Marcia: ‘Ik slaap al jaren in de logeerkamer’
17 september 2024
Marcia (44) heeft sinds drie jaar een relatie met Johan (50). Wat niemand weet, is dat ze wel samenwonen, maar niet samen slapen. Marcia trekt het gewoel, gesnurk en gesmak van haar vriend niet en daarom slaapt zij in de logeerkamer.
Marcia: “Gisteravond was het weer eens tijd voor romantiek. Ik had waxinelichtjes aangestoken in de logeerkamer, waar ik slaap, onze romantische playlist opgezocht op Spotify en bubbels ingeschonken. Leuk lingeriesetje aan en toen Johan binnengeroepen. De seks was prima, zoals altijd. We hebben daarna nog een halfuurtje na liggen doezelen in elkaars armen. Daarna ben ik alles weer gaan opruimen en is Johan gaan douchen. Hij kwam alleen nog even binnen om me welterusten te kussen en verdween daarna naar zijn slaapkamer. Vreemd? Wel in de zin van: afwijkend. Maar dat hoeft niet negatief te zijn. Voor ons werkt dit gewoon.”
Bijzonder
“Drie jaar geleden leerde ik Johan via een gemeenschappelijke kennis kennen. Het was echt liefde bij het eerste gesprek. We voelden het allebei. We deelden ook allebei iets bijzonders: we waren 41 en 47 en hadden allebei nog nooit samengewoond, noch een relatie gehad.
Waarom ik nooit eerder een relatie heb gehad, daar is niet echt een reden voor. Ik ben niet per se een muurbloempje en ook geen laatbloeier. Het is gewoon zo gelopen. Ik heb als tiener best weleens vriendjes gehad, was op mijn zestiende al seksueel actief en heb ook in de afgelopen jaren flink rondgescharreld. Vaak waren dat getrouwde mannen, maar er zaten ook van die typische bachelors tussen die zich nooit aan een vrouw wilden binden. Ik wilde ooit best een leuke relatie, maar slechts met de juiste man. Tot die tijd vermaakte ik me prima in mijn eentje, samen met mijn twee hondjes. Ik heb me nooit eenzaam gevoeld. Ik boekte reizen voor alleengaanden in de zomer naar exotische bestemmingen, vierde een dag kerst bij mijn ouders en een dag met een grote vriendinnengroep en ik heb een warme band met mijn broers en hun vrouwen en neefjes en nichtjes. Ik voel me snel welkom.
Zo tikten de jaren voorbij. Ik kocht een eigen flat. Ik werd 25, dertig, zelfs veertig. Allemaal mijlpalen. Deadlines ook. Zeker met het oog op mijn kinderwens was 39 mijn absolute maximum om zwanger te raken. Ik wilde per se een goede relatie hebben voordat ik een kind op de wereld zou zetten. Het alleenstaand moederschap was niks voor mij. Mijn veertigste verjaardag vierde ik met een knalfeest op het strand en ik proostte op een lang en gezond leven, in mijn eentje. Ik zag mezelf prima alleen oud worden. Op de liefde rekende ik bijna niet meer.
Toch overkwam het me, bijna een jaar later, op een feestje van een collega. Ik zat toevallig – alhoewel we daar achteraf nog wel aan twijfelen en eerder een koppelactie vermoeden – naast Johan. We raakten aan de praat en het klikte meteen. Ik vond hem knap, grappig, maar vooral ook heel lief. Door licht zuurstofgebrek bij de geboorte loopt hij met zijn rechterbeen minder goed. Dat heeft hem altijd tegengewerkt in relaties, vertelde hij. Voor mij onbegrijpelijk. Waarom zou je iemand afkeuren op zoiets onbelangrijks als een slepend been?
Wij hadden samen veel lol. Dus natúúrlijk ging ik meteen in op zijn voorstel om samen te daten. Na drie avonden heerlijk te hebben gegeten en gekletst ging ik met hem mee naar huis. Ook in bed was hij zacht, lief en begripvol. Niet lang erna hadden we het al over samenwonen. Iets wat ik dus eigenlijk al had afgezworen.”
Op elkaars lip
“Als je al bijna twintig jaar alleen hebt gewoond, dan ga je ook denken dat je niet anders kan. Het idee om alles met een partner te doen en dagenlang op elkaars lip te zitten, leek me als single heel vervelend. Ik zag hoe vriendinnen samensmolten met hun partner en dat leek me beklemmend. Het was latten, of anders niets, zo vertelde ik altijd aan anderen. Maar eenmaal smoorverliefd op Johan, verdwenen die gedachten naar de achtergrond. We misten elkaar als we niet bij elkaar waren. Ik was graag bij hem in zijn ruime woning en vond het juist gezellig om samen te koken, te eten, tv te kijken. Eigenlijk dus precies wat mijn vriendinnen deden.
Het enige waar ik echt geen concessies aan wilde doen, was aan samen slapen. Ik had meteen al gemerkt dat Johan geluid maakt in bed: hij snurkt, smakt en blaast. Al sinds mijn kindertijd slaap ik heel licht. Mijn vader snurkte vroeger zo hard, dat ging dwars door alle geluidsbarrières heen. Dus ook door de muren van mijn slaapkamer, die grensde aan die van mijn ouders. Ik lag vaak met mijn vingers in mijn oren in bed of propte er stukken watten in.
Later merkte ik dat ik ook bij bedpartners gek werd van hun nachtelijke herrie. Als ik naast iemand lig die snurkt, word ik bijna agressief. Het aanhoudende nasale gebrom, de zware ademhalingen, de uithalen, het piepen, de trillingen in de keelholte, het zagen. Ik moet me dan inhouden degene naast me niet te meppen. Zelfs bij Johan, van wie ik heel veel hou, porde en duwde ik hem als hij zoveel lawaai maakte.
Als ik slaap dan moet dat geluidsvrij zijn. Ik heb altijd alle ramen dicht en dikke, zware overtrekgordijnen, omdat ik zelfs ‘schattige’ vogelgeluiden al niet trek. Ik wil rust. En doodse stilte.”
Niet meer gewend
“Ik slaap überhaupt slecht als ik gezelschap heb in bed. Ik ben na alle jaren alleen ontwend om iemand naast me in bed te voelen. Ik heb Johan daarom meteen voorgesteld dat als ik mijn flat zou opgeven en wij officieel gingen samenwonen, de kamer die hij extra had voor een eventuele logeerpartij van neefjes en nichtjes en als zijn moeder overkwam, in te richten als tweede slaapkamer. Voor mij alleen. Het is geen grote ruimte, maar breed genoeg voor mijn tweepersoonsbed met nachtkastjes. Mijn kleding kon gewoon in de kast van de ‘masterbedroom’.
Johan stemde ermee in, maar zei er wel meteen bij dat hij dit niet aan de grote klok wilde hangen. Zijn vrienden, zijn familie, de buren, niemand hoefde het te weten. Ze zouden het niet begrijpen en denken dat we een ongezonde relatie zouden hebben. Ik vind het onzin. Dat wat wij wel of niet doen in onze slaapkamer is onze zaak, dat gaat niemand wat aan. Maar Johan hield vol. Hierin wilde hij ‘normaal’ zijn.
Inmiddels zijn Johan en ik drie jaar verder en zijn we alle twee helemaal gewend aan deze kamerindeling. Ik zou het iedereen toewensen die met hetzelfde probleem kampt, want ik zie alleen maar pluspunten. Ik ben een koukleum en slaap negen van de twaalf maanden met een elektrische deken. Johan heeft het altijd warm en heeft ’s nachts het raam open. Ik ga standaard later naar bed dan Johan en vind het heerlijk om ’s avonds nog wat talkshows te bekijken. Johan moet vroeg op en wil rond elf uur echt wel in slaap zijn. Hoe fijn is het dan, dat ik wel op kan blijven of vanuit mijn bed tv kan kijken, zonder hem te hoeven storen? Daarentegen kan ik ’s morgens weer langer blijven liggen en kan Johan ongestoord om zes uur opstaan voor zijn werk of om in het weekend te gaan hardlopen. Win-win.”
Passie
“Het klinkt voor buitenstaanders misschien als een kille relatie, maar dat is totaal niet zo. ’s Avonds geven we elkaar een dikke knuffel en een kus. Dat doen we altijd heel bewust en vol passie. Misschien wel intiemer dan menig getrouwd stel dat elkaar een plichtmatige zoen geeft voordat ze zich allebei omdraaien in bed. Soms doen we dat beneden op de bank, maar ik loop ook vaak met hem mee als hij naar boven gaat om hem in zijn slaapkamer goednacht te knuffelen. Dat kan zo vijf minuten duren.
Ik geloof ook niet dat gescheiden kamers passie kost. Ik heb zelf niet bovenmatig veel behoefte aan seks, vind twee keer per maand voldoende. Maar wij zorgen ervoor dat we nog steeds tijd uittrekken voor seks. We zetten het zelfs in onze agenda. Op die manier weten we allebei wat het plan is en kunnen ons voorbereiden op een vrijpartij door eerst lekker fris te douchen of echt een sfeer te creëren met kaarsen en muziek. Bijna altijd komt Johan naar mij toe. In mijn slaapkamer hebben we de mand met speeltjes staan, wel zo makkelijk.
Slechts een aantal keer per jaar slaap ik niet in mijn eigen kamer, maar bij Johan in bed. Rond zijn verjaardag komt zijn tachtigjarige moeder vanuit Limburg over en logeert dan een weekend bij ons. Op die dagen sta ik mijn kamer af en kruip ik bij Johan in bed.
Maar op momenten dat het echt niet anders kan, vind ik het ook niet zo erg om samen te slapen. Het gaat me te ver om op vakantie twee dure hotelkamers te boeken. Ik neem uit voorzorg dan een slaapmasker en oordoppen mee. Dat houdt wel iets tegen maar niet alles. Ik merk dat ik dan veel minder goed uitgerust ben. Ach, dat helpt weer goed tegen het katerige gevoel waarvan ik vroeger altijd last had bij thuiskomst. Na twee weken slaapkamer en bed gedeeld te hebben, verlang ik intens terug naar mijn eigen stille, snurkloze stek thuis.”
Tekst: Joan Makenbach
Foto: Getty Images. Om privacyredenen zijn alle namen veranderd. De echte namen zijn bekend bij de redactie.
Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.