Mona Keijzer: ‘Ik wil kwetsbare mensen helpen vooruit te komen’
21 februari 2017
Als rasechte Volendamse kreeg CDA-kamerlid Mona Keijzer (48) hard werken van huis uit mee. Gelukkig maar, want veel vrije tijd blijft er niet over naast haar werk in Den Haag en haar gezin met vijf zoons. “Het is passen en meten, maar ik ben een gezegend mens. Gewoon doorademen en niet overal een probleem van maken.”
Als rasechte Volendamse kreeg CDA-kamerlid Mona Keijzer (48) hard werken van huis uit mee. Gelukkig maar, want veel vrije tijd blijft er niet over naast haar werk in Den Haag en haar gezin met vijf zoons. “Het is passen en meten, maar ik ben een gezegend mens. Gewoon doorademen en niet overal een probleem van maken.”
In wat voor gezin groeide je op?
“Ik heb een jongere zus en een jongere broer. We woonden met mijn ouders in een rijtjeshuis in Volendam, zo’n doorzonwoning op een pleintje. We hadden het niet echt breed, maar het was wel gezellig. Mijn vader werkte eerst als visser op een botter, de Volendam 119. Later ging hij in de bouw werken en hij heeft ook nog een tijdje bij mijn oom Jaap (Buijs, de artiestenmanager van onder meer Jan Smit en Nick & Simon, die in 2015 overleed, red.) gezeten. Mijn moeder werkte niet, maar pelde elke maandag garnalen voor mijn oom, die een viskar had. Als ik thuiskwam uit school en ze nog niet klaar was, moest ik meehelpen. Want hard werken werd ons met de paplepel ingegoten. Als Volendamse heb ik uiteraard ook in een viswinkel gewerkt, dus ik kan nog steeds heel snel garnalen pellen en fantastisch haring schoonmaken.”
Wanneer ontstak dat politieke vlammetje zodanig dat je er iets mee ging doen?
“Tijdens mijn studie. Vanaf mijn achttiende mocht ik stemmen en de gemeenteraadsverkiezingen waren kort daarna. Bij ons in het dorp was er een politieke debatavond met alle vrouwelijke politici uit de gemeente. Daar ben ik met mijn moeder naartoe gegaan en toen dacht ik: dat kan ik ook. Op mijn twintigste ben ik lid geworden van het CDA en daarna overal eigenlijk in gerold: ik werd al snel gebeld of ik iets voor de partij wilde doen. En tja, dat moet je een Volendammer natuurlijk niet vragen! Ik zeg altijd: als je politiek leuk vindt, heb je een hobby, of passie, voor de rest van je leven. Want er is altijd genoeg te doen.”
Voor wie doe jij het?
“Wat ik mooi vind aan de politiek, net als in de advocatuur waar ik na mijn studie in werkte, is dat je met jouw kennis van hoe dingen in elkaar zitten, mensen kunt helpen die dat zelf niet kunnen. Dat is wat mij drijft: mensen die vermalen dreigen te worden in ambtelijke molens. Kwetsbare mensen die niet de zorg krijgen die ze verdienen, wil ik helpen vooruit te komen. Enkele jaren geleden heb ik een meldpunt ingesteld, Meld het Mona. Ik kreeg veel mails van mensen die in de zorg niet meer wisten waar ze het moesten zoeken. Dat persoonlijke vind ik fijn. Politiek gaat vaak over de wereld, Europa en complexe wetten, maar uiteindelijk gaat het over mensen.”
Lees het hele interview in Vriendin 8.