Canva1 2024 09 03t160506.047

Marjan doneerde een nier aan haar man: ‘Ik bleek de perfecte match’

Op hun trouwdag gaf Marjan (69) haar man Bas een onbetaalbaar cadeau: ze doneerde een nier aan hem. “We waren toch al in gemeenschap van goederen getrouwd.”

23 was Bas, toen hij uit Zeeland naar het dorpje Bolnes, gemeente Ridderkerk, verhuisde. Dat bleek een slimme zet. Hij ontmoette in de kerk de vrouw van zijn dromen, met wie hij binnenkort 48 jaar is getrouwd. Samen kregen ze drie kinderen, die inmiddels volwassen zijn. Ze bleken een heel goede match en niet alleen als stel. Want toen Bas in 2002 een nier nodig had, bleek uitgerekend Marjan de perfecte nier te hebben om aan hem te doneren. Bas: “Heel bijzonder. Je moet namelijk niet alleen dezelfde bloedgroep hebben, maar ook andere kenmerken van de nier en de weefseltypering moeten matchen. Misschien moest het wel zo zijn…”

Op zijn dertigste ontdekt Bas per toeval dat zijn nieren niet optimaal werken. “Ik zat in het bestuur van de volleybalvereniging en we besloten nieuwe leden een sportkeuring te laten doen. Om zelf het goede voorbeeld te geven, liet ik me ook keuren. Uit het urineonderzoek bleek dat ik last had van gedeeltelijk nierfalen. Ik was nooit ziek geweest, dus dit verbaasde me. Ik bleek de ziekte van Berger te hebben, een auto-immuunziekte waarbij je nieren reageren op eiwitten alsof er een ontsteking is. Dit kan blijvende nierschade tot gevolg hebben.”
Marjan: “Dat was even schrikken, maar gelukkig had Bas er geen last van. Hij stond wel meteen onder controle van een nierspecialist en hij ging op een zoutarm dieet. Zijn cholesterol en bloeddruk werden in de gaten gehouden.”
Bas: “De prognose was dat het ooit slechter kon worden en dat ik op een dag aan de dialyse moest. De beste behandeling voor de lange termijn was een transplantatie. Dan krijg je een donornier die je nierfunctie overneemt. Zo’n donornier kan van een overleden of levend persoon zijn.”

Steeds lastiger

Het gaat jarenlang goed, maar uiteindelijk merkt Bas dat zijn gezondheid achteruitgaat. Sporten wordt lastiger. En ook in zijn werk als docent in het speciaal onderwijs merkt hij dat niet alles meer kan. “Mijn conditie en nierfunctie gingen achteruit. Waar ik normaal alles zelf deed, vroeg ik nu aan leerlingen om kopietjes te maken, dat scheelde een loopje. We gymden in een gymzaal twee straten verderop en terwijl de klas liep, fietste ik. Ook voetballen met mijn zoon lukte niet meer.”
Het is duidelijk dat Bas een nieuwe nier nodig heeft. Nierdonatie bij leven is mogelijk wanneer een familielid zoals een broer of zus voldoende overeenkomsten heeft. In het ziekenhuis wordt er in die periode ook gesproken over partnerdonatie. Marjan: “Inmiddels is dat al gewoner, maar het was toen nog vrij nieuw en in ontwikkeling. Omdat de resultaten goed waren, besloot ik me te laten onderzoeken.” Bas staat inmiddels op de wachtlijst van Stichting Eurotransplant, een organisatie die zich inzet voor de best mogelijke match tussen donor en ontvanger, maar wacht de onderzoeken af. Bas: “Ik kon vrij snel weer van die wachtlijst af, toen mijn eigen vrouw dé perfecte match bleek te zijn!”
Marjan vertelt hoe het voor haar was, om te horen dat zij haar nier zou kunnen doneren aan Bas. “Voordat duidelijk was dat het kon, was ik al wel bezig met de vraag: zou ik dit doen, zou ik dit kunnen? Toen uit de onderzoeken duidelijk werd dat bij ons partnerdonatie mogelijk was, zijn we eerst met het gezin in overleg gegaan. Het zou namelijk betekenen dat we beiden op dezelfde dag opgenomen zouden worden in het ziekenhuis en geopereerd zouden worden. En dan ben je dus beiden nog een tijdje uit de running. De kinderen, toen 23, 20 en 16, waren alle drie positief. Ze zeiden: ‘Als je het kan doen, moet je het doen!’”

Nog nooit geopereerd

Voor Marjan was de ingreep best spannend, ze was in haar hele leven nog nooit geopereerd. “Ik had zelfs nog nooit in het ziekenhuis gelegen. Ik dacht: wat gaat er allemaal gebeuren? Er werd door de artsen verteld dat je prima kunt leven met één nier. Natuurlijk brengt elke operatie risico’s met zich mee en blijf je jaarlijks onder controle, maar je wordt als ‘gever’ geen nierpatiënt, dus ik besloot er voor te gaan. We hebben van tevoren goede en serieuze gesprekken gehad met familieleden. Wat als het mis zou gaan? We hebben zelfs vastgelegd dat een van mijn zussen
dan de zorg voor onze kinderen op zich zou nemen.”
Omdat het operatieteam de weken in de zomervakantie niet volledig is, wordt de operatie over de vakantie heen getild. Bas: “Ze zeiden in het ziekenhuis tegen me: dan nemen we de eerste dinsdag na de vakantie en dan wordt de operatiedatum 3 september. Ik zei toen: dat is onze trouwdag! Maar het lijkt me geen probleem, want mijn vrouw en ik zijn getrouwd in gemeenschap van goederen.” Marjan: “We waren toen al zesentwintig jaar getrouwd, hoor, dus ik dacht: dit komt ook vast wel goed!”

Samen in het ziekenhuis

Op de dag voor de operatie wordt het stel samen opgenomen in het ziekenhuis voor de laatste onderzoeken. Marjan: “De volgende morgen ging ik als eerste de operatiekamer op. De operatie viel me alles mee, ik heb maar drie kleine littekentjes op mijn buik. Toen ze mijn nier eruit hadden gehaald, werd hij uitgebreid gecontroleerd. Toen hij goed bleek te zijn, werd Bas
klaargemaakt voor de operatie.”
Bas: “Ik zat te wachten. Toen kwam de
chirurg aan mijn bed staan en zei: ‘We eten even een boterhammetje en dan gaan we met jou beginnen!’ Ik had Marjan toen nog niet gezien, maar was gerustgesteld dat alles goed was gegaan.”

Marjan kan zich nog herinneren dat ze haar man na de operatie weer zag. “Het waren andere tijden dan nu. Zo mochten we niet bij elkaar op een zaal liggen. Nu zie ik weleens dat stellen samen gezellig televisie liggen te kijken, maar dat was er voor ons niet bij. Mijn schoonzus kwam een dag later naar het ziekenhuis, die heeft mij in een rolstoel gezet en naar Bas gereden. Toen konden we even babbelen.
Een zus van mij heeft een week lang alles bij ons thuis overgenomen: de zorg voor
de kinderen en het huishouden. Dat was nodig, want we waren wel een poosje uit de running. Uiteindelijk lag ik vier dagen in het ziekenhuis, Bas vanwege complicaties nog iets langer. Daarna heb ik nog zes
weken thuiszorg gehad, omdat ik geen zwaar huishoudelijk werk mocht doen.”

Langzaam de oude

Bas: “Na de operatie doen ze allerlei metingen en die waren in eerste instantie goed. Ik had een beetje pech dat er nog een kleine lekkage bleek te zitten waardoor ik nog een tweede keer onder het mes moest, maar dat is keurig verholpen en had niets te maken met de nier van Marjan.” De nier van zijn vrouw slaat aan, en Bas voelt zich langzaam weer de oude worden. Een jaar voor zijn operatie had hij zijn baan als adjunct-directeur opgezegd, maar hij voelt zich met de nier van zijn vrouw weer net zo fit als vroeger en gaat zelfs weer volledig aan het werk.
Na al die jaren zijn Bas en Marjan nog altijd dankbaar dat de niertransplantatie zo geweldig heeft uitgepakt, voor beiden. Bas: “Ik slik één medicijn per dag, dat is alles. Ik voel me echt weer de oude. Het blijft bijzonder dat de nier het al jarenlang zo goed doet, want je krijgt bij zo’n transplantatie geen enkele garantie. Ik ben er nog elke dag blij om: dat je uit Zeeland komt, hierheen verhuist en dan een vrouw ontmoet die je leven redt: geweldig!”

Allebei gezond

Marjan: “Dat de nier nog steeds perfect werkt, is iets om dankbaar voor te zijn. We kennen ook echtparen waarbij de nier is afgestoten en verhalen van patiënten die weer terug bij af zijn en toch aan de dialyse moeten.” Helaas kwam er zes jaar geleden wel een andere medische zorg bij, toen Bas de diagnose alvleesklierkanker kreeg. Bas: “Gelukkig werd dat op tijd ontdekt. Ik kon direct na de operatie beginnen met chemotherapie en ben blij om te kunnen zeggen dat ik inmiddels weer in goede gezondheid verkeer.”
Marjan: “Hij had zulke slechte maanden dat hij amper het huis uit kwam, hij was erg afgevallen, had geen spieren en geen spierkracht meer, last van zijn evenwicht en was ziek van de behandelingen. Het is onvoorstelbaar dat hij schoon is en dat het nu weer zo goed met hem gaat.” Bas: “Als je zo ziek bent geweest, dan geniet je veel meer van de kleine dingen in het leven. Ik ben blij dat ik zelf kan klussen, sporten en eropuit kan. Onze zoon is naar Saba
geëmigreerd, een eiland in het Caribisch gebied. Een paar maanden geleden zijn Marjan en ik een paar weken naar hem en zijn gezin toe gegaan, dat was geweldig!” Marjan: “Er was een tijd dat we dachten: die reis gaat nooit meer lukken, maar nu ging het moeiteloos. We hebben ontzettend genoten en zijn blij dat we allebei nog zo gezond zijn.”

Tekst: Hannah König
Foto: Mariël Kolmschot
Visagie: Lisette Verhoofstad

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.