Ontwerp Zonder Titel 2024 12 27t132732.677

3 moeders over het verlies van hun kind: ‘Ik praat graag over hem’

Deze drie moeders overkwam het ergste wat je als moeder kan overkomen: ze verloren hun kind. Ondanks dat staan ze nog overeind. Ze gaan door voor hun andere kinderen of juist voor het kind dat er niet meer is.

‘Ik praat graag over hem’

Naam: Nicole (43)
Thuis: getrouwd met Marco (52) en moeder van Emi (19), Kai (15) en Sen (overleden in 2022 op 4-jarige leeftijd)
Werk: directiesecretaresse

Zijn naam…

“… was Sen, hij is nét geen vijf jaar geworden. Sen had Downsyndroom en moest daarvoor regelmatig naar de kinderarts voor controle: meten, wegen, hartje luisteren en bloedonderzoek. Sen maakte geen enkele zieke indruk, toch werden we een dag later gebeld dat er afwijkende bloedwaarden waren gevonden. ‘We vermoeden leukemie’, kregen we te horen. We haalden hem bij de opvang op en reden direct met hem naar het ziekenhuis. Twee dagen later startte de chemo al.”

De behandeling…

“… sloeg aan, maar Sen liep al snel door zijn verminderde afweer een buikvirus op. Hij werd heel ziek. De CliniClowns kwamen langs en we beleefden nog een mooi moment met elkaar. Maar toen ging het ineens heel slecht. Artsen besloten Sen te intuberen en in slaap te brengen om zijn lichaam rust te geven. Ik weet nog dat ik naar buiten keek, terwijl Sen voor een scan weg was. Er kwam een pluisje van een paardenbloem voorbij dwarrelen. ‘Dit kan weleens slecht aflopen’, zei ik tegen Marco. Ik wist het ineens gewoon.”

Mijn gevoel…

“… klopte. ‘Hij is er niet meer’, zei ik toen Sen terug op zijn kamer was. Hij zag er nog hetzelfde uit. Driekwartier later werden we in een klein kamertje geroepen. Dan weet je het wel. De exacte bewoordingen weet ik niet meer, maar Sen lag in coma. De kans dat hij eruit zou komen was minimaal en áls hij eruit zou komen, zou hij niet meer dezelfde zijn. Sepsis is hem fataal geworden. ‘Hij is ons letterlijk door de vingers geglipt’, zeiden de artsen. Er werd nog een laatste scan gemaakt waaruit bleek dat de hersenschade echt onomkeerbaar was. We hebben in een roes de familie gebeld en Marco en ik hebben zijn handjes vastgehouden toen alle apparatuur werd afgekoppeld.”

Die eerste week…

“… is in een waas aan me voorbijgegaan. Er werd heel goed voor ons gezorgd. We hebben zelfs nog gelachen. Bizar, hoe dan? Marco en ik konden elkaar goed steunen. Nog steeds. We hebben de bijna zakelijke afspraak gemaakt dat we uitspreken wat we in een bepaalde situatie van elkaar verwachten. Willen we even alleen zijn? Hebben we een knuffel nodig? Het werkt. We zijn nu tweeënhalf jaar verder en we missen Sen enorm. Toch is er ook dat nieuwe leven zonder hem. We doen weer leuke dingen, we zitten niet de hele dag in de put. Je leert met het verlies te dealen.”

Over rouwen…

“… had ik een bepaald plaatje in mijn hoofd en ik voldeed zelf niet aan dat beeld. Ik zag mezelf eerder in een donker hol kruipen, waar ik dan nooit meer uit zou komen. Ik had het gevoel dat het te goed met mij ging, ondanks dat ik veel verdriet had en heb. ‘Je bent zo sterk’, heb ik zo vaak gehoord. Ik deed en doe maar wat. Er wordt nog weinig naar Sen gevraagd, dat zou ik graag anders zien. Ik praat graag over hem. Soms pak ik zijn foto’s erbij en dan kun je me daarna opvegen. Maar veel vaker komt Sen in ons gezin op een niet-verdrietige manier ter sprake. Hij hoort er nog altijd bij.”

‘Het verdriet verweeft zich met je leven’

Naam: Petra (58)
Thuis: latrelatie en moeder van Suzanne (26) en Eline (overleden in 2006 op 12-jarige leeftijd)
Werk: gezins-, rouw- en verliescoach

Haar naam…

“… was Eline, ze was 12 jaar. Het was haar derde week als brugklasser. Ik zei haar gedag, gaf haar een kus en ik zag haar met haar blonde staartje wegrijden. Zeven minuten later ging de telefoon. Eline was geschept door een taxi die op de busbaan reed. Ze heeft nog een hersenoperatie gehad, maar werd een dag later klinisch doodverklaard. Ik ben bij haar in bed gekropen terwijl ze van de apparatuur werd afgekoppeld. ‘Ga maar, het is goed zo’, heb ik tegen haar gezegd. Die woorden druisten uiteraard volledig tegen mijn gevoel in, maar ik wilde haar geruststellen.”

Die eerste tijd…

“… beleefde ik in een roes. Ik voelde me gedragen door een enorme kracht die uit mezelf kwam. Ik stond mensen te troosten tijdens het condoleren, heel bizar. In de tijd daarna zorgde ik op mijn manier goed voor Suzanne, die 8 was toen ze haar zus verloor. Zij was mijn drijfveer. Voor Suzanne moest ik door. Het was óf doodgaan of leven. Eline was zo’n krachtig kind, zij had nooit gewild dat ik erin was blijven hangen. Dus ik bracht Suzanne naar school, ik gaf haar eten en probeerde haar liefde te geven. Mijn huwelijk liep ook nog eens stuk. Achteraf besef ik pas hoe Suzanne zich heeft weggecijferd in die tijd. Zij had ook verdriet. Dat had ik niet voldoende in de gaten.”

Mijn verdriet…

“… uitte ik het liefst als ik alleen was. Op het strand bijvoorbeeld, daar voel ik me sterk verbonden met Eline. Nog steeds huil ik het liefst daar of onder de douche. Suzanne en ik zijn allebei gaan schrijven. Zij over het verlies van haar zus, ik in een themaboek over het verlies van een kind door een verkeersongeval. Het schrijven heeft ons allebei goed gedaan. We hebben er lotgenoten door leren kennen en ik heb er mijn rouwproces opnieuw door beleefd. Toen pas kon ik ook de pijn van Suzanne voelen.”

18 jaar later…

“… Eline zou dit jaar 30 zijn geworden. Ze is al 18 jaar dood, een hele jeugd. In het begin heb ik op mijn fiets gezeten met een mantra in mijn hoofd: ‘Mijn kind is dood, mijn kind is dood’, herhaalde ik steeds. Ik kon me niet voorstellen dat mijn leven ooit nog leuk zou worden. Inmiddels weet ik dat je na het verlies van een kind niet de hele dag huilend op de bank zit. Het verdriet verweeft zich met je leven en het komt zo nu en dan weer in alle heftigheid terug. Toen ik een keer in al mijn emotie buiten liep, kwam er een vlinder op mijn hand zitten. ‘Hee meisje, ben je er?’, vroeg ik. Zulke bijzondere momenten steunen me.”

Het gaat…

“… nu goed met me. Ik wil dat andere ouders die een kind hebben verloren meegeven: hoe donker het ook is, het wordt altijd weer ergens licht. Zo blauw als het was, wordt het niet meer, maar zwarter dan je hebt ervaren ook niet. Ik ben dankbaar dat ik het leven weer mag vieren. Ik sta mezelf weer toe te lachen en te dansen, dat heb ik lange tijd niet gedaan. Eline was een lief en dapper kind en ongelooflijk goed voor haar medemens. Ik wil dat vuurtje van haar doorgeven. Eline helpt me daarbij. Ik voel haar aanwezigheid.”

‘De pijn wordt zachter, het gemis wordt groter’

Naam: Ingeborg (62)
Thuis: getrouwd met Bert (64) en moeder van Luka (overleden in 2023, op 21-jarige leeftijd)
Werk: medewerkster content & verrijking

Haar naam…

“… is Luka en ze was 21 toen ze overleed. Luka was met haar vriend Mathijs naar Noorwegen, om daar de jaarwisseling te vieren. Op oudejaarsavond hebben we nog met elkaar gebeld. Ze was heel die dag al niet lekker, maar het ging gelukkig weer wat beter. We wensten ze veel plezier en zijn toen gaan slapen in de totale onwetendheid dat dit de laatste keer was dat we onze dochter zouden spreken. Die nacht is Luka heel snel veel zieker geworden. Ik werd rond zeven uur wakker van mijn telefoon. Het was Mathijs. ‘Ing, ik weet het niet meer…’, hoorde ik hem zeggen. Ik kreeg de arts aan de lijn die vertelde dat de toestand van Luka zeer kritiek was en we direct moesten komen.”

De diagnose…

“… was hersenvliesontsteking door de meningokokken B-bacterie. Bert en ik zijn naar Noorwegen gevlogen, Luka werd ondertussen geopereerd. Ik had er niet direct een heel slecht gevoel over. Luka was een echte knokker, ze zou ook dit redden. Ze lag aan allemaal toeters en bellen, maar daar keek ik doorheen. ‘Papa en mama zijn er. Word maar wakker, dan gaan we naar huis’, fluisterde ik in haar oor. Maar ze werd niet wakker. Op 5 januari is ze overleden. Toen de beademing werd verwijderd hebben we haar vastgehouden, een laatste kus gegeven en gezegd hoeveel we van haar houden. We waren totaal verslagen.”

Het moeilijkste…

“… vond ik het om onze familie en vrienden in te lichten. Ik hoorde Luka’s vriendinnen huilen en kon niets voor ze doen. We zijn in Noorwegen gebleven tot Luka naar huis kon. Heel lieve mensen boden ons hun huis aan. Ik voelde me zo schuldig. Ik was haar hele leven bezig haar te beschermen. Maar op het moment dat ze mij het hardst nodig had kon ik niets doen. Ze werd opgebaard in de kapel van het ziekenhuis. ‘Verbeeld ik het me, of glimlacht ze?’ vroeg ik Bert. Hij zag het ook. Het was net alsof ze wilde zeggen dat het goed was.”

Het verdriet…

“… komt soms echt uit mijn tenen. Ik heb in Noorwegen een paar keer buiten staan schreeuwen, het moest er gewoon uit. Ik vond het zo oneerlijk. Waarom is dit gebeurd? Toch gaat het nu, bijna twee jaar later, best goed. Bert en ik gaan op een andere manier met ons verdriet om, maar we accepteren en respecteren dat van elkaar. De pijn wordt zachter, het gemis wordt groter. Ik mis haar appjes met de vraag ‘Wat eten we vanavond?’. Ik zou zo graag weer samen met haar shoppen of haar knuffelen.”

Steun…

“… krijgen we veel. We hebben ons gedragen gevoeld – en nog steeds. Zonder onze familie en vrienden hadden we niet gestaan waar we nu zijn. Luka’s vrienden en Mathijs komen nog steeds bij ons langs. Ik mocht onlangs met een van Luka’s beste vriendinnen mee een trouwjurk voor haar uitzoeken. ‘Zo is Luka er ook een beetje bij’, zei ze. Ik vond dat zo mooi. ’s Avonds kwamen de tranen. Wij zullen onze dochter nooit zien trouwen. Onze toekomst samen is ons afgenomen. Ik heb samen met andere moeders een boek geschreven, dat heeft me geholpen. Ik ben trots op hoe we het doen. We proberen de wereld van voor Luka’s overlijden en die van erna bij elkaar te brengen.”

Tekst: hester zitvast
Foto: robert elsing
Visagie: wilma scholte

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.

LEES OOK

Lees meer Persoonlijke verhalen