Merels moeder is eenzaam: ‘Ze verwacht dat ik elke dag langskom’
30 juli 2024
Alsof Merel (46) met haar man, drie kinderen, hond en baan als doktersassistente nog niet druk genoeg is, doet haar moeder continu een beroep op haar. Uit medelijden en plichtsbesef doet Merel dan toch maar weer wat haar moeder wil.
Merel: “Mijn jas is nog niet uit, ik ben amper de woonkamer binnen, of ze zegt: ‘Je komt wel weer snel naar me toe hè, Merel? Je laat me toch niet weer zó lang wachten?’ Zelfs al ben ik twee dagen eerder nog op bezoek geweest, mijn moeder weet het zo te brengen dat ik vervolgens met een knoop in mijn maag en een vervelend gevoel op de bank zit.
Sinds mijn vaders dood speelt mijn moeder continu de ‘medelijdenkaart’ uit. Ze is eenzaam zonder papa. Ik vind dat verdrietig om te horen, maar ik kan gewoon niet continu bij haar zijn. Niet alleen woont ze op een half uur rijden, ook heb ik een druk gezin met drie kinderen, een parttime baan en een hond. Mijn tijd is beperkt en het lukt me gewoon niet om vaker dan twee keer per week bij haar langs te gaan.
Ondertussen wil mijn moeder het liefst dat ik elke dag even langs wip. Het vreemde is: dat verwacht ze dan weer niet van mijn broer en zus. Die kunnen gerust eens per maand langskomen en hun bezoek wordt met gejuich ontvangen. Terwijl ze bij mij altijd wat bozig is, omdat ik in haar ogen veel te weinig langskom.”
Oudste dochter-plicht
“Ruim twee jaar terug overleed mijn vader na een lang ziekbed. Hij heeft bijna acht jaar leukemie gehad. Mijn moeder stond al die jaren voor hem klaar en liep ziekenhuis in en uit. Ze heeft fantastisch voor hem gezorgd en zichzelf al die tijd compleet weggecijferd.
Natuurlijk viel ze na zijn dood in een gat. Maar na verloop van tijd pakte ze haar leven weer goed op. Ergens voelde ze zich ook een beetje bevrijd nu ze niet langer hoefde te mantelzorgen. Ze kon weer genieten van de leuke dingen van het leven. Met mijn vader kon er niet veel.
Ze is nu 72 en nog redelijk goed ter been. Ook fijn: haar zussen wonen allemaal in hetzelfde dorp. De een is gescheiden, de ander ook weduwe en daardoor hebben ze allemaal behoefte aan elkaars gezelschap. Ze eten vaak samen, zijn op dansles gegaan en ze spreken regelmatig af om leuke dingen te doen.
Eind goed al goed, denk je dan misschien. Sowieso omdat mijn moeder behalve haar drie zussen dus ook nog drie kinderen heeft en zes kleinkinderen. Genoeg aanspraak en afleiding. Zelf drink ik elke zondagochtend standaard om tien uur bij haar koffie en blijf dan tot de lunch. Daar ben ik tijdens mijn vaders ziekte mee begonnen en doe ik nu nog steeds. Gezellig even een paar uurtjes de week doornemen. Meestal ga ik alleen, soms word ik vergezeld door mijn man of een van de kinderen. Mijn kinderen willen niet altijd meer mee naar oma, gaan soms liever naar hun sportclubs en vrienden of willen gewoon uitslapen. Tussendoor kom ik op woensdag- of vrijdagmiddag nog even met mijn dochter Kim langs en met mooi weer nodig ik mama uit voor een barbecue of drankje in onze tuin.
Toch is het voor mijn moeder lang niet voldoende. Ze eist mijn gezelschap steeds vaker op en wil dat ik haar daarnaast vergezel als ze naar een dokter of ziekenhuis moet. Mijn moeder lijdt aan de ziekte glaucoom. Ze ziet wazig vanwege een hoge oogdruk en krijgt oogdruppels om te voorkomen dat ze op den duur volledig blind wordt. Hiervoor moet ze regelmatig op controle bij de oogarts. Die afspraken zijn bijna altijd op werkdagen van mij of op die momenten waarop het net spitsuur hier is in huis, als de kinderen naar sport- of bijbaantjes moeten en ervoor nog willen eten.
Maar zelfs al wil tante Riet, haar jongste zus mét rijbewijs en auto haar brengen, of mijn zus, die veel dichterbij woont, dan nog wil ze per se dat ik met haar meega. Het is mijn plicht als oudste kind, zo zegt ze dat letterlijk. Als doktersassistente van een huisarts ziet mijn moeder mij als geneeskundig deskundige. Ze denkt dat ik automatisch ook alles weet van haar oogziekte en dat ik dus de enige ben die kan vertalen wat de arts tegen haar zegt. Meestal wring ik mezelf dan maar weer in bochten en regel een vervanger op mijn werk of oppas thuis, om mama een plezier te doen.”
Geen begrip
“Het gekke is dat ze een heel andere houding aanneemt als ze in gezelschap is van mijn tien jaar jongere broer Maxime en zus Mirthe. Over hun afwezigheid in haar leven is geen wanklank te horen. Ik schat dat ze hooguit eens per maand haar twee andere kinderen ziet. Als mijn zus een bliksembezoek komt brengen of mama uitnodigt voor een etentje, moet ik dat de hele week horen: ‘Het was ongelofelijk gezellig met Mirthe, ze heeft me zo verwend!’ Idem voor mijn broer. Als Maxime haar een keer onderweg vanuit de auto belt, is ze al helemaal happy en belt ze meteen mij om te vertellen hoe attent mijn broer is. Ze maakt hem geen verwijten dat ze hem weinig ziet. ‘Ach die arme jongen heeft het zo druk als internationaal vrachtwagenchauffeur, die is nooit in Nederland’, zegt ze altijd.
Voor mij is dat zachte, begripvolle en dankbare er niet. Ze is altijd aan het klagen dat ze me te weinig ziet en dat als ik er ben, ik vaak al na een uur weer vertrek. Ook vindt ze me redelijk egoïstisch. Ze weet dat ik elke dag tot half twee werk, volgens haar kan ik daarna best naar haar doorrijden voor een kop thee. Ze vergelijkt mij dan met mijn nichtje Lilian, de dochter van tante Ans. Zij komt elke dag even aan, gaat mee naar elke arts of pedicureafspraak en eet elke dag mee. ‘Lilian is wél bezorgd om haar moeder’, krijg ik dan als steek onder water.
Wat mama vergeet, is dat Lilian naast mijn tante woont, single is, en dat haar moeder bijna elke dag op haar zoontje van drie past. Ze leidt een compleet ander leven dan ik.
Mijn kinderen zijn dan weliswaar groter en een stuk zelfstandiger, maar zij willen ook aandacht van mij. Sowieso vind ik het fijn om als zij uit school komen, hen op te wachten met een kop thee, zoals mijn moeder vroeger deed. Het is niet zo dat ik elke middag ga winkelen of naar de bioscoop ga of languit op de bank lig te niksen. Ik heb dagelijks een berg was- en strijkgoed, huishoudelijke klusjes te doen en ook nog een hond die uitgelaten moet worden. Mijn man maakt lange dagen als aannemer, we hebben afgesproken dat ik ’s avonds kook. Geen probleem om een keer pizza of friet te laten bezorgen, maar het kan niet zo zijn dat we dit meerdere keren per week eten omdat ik vanwege bezoekjes aan mijn moeder niet toekom aan het bereiden van een gezonde maaltijd. Mijn man vindt dat ik wat strenger voor mijn moeder moet zijn en meer voor mezelf moet opkomen.”
Enorm schuldgevoel
“Meestal probeer ik adem in – adem uit, rustig te reageren op de verwijten van mijn moeder. Maar er zijn ook dagen bij dat ik minder goed kan omgaan met het constante opeisen en claimen van mijn agenda en mijn liefde. Dan voel ik me verstikt.
Dat ik mezelf toch laat opzadelen met haar opgelegde verlangens en toch vaak toegeef aan een verzoek van mijn moeder, komt voort uit een mix van medelijden, plichtsbesef en schuldgevoel. Dat schuldgevoel heeft te maken met mijn vader. Mijn moeder vertelt me namelijk iedere keer dat mijn vader er zo veel verdriet van had dat hij mij zo weinig zag tijdens zijn ziekte. En dan zegt ze altijd dat ze bang is dat ik haar net zo ga verwaarlozen als ik destijds bij hem heb gedaan.
Een beetje gelijk heeft ze wel, al heb ik dat nooit expres gedaan. Toen mijn vader nog maar net had gehoord dat hij leukemie had, was ik niet lang daarvoor bevallen van Kim en kampte ik met een postnatale depressie. In die eerste maanden kwam ik amper mijn huis uit. Ik voelde me doodongelukkig en wilde niemand zien. Ik kwam dus ook niet bij mijn ouders, terwijl mijn vader toen net een slechte diagnose had gehad en blijkbaar veel behoefte aan mij. Mijn vader heeft er nooit iets over gezegd tegen mij, maar nu hij dood is, werpt mijn moeder me dat steeds voor mijn voeten. Dat hij uitgerekend mij zo miste en dat ik hem in de steek heb gelaten. Omdat mijn ouders helemaal niets snapten van wat een zwangerschapsdepressie inhield – de baby was gezond, schattig en mooi en ik had mijn zo innig gewenste dochter; wat zeurde ik dan – hebben ze dat uitgelegd als een soort aanstelleritis. Ik had er voor mijn ouders moeten zijn, maar lag blijkbaar liever met mijn baby op bed.
Het doet me pijn dat mijn vader daar veel verdriet van heeft gehad. Ik kan daar soms ’s nachts echt wakker van liggen, wetend dat ik hem onbedoeld heb gekwetst. Ook al heb ik daarna uit alle macht geprobeerd die gemiste tijd in te halen en de wekelijkse zondag bezoekjes aan hen ingesteld, blijkbaar was dat niet voldoende.
Het maakt dat ik het nu lastig vind mijn grenzen te bewaken. Ik heb in dat half jaar van mijn depressie min of meer gedwongen harde grenzen gesteld, omdat ik niet anders kon. Maar ik ben bang dat als ik nu de bezoekjes aan mijn moeder ga inperken en meer voor mezelf opkom, ik daar later ook weer last van krijg. Nu al verwijt ze mij dat ik haar in de steek laat, terwijl ze zielig en alleen is. Hoe onwaar dat ook is, ik moet er niet aan denken dat mijn moeder straks iets overkomt en ik dan de rest van mijn leven moet dealen met het schuldgevoel.
Tegelijkertijd merk ik dat hoe meer zij claimt en in de slachtofferrol duikt, hoe meer ik afstand wil nemen en hoe harder ze weer aan mij gaat trekken. Ze brengt het zo dat haar gevoel, haar tijd, belangrijker is dan die van mij en dat schuurt. Ik zie ook niet goed hoe ik dat kan veranderen zonder mezelf te verloochenen. Voorlopig probeer ik zo veel mogelijk te laveren tussen haar huis en mijn gezin, maar het valt niet mee. Eigenlijk doe ik het nooit helemaal goed.”
Tekst: Renée Brouwer. Om privacyredenen zijn alle namen veranderd, De echte namen zijn bekend bij de redactie.
Foto: Getty Images
Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.