Liz werd als baby afgestaan: ‘Mijn moeder koos voor een leven zonder mij’
24 augustus 2023
Liz (48) is drie maanden oud als ze uit Duitsland geadopteerd wordt door Nederlandse ouders. Twee jaar geleden ontmoette ze haar biologische moeder voor het eerst. “‘Ze had geen spijt’, zei ze heel resoluut en zonder emotie. ‘Ik was toch goed terecht gekomen?’”
Liz: “We zouden die avond fonduen, ik keek er al de hele dag naar uit; het was mijn lievelingseten. ‘We moeten je iets vertellen. Je bent geadopteerd’, zei mijn moeder. Haar beste vriendin was psychotherapeut, zij had erop aangedrongen dat mijn ouders mij nu eens de waarheid zouden brengen. Ik was zeven en had tot dat moment geen enkel vermoeden. Ik was enig kind en wit, net als mijn ouders. Er was geen enkele aanleiding om te denken dat ik niet hun kind was. Het bericht kwam echt als donderslag bij heldere hemel.
Nadat het hoge woord eruit was, ging mijn moeder verder met het vullen van de schaaltjes. Er overviel me een enorm verdriet; ik wist me geen houding te geven. Het was ineens net alsof ik in mijn eigen huis op visite was. Al die tijd was ik voorgelogen. Mijn ouders waren altijd heel stellig geweest over liegen; dat doe je niet. Die basiswaarde verviel ineens. Ik was ook zo boos op mijn biologische moeder. Wie doet nou haar eigen kind weg? Ik vond mijn nieuwe waarheid zo pijnlijk, dat ik rationeel besloot dat het er gewoon niet zou zijn. Ik vertelde het de volgende dag op school wel aan mijn beste vriendinnen, maar daarna wilde ik er niet meer over praten.
Twee weken later vroeg mijn moeder of ik het wel begreep, wat ze mij had verteld. Ik begreep dat heel goed, maar ik wilde er zo min mogelijk over nadenken. Mijn ouders zijn eerlijk en oprecht en hoewel ze niet alles even goed hebben aangepakt, deden ze dat wel met de beste intenties. Mijn moeder was onvruchtbaar en ze stonden op de lange wachtlijst voor adoptie in Nederland. Een neef in Duitsland had een ongewenst zwangere collega. Hij bemiddelde, en zo ben ik naar Nederland gekomen.”
Nieuwsgierig naar mijn roots
“In de periode na ‘de mededeling’ vroegen mijn ouders met enige regelmaat of ik niet nieuwsgierig was naar mijn roots. Maar ik wilde daar niets van weten. Ik had geen enkele behoefte mijn biologische moeder te leren kennen, daar voelde ik nog te veel woede voor. Pas toen ik een jaar of 13 was veranderde dat. Ik zei tegen mijn moeder dat ik eigenlijk wel wilde gaan zoeken en daar reageerde ze ogenschijnlijk relaxed op. ‘Ik wist dat die dag ooit zou komen’, zei ze. ‘We zullen je helpen.’ Vervolgens liep ze snel de keuken in, ze moet gedacht hebben dat ik haar niet kon zien. Maar ik zag haar wel. In stilte stond ze hard te huilen. Dat veranderde alles voor me. Deze vrouw, mijn moeder, had mij gered, zo voelde het. Waar mijn biologische moeder mij niet wilde hebben, hadden mijn ouders wél voor me gezorgd. Ik vond dat ik het, in ieder geval op dat moment, niet kon maken om naar mijn moeder op zoek te gaan.
In mijn pubertijd veranderde ik in een echte draak. Voortdurend was ik op zoek naar bevestiging van mijn ouders, alle grenzen zocht ik op. Mijn moeder had het het zwaarst te verduren. Bijna iedere dag was het raak; ik deed ontzettend naar tegen haar. Vanbinnen wist ik wel dat ik niet zo vreselijk tegen haar wilde doen, maar het gebeurde toch. Na iedere ruzie liep ik dan ook met een enorm schuldgevoel rond.
Toen ik net 18 was, ging ik uit huis. Samen met een vriendin huurde ik een woning en in die periode sloeg mijn emotie naar binnen. Ik ontwikkelde een eetprobleem en was depressief. Via via kwam ik bij een helderziende terecht. Ik was er op dat moment zo slecht aan toe, dat ik alles aangreep om me weer beter te gaan voelen. De helderziende zag dat ik geadopteerd was en adviseerde me niet naar mijn moeder op zoek te gaan. Mijn biologische ouders zouden in de criminaliteit zitten, zei ze. Als ik ging zoeken, ging er een beerput open. Dat was wel het laatste wat ik wilde. Ik werkte op dat moment bij de politie en liet de naam mijn biologische moeders, die ik wel wist, natrekken. In het dossier zag ik allemaal termen waar ik niets mee te maken wilde hebben. Vrouwenhandel, prostitutie, drugs; mijn vader zou de Holleeder van Duitsland zijn. Ik besloot opnieuw dat ik niet verder wilde zoeken. En dat heb ik tot 2018 volgehouden.”
Vragen beantwoord
“Twee jaar geleden wilde ik toch mijn moeder ontmoeten. Ik had inmiddels een volwassen zoon, een echtscheiding achter de rug en mijn leven weer helemaal op de rit; ik was stabiel genoeg om iedere tegenslag aan te kunnen.
Ik ben met de geboortedatum van mijn biologische moeder naar het Rijksarchief in Utrecht gegaan. Ik mocht slechts een deel van mijn dossier inzien, de rest was niet toegankelijk in verband met de privacy. Dat heeft me toen heel boos gemaakt. De ambtenaar die mij het vertelde mocht het dossier wél inkijken, maar ik niet. Terwijl het om mijn leven ging!
Uiteindelijk ben ik met behulp van een van mijn beste vriendinnen die in Duitsland woont achter het adres van mijn biologische moeder gekomen. Ik heb een brief geschreven. Ik wilde haar leven niet overhoophalen, schreef ik er onder meer in. Als het bij een eenmalig contact zou blijven, zou ik dat respecteren. Ik wilde alleen maar dit deel van mijn leven invullen. Duidelijkheid krijgen. Mijn vragen beantwoord zien.
De dag nadat ik de brief had gepost, hoopte ik al op een reactie. Maar de dagen verstreken en er kwam niks. Ik werd steeds bozer. Het minste dat ze kon doen, was normaal antwoord geven! Ik had mijn 06-nummer in de brief gezet; een appje met ‘ik wil liever geen contact’ was ook goed geweest. Maar net toen ik het niet meer verwachtte, lag er en brief in de bus. Ik zag aan de postzegel dat hij uit Duitsland kwam, al in de lift maakte ik ‘m open. De brief was handgeschreven en de inhoud voelde superwarm. Ik herkende haar schrijfstijl; die leek op de mijne. Ze vertelde over haar leven en over haar man (niet mijn vader) die een jaar eerder was overleden. En ze had mijn halfzus verteld dat ik contact zocht, want die was er ook nog – ik had een oudere zus! Ik was er vrij rustig onder. Toen ik mijn vriend belde om het te vertellen, reageerde hij emotioneler dan ik. Het leek bij mij nog niet helemaal te landen. Ik was zo ingestelde op een afwijzing. Het laatste wat ik had verwacht was een gezellige brief over ditjes en datjes. Want dat was het; mijn biologische moeder ging nergens diep op in.”
Laten bezinken
“Ik heb niet meteen gereageerd. Ik moest het echt even op me in laten werken. Mijn moeder had ook haar 06-nummer meegestuurd. Pas na een paar dagen durfde ik het aan haar een berichtje te sturen. We begonnen over en weer te appen. Ik stelde haar heel veel vragen, ook over waarom ik geadopteerd was. Ze was daar heel eerlijk over: financieel kon ze mij er gewoon niet bij hebben. Ze wilde dat ik een goede toekomst zou krijgen. Ze wilde me graag een keer ontmoeten, en ik haar, hoewel ik het ergens ook wel goed had gevonden als het bij het appen was gebleven. Ik had mijn antwoorden; dat was waar het mij om te doen was geweest.
Toch spraken we af, in de omgeving van Apeldoorn, het midden van mijn woonplaats en die van haar. Ik had een heel knus hotelletje voor ons geboekt, zo konden we een wijntje drinken en echt de diepte in gaan. Een dag voordat we elkaar zouden ontmoeten belde mijn vader. Mijn moeder kon niet meer opstaan, zo veel last had ze van haar knieën. Dit maakte me zo boos: al weken had ik geroepen dat ze naar de huisarts moest gaan en uitgerekend de dag voordat ik mijn biologische moeder zou ontmoeten, zette ze me zo voor het blok. ‘Ga maar gewoon naar die vrouw toe’, zei mijn vader. ‘We horen dan wel of je ons nog wil.’ Ik bleef rustig, maar van binnen kookte ik. Ik snapte dat dit voor hen heel moeilijk was, maar het was mijn volste recht mijn biologische moeder te ontmoeten.”
Vrij relaxed
“Ik had alleen een foto van mijn biologische moeder gezien en daarop droeg ze een zonnebril. Ik was dan ook zenuwachtig, wat voor persoon zou ze zijn? Als ze maar geen slons was. Of maar één tand had, ofzo. Als ik Spoorloos op televisie zag begreep ik nooit zo goed hoe kinderen zich huilend in de armen van hun biologische ouders stortten. Ik kon me daar niets bij voorstellen.
Ik was als eerste in het hotel en was vrij relaxed. Mijn vriendinnen en vriend waren, op afstand, nerveuzer. En toen kwam er een auto met Duits kenteken voorrijden. Mijn moeder stapte uit en ik zag een knappe, goed verzorgde vrouw. Toen ze het hotel binnenkwam, gaven we elkaar een knuffel. We huilden niet, maar voelde gelijk goed tussen ons.
Urenlang spraken we over van alles en nog wat. Ik wilde graag van haar weten of ze spijt had. Dat had ze niet, zei ze heel resoluut en zonder emotie. Ik was toch goed terechtgekomen? Daar moest ik wel om lachen, die eerlijkheid. We hebben dezelfde humor. Ik vroeg haar naar haar verleden. Via de app had ik al gevraagd of het klopte, wat ik in het politiedossier had gezien. Dat ontkende ze toen. Na even ‘nadenken’, herinnerde ze zich toch wel weer het een en ander. Ze had inderdaad ooit als prostituee gewerkt. Maar dat was zo lang geleden, ze was het al bijna weer vergeten. Het was vooral mijn vader die in de criminaliteit had gezeten. Of hij nog leeft, wist ze niet. Ik vind dat niet zo erg. Ik heb niet veel positiefs over hem gehoord en heb daardoor geen behoefte om hem te leren kennen.”
The lucky one
“Mijn halfzus Esther is een jaar voor mij geboren. Toen mijn moeder erachter kwam dat mijn vader vreemdging, heeft ze hem verlaten. Ze kon mij er financieel niet bij hebben. Ze kwam zelf uit een arbeidersmilieu en wilde haar kinderen een goede toekomst geven. Ze stond mij af en verdiende voor Esther in de prostitutie haar schoolgeld bij elkaar.
De dag na onze ontmoeting, kwam mijn vriend naar Apeldoorn. We zouden samen nog een dagje Paleis ’t Loo bezoeken. ‘Waarom vraag je je moeder niet mee’, stelde hij voor. Maar daar had ik eigenlijk geen behoefte aan. Het was mooi geweest, zo voelde het. In de maanden daarna appte mijn moeder me bijna iedere dag. ‘Heb je haar weer’, zei ik dan tegen vriendinnen. Mijn ouders hadden het soms moeilijk met dit intensieve contact, wat mijn biologische moeder dan weer niet begreep. ‘Dat recht hebben ze niet’, zei ze. Dat schoot bij mij wel in het verkeerde keelgat: kom niet aan mijn ouders.
Eind 2019 heb ik Esther ontmoet. Dat was heel bijzonder, we voelden direct een band. Wat ik altijd veroordeeld had bij Spoorloos, voelde ik bij haar wel. Ik had haar al die jaren, onbewust, gemist. Esther en ik hebben niet superveel contact, maar we appen iedere week wel een keer. Ze zou een vriendin van me kunnen zijn. Zij noemt mij ‘the lucky one’, omdat ik geadopteerd ben. Mijn moeder is haar hele leven vooral haar eigen gang gegaan, Esther is als kind talloze keren verhuisd en had weinig stabiliteit. Ze had ook geen idee van mijn bestaan. Per toeval kwam ze mijn naam tegen, toen ze in ondertrouw ging en mijn naam in de papieren tegenkwam. En zelfs toen ontkende onze moeder.
De ontmoeting met mijn moeder heeft mij al met al wel rust gegeven. Het gat dat ik altijd heb gevoeld is er niet meer. Ik heb er dan wel geen innige relatie met mijn moeder aan overgehouden, het geeft wel duidelijkheid en dat is mij heel wat waard.”
Kinderen die niet konden blijven
Wil je je meer verdiepen in dit onderwerp? lees dan eens Kinderen die niet konden blijven. Emeritus hoogleraar Adoptie René Hoksbergen schetst aan de hand van vijf generaties adoptieouders en twee generaties geadopteerden een evenwichtig beeld van de ontwikkelingen in de afgelopen zestig jaar. Dit boek is van grote waarde voor geadopteerden, hun ouders en voor allen die in adoptie geïnteresseerd zijn. Voor meer informatie klik op onderstaande button.
Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een abonnement op Vriendin.