Monique: ‘Mijn kind had een fobie voor school’
4 september 2018
Elke jongere klaagt weleens over school. Maar wat als je kind leerplichtig is en echt weigert te gaan? Monique (53) maakte het mee: “Schreeuwen, dreigen, smeken… Niets hielp.”
Elke jongere klaagt weleens over school. Maar wat als je kind leerplichtig is en echt weigert te gaan? Monique (53) maakte het mee: “Schreeuwen, dreigen, smeken… Niets hielp.”
Als Monique in het voorjaar van 2010 gaat scheiden, kan zij niet voorzien dat dit bij haar kind tot schoolproblemen zal leiden. Grote problemen. Monique: “De scheiding verliep heftig en ook voor onze zoons, toen elf en dertien jaar, was het een nare tijd. Met name de jongste, Ruben, was erg overstuur. Hij raakte in een loyaliteitsconflict en moest plotseling heen en weer pendelen tussen twee huizen. Het maakte hem heel moe, hij kon ’s ochtends niet meer op zijn benen staan. De huisarts weet dit aan stress van de scheiding. Rubens juf van groep 7 stelde voor dat hij van de meivakantie tot aan de zomervakantie zijn eigen tempo mocht volgen. Dat hij naar school zou komen als het ging en anders thuis zou blijven. Dit vonden zijn vader en ik een goed idee. Na de zomer zou Ruben dan een frisse start maken.
Zo gezegd, zo gedaan. In groep acht ging het redelijk. Ruben had fijne docenten, maar hij kon het nog niet altijd opbrengen om elke dag naar school te gaan. Hij had meer tijd nodig om alles een plek te geven. Klasgenoten stelden kritische vragen: waarom mocht hij ‘zomaar’ thuisblijven en zij niet? Ruben kon het niet uitleggen, hij snapte zelf ook niet wat er met hem aan de hand was. De scheiding was toch alweer een jaar geleden? Hij bezocht twee kinderpsychologen, een creatief therapeut met dieren, een homeopaat en een natuurgenezer, maar niets hielp structureel.”
Wanhopig
Na een redelijke Citotoets gaat Ruben naar de middelbare school, brugklas havo-vwo. Een nieuwe klas, een nieuwe kans, denkt Monique. Helaas loopt het anders. “Privé was het een rommelige periode. Ik moest een ander huis zoeken, weer verhuizen met de jongens en alles opnieuw opbouwen. Na een hoopvolle start op school bleef Ruben toch weer vaak thuis. Ik zag wel dat het geen aanstellerij was. Emotioneel en fysiek was Ruben er slecht aan toe. Hij was vaak misselijk, moest dan overgeven. Kon niet opstaan, niet eten. Hij was angstig voor hoe hij zich zou voelen, hoelang hij het zou uithouden en wat klasgenoten en leerkrachten zouden zeggen.
‘Ik gooide zelfs met stoelen en dreigde dat ik naar de gevangenis moest als hij niet zou gaan’
Het ging van kwaad tot erger. Wat begon als stress door de scheiding groeide uit tot een schoolfobie. Op lange dagen hield hij het maar een paar lesuren vol. Of hij treuzelde ’s ochtends zo lang, waardoor het opeens te laat was. Dan wilde hij niet meer gaan. Ik was er elke dag mee bezig: gaat hij wel of gaat hij niet? Met zijn broer Vincent ging het intussen prima op de middelbare school. Hij begreep Rubens problemen niet zo goed. ‘Wees maar blij dat jij dit niet hebt,’ zei ik, ‘want het is geen lolletje. Laten we elkaar vooral steunen.’
Alles geprobeerd
Ook voor mij was het zwaar. Ik wilde dat Ruben naar school ging en vond dat ik dat gewoon even moest regelen. Maar ik kreeg het niet voor elkaar. In het begin praatte ik begripvol met Ruben. Daarna strenger. Vervolgens werd het schreeuwen, huilen, smeken. Ik gooide zelfs met stoelen en dreigde dat ik naar de gevangenis moest als hij niet zou gaan. Allemaal dingen die pedagogisch niet verantwoord zijn, maar die je doet als wanhopige ouder. Je voelt je zo onmachtig. Ik schaamde me, dacht: wat ben ik voor moeder dat ik mijn eigen kind niet naar school krijg? Dat werd me ook aangepraat. Ouders met wie ik erover sprak, toonden weinig begrip. Mijn zoon moest gewoon een schop onder zijn kont krijgen. Ik moest hem maar eens wat steviger aanpakken. Dat soort reacties. Ik kon er niets mee, want ik wist dat ik alles al had geprobeerd. Het bracht mij in een isolement. Op internet vond ik alleen protestgroepen van ouders met autistische of prikkelgevoelige kinderen. Daar herkende ik ons niet in. Op Rubens school vroeg ik om contact met ouders in een vergelijkbare situatie. Maar volgens de schoolleiding waren die er niet. Pas later ontdekte ik dat ze er wel degelijk waren.”
Eindelijk begrip
De school maakt melding van Rubens afwezigheid. Voor het eerst komt Monique in aanraking met de leerplicht. “Een zegen vond ik dat, want de leerplichtambtenaar was een fantastische man. Hij legde aan ons uit wat de leerplicht inhoudt en focuste op wat Ruben qua hulpverlening nodig had om weer naar school te kunnen gaan. De deur naar de jeugdhulpverlening ging voor ons open. Bij de Jeugd-Riagg stelden we een plan op; mijn ex-man en ik samen met Ruben en een hulpverlener. Een heftig plan dat we ook daadwerkelijk uitvoerden. Ruben mocht zelf de dag uitkiezen waarop hij weer naar school zou gaan. Wij zouden hem als team daarbij helpen. Dwingen desnoods. Onze taak als ouders was te zorgen dat Ruben de school in ging. De school had als taak om Ruben binnen te houden. Een klasgenoot werd zijn buddy.”
Lees het hele verhaal van Monique in Vriendin 36.