Placeholder

Mijn enige jongen

Ook Stefanie wacht vol verwachting op het verlossende telefoontje van haar zoon: zou hij geslaagd zijn?

Ook Stefanie wacht vol verwachting op het verlossende telefoontje van haar zoon: zou hij geslaagd zijn?

We wisten dat Faith een getuigschrift van de ZMLK-school zou krijgen. Trots hingen we op de dag van de uitreiking de vlag uit.

Voor Nico was het spannender. Gedurende de examens maakte hij zich niet druk, maar op de dag van de uitslag was hij niet meer zo relaxed.

Tijdens mijn werk was ik in gedachten bij mijn zoon. Eindelijk kreeg ik het verlossende telefoontje: geslaagd! Met een tevreden glimlach leunde ik even tegen de rugleuning van de bureaustoel, waarna ik mij weer over een stapel facturen boog.

Hij heeft het toch maar gehaald. Mijn enige jongen, die mij vroeger aanbad en bijna aan mijn schoot vastplakte. Hij had toen zoveel liefde in te halen.
Ook qua ontwikkeling moest hij een inhaalslag maken. Op driejarige leeftijd bezocht hij een medisch kinderdagverblijf. Daarna ging hij naar een MLK-school (moeilijk lerende kinderen).
Op de reguliere VMBO-school begon hij in een OOM-klas (onderwijs op maat). In zo’n klas zitten minder leerlingen en worden veel lessen door de eigen mentor verzorgd.
Vanaf de derde klas zat Nico in een gewone VMBO-groep. Dat betekende: veel prikkels, weinig concentratie en een jaar blijven zitten.

In het examenjaar lukte het weer. Niet dat Nico ineens ging leren, maar hij stond er goed voor.

Nico is slim en kan lesstof gemakkelijk opslaan. Ook heeft hij een bijzonder spreektalent. Een vergeten spreekbeurt hield hij onvoorbereid over zichzelf. Hij gebruikte kernwoorden, zoals: verwaarlozing, afwijzing, kinderbescherming, biologische vader en adoptiemoeder. Klasgenoten hingen aan zijn lippen. Meisjes moesten huilen en wij kregen een e-mail van de mentor. Nico’s woorden zorgden voor opschudding, maar ook voor een uitmuntende beoordeling. Dat is mijn zoon!

Met een opleiding voertuigentechniek voor de boeg gaat Nico nu verder. Hij is er nog niet. Concentratie en organisatie zijn niet zijn sterkste punten. Gesprekken en beloftes over school beklijven vaak niet.

Mijn jongen is niet klein meer en zit al lang niet meer bij mij op schoot. Nu zie ik een nonchalante knul op de bank zitten. Maar af en toe geeft hij mij ineens een aai over mijn rug en voel ik zijn niet-aflatende loyaliteit.

Nico baalde ervan dat onze jongste ook een meisje zou worden. Maar eenmaal met zijn pasgeboren zusje in zijn armen zei hij: ‘Ik vind het niet erg meer dat het een meisje is.’
Zo blijft Nico toch een beetje mijn kleine jongen, maar nu wel met een diploma op zak.