vrouw

Maaike: ‘Ik vind mijn ene kind veel leuker dan het andere’

Maaike (35) verlangde samen met haar man Maurits (39) naar een gezin. Maar nu de kinderen geboren zijn, merkt ze dat ze een sterke voorkeur heeft voor één van de twee.

‘Ik ontmoette Maurits op een oudjaarsfeest en kreeg ogenblikkelijk een visioen van een gezin. In mijn fantasie zat ik naast hem en zongen twee hummels Sinterklaasliedjes voor de schouw. Die bewuste droom heb ik inmiddels moeten opgeven. Mijn oudste weigert al zes jaar pertinent om ook maar één liedje te zingen. Alles wat hij van Sint krijgt, vindt-ie stom. Hij maakt cadeaus van zijn broertje stuk en als hij vindt dat er voor hem te weinig cadeaus zijn, gooit hij per-ongeluk-expres chocolademelk op het tapijt.
Vanaf die eerste kennismaking zijn Maurits en ik een droommatch. Hij is grappig, ambitieus en knap om te zien. Maurits vond mij een meisje-meisje: precies het type dat hij zocht. Na vier maanden woonden we samen. Maurits was destijds een jonge advocaat, ik werkte in de psychische zorg. We reisden veel, gingen twee keer per week uit eten en leefden als filmsterren, ook al draaide Maurits veel uren.
Na een jaar trouwden we. Na nog twee jaar kochten we ons droomhuis: een jaren-dertig-stadswoning met een flinke tuin. Na de verhuizing grapte Maurits vaak dat hij zijn sportwagen met liefde inruilde voor een familiesloep met kinderzitjes. Ik deelde zijn verlangen naar een gezin. Ik was inmiddels negenentwintig, Maurits vier jaar ouder. We verlangden naar zondagmiddagen in het bos met een paar huppelende koters in gekleurde regenlaarsjes naast ons.”

Groot verschil

“De eerste zwangerschap liet niet lang op zich wachten. Ik was erg moe, maar alle ellende was vergeten toen ik Thom voor het eerst op mijn borst legde. Een prachtig, gezond kindje. Ik had wel wat problemen met de borstvoeding – Thom beet me ondanks dat ik hem goed aanlegde – maar als dat alles was? ‘Waarom gaan we niet meteen door voor een volgende? Kijken of het lukt?’ zei Maurits. En al waren de nachten kort en zwaar met Thom, ik was het eens met hem. Als er weinig leeftijdsverschil was, konden onze kinderen met elkaar spelen. En waren we over een jaar of vijf uit de peuterpubertijd. Dan hadden we alle flesjes en wipstoeltjes ook maar gehad. Weer werd ik vlot zwanger. Deze zwangerschap verliep gelukkig perfect, waardoor ik de zorg voor Thom prima aankon. Met Ruben erbij waren we de trotse ouders van twee gezonde jongens. Net zo knap als hun vader, en met mijn bruine ogen. De gekleurde regenlaarsjes stonden al klaar.
Ook al blaakten mijn zonen van gezondheid en slaagden ze met vlag en wimpel voor elke test op het consultatiebureau: ik merkte een groot verschil tussen Thom en Ruben. Thom was vaak driftig en opgefokt. Als we na een fijne knutselmiddag knuffelden en de eskimozoen oefenden, kon hij ineens met een rondslingerende vork of speelgoedauto diepe krassen in de salontafel kerven. Ruben daarentegen brabbelde uren op zijn speelkleed. En kon Ruben smakkend van plezier zijn boterham opeten, Thom trilde soms van ergernis en smeet zijn bord door de kamer.”

Brutaal

“In die tijd begon mijn eerste irritatie. Waarom was het bij Thom altijd een gevecht om hem in bed te krijgen, aan te kleden en op te laten ruimen terwijl Ruben alles prima vond? Ze hadden dezelfde genen, maar waren totaal verschillend.
Ik deed mijn best om niets te laten merken. Ik bleef geduldig en verdeelde mijn tijd gelijkmatig tussen mijn zonen. Twee gezonde kinderen is veel stellen niet gegund. Thom zou vast bijtrekken als hij naar groep 1 ging. Dit was gewoon een fase. En er waren ook dagen dat hij superlief was. Bijvoorbeeld als hij duimend tegen me aan kwam liggen en vroeg of ik hem wilde voorlezen.
Maar het verschil in karakter begon anderen ook op te vallen. Ik merkte dat mijn vriendinnen weliswaar voorzichtig waren met hun uitspraken, maar ik ving regelmatig een hint op dat Thom brutaal was. Ruben kroop bij iedereen op schoot terwijl Thom klierde en slagroom van de taart veegde en het op de kleren van bezoek uitsmeerde.”

Afmatsessie

“Ook Maurits merkte verschil, maar hij maakte er geen punt van. Volgens hem was hij vroeger ook een ‘eigenwijs mannetje’ geweest. En hij was toch prima terechtgekomen? Hij nam Thom vaak mee naar buiten voor een afmatsessie. Dan rolden ze door de tuin of speelden voetbal. Vaak keek ik dan voor het keukenraam toe en zag mijn mannen met hun drietjes plezier maken. Zie je wel, dacht ik dan. In zijn hart is Thom een schatje. Die andere kant van Thom zien gaf me veel energie.
Omdat ik bezorgd bleef over het gedrag van Thom, vroegen we de school of onderzoek noodzakelijk was. Misschien had Thom ADHD of iets anders? Maar volgens de leerkrachten was er niks aan de hand. Thom was inderdaad ‘een felle’, maar zijn prestaties waren bovengemiddeld. Er was niets waarover ze zich zorgen maakten.
Intussen had Maurits aangegeven dat hij een functie ambieerde als partner bij het advocatencollectief waar hij werkte. Dat betekende dat hij extra uren moest gaan draaien en vaker sociale verplichtingen zou hebben. Ik vond dat prima. Ons huwelijk is goed en ik ben trots op mijn man. Maar stiekem had ik ook best een leidinggevende functie gewild. Voor mij is dat lastig omdat ik niet meer uren kan werken. Mijn ouders wonen naast de school, maar hebben twee jaar geleden aangegeven dat oppassen op zowel Thom als Ruben samen niet meer lukt. Ze vinden Thom te ‘intensief’. Ruben bungelde er daardoor vaak een beetje bij. Om dat te voorkomen en om hun energie beter te verspreiden, zijn de kinderen nog steeds even welkom, maar dan wel apart. Ik werk nu minder uren dan ik wil omdat Thom niet onbeperkt naar de naschoolse opvang kan.”

Gigantisch taboe

“Door het mislopen van mijn carrière, de boodschap van mijn ouders die toch een beetje als een afwijzing voelt en de continue stress met Thom, merk ik dat ik een voorkeur heb gekregen voor Ruben. Het is een gigantisch taboe, je ene kind leuker vinden dan de ander. Maar het is wel de waarheid. Ruben is veel gezelliger en liever. Thom daarentegen kan mij soms zó boos krijgen dat de verleiding groot is om hem gewoon in de speeltuin achter te laten en hem nooit meer op te halen. Dan is mijn gevoel eventjes weg voor hem.
Ik probeer die gedachten vaak weg te drukken omdat ik me daarvoor schaam, maar vrijwel dagelijks gebeurt er wel iets waardoor ik die ergernis weer opborrelt. Het is gewoon veel makkelijker om van Ruben te houden. Met hem kan ik prima even snel naar de supermarkt. Met Thom is dat een exercitie. Laatst bracht ik Thom naar school. Hij liep een stuk achter me aan en opeens hoorde ik een vreemd geluid. Thom trok met een kiezelsteen krassen in de lak van de auto’s die we passeerden. Vier auto’s waren zwaar beschadigd. Toen ik hem vroeg waarom hij dat deed, haalde hij zijn schouders op. En afgelopen Kerst kwam een vriendin langs die helemaal zelf kerststukjes had gemaakt. Haar ogen glommen van trots toen ze me een prachtig kunstwerk gaf. Zodra ik in de keuken thee maakte, had Thom de ballen en takken al uit het stukje gesloopt. Hij wilde weten of het echt glas was.”

Supermonsters

“Áls Thom dan al sorry zegt, voel ik venijn. Dan denk ik: ‘jaja, het zal wel.’ En dan is die zwarte gedachte er weer: was Thom er maar niet geweest, dan was mijn leven veel makkelijker. Meteen daarna druk ik mijn gevoel weg. Het is te verschrikkelijk om zoiets te denken over je eigen kind. Maar het is op dat moment sterker dan mezelf.
Ik probeer écht de leuke dingen te onthouden. Want gelukkig zijn er momenten dat niet alleen hij, maar ook ik lief kan zijn. Als ik Thom mag troosten na een valpartij, als hij huppelend van blijdschap thuiskomt met een knutselwerk of als ik hem uit de douche til en hij zijn dunne beentjes om mijn heupen slaat, kan ik hem echt opvreten. Dan streel ik zijn zachte haartjes, teken een zonnetje op zijn neus en voel ik veel liefde. Maar na weer een incident sta ik machteloos. ‘Baldadigheid en grenzen ontdekken’, zegt Maurits dan. Hij ziet heus wel dat onze jongens verschillen, maar voor hem zijn ze allebei zijn ‘supermonsters’.”

Pure stress

“Thom is nu zes. Ruben vijf. Als de één een snoepje krijgt, geef ik dat ook aan de ander. En als ik Thomas in het pannenkoekenhuis een derde Fristi weiger, krijgt Ruben er ook geen. Maar wat is het pijnlijk dat mijn hart tintelt van geluk als ik Ruben ’s morgens wakker maak, en dat ik pure stress voel als ik Thoms kamerdeur open. Hoe kan ik dat ooit aan mijn moeder of Maurits vertellen? Heel af en toe ziet mijn moeder me weleens zuchten of flap ik er iets uit in de trant van ‘soms kan ik Thom wel achter het behang plakken’. Dan streelt mijn moeder me over mijn wang en zucht: ‘Zo zijn jongens nu eenmaal’ of ‘Over tien jaar zijn ze groot en dan zul je deze tijd zo missen’. Ik hoop maar dat ze gelijk krijgt. 
De enige die mijn geheim kent, is mijn beste vriendin. Zij heeft geen kinderwens en lijkt te begrijpen hoe zwaar het is dat ik een stukje van mijn identiteit opgeef en af en toe mijn vuisten bal omdat Thom wéér eens over mijn grenzen gaat. Als hij me knijpt en ik zie zijn van drift rood aangelopen gezicht, wil ik soms weglopen. Dan voel ik enkel koelte in mijn hart. Ik schaam me ervoor om te moeten toegeven dat ik Ruben een veel leuker kind vind dan Thom. Als Thom een tekening voor me maakt, voel ik vertedering. Maar dat gevoel dringt niet door tot mijn hart. Ik knik en lach, maar vóél niets. Alsof ik het hem stiekem kwalijk neem dat hij zoveel leuke gezinsmomenten voor ons verpest.”

Verlammende angst

“Moet ik strenger zijn voor Thom? Of hem juist meer vertrouwen? Mag ik wel klagen in mijn mooie huis met gevulde bankrekening? Ik worstel er dagelijks mee. Ik weet duizend procent zeker dat ik alles overheb voor mijn kinderen. Het is mijn eigen vlees en bloed! In allebei mijn jongens zie ik mezelf en Maurits terug. Maar als ik eerlijk ben, vertegenwoordigt Ruben onze leukere kanten.
Ik ben erg moe. Soms, als ik alleen ben in de auto, jank ik een potje omdat ik het zwaar vind. Hoe kun je nu verschil maken in liefde tussen je kinderen?  Ik hoop vreselijk dat mijn moeder gelijk krijgt en dat Thom straks opdroog tot een fijne vent. Dat ik dat eeuwige gevoel van terughoudendheid kwijtraak. Ik hoop dat hij daadwerkelijk vriendjes krijgt waarvan ik de moeder niet hoef te bellen tijdens een speeldate omdat hij wéér eens gebeten heeft. Ik wil dat de eeuwige uitputtende vermoeidheid verdwijnt van het continu corrigeren en hem altijd in de gaten houden. De angst voor de toekomst is soms verlammend, ook al hecht ik waarde aan Maurits’ opmerkingen dat hij vroeger ook zo was en prima terecht is gekomen. Daarom doe ik mijn uiterste best om allebei mijn kinderen een perfecte jeugd te geven.
En ik heb Maurits. Zonder hem zou alles veel zwaarder zijn. Als de kinderen op bed liggen, werkt hij nog regelmatig aan de eetkamertafel. Dan brengt hij me kopjes thee en mijn slofsokken en laat ik alles van me afglijden en praat ik vol liefde en trots over ons gezin. Want dat gevoel is veel positiever om ’s avonds mee in slaap te vallen.”

Tekst: Eveline Karman. Om privacyredenen zijn alle namen veranderd. De echte namen zijn bekend bij de redactie.
Foto: Getty Images

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.