg op deze manier. Maar zij verzekerde me dat ik met de softe aanpak en geduld het meest zou bereiken. Aan het einde van de dag meldde ik me netjes af bij de coördinator. Die vroeg of er nog bijzonderheden waren geweest. ‘Nee hoor, leuke dag gehad’, zei ik, maar vertelde haar nog wel over het dwarse jongetje. ‘Ach,’ vergoelijkte de coördinator, ‘hij vindt nieuwe situaties erg lastig. Maar die had je wel even bij de juf in het lokaal naast je kunnen plaatsen. Dat is zijn moeder.’ Ik wist niet hoe snel ik weg moest komen.”
‘250 in plaats van 25 broodjes’
Charlotte (34): “Een paar jaar geleden werkte ik bij een evenementenlocatie. Een leuke baan, maar voor een vergadering van tien man had ik in plaats van 25 broodjes 250 broodjes besteld. Ik kon daarna meteen mijn biezen pakken.”
‘Ik wilde de mail met mijn commentaar doorsturen…’
Jeanna (41): “Dolblij was ik, toen ik weer een nieuwe baan had gevonden. Ik had twee jaar werkloos thuis gezeten na een reorganisatie in de zorg, maar mijn vriendin Anne had een goed woordje voor me gedaan bij haar buurman. Hij had een eigen beveiligingsbedrijf en na een korte cursus kon ik aan de slag als beveiliger. Een verrassend leuke job. Iets minder leuk was mijn baas: een autoritaire man die geen zin op een normale toon kon zeggen. Werkelijk alles kwam schreeuwend zijn mond uit en iedereen kroop voor hem. Volgens Anne, zijn buurvrouw dus, moest ik me daar geen zorgen over maken. Ze hield me voor: ‘Blaffende honden bijten niet, je moet je er maar niks van aantrekken.’ En anders kon ik altijd bij haar terecht voor wat mentale steun. Twee weken later kreeg ik ’s avonds laat een mail van mijn baas: hij was ontevreden over de manier waarop ik een bepaalde zaak had aangepakt. De toon van zijn mail was echt heel naar. Hij maakte me belachelijk en noemde me een slappeling en een amateur. Hij hield absoluut geen rekening met het feit dat ik nog maar pas in dienst was! Ik opende de mail rond tien uur ’s avonds en zat er vreselijk mee in mijn maag. Mijn man vond dat ik er een nachtje over moest slapen, maar ik had geen rust. Ik wilde de mail doorsturen naar Anne en ik schreef er kort mijn commentaar bij: dat het weer een echte bulderactie van hem was, dat hij weinig kaas gegeten had van psychologie en dat ik nu snapte waarom alle collega’s het in hun broek deden voor hem. Maar in plaats de mail te forwarden, beantwoordde ik hem. Aan mijn baas dus. Ik dacht dat ik gek werd en heb wel een half uur ‘O, mijn God!’ geroepen. Ik heb er nog een mail achteraan gestuurd, waarin ik mijn excuses aanbood. Maar het was al te laat. De volgende ochtend kreeg ik een korte mail: ik hoefde niet meer terug te komen. Ik zat nog in mijn proeftijd en kon er niks tegen doen.”
‘O nee, daar gaat de fotograaf!’
Jolanda (34): “Jaren geleden probeerde ik naast mijn baan als secretaresse als fotograaf aan de slag te komen. Fotograferen was een hobby en ik heb mezelf opgewerkt. Een collega regelde een klus voor me: ik mocht een bruidsreportage maken voor een grote klant van ons. Heel spannend, het was mijn allereerste fotoopdracht. De trouwerij zou in totaal elf uur in beslag nemen. De locatie was helemaal aan de andere kant van het land. Er lag sneeuw en het was heel glad, maar het bruidspaar had een hotelkamer voor me gereserveerd, zodat ik op tijd was. Boven in de suite van het hotel fotografeerde ik de bruid tijdens haar voorbereidingen en het bruidspaar op moment dat ze elkaar voor het eerst zagen. Daarna gingen we naar beneden voor de rest van de reportage. Ik liep voor het bruidspaar uit, achter de ceremoniemeester aan. Hij sloeg een gangpad in, waar halverwege een trappetje was naar een meter lager, maar dat zag ik niet. Ineens merkte ik dat ik halverwege mijn stap geen grond meer onder mijn voet voelde. Die kwam keihard neer, mijn andere voet probeerde mij in een reflex op te vangen. Ik had nette laarsjes aan, met hakjes. Mijn enkel klapte dubbel, ik kreeg het bloedheet en duizelde van de pijn en van schrik en schaamte tegelijk. Ik hoorde de bruid achter me roepen: ‘O nee, daar gaat de fotograaf!’ Toen ik wilde opstaan, checkte ik eerst mijn camera: gelukkig, die was nog heel. Maar beide hakken waren van mijn laarzen afgebroken, bovendien had ik mijn enkel verzwikt en dat deed heel veel pijn. Maar opgeven was geen optie. De show moest doorgaan. Ik kon het bruidspaar toch niet laten zitten? Gelukkig bleek de ambtenaar van de burgerlijke stand verpleegkundige te zijn geweest. Zij had thuis nog een spalk liggen, waarmee ze mijn voet heeft verbonden. Uiteindelijk ben ik na wat rust en aspirines en op de Uggs van de bruid verder gegaan. Ondanks de pijn ben ik tot twee uur ’s nachts doorgegaan en na afl oop voelde ik me best trots. Het is nu een mooi verhaal op mijn cv, het zegt iets over mijn passie en nzet: ik ga door waar anderen zouden stoppen.”
Foto: Getty Images
Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.