vrouw

Lieneke: ‘Je kunt het treffen met je schoonouders. Ik trof het dus niet’

Ze had haar best gedaan, maar tussen Lieneke (37) en haar schoonouders zou het nooit gaan werken. “Ik vind het heel erg voor mijn man dat ik zijn ouders niet meer wil zien, maar mijn besluit geeft ons hele gezin rust.”

Warm nest

Lieneke: “Ik kom uit een warm en stabiel nest. Ik heb een jongere broer en mijn ouders zijn al bijna veertig jaar getrouwd. Zowel mijn vader als moeder hebben hun hele leven gewerkt in het onderwijs. Mijn vader was tot voor kort conrector op een middelbare school en mijn moeder is nog steeds juf in het basisonderwijs. Hun educatieve instelling heeft altijd in onze opvoeding doorgeklonken. Er werd met ons gepraat. Als wij iets deden wat niet mocht, kregen we daar een uitleg bij. Ik kan me niet herinneren dat mijn ouders ooit tegen ons hebben geschreeuwd. Ze hebben mijn broer en mij altijd gestimuleerd onze dromen na te jagen. Wij konden allebei vrij goed leren en hoewel we daar in onze puberteit echt niet altijd evenveel zin in hadden, hebben we toch in een keer ons vwo-diploma gehaald. Mijn broer is rechten gaan studeren en werkt als jurist. Ik heb een hbo-opleiding gedaan en werk nu vier dagen in de week als communicatieadviseur voor een groot internationaal bedrijf.

Acht jaar geleden ontmoette ik Wim op een feest bij vrienden. Ik viel voor zijn ondeugende ogen. En zijn humor, ik moest verschrikkelijk om hem lachen. Hij vertelde trots dat hij zelfstandig ondernemer was. Als kleine aannemer had hij al diverse mooie projecten op zijn naam staan. Ik was onder de indruk van zijn doorzettingsvermogen, want hij vertelde ook dat hij zijn school niet had afgemaakt. ‘Leren is gewoon niets voor mij’, zei hij. Wim leerde in de praktijk. We spraken af een keer samen uit eten te gaan. Toen sloeg de vonk echt over, er viel geen seconde een stilte tussen ons. Aan het einde van de avond vroeg hij verkering aan me. En een maand later stelde hij mij voor het eerst voor aan zijn ouders. Dát was geen succes.”

Veel te chic

“Ik wist al dat Wim uit een wat eenvoudig gezin kwam, maar dat maakte mij helemaal niet uit. Zijn vader was fabrieksarbeider. En zijn moeder was al jaren afgekeurd vanwege rugklachten. Ze woonden in een kleine huurwoning in een typische volksbuurt waar de voordeuren in de zomer altijd open staan en iedereen op straat met elkaar staat te kletsen of ruzie heeft. Het was heel anders dan de nieuwbouwwijk waar ik was opgegroeid, maar zeker niet minder. We parkeerden mijn auto voor het huis en nog geen twee seconden later trok Wims moeder mijn deur open. Ze gaf me drie zoenen en bekeek me daarna van top tot teen. ‘Wat een chique vriendin heb je, Wim. Veel te chic voor jou’, riep ze. Ik wist niet zo goed wat ik met deze opmerking aan moest en lachte er maar wat om. Ze bedoelde het vast niet rot. Maar ook in de uren die volgden, kreeg ik meerdere opmerkingen te horen waar ik wat ongemakkelijk van werd. Ze vroeg waar ik altijd gewoond had. ‘O, bij de kouwe kak’, concludeerde ze toen. En ze waarschuwde me op een semi-jolige manier: ‘Als je maar niet denkt dat je meer waard bent, omdat je gestudeerd hebt. Voor ons is iedereen gelijk.’

Wims vader zei niet veel. Hij liet zich volledig overstemmen door zijn vrouw. En Wim haalde een paar keer verontschuldigend zijn schouders op. Op de terugweg in de auto begon hij er zelf over. ‘Mijn moeder is wel een aparte. Ze voelt zich op de een of andere manier al snel ‘de mindere’ en dat verdedigt ze dan vervolgens heel sterk.’ Ik benadrukte naar hem voor de zekerheid nog maar eens dat geen mens voor mij minder is. En ik zei ook dat ik het niet heel prettig vond dat ze mij steeds op mijn plek zette. Nee, die eerste ontmoeting was niet bepaald een overweldigend succes.”

Negatieve instelling

“Mijn schoonmoeder bleef mij op dezelfde wijze aanspreken. De eerste jaren zag ik ze niet zo heel vaak. Ik plande vaak ‘heel toevallig’ iets anders in als Wim er langs wilde gaan. Hij vond het ook geen probleem er even alleen aan te waaien. De keren dat ik er wel was, viel me op dat vooral mijn schoonmoeder heel negatief was ingesteld. Niets was goed. De zorg in Nederland was slecht geregeld en de politiek corrupt. Ze moest niets van vluchtelingen weten, dat waren in haar ogen allemaal gelukszoekers. En de klimaatcrisis was alleen maar een verzonnen verhaal om de burger geld uit de zakken te kloppen. Mijn schoonvader knikte instemmend, als zijn vrouw weer eens losging. Ik ging me er steeds meer aan storen. In discussie gaan had geen enkel nut, ze luisterde toch niet. Dus sneed ik maar weer een ander onderwerp aan. Wims moeder is iemand tegen wie je niet snel in gaat. Wim had mij ook verteld dat ze vroeger met harde hand opvoedde. Hij en zijn twee broers hebben regelmatig klappen gehad. Ik kon me niet voorstellen dat je je kind slaat.”

Lees ook: Joyce: ‘Nee hè, niet wéér op vakantie met mijn schoonfamilie’

De bom barstte

“Vijf jaar geleden werd onze zoon geboren. Een jaar later kregen we nog een dochtertje. Vanaf dat moment stonden mijn schoonouders ineens regelmatig ongepland op de stoep. Voor de geboorte van onze kinderen kwamen ze nooit bij ons. Ik zat er niet op te wachten, op dat te pas en te onpas binnenvallen. En ze kwamen ook altijd ongelegen. Dan wilde ik de kinderen net op bed leggen en ging de bel weer. Toen ik daar een keer, heel voorzichtig, iets van zei, barstte de bom. Mijn schoonmoeder werd woest. Hoe haalde ik het in mijn hoofd haar bij de kleinkinderen weg te houden? ‘Je eigen moeder ziet ze bijna dagelijks’, riep ze. Mijn schoonvader liet ook van zich horen, hij nam het voor zijn vrouw op. Ik wist niet wat ik hoorde. Dat speelde er dus mee. Ze dachten dat mijn ouders hier veel vaker kwamen. Wim heeft de gemoederen een beetje weten te bedaren, maar voor mij is er toen iets kapot gegaan. Ik concludeerde die dag dat ik mijn schoonouders gewoon echt niet leuk vond en dat ik ze ook nooit leuk zou gaan vinden.”

Steeds erger

“De ergernissen stapelden zich op. Mijn houding naar hen toe veranderde ook, dat moet ik eerlijk toegeven. Waar ik voorheen heel diplomatiek andere onderwerpen aansneed als ik het ergens niet mee eens was, ging ik er nu met gestrekt been in. Waarom zou ik moeten aanhoren dat het onderwijs in Nederland ‘verschrikkelijk slecht’ is? Dat was alleen maar een trap richting mijn ouders. Ik verdedigde ze en dat leverde behoorlijk felle gesprekken op.

We gingen allebei steeds een stapje verder, Wims moeder en ik. Het werd persoonlijker. Ik trok een keer openlijk in twijfel hoe erg haar rugklachten nou werkelijk waren. Niet heel netjes, maar ik hoorde haar er echt nooit over, ze kon in mijn ogen best werken. Zij noemde mij arrogant en ze zei dat ze hoopte dat ik mijn kinderen later hun eigen pad zou laten bewandelen. En niet zou pushen te studeren, zoals mijn ouders hadden gedaan. Ze had voortdurend een waardeoordeel over mij en mijn familie. Ze kende mijn ouders amper.”

Vergiftigde band

“We kwamen steeds verder van elkaar af te staan. Als we vroegen of ze wilden oppassen, konden ze bijna nooit. Ik had altijd het idee dat ze met excuses kwamen, want ik wist dat ze vond dat ik als vrouw te veel werkte. Dan konden ze bijvoorbeeld niet omdat ze cv-monteur langskwam. Hoezo kan dat niet doorgaan als je kleinkinderen er zijn? Met de verjaardagen van de kinderen of met Sinterklaas en Kerst kochten ze lukraak wat cadeautjes. De suggesties die wij deden, werden in de wind geslagen. Mijn schoonmoeder kocht wat zij wilde kopen. Ik heb het meest afschuwelijke plastic speelgoed-op-batterijen ongebruikt of kapot in de kast staan. De verhoudingen werden slechter en slechter. Ik zag op een bepaald moment in alles wat ze deden iets negatiefs. Onze band was vergiftigd. Ik kon mijn ei er bij mijn eigen ouders over kwijt, maar nauwelijks bij Wim, het bleven natuurlijk wel zijn vader en moeder. En hoewel hij mij vaak gelijk gaf, voelde hij ook die tweestrijd.”

De druppel

“Ruim een jaar geleden ging het echt mis. Wij hadden net een intensieve verbouwing van twee maanden achter de rug, waarin mijn schoonouders geen een keer hulp hadden aangeboden. Wim had ze uitgenodigd om het resultaat te bekijken. Hij had vrijwel alles zelf uitgevoerd en was supertrots. Ik had een uitgebreide lunch verzorgd. ‘Dat heb jij maar mooi voor elkaar, zo’n handige man. Je had er niet zo fraai bijgezeten als je met een chirurg getrouwd was’, zei ze, terwijl ze ons huis bekeek. Ik was het zat. ‘Waar maak jij uit op dat ik met een chirurg had willen trouwen’, vroeg ik fel. ‘Ach, een chirurg of een ander hoog opgeleid iemand’, antwoordde ze. Ik werd er zo kwaad om. Wim en ik zijn heel gelukkig met elkaar, ik ben zo gek op hem. Hoe durfde ze zoiets te zeggen. De toon was gezet. Ik probeerde het weg te drukken en zette voor iedereen een kop koffie. Wims vader genoot van de lunch, Wims moeder raakte amper wat aan. Ze had geen honger, zei ze. Ze maakte gewoon een statement naar mij: ik eet niet wat jij hebt klaargemaakt. Daar heb ik uiteraard geen keihard bewijs voor, maar ik heb ook nog zoiets als intuïtie. Ze gedroeg zich ronduit afgunstig. Vergeleken met hun huis was onze woning een paleisje.

Toen ze na een twee ongemakkelijke uren vertrokken en ik de deur dichtdeed, zei ik het meteen tegen Wim: ‘Ik hoef ze niet meer te zien.’ Daar schrok hij wel van. Zijn moeders gedrag die middag was voor mij de druppel van jarenlange irritatie. We mogen elkaar niet, klaar. Dat kan gebeuren. Als we elkaar zouden blijven zien, zou het tussen mij en Wim in komen te staan, dat wist ik zeker. Door een stap terug te doen, kon ik dat voorkomen.”

Mismatch

“We hebben er die avond heel lang met z’n tweeën over gesproken. Ik wilde niet dat Wim zich afgewezen voelde, want ik zie hem volledig los van zijn ouders. Hij lijkt ook totaal niet op ze. Hij vroeg of ik het tegen ze wilde zeggen. Ik heb ze uiteindelijk een brief geschreven, waarin ik ook hand in eigen boezem stak. Ik noemde ons een mismatch. Ik heb uitgelegd dat ik het contact wilde verbreken, omdat het mij alleen maar stress en negativiteit opleverde. Ik heb ze beloofd dat ik de kinderen niet bij ze weg zou houden en dat doe ik ook niet. Wim gaat met verjaardagen alleen met ze naar zijn ouders toe. En hij spreekt zo eens per maand met ze af. Ik denk dat als je hem diep in zijn hart kijkt, hij het ook geen probleem zou vinden als hij ze nooit meer zou zien. Ik zal dat nooit aan hem vragen. De situatie is pijnlijk genoeg.

Sinds de breuk is er rust. Ik heb geen reactie op mijn brief gekregen en als Wim bij ze is geweest, zegt hij er vrijwel niets over. Ik vind het heel naar voor hem dat het zo gelopen is, maar het is niet anders. Je kunt het treffen met je schoonouders. Ik trof het dus niet.”

Lees ook: Marcella: ‘Ik weet het zeker: mijn schoonmoeder zit achter onze scheiding’