vrouw

Margje heeft een bloedhekel aan de nieuwe vriend van haar zus

Margje (42) heeft een bloedhekel aan de nieuwe vriend van haar zus Karina. Hij weet het altijd beter, beledigt alles en iedereen en toont weinig respect voor Karina. “Ik maak me echt zorgen, zeker nu ze het over kinderen hebben.”

Margje: “De eerste blik was al meteen mis. Ik voelde aan alles: jij en ik gaan geen klik krijgen. Maar mijn zus Karina straalde toen ze Hans, haar nieuwe vriend, aan mij en onze ouders voorstelde en dat zij overduidelijk blij met hem was, was natuurlijk belangrijker dan wat ik van hem vond. Maar er was iets in zijn houding, zijn blik, zijn hele voorkomen dat bij mij afkeer opriep. Misschien het wat meesmuilende lachje om zijn mond of de lichte arrogantie in zijn ogen. Hij vond ons duidelijk maar ordinaire mensen, waar hij zelf in een duur jasje, design spijkerbroek en peperdure loafers aan kwam zetten. Voor de deur stond een XL model Tesla geparkeerd waar hij, zo merkte ik al snel, heel wat eigenwaarde aan ontleende. Zelf heb ik niets met auto’s, dus met een paar wielen en wat blik ga je mij niet onder de indruk krijgen. Wel met een leuk karakter, open houding en, heel belangrijk, respect voor mijn zus. Maar dat merkte ik bij Hans dan weer niet.
Die dag wist hij mijn ouders in te pakken en mijn zus was overduidelijk dolverliefd, dus ik hield mijn mening voor me. Misschien moest ik gewoon nog even wennen. Of was al dat vertoon en die arrogantie Hans’ manier om met zijn onzekerheid om te gaan. Ik moest hem een kans geven, vond ik. Dus vertelde ik mijn zus dat ik heel blij voor haar was en knikte toen mijn ouders achteraf zeiden dat Karina maar bofte met zo’n leuke man.
De tweede keer dat ik Hans ontmoette, werd het echter niet beter. Mijn vader was jarig en nam de hele familie mee naar de wok, zo’n all-you-can-eatrestaurant met een enorm uitgebreid buffet. Mijn ouders vinden dat het einde, de ultieme manier van uit eten gaan. Dat Hans gewend is om in sterrenrestaurants te zitten – of ons die indruk wil geven – is op zo’n moment niet relevant, vind ik. Het is mijn vaders verjaardag, hij mag kiezen, hij betaalt en een avondje geen liflafjes eten, overleef je heus wel. Toch moest Hans de hele tijd van die opmerkingen maken waaruit bleek dat hij zwaar onder zijn niveau zat te eten, én te praten. Want bij zijn verhalen over aandelen en crypto kon geen van mijn familieleden aanhaken. En dat maakte duidelijk dat hij onze geestelijke vermogens diep onder het vriespunt inschatte. Maar goed, mijn zus zat nog steeds te stralen. Ik hield me maar in. En miste, in stilte, Koen.”

Te verschillend

“Koen is de ex-man van mijn zus. Zes jaar lang was hij mijn zwager en we waren behalve familie ook bevriend. Met hem kon ik lezen en schrijven en ik dacht echt dat Karina en hij gelukkig waren. Toen ze aankondigden te gaan scheiden, was ik dan ook verbijsterd. Van hun onderlinge verschillen had ik niets gemerkt, van hun ruzies ook niet en dat Karina nu verliefd was op een ander – niet Hans – nam ik haar ronduit kwalijk. Nadat de eerste emoties waren gedaald, begreep ik eigenlijk niet dat ik niet had gezien hoe verschillend ze waren. ‘Dat was toch wel duidelijk’, zei mijn man Joost. En ja, waar Koen extravert is, op reis wil, de wereld met open vizier tegemoet treedt, is mijn zus behoudender, onzekerder en blijft ze het liefst dicht bij huis. Lange tijd vulden hun tegenstellingen elkaar aan, tot diezelfde tegenstellingen hen uit elkaar dreven. Ik begrijp wel dat ik het zo goed met Koen kon – en kan, we zijn nog steeds bevriend – vinden, hij en ik lijken meer op elkaar dan hij en mijn zus.
De breuk was pijnlijk voor iedereen, maar uiteindelijk kwam mijn zus eroverheen. Degene op wie ze destijds verliefd was, haakte af en ze was een tijdje alleen tot ze via haar werk Hans leerde kennen. Wat ik niet begrijp, is dat je tot de conclusie komt dat een outgoing type met een grote mond niet je ding is – ze scheidde niet voor niets van Koen – en dat je vervolgens aan komt zetten met een soort overtreffende trap van dat type. Een man die bovendien zichzelf boven de wereld verheven voelt en vindt dat belediging een recht is. Van vrouwen in het algemeen tot politici, vluchtelingen, moslims, laagopgeleiden – er is geen groep die het in zijn ogen goed doet. Ja, witte mannen met grote Tesla’s en zeven vinkjes, daar kan hij wat mee. Om het cliché af te maken: Hans brengt zijn tijd het liefst op een exclusieve golfbaan door. En dat is op zich allemaal prima, ieder z’n ding. Maar als je hem tegenspreekt, verlies je meteen al zijn respect. Dat trekt hij gewoon niet. Ik heb al zo veel discussies met hem gevoerd, over uiteenlopende onderwerpen. Van de kabinetsformatie tot zoiets futiels als witte sokken onder een spijkerbroek – Hans weet het áltijd beter. We zijn nu op het punt dat ik hem het liefst uit de weg ga, zoveel afkeer voel ik.”

Minachting

“Maar voor mijn zus wil ik de band goed houden. Ik kan Hans niet de schuld geven van álles, al zou ik dat wel willen. Dat hij en ik er andere ideeën op nahouden op zo’n beetje elk gebied ligt natuurlijk net zoveel aan mij als aan hem. Ik kan wel vinden dat mijn mening beter onderbouwd is of dat mijn normen en waarden beter zijn, maar dat zal hij andersom ook van zichzelf vinden. Maar wat me echt zorgen baart, is hoe hij mijn zus behandelt. Want de minachting die hij naar mij en mijn familie laat blijken, is er ook richting haar. Mijn zus is een hartstikke leuke, slimme vrouw. Ze doet haar werk als docent aardrijkskunde heel goed en is geliefd bij leerlingen, ouders en collega’s. En toch moet Hans de hele tijd laten merken hoe weinig je verdient als docent, hoe simpel dat werk allemaal is en hoe het totaal niet in verhouding staat tot zijn geweldige baan als vermogensbeheerder. Als je voor rijke mensen van idioot veel geld nog veel meer geld maakt, dán tel je pas mee, vindt hij. Als mijn zus haar mening geeft, moet hij die altijd corrigeren of ronduit van tafel vegen. Pijnlijk om te zien, want mijn zus is al wat introvert en zegt tegenwoordig ook maar niet zoveel meer.
Ik heb het laatst aan haar gevraagd, nu ze een jaar bij elkaar zijn. Hoe zij vindt dat het gaat. Ze zegt dat ze blij is met een sterke man als Hans, dat hij haar aanvult – precies de woorden die ze altijd over Koen zei – en dat ze zich veilig voelt in zijn nabijheid. Dat hij altijd alles weet, vindt ze prettig. Ik vroeg of ze wel ruimte krijgt om zichzelf te zijn. Natuurlijk, zei ze meteen, maar ik zag dat die vraag haar raakte. Alleen snap ik ook wel dat ze niet eerlijk kan antwoorden. Mijn zus is ergens heel bang om voor altijd alleen te blijven. Dat een ‘grote’ man als Hans met haar wil zijn, geeft haar het gevoel dat ze ertoe doet. Ook al breekt hij haar zelfvertrouwen af, uit het feit alleen dat hij haar vriend is, haalt ze het soort zelfvertrouwen dat ze van nature niet heeft. Terwijl ik denk dat een man die écht goed voor haar is, haar van binnenuit vertrouwen geeft dat ze als persoon goed is zoals ze is. Echt zelfvertrouwen kun je alleen maar uit jezelf halen, niet uit de aanwezigheid van iemand anders.
Maar hoe leg ik dat uit aan iemand die de deur voor een gesprek duidelijk dichthoudt? Ik heb het meermaals geprobeerd, ook via mijn ouders. Die zijn inmiddels wat minder enthousiast over Hans. Zij zien ook wel dat hij een soort bulldozer is die mijn zus omver schuift, maar toch zijn ze nog steeds onder de indruk van hem. Misschien hebben ze ook een beetje dat gevoel van: Karina doet ertoe, want Hans ziet haar staan. Raar om dat over je eigen kind te denken, maar dit is de enige verklaring die ik kan verzinnen. De enige keer dat ik bij hen ter sprake bracht dat ik denk dat Karina niet gelukkig gaat zijn met Hans, werd dat gesprek snel afgekapt. Niet dat het zoveel uitmaakt. Zelfs als mijn ouders met mijn zus zouden praten, zou ze niet naar hen luisteren.”

Laatste kans

“Ondertussen maak ik me echt zorgen om mijn zus. Ze gaat voorlopig niet bij Hans weg, misschien wel nooit. Ik heb zelfs aan Koen gevraagd hoe ik haar kan beïnvloeden, maar hij houdt zich afzijdig. Dat snap ik, al weet hij misschien als een van de weinigen waar Karina gevoelig voor is. ‘Je moet niet onderschatten hoe koppig je zusje kan zijn’, zei hij alleen maar. Ze lijkt beïnvloedbaar, maar is dat alleen voor bepaalde mensen, waar ik niet bij hoor. Ik heb ook veel nagedacht. Komt het doordat ík Hans niet trek dat ik wil dat hij gaat? En gebruik ik het geluk van mijn zus daarvoor als excuus? Als dat zo is, moet ik mijn mond houden, ik speel geen rol in die relatie. Maar als dat echt de enige reden was, waarom lig ik dan ’s nachts wakker van de zorgen om mijn zus? Mijn gevoel vertelt me toch niet voor niets dat het voor haar beter is om te gaan?
Ze hebben het nu zelfs over kinderen, mijn zus nadert de veertig en denkt dat dit haar laatste kans is. Ik zou het liefst schreeuwen dat ze daar niet aan moet beginnen met deze man. Ze is zo leuk, ze vindt wel iemand anders die haar wel respecteert en met wie ze een gezin kan starten. Maar zelf denkt ze echt dat Hans de toekomstige vader moet zijn. Ik twijfel bijna elke dag of ik niet nogmaals het gesprek met haar moet aangaan. Wie weet opent het op een of andere manier toch haar ogen, al weet ik ook dat dat ijdele hoop is. De kans is veel groter dat ze één deur dichtgooit en dat is die richting mij. Soms denk ik: ik verbreek het contact zelf wel, omdat ik het niet kan aanzien. Maar dat gaat niet, dan weet ik helemaal niet meer hoe het met haar gaat. Dus bijt ik maar op mijn tong en hoop dat Hans, die waar het op auto’s aankomt het liefst het ene model voor het andere, betere model inruilt, binnenkort op haar uitgekeken zal zijn. Misschien breekt het haar hart voor even, maar uiteindelijk zal ze veel gelukkiger zijn.”

Tekst: Mariëtte Middelbeek. Om privacyredenen zijn alle namen veranderd, De echte namen zijn bekend bij de redactie.​​​​​​
Foto: Getty Images

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.