Elvira houdt meer van haar hond Joy dan van haar echtgenoot
5 maart 2024
Elvira (46) en haar man Roeland (49) vangen sinds drie jaar de Duitse herder Joy op, een zwerfhond uit Spanje. ‘Toen ik haar koppie zag, was het liefde op het eerste gezicht’
Elvira: “Mijn man Roeland zegt weleens tegen mijn vriendinnen: ‘Als hier in huis ooit brand uitbreekt, rent Elvira zo de vlammen in om onze hond te halen. Om mij zal ze zich niet bekommeren, ik moet mezelf maar redden.’ Het is bedoeld als geintje, maar er zit een kern van waarheid in; ik zou mijn leven wagen om onze hond Joy uit het vuur te redden. Zij is mijn grote liefde, mijn alles.”
Uitgemergelde pup
“Drie jaar geleden kreeg ik een telefoontje van Annet, een vriendin, die op vakantie was in Spanje. Ze hadden vlak bij haar appartement twee herderpuppy’s gevonden van een paar weken oud, waarschijnlijk van een zwerfhond die was overreden. De teefjes zouden worden afgemaakt, maar daar wilde Annet niks van weten. Ze riep meteen dat ze in Nederland opvang zou regelen. Zelf wilde ze graag één hondje houden, en bij de andere pup dacht ze aan mij: ik ben een dierengek en dol op honden. Als kind groeide ik zelfs op tussen herders, mijn ouders waren echte liefhebbers van het ras. Toch hadden we jaren geen dieren in huis. Onze zoon Davy – hij is inmiddels 23 – heeft astma en dat hield de komst van huisdieren tegen. Nu Davy op kamers woonde en een stuk minder vaak benauwd was, was er eigenlijk geen reden meer om niet voor een huisdier te gaan. Daarom hoefde ik geen seconde over mijn antwoord na te denken toen Annet me belde, zeker niet nadat ze me foto’s appte van de twee uitgemergelde hondjes. Ik smolt. Ook Roeland was meteen om. We hadden het beiden best moeilijk met ons ‘lege nest’, nu Davy op kamers woonde. Het was stil zonder hem en zijn vrienden, die altijd bij ons over de vloer kwamen. Het idee weer voor iemand, in dit geval een hond, te kunnen zorgen, vond ik heerlijk. En Roeland verheugde zich op de lange wandeltochten met onze nieuwe huisgenoot.
Toen ik Joys lieve koppie zag, was het liefde op het eerste gezicht. Ik vond haar prachtig, al was ze echt niet mooi, als ik nu naar foto’s van toen kijk. Om er nog iets feestelijks van te maken, had Annet haar een roze strik omgedaan, maar ze was broodmager en haar vacht was kaal en plakkerig. Roeland stond naast me toen we haar kregen, maar eigenlijk koos Joy meteen mij als haar favoriet. En dat is nog steeds zo.”
Als een baby
“De eerste weken na haar komst heb ik vrij genomen van mijn werk om voor Joy te kunnen zorgen. Overdag lette ik op dat ze genoeg dronk en at, ging ik met haar naar de dierenarts voor inentingen en liepen en speelden we veel. ’s Nachts lag Joy in haar mandje naast mijn kant van het bed. Als ze piepte, werd ik meteen wakker, alsof ik ineens weer een kind moest voeden. Ik nam haar tegen me aan op schoot en wiegde haar als een baby. Dan werd ze rustig en sliepen we weer verder. In die tijd zijn we heel close geworden. Natuurlijk is Joy ook gek op Roeland en hij is stapel op haar, maar ze hechtte zich vooral aan mij. Ik werk in een ziekenhuis in wisseldiensten. Daardoor is Joy bijna nooit alleen thuis, want als ik werk, is Roeland vaak vrij en andersom. Als ik ’s avonds late dienst heb, wacht Joy in haar bench tot ik thuis ben. Ook al neemt Roeland haar mee zijn slaapkamer in, ze rent linea recta terug naar haar bench en houdt haar ogen strak op de voordeur gericht. Als Roeland een avond is voetballen en ik naar bed ga, rent Joy wel gezellig met mij mee. En als ik in bad ga, ligt zij op de badmat ernaast te waken. We hebben geprobeerd haar afhankelijkheid van mij wat te verminderen. Zo heeft Roeland een puppycursus met haar gevolgd, geeft hij haar altijd eten en laat hij haar ’s avonds uit. En als we op zondag lange wandelingen maken in het bos, heeft hij haar aan de lijn. Maar het helpt niet veel. Eerst kom ik, haar ‘mama’, en dan pas de ‘grote baas’. En als Davy thuis is, komt de ‘kleine baas’ daar nog tussen. Want ook op Davy is ze stapelgek. Hij kan alles met haar doen. Soms denk ik dat haar voorliefde voor mij met haar Spaanse verleden te maken heeft. Ik weet niet veel van haar achtergrond, maar misschien heeft ze wel gezien hoe haar moeder werd overreden of heeft ze dat in elk geval gevoeld. Wie weet heeft ze er wel een klein trauma aan overgehouden. Ik zie hetzelfde bij mijn vriendin Annet en Bo, Joys zusje. Ook Bo is enorm aanhankelijk. Het lijkt wel of de hondjes ons als surrogaatmoeders zien.”
Tussen ons in op de bank
“Eerlijk gezegd is dat onvoorwaardelijke gevoel wederzijds. De band die ik heb met Joy, is vergelijkbaar met mijn band met Davy. Naast Davy komt Joy gevoelsmatig op de eerste plaats. Als ik moet kiezen tussen Roeland of Joy, gaat mijn hond voor. En niet alleen in een noodsituatie, zoals Roeland weleens zegt. Stel dat hij zou eisen dat Joy weggaat, omdat hij ineens allergisch zou worden ofzo. Nou, dan mag hij vertrekken. Dan gaan we latten, want Joy gaat de deur niet meer uit. Ik kan me een leven zonder haar niet meer voorstellen. Mijn hond overlaad ik elke dag met kusjes en knuffels. Als ik tv kijk, ligt ze naast me op de bank en dan het liefst zo dicht mogelijk tegen me aan of op me. En dat valt niet mee, want die uitgemergelde pup weegt drie jaar later al meer dan 25 kilo. Maar van haar kan ik het hebben. Doordat ik zo veel met Joy kroel, blijft er minder tijd over voor mijn man. Na een huwelijk van bijna 25 jaar lopen we sowieso niet meer elke dag hand in hand, maar voordat we Joy hadden, knuffelden we wel veel meer. Ook zaten we vaak dicht tegen elkaar aan op de bank tv te kijken. Nu zit er een grote herder tussen ons in. Joy wordt bovendien jaloers als Roeland me kust of omarmt, dan wurmt ze zich gewoon tussen ons in. Ook in de slaapkamer heeft Joy Roelands plaats ingenomen. Roeland slaapt sinds een jaar in Davy’s oude kamer. Niet omdat we problemen hebben, maar omdat hij snurkt, knarst en praat in zijn slaap. Hij deed het altijd al, maar naarmate hij ouder werd, werd het steeds erger. Hij houdt mij ’s nachts wakker met al zijn geluiden en dat is niet handig als je nachtdiensten draait. Nu Davy uit huis is, hadden we toch een kamer over en is Roeland verhuisd. Sindsdien slapen we allebei stukken beter. Roeland wordt niet langer gepord door mij als hij te hard snurkt en ik slaap vaster. Zodra Joy merkte dat Roeland weg was, is ze vanuit haar mand op Roelands plek gekropen, aan de linkerkant van het bed. Eigenlijk was de regel: geen hond op het matras. Maar ik heb haar maar gelaten. Het voelt fi jn, haar warme hondenlijf tegen me aan.”
Schuldig
“Als Roeland en ik willen vrijen, doen we dat nog wel in ons oude bed. Dan doen we de deur van de slaapkamer dicht en geven we Joy een kauwbot in haar bench, zodat ze zich een half uurtje vermaakt. Haar starende ogen, terwijl Roeland en ik intiem zijn, vind ik niet prettig. Alsof we worden bekeken. Roeland lacht er wel om, maar eigenlijk vindt hij het niet altijd leuk dat ik zo openlijk mijn liefde voor Joy beken. Dat snap ik wel. Soms voel ik me schuldig dat ik mijn hond boven mijn echtgenoot verkies. Dan schaam ik me er ook een beetje voor. Maar ik hou ook echt veel van Roeland en hoop met hem oud te worden. Joy heeft natuurlijk niet het eeuwige leven. Ooit komt de dag dat ik afscheid van haar moet nemen, al denk ik daar liever niet aan. Ik word al ziek bij het idee.”
Als kind gepest
“Ik denk dat mijn grote liefde voor Joy ook te maken heeft met mijn verleden. Ik ben als kind gepest op school, en ook door een aantal andere gebeurtenissen in mijn leven ben ik het vertrouwen in mensen een beetje kwijtgeraakt. Twee jaar geleden zijn mijn ouders vrij snel na elkaar overleden aan kanker. In amper vijf maanden had ik geen vader én moeder meer, iets waar ik nog dagelijks veel verdriet van heb. Twee vriendinnen van wie ik had verwacht dat ze er voor me zouden zijn, lieten het na een paar weken afweten en hebben me nooit meer gebeld. Ook zie ik mijn zus en broer niet meer, sinds we de erfenis moesten verdelen en zij heel lelijk en hebberig werden. En dan lig ik ook nog met een paar collega’s in de clinch. Ik zit momenteel in de ziektewet, ik ben zo verschrikkelijk moe. Aan mijn keukenmuur hangt een schilderijtje met de tekst: ‘Als je de mensen leert kennen, ga je van dieren houden.’ Dat is zo waar. En automatisch zoek je ook naar vervanging van de mensen die je hebt verloren. Mijn man en mijn zoon zijn heel belangrijk voor me, maar zij zijn er niet altijd en hebben ook hun eigen dingen. De enige die er wel altijd voor me is, elke minuut van de dag, is Joy. Zij oordeelt nooit, verlangt niets anders dan liefde en droogt mijn tranen.
Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.