Ontwerp Zonder Titel 2024 10 29t131745.916

Martines dochter werd veel te vroeg geboren

Dat haar baby er is gekomen, mag met recht een wonder genoemd worden. Britt had de hoop bijna opgegeven, maar uiteindelijk kwam haar grootste wens uit en werd ze toch nog moeder.

Martine (39) Relatie: single Moeder van: Julian (*2023) en baby Saar (5 maanden) Werk: marketing/communicatiespecialist “Ik had een grote kinderwens, maar geen relatie, dus besloot ik bijna drie jaar geleden het alleen te gaan doen. Iui-poging twee was raak. Ik was zwanger en van een tweeling nog wel. Daar schrok ik van: hoe moest ik dat in mijn eentje doen? Een van de twee vruchtjes liep achter in groei en leek te verdwijnen. Bij de tienwekenecho was er bij beide vruchtjes geen hartactiviteit meer. Mentaal was het heel pittig, maar ik herpakte mezelf. Bij de vijfde poging was het opnieuw raak.

Verlies

Alles ging goed, tot ik met 23 weken en een dag twee centimeter ontsluiting bleek te hebben. Mijn zoontje Julian werd veel te vroeg geboren, waardoor hij het niet kon overleven. Ik rouwde flink. Niet alleen om hem, maar ook om mijn kinderwens die misschien wel nooit in vervulling zou gaan. Door het verlies was ik bang dat een volgende zwangerschap weer fout zou gaan. Ik zocht zelfs op of het mogelijk was als vrouw alleen een kind te adopteren. Toch besloot ik het traject door te zetten. Ondanks mijn verdriet en angst ben ik altijd hoopvol gebleven.

26 weken

Bij de zevende poging was ik opnieuw zwanger. Ik hield voortdurend een slag om de arm. Het zou immers mis kunnen gaan, wist ik uit ervaring. Ik kocht niets voor de baby en durfde niet te genieten, omdat ik wist hoeveel pijn het deed als ik mijn kind weer kwijt zou raken. Iedere week werd mijn baarmoederhals opgemeten. Dat was steeds stabiel, tot de negentiende week. Van de vier centimeter was plotseling nog maar zeven millimeter over. Ik moest direct geopereerd worden en kreeg een bandje om de baarmoedermond. ‘We hebben goede hoop, maar we geven geen garantie’, werd mij verteld. Na de operatie werd mij volledige bedrust opgelegd. Met 26 weken kreeg ik weeën. Het was niet te stoppen, Saar werd geboren. Ze was veel te jong en haar situatie was heel kritiek. Artsen deden alles wat er mogelijk was om haar te redden. ‘Het gaat niet goed’, kwamen ze mij midden in de eerste nacht vertellen. Er waren nog twee opties, die allebei een minieme kans van slagen hadden. En terwijl de arts dat vertelde, ging Saars saturatie (het zuurstofgehalte in het bloed, red.) ineens omhoog. Alsof ze meeluisterde en voelde dat ze moest gaan vechten voor haar leven. Later begreep ik van artsen en verpleegkundigen dat ze zoiets nog nooit meegemaakt hadden. Ze hielden er allemaal rekening mee dat ze zou komen te overlijden.

Wonder

Vanaf toen heeft ze het heel goed gedaan en bleef ze iedereen in het ziekenhuis verbazen. Na een kleine elf weken in het ziekenhuis mocht Saar naar huis toe, na feitelijk ruim 36 weken zwangerschap. Ook dat was nog nooit in dit ziekenhuis voorgekomen bij een kindje dat met 26 weken geboren is. Nu thuis en in rustig vaarwater is het puur genieten samen. Alles klopt, Saar is mijn wonder. Het verdriet om Julian zal nooit weggaan, maar Saar verzacht dat wel. Ik mag eindelijk moederen.”

Tekst: Hester Zitvast
Foto: Robert Elsing
Visagie: Wilma Scholte

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.

 

LEES OOK

Lees meer Persoonlijke verhalen