Marjan: ‘Ik liftte twee jaar lang naar mijn werk’
24 augustus 2018
Om de sleur wat te doorbreken, liftte Marjan (40) twee jaar lang elke woensdag naar haar werk. Dat leverde veel bijzondere ontmoetingen op. “Ik stapte eens in bij een man die op weg was naar zijn vrouw die lag te bevallen.”
Om de sleur wat te doorbreken, liftte Marjan (40) twee jaar lang elke woensdag naar haar werk. Dat leverde veel bijzondere ontmoetingen op. “Ik stapte eens in bij een man die op weg was naar zijn vrouw die lag te bevallen.”
Marjan: “Vijf jaar geleden wilden mijn man Martijn en ik er samen tussenuit. We zouden een weekendje naar Utrecht gaan, zonder onze kinderen. Ik was eraan toe, we zaten in een drukke periode. Ik was dat jaar voor het eerst gaan leidinggeven op mijn werk en die nieuwe functie vroeg veel van me. Ook thuis was het druk, onze kinderen waren nog klein, Loes was 6, Siem 1 jaar. Dat ik in een sleur zat, is misschien te veel gezegd. We werden een beetje geleefd, dat was het eigenlijk. Ik had net een managementopleiding gevolgd en die cursus zette me aan het nadenken. Ik besefte dat ik behoefte had aan meer spontaniteit in mijn leven. Dus toen we dat weekendje weggingen, zei ik in een opwelling tegen Martijn: ‘Zullen we voor de lol gaan liften?’ We hadden weleens gelift toen we studeerden, maar daarna nooit meer. We waren benieuwd of je ook wordt meegenomen als je 35 bent in plaats van student.”
Waardevol gesprek
“Al snel nadat we aan de snelweg waren gaan staan in onze woonplaats Nijmegen, werden we opgepikt. We stapten in bij een Marokkaanse jongeman. Hij bleek een wijk verderop te wonen. Het was een leuke ontmoeting, we hadden het over van alles en nog wat. Hij verraste me met de dingen die hij vertelde. Zoals dat hij een tijdje had autogereden voordat hij zijn rijbewijs had gehaald. Dat was misschien fout, maar hij had nooit meer zo voorzichtig gereden als toen, gewoon omdat hij bang was gepakt te worden. Ik vroeg hem of hij weleens had gelift. Nee, dat had hij nog nooit gedaan. Hem namen ze vanwege zijn Marokkaanse uiterlijk toch nooit mee, zei hij. Daar had ik nog nooit bij stilgestaan.
Ik vond het een waardevol gesprek, dat me meteen andere inzichten gaf. Het was ook een gesprek dat ik alleen kon hebben omdat we in zijn auto zaten, vanwege de lift die hij ons gaf. Ik bevond me in een kring van blanke, hoogopgeleide mensen, besefte ik, normaal gesproken kom ik niet in aanraking met Marokkaanse jongeren. Als ik hem op een feestje was tegengekomen, was ik nooit op hem afgestapt. En hij waarschijnlijk niet op mij.”
‘Het enige wat je moet doen, is een bordje maken en je duim opsteken’
Duimpje omhoog
“Martijn en ik hadden het dat weekend nog lang over onze lift. Want wat was liften eigenlijk leuk, en wat een mooie manier om andere mensen te ontmoeten die je anders nooit zou spreken. Je zit met elkaar voor even in een kleine ruimte, je stelt je open voor elkaar, juist omdat de kans klein is dat je elkaar nog eens ziet. Dat maakt dat je heel andere gesprekken hebt. Ik vroeg me af waarom er nu minder wordt gelift dan vroeger. Zo veel mensen klagen over de vertragingen in het openbaar vervoer, of dat het zo duur is om je auto ergens te parkeren. En dat terwijl liften zo’n slimme en efficiënte manier is om samen te rijden. Je staat al op iemands route, het enige wat je moet doen, is een bordje maken en je duim opsteken. Ik vroeg me af of ik naar mijn werk zou kunnen liften. Sterker nog: zou ik niet een keer per week naar mijn werk proberen te liften?
Zo kwam het dat ik op een gewone woensdagochtend bij de bushalte stond aan de rand van onze wijk. Met mijn duim omhoog en een bordje in mijn hand waarop de naam van mijn bestemming stond – mijn werk in een ziekenhuis zes kilometer verderop, hooguit een kwartiertje rijden. De eerste die mij meenam, was een student. Ik weet niet eens meer wat hij studeerde, maar het was een gezellig ritje. Ik had maar een paar minuten staan wachten voordat hij voor me stopte en hij zette me keurig af bij mijn werk. Ik vond het geweldig dat mijn eerste liftpoging in mijn eentje al meteen zo goed ging.
Maar het werd nog beter. Op de terugweg kreeg ik een lift van een garagehouder van 74 die zó leuk was. We hadden echt een klik. Hij was zo’n lekker no-nonsense type, waar ik erg van hou. Hij had zijn garage overgedaan naar zijn zoon, maar kwam er nog elke dag. We hadden het over techniek en auto’s, vooral over oude auto’s. Hij vertelde dat hij een Volvo Amazone had. Nou, dat is mijn droomauto, dus toen was ik verkocht. Ik heb dat ritje veel met hem gelachen. Ik voelde dat ik de juiste beslissing had genomen door elke week te gaan liften.”
Het hele verhaal van Marjan lees je in Vriendin 34.