Marjorie voelt zich eenzaam: ‘Ik heb geen vriendinnen’
12 april 2019
Marjorie (38) is blij met haar man, zoon, familie en werk, maar tegelijkertijd voelt ze zich eenzaam. “Ik zou het ontzettend leuk vinden om een goede vriendin te hebben. Maar hoe vind je die?”
Marjorie (38) is blij met haar man, zoon, familie en werk, maar tegelijkertijd voelt ze zich eenzaam. “Ik zou het ontzettend leuk vinden om een goede vriendin te hebben. Maar hoe vind je die?”
Marjorie: “Laatst was ik met mijn zoon in de speeltuin en zag ik bij de zandbak wat moeders met elkaar kletsen. Het zag eruit alsof ze goede vriendinnen waren. Nu is ‘jaloers’ een groot woord, maar ik vond het wel lastig om ze zo te zien. Ik heb namelijk geen vriendin met wie ik gezellig kan afspreken en alles kan delen. Soms voel ik me best eenzaam. De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor eenzame ouderen, maar niemand heeft het over volwassenen. Want als je tussen de dertig en vijftig bent, heb je toch genoeg leuke sociale contacten? Nou, was het maar zo. Ik ben vast niet de enige die geen vriendinnen heeft, maar je hoort vrouwen er bijna nooit over. Geef maar eens toe dat je eenzaam bent – dat doe je niet snel. Ik vertel nu mijn verhaal in de hoop dat taboe te doorbreken. Ik zou het ontzettend leuk vinden om een goede vriendin te hebben. Maar hoe vind je die?”
Wist je dat Marjorie niet de enige is?
Meer dan de helft van de Nederlandse vrouwen voelt zich eenzaam. Dit blijkt uit een onderzoek dat Vriendin samen met VriendinnenOnline.nl heeft uitgevoerd. Daarom organiseren wij op woensdag 24 april de eerste speeddate voor vrouwen. Wil jij meedoen? Kijk voor meer info op Vriendin.nl/speeddate.
Beste vriendin
“Op de middelbare school had ik leuk contact met een paar meiden. Maar na een tijdje ontstond er ruzie over een jongen en keerden ze mij de rug toe. Dat ging al snel van kwaad tot erger: de rest van de klas begon zich er mee te bemoeien, ik werd genegeerd en kreeg bijvoorbeeld spontaan een duw. Op de basisschool was ik ook gepest, toen vanwege mijn postuur en mijn bril. Mijn ouders hadden me geleerd dat ik voor mezelf moest opkomen, dus beet ik van me af. Daardoor dropen sommige pesters af. Maar op de middelbare school werkte dat niet. Op een gegeven moment leden mijn prestaties onder het pesten en kreeg ik last van paniekaanvallen en hyperventilatie, waardoor ik moest stoppen met school. Anderhalf jaar later, op mijn zeventiende, maakte ik een nieuwe start op een mbo-opleiding tot administratief medewerker. De jongens en meiden in die klas vonden me gelukkig wél aardig en daardoor groeide mijn zelfvertrouwen.
‘Onbewust vroeg ik me altijd af: vinden mensen me wel écht leuk?’
Twee jaar later begon ik aan de opleiding sociaal maatschappelijk werk. Tijdens een stage – ik ging op huisbezoek bij tienermoeders – ontmoette ik Laura. Zij was van mijn leeftijd en had net een zoon gekregen. Het klikte tussen ons en ook met twee van haar vriendinnen, Melanie en Christel, kon ik aardig opschieten. Al snel gingen we met z’n vieren stappen, lekker uit eten en hadden we lol om jongens. Ik beschouwde Laura als mijn beste vriendin. Onze levens waren best verschillend – zij had een kind, terwijl ik single was en nog helemaal niet met kinderen bezig was – maar toch konden we het goed vinden. Soms gingen we tot in de vroege uurtjes stappen om een paar uur later met haar zoon naar een pretpark te gaan. We respecteerden elkaar en ik kon bij haar terecht als ik ergens mee zat. Dan gaf ze geen advies – meestal zei ze: ‘Nou ja, het komt wel weer goed’ – maar het was fijn dat ik mijn verhaal bij haar kon doen. Andersom deed ze dat ook bij mij. Melanie en Christel zag ik minder vaak. Het contact met hen was vrij oppervlakkig.”
Pleasen en bewijzen
“Op mijn 27ste overwoog ik om door te studeren. Ik werkte in de kinderopvang en wilde misschien de kant van de kinderpsychologie op. Laura en de andere meiden waren minder ambitieus en gingen nog steeds veel uit, terwijl ik daar minder behoefte aan had. Ik zei vaker ‘nee’ en kreeg andere interesses. Zo leek het mij leuk om eens naar een musical te gaan, maar dat vonden zij niets. Langzaam groeiden we uit elkaar. Dat werd nog eens versterkt toen ik rond mijn dertigste een burn-out kreeg. Ik was ontzettend moe, sliep slecht en kreeg last van hartkloppingen en hyperventilatie. Op mijn werk viel ik zelfs een keer flauw van vermoeidheid. Uiteindelijk ben ik gestopt met werken en heb ik hulp gezocht bij een psycholoog. Tijdens de therapie leerde ik dat ik mijn pestverleden jarenlang heb weggestopt en niet mezelf ben geweest. Onbewust vroeg ik me altijd af: vinden mensen me wel écht leuk?”
Tijd voor mezelf
“Ik wilde me bewijzen en ging anderen pleasen. Daardoor kwamen mensen steeds vaker naar mij toe met hun problemen. Ik wilde graag helpen en deed dat dus ook, maar uiteindelijk ging ik daar aan onderdoor. Dankzij de therapie leerde ik mezelf op de eerste plaats te zetten. In die periode was het contact met Melanie en Christel nihil, maar ook Laura sprak ik minder. In het begin zei ze te begrijpen dat ik tijd voor mezelf nodig had, maar een paar weken later klopte ze gewoon weer bij me aan met haar problemen – of het nou om financiële zaken ging of een ruzie met haar vriend. Ik vond het moeilijk om ‘nee’ tegen haar te zeggen. Ik dacht: ze vertrouwt mij haar problemen toe, dus moet ik er voor haar zijn. Toch gaf ik in overleg met mijn therapeut aan dat ik mijn energie moest sparen en op mijn herstel moest focussen. Laura zei dat ze dat begreep. Ik dacht: als ik straks weer de oude ben, pakken we de draad weer op.”
‘Ik hield van Laura, maar een beste vriendin oordeelt niet’
Best alleen
“Helaas gebeurde dat niet. Toen het na een paar maanden wat beter met me ging, hebben we elkaar nog eens gesproken. Maar al snel bleek dat we weinig raakvlakken meer hadden. Ook hoorde ik via via dat Laura vraagtekens zette bij mijn burn-out: hoe kon ik nou overspannen raken, zo druk was ik toch niet? Daar was ik niet boos om – de impact van een burn-out is moeilijk voor te stellen als je het zelf niet hebt meegemaakt – maar ik vond het wel teleurstellend. Achteraf gezien was het tussen ons geen hechte vriendschap. Ik hield van Laura, maar een beste vriendin oordeelt niet. Die is er onvoorwaardelijk, in goede én slechte tijden.
Het herstel van mijn burn-out duurde bijna een jaar. Als ik mijn hart wilde luchten, deed ik dat bij mijn zus of mijn moeder. Ook kreeg ik in die periode een relatie met Patrick. Ik ken hem al sinds mijn 21ste en door de jaren heen hebben we een knipperlichtrelatie gehad. Tijdens mijn burn-out kwamen we elkaar toevallig weer tegen en realiseerden we ons dat we niet meer zonder elkaar wilden. De liefde die ik voor Patrick voel, heeft zeker bijgedragen aan mijn herstel. Hij toonde begrip, luisterde naar me en hield me vast. Toen we een paar maanden samen waren, raakte ik zwanger. Dat was een heerlijke tijd, we wilden immers graag kinderen, maar ik voelde me ook best alleen. Meer dan ooit had ik behoefte aan vriendinnen. Mijn zus was zo lief een babyshower te organiseren met familieleden en ze kocht stapels babykleertjes voor me. Maar ik had ook graag een vriendin gehad met wie ik naar de Negenmaandenbeurs had kunnen gaan of had kunnen bellypainten: al die dingen die je het liefst met vriendinnen doet als je zwanger bent.”
Lees ook: Waarom het gezond is om vriendinnen te hebben
Iedereen een eigen kring
“Na mijn burn-out ben ik van baan veranderd. Ik heb een boek geschreven over mijn pestverleden en schrijf nu vanuit huis commerciële teksten voor verschillende websites. Dat bevalt prima, maar als zzp’er heb ik geen collega’s met wie ik een leuke vriendschap kan opbouwen. Na de geboorte van Rivano (nu 5) had ik goede hoop: via hem zou ik vast andere moeders ontmoeten. Hij was twee toen hij naar de peuterspeelzaal ging. Helaas bleken bijna alle moeders in mijn buurt een stuk jonger dan ik en bleef het bij een praatje op het schoolplein. Later, toen Rivano naar de basisschool ging, ontmoette ik wel moeders van mijn leeftijd. Maar ook met hen was het lastig een band op te bouwen. Dat kwam omdat het gesprek al gauw over Rivano’s gedrag ging. Onze zoon heeft autisme. Toch moest hij, in het kader van passend onderwijs, starten op de basisschool. Dat ging moeizaam. Sinds januari dit jaar gaat hij naar het speciaal onderwijs en gelukkig voelt hij zich daar op zijn plek. Met ouders die ik op die school heb leren kennen, kan ik goed overweg, maar een vriendschap zit er niet in.
Een vriendschap sluiten zou natuurlijk moeten gaan, zonder dat je er bij hoeft na te denken.
Het is net als met een relatie: je moet een klik hebben en voelen dat het goed zit. Bovendien lijkt het erop, net als in de liefde, dat iedereen op deze leeftijd al is voorzien. In het park, het zwembad, de speeltuin: overal zie ik vrouwen met hun eigen sociale kringetje. Natuurlijk meng ik me weleens in een gesprek, maar ik wil me niet opdringen. Ik heb ook een tijdje aan yoga gedaan en leerde daarbij meerdere vrouwen kennen. Dat was gezellig, en met een aantal heb ik nog steeds contact op Facebook, maar ook met hen zat een echte vriendschap er niet in. Ook online heb ik geprobeerd nieuwe mensen te leren kennen. Zo heb ik me aangemeld bij een Facebookgroep en een website waarop vrouwen vriendinnen zoeken. Daar kwamen een paar aardige chats uit, maar die leidden niet tot een ‘date’. Deels omdat er geen klik was, maar misschien ook omdat het voor mij toch niet goed voelde. Het contact voelde heel kunstmatig. Terwijl een vriendschap sluiten natuurlijk zou moeten gaan, zonder dat je er bij hoeft na te denken.”
Lachen en huilen
“Laatst moest Rivano nieuwe onderzoeken ondergaan om opnieuw gediagnosticeerd te worden. Mijn man en ik moesten ook allerlei vragen beantwoorden over zijn gedrag en opvoeding. Daardoor werden we opnieuw geconfronteerd met het feit dat ons kind ‘anders’ is en ging ik aan mezelf twijfelen: doe ik het wel goed als moeder? Ik sprak daarover met mijn man, maar het zou fijn zijn als ik dat soort dingen ook kan bespreken met een vriendin. Iemand die geen familie is, maar net zo blij is om mij te zien en geïnteresseerd is in wat er in mij omgaat. Natuurlijk zal ik ook met een vriendin praten over Rivano, maar ook over andere dingen – ik ben namelijk niet alleen maar moeder. De gesprekken die ik voer met andere ouders op Rivano’s school, gaan negen van de tien keer over autisme. Dat is logisch, maar er is méér dan dat. Ik wil de fijne, leuke momenten die ik meemaak óók delen. Ik hoef heus geen handvol vriendinnen. Al vind ik maar één leuke vrouw met wie ik af en toe kan lunchen of een weekendje weg kan gaan, met wie ik kan lachen én huilen, dan ben ik al blij.”
Lees ook: 1 miljoen Nederlandse vrouwen heeft geen beste vriendin
Zoek jij net als Marjorie vriendinnen? Je kunt een oproepje plaatsen of op oproepjes reageren via www.vriendin.nl/vriendschap-gezocht.