Lianne helpt zeedieren in nood
7 augustus 2024
Gewonde bruinvissen, aangespoelde zeehonden, vogels in de problemen: Lianne (37) draait er haar hand niet voor om. Voor Stichting Reddingsteam zeedieren helpt ze waar ze kan, en Vriendin-verslaggever Ella Mae mocht een dag met haar op pad.
Lianne stuurt haar Dierenambulance snel en trefzeker over ‘haar’ Zeeuwse strand. Ze is vrijwilliger bij de Stichting Reddingsteam zeedieren. Op dit strand zijn weleens zeehonden, bruinvissen, zeevogels en soms zelfs walvissen en orka’s die hulp nodig hebben. “Je moet op het strand niet te langzaam rijden, want voor je het weet, zit je auto vast”, zegt Lianne. Ze rijdt zoveel mogelijk over de harde delen van het zand en volgt het spoor van een andere auto. Maar dan gaat het mis. “Oeps”, klinkt het opeens. Ze is het spoor kwijt. Lianne maakt een draait met haar ambulance, belandt in het mulle zand, en dan gebeurt het: we zitten vast. Ze probeert de Dierenambulance nog uit het zand te sturen. Maar helaas: haar wielen draaien zich genadeloos vast. “Tja, dat gebeurt soms,” zegt ze laconiek.
Al acht jaar is Lianne vrijwilliger voor de Stichting Reddingsteam zeedieren. Dat kwam door haar man. “Cees was lid van de reddingsbrigade en kreeg een melding van de Stichting Reddingsteam zeedieren. Er was een zeehond op het strand die een stuk net om zijn nek had zitten. Vanaf dat moment werd Cees vaker ingeschakeld. Ik ging ook weleens mee. Zo rolde ik erin.” Inmiddels staat er een Dierenambulance permanent voor de deur geparkeerd, zodat ze het strand op kan wanneer dat nodig is. En wanneer ze kan. Want naast haar vrijwilligerswerk werkt Lianne 28 uur per week als verzorgende in de ouderenzorg. “Ik zorg voor mens en dier,” zegt Lianne. Als ze vrij is en op de groepsapp van het reddingsteam wordt gemeld dat er een zeedier in nood is, gaat Lianne erop af – gemiddeld zo’n drie keer per week. Zoontje Levi (5), die net als zijn ouders dol is op zeedieren, mag weleens mee. Als Lianne wordt opgeroepen en ze kan Levi niet ophalen van school, wordt hij opgevangen door haar ouders of schoonouders, die allemaal in hetzelfde dorp wonen.
Zeehond op de trouwdag
Lianne doet dit werk met hart en ziel. Zelfs op haar trouwdag stond ze met een zeehond in haar armen. “We waren na de bruiloft nog foto’s aan het maken, toen we een melding kregen dat er een zeehond in nood was. We zijn meteen in onze trouwkleding naar het strand gegaan. Met de zeehond achter in onze auto reden we naar het asiel. Bij de opvang wisten ze dat we eraan kwamen, maar niet dat ik in mijn bruidsjurk zou komen. Ja, die stonden wel even te kijken. Wij vonden het wel grappig. Wie staat er nu op haar bruiloft met een zeehond in haar armen?” Want, zegt Lianne: “Ik vind zeedieren gewoon heel mooi: bruinvissen, dat zijn kleine tandwalvissen die op dolfijnen lijken, maar ook zeehonden. Ze zien er heel schattig uit, maar het zijn eigenlijk de grootste roofdieren van Nederland. Het is soms best spannend als je er eentje vindt, want ze bijten graag. De grote volwassen grijze zeehonden kunnen wel tot 350 kilo wegen. Het helpt als een handdoek over hun kop heen gooit, dan kunnen ze niets meer zien. Dat is bij alle dieren zo, daar worden ze rustiger van. En voor de rest gooi je gewoon je gewicht in de strijd”, lacht Lianne.
Ondertussen stapt ze uit om haar auto te bekijken. De wielen zitten tot diep in het zand. “Dat wordt zand scheppen, rijplaten onder de wielen neerleggen en kijken of we eruit kunnen komen”, zegt ze. Ze opent de achterklep van de Dierenambulance en haalt er een schop en vier rijplaten uit. Lianne laat meteen zien wat ze zoal in haar Dierenambulance heeft. Dat is veel, zo blijkt: onder andere een grote box waar ze zeedieren in vervoert, schepnetten, handschoenen een kist voor het vervoer van dode dieren. Ja, daar komt de Dierenambulance ook het strand voor op. “Dit is ook een badstrand. Je wilt niet op je handdoek liggen naast het kadaver van een dode zeehond, dus dat ruimen wij op.” Lianne is altijd al een dierenvriend geweest, vertelt ze. Thuis hadden ze vroeger jammer genoeg geen huisdieren. “Maar de buren hadden honden. Ik was altijd met die honden bezig.” En nu, met Cees, die zorgde dat het zeedieren-virus op haar oversloeg, zijn er wel veel dieren in huis. Waterdieren, vooral. “We hebben schildpadden, koi-karpers en een aquarium met vissen en garnaaltjes.” Intussen komt een Dierenambulance het strand opgereden van de dienst Handhaving. Twee mannen stappen uit. Lianne is niet de enige is die dit overkomt, zeggen ze: het gebeurt vaker dat iemand zich vastrijdt in het mulle zand. Ze helpen graag om de Dierenambulance uit het zand te halen. Als de rijplaten achter de wielen liggen en Lianne haar Dierenambulance start, duwen de mannen de Dierenambulance de kuil uit. Lianne kan weer verder. Op naar het volgende zeedier dat hulp nodig heeft.
Zeehonden spotten
Ze rijdt het strand weer af, de boulevard op. Ze laat graag de Spuisluis zien: een sluis tussen de Noordzee en het Grevelingenmeer die veel door zeehonden wordt gebruikt om heen en weer te zwemmen. Hier kun je vaak zeehonden spotten, vertelt ze. We stappen uit en turen over het water. Even lijkt het alsof we pech hebben en er vandaag geen zeehonden zijn. Maar, zegt Lianne: “Het is vaak een kwestie van even geduldig zijn.” En inderdaad: na een paar minuten steekt een zeehond zijn kop boven water. “Zo slapen zeehonden,” zegt Lianne, “rechtop drijvend als een kegel in het water. Of soms ook liggend: op een zandbank, het strand of de bodem van de zee.” Ze maakt bijzondere dingen mee tijdens haar vrijwilligerswerk bij de Stichting Reddingsteam zeedieren. Het redden van bruinvissen is sowieso altijd bijzonder, zegt ze. “Die spoelen vaker dood dan levend aan. En door de stress dat ze op het strand liggen, overlijden ze ook nogal eens. Je moet ze goed nathouden, rustig blijven en goed hun ademhaling controleren. Vorig jaar werd er door strandbezoekers om half negen ’s ochtends een melding gedaan van een aangespoelde bruinvissen. Cees en ik hebben Levi toen bij mijn moeder gebracht en zijn het strand opgegaan. In zo’n geval bellen we met de Stichting SOS Dolfijn voor overleg. Nadat we een filmpje hadden gemaakt van de bruinvis, zei de dierenarts dat ze ‘m graag wilden ophalen om ‘m naar SOS Dolfijn in Noord-Holland te vervoeren. Opgevangen zeedieren krijgen altijd een naam; de vinders hadden deze bruinvis Nora genoemd. Toen we Levi vertelden dat we een ‘dolfijn’ hadden gered, wilde hij haar graag zien. We zijn Nora toen twee keer gaan opzoeken met Levi en met mijn ouders, die ook graag mee wilden. Nora zwom in een groot bassin. Levi vond het geweldig. “Mama kijk, hij kan weer zwemmen!” zei hij. Het was voor Cees en mij ook fijn om te zien dat het beter met haar ging.” Zo goed, dat ze na een halfjaar weer kon worden vrijgelaten. Nee, daar kon Lianne niet bij zijn, ze moest die dag helaas werken. “Aan de ene kant vond ik dat wel jammer. Cees en ik hadden haar opgevangen, dan was het ook leuk geweest om erbij te zijn als ze weer werd vrijgelaten. Maar aan andere kant: het ging goed met Nora, en we kregen een filmpje te zien. Zo waren we er toch een beetje bij.”
Oud beestje
Het redden van zeedieren is mooi werk, vindt Lianne. Al maakt het haar ook weleens verdrietig. Zoals laatst, toen er een oude gewonde zeehond was gevonden op het strand. “Hij tilde nog heel zachtjes zijn kop en flippers op, maar hij kwam niet meer vooruit. Het was duidelijk dat hij het niet ging redden, en daarom kon hij niet naar de opvang. We hebben de reddingsbrigade toen gevraagd om hekken om hem heen te zetten. Maar toen ze later die dag naar huis gingen, namen ze de hekken mee en joegen jongeren de zeehond op, de zee in. Dan denk ik: laat dat oude beestje toch met rust. Twee dagen later lag hij weer op het strand en was hij er nog erger aan toe, zijn buik lag helemaal open. Dat doet me dan echt pijn, om een dier zo te zien lijden. Cees heeft de opvang gevraagd om hem een spuitje te geven. Dat deed me wel wat”, zegt Lianne, terwijl ze uitkijkt over het Grevelingenmeer. Wat zou er volgens haar anders moeten op het gebied van natuurbescherming? “Van de windmolenparken op zee hebben we op het land natuurlijk veel profijt voor onze energie. Maar voor veel zeedieren is het slecht. Bruinvissen zwemmen bijvoorbeeld op sonar, maar door de trillingen van de windmolens raakt dat verstoord. Dan zwemmen ze overal tegenaan en worden ze uiteindelijk uit hun eigen leefgebied verjaagd.”
Dan komt er een melding binnen van de Stichting Reddingsteam zeedieren. Er zou een gewonde aalscholver op het strand liggen. Lianne rijdt over de boulevard naar de man die de melding heeft gedaan. “Hij heeft een gewonde vleugel, dus volgens mij overleeft zo’n vogel dan niet, toch?” Lianne zegt dat ze naar de vogel gaat kijken en vervolgens overlegt met de dierenarts in de vogelopvang. “Waar heeft u de vogel gezien?” vraagt ze. De man legt uit bij welke strandpaal de vogel zat. Weer moet Lianne het strand op met de Dierenambulance. “Dit vind ik dit toch best een beetje spannend”, zegt ze. “Ik hoop niet dat ik weer vastloop.” Dat laatste gebeurt gelukkig niet, Lianne stuurt haar ambulance vaardig over het strand. Maar de vogel vindt ze helaas niet. “Het kan zijn dat de aalscholver nog wel kon lopen en inmiddels de zee weer op is”, zegt ze. “Jammer. Maar wie weet, vinden we ‘m bij de volgende melding wel. Dan kunnen we ’m vast alsnog redden.”
Tekst: Ella Mae Wester
Foto: privébeeld
Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.