Myriam kampte jaren met een angststoornis: ‘Ik durfde nauwelijks de deur uit’
7 oktober 2022
Zat ze in een slechte periode, dan durfde ze alleen nog maar de deur uit om haar moeder te bezoeken. Jarenlang leed Myriam (36) aan een angststoornis en agorafobie – in de volksmond ook wel straatvrees genoemd. ‘’Het was pure paniek dat mijn lijf overnam. Alsof ik oog in oog stond met een agressieve tijger.’’
Myriam: ‘Jarenlang ben ik van het kastje naar de muur gestuurd. Eigenlijk wist niemand wat er écht met me aan de hand was. Ook ikzelf niet. Heb je het over een angststoornis en straatvrees, dan zien mensen vaak een timide persoon voor zich die stil en teruggetrokken leeft. Dat het iedereen kan overkomen, dus ook iemand met een relatie en een leuke baan, daar staat men vaak niet bij stil. En toch heeft het heel erg lang mijn leven beheerst.
Vinger op zere plek
Als kind was ik helemaal niet angstig aangelegd. Sterker nog: ik had een heel open en vrolijke persoonlijkheid en was nergens bang voor. Mijn moeder zegt daarom wel eens: ‘Hoe kan het toch dat jou dit is overkomen’? Niks wees er vroeger op dat ik later een probleem zou ontwikkelen. Maar het is wel gebeurd. Het feit dat mijn vader alcoholist was en mijn ouders in een flinke vechtscheiding hebben gezeten, heeft ervoor gezorgd dat ik mezelf vanaf mijn zevende jaar bepaalde gedragingen heb aangeleerd. Ik durfde me steeds minder te uiten en wist niet waar ik met mijn boosheid naartoe moest. Omdat ik het op dat moment niet bij mijn ouders kon neerleggen, ontwikkelde ik zelf maar een manier om ermee om te gaan. Vanaf de middelbare school keerde ik steeds meer naar binnen. Ik zei en vertelde bijna niks meer, ging me heel donker kleden en werd daardoor ook gepest. Hoewel ik zelf nog te jong was om te zien dat er een probleem ontstond, merkten mijn ouders wel dat ik me anders ging gedragen. Wat volgde waren een paar gesprekken bij jeugdzorg. Maar wat ik nou precies had? Niemand kon de vinger op de zere plek leggen.
Oog in oog met een tijger
Eigenlijk werd de officiële diagnose pas gesteld toen ik een jaar of 27 was. Daarvoor bestond mijn leven uit goede en slechte periodes. Ik werkte fulltime maar viel wel een paar keer per jaar uit. Dan durfde ik ineens niet meer naar mijn werk, was heel gespannen en kwam nauwelijks nog de deur uit. Telkens moest ik me ziek melden, wat naast voor mij natuurlijk ook niet leuk was voor mijn werkgever. Ik kwam in zo’n tijd eigenlijk alleen nog bij mijn moeder thuis. Dat voelde als een veilige plek. Wat wel hielp, was het feit dat ik een geit en een pony had die verzorgd moesten worden. Daardoor kón ik soms niet anders dan naar buiten gaan. Maar voelde ik me echt heel erg angstig, dan nam mijn vriend, zus of broer die taak op zich. Hoewel mijn lijf soms werd overgenomen door pure paniek, was er met mijn hoofd niks aan de hand. Dat maakte het extra lastig. Mijn verstand zei dan: ik moet de deur uit, ik mag me niet zo voelen. Maar probeerde ik dat vervolgens, dan bevroor ik al terwijl ik nog in de deuropening stond. Mijn knieën zaten dan vast, mijn hart sloeg op hol en ik trilde over mijn hele lichaam. Het voelde alsof ik oog in oog stond met een agressieve tijger.
Antidepressiva
Dat goede en slechte periodes elkaar afwisselden, maakte het allemaal erg ingewikkeld. Ging het weer even goed met me, dan was ik ook gewoon met vrienden in de kroeg te vinden. Weliswaar met veel zenuwen en spanning, maar dat viel na een paar drankjes wat meer van me af. Op zulke momenten had ik oprecht een leuke avond. Kijk ik erop terug, dan verbaast het me bijna dat ik niet verslaafd ben geraakt aan bepaalde middelen. Daar denk ik soms nog wel eens over na. Misschien omdat ik bij mijn vader heb gezien wat het kan aanrichten. In die tijd kwam ik bij een basispsycholoog terecht, waar ik allerlei labeltjes kreeg opgeplakt. Ik was depressief, had ADHD, was overspannen, volgens mij waren het wel een stuk of zeven diagnoses. Omdat je op die manier niet gericht kunt behandelen, bleef ik maar een beetje aanmodderen. Uiteindelijk ben ik jarenlang bij deze psycholoog onder behandeling geweest, tot zij zelf uiteindelijk ook zei: dit heeft geen zin meer. Soms stelde ze antidepressiva voor, maar ik wilde pertinent niet aan de medicijnen. Als ik daaraan begin dan is het einde zoek, dacht ik. Op een gegeven moment was ik mijn leven zó zat, dat er echt iets moest gebeuren. Ik had het gevoel dat alles op pauze stond. Mijn partner en ik wilden bijvoorbeeld graag kinderen, maar ik durfde de stap niet te zetten omdat ik geen idee had hoe mijn toekomst eruitzag. Omdat het van kwaad tot erger ging, ben ik opnieuw naar de huisarts gestapt. Ik zette me over mijn weerstand tegen medicijnen heen en meldde me aan voor gespecialiseerde gezondheidszorg. De antidepressiva en de nieuwe psycholoog die ik kreeg toegewezen, bleek de gouden combinatie.
‘Ik kon dit afleren’
Hij stelde vast dat ik leed aan een angststoornis in combinatie met agorafobie. En omdat er van de rest van de diagnoses niets meer overbleef, konden we eindelijk beginnen met de juiste behandeling. Een angststoornis is een breed begrip. De een durft niet in een auto te rijden terwijl de ander zich angstig voelt op de fiets. Het is een soort olievlek die telkens groter wordt. Doe je er niks aan, dan wordt het alleen maar erger. Daarom heb ik vanaf mijn 27e intensief therapie gevolgd waardoor ik telkens met kleine stappen vooruitging. Altijd heb ik gedacht dat het allemaal aan mij lag. Zo van: ik ben gewoon zo. Maar tijdens de therapie leerde ik dat het puur en alleen maar gedragingen zijn. In de basis ben ik namelijk helemaal niet angstig aangelegd, ik heb het mezelf aangeleerd. En het fijne daarvan was: ik kon het ook weer afleren. Dat was een ontzettende eyeopener. Daarna ging het al snel veel beter met me. Op het moment dat ik al een jaar lang geen paniekaanvallen meer had gehad, begonnen mijn partner en ik ook aan kinderen te denken. Samen hebben we nu een prachtige zoon.
POP-poli
Of ik nu helemaal van mijn angststoornis af ben? Ja. De psycholoog die ik de tweede keer trof is echt mijn redding geweest. Hij heeft me mijn leven teruggegeven. Mensen voelen vaak weerstand om een psycholoog of psychiater te bezoeken. In plaats daarvan kiezen ze voor een coach. Maar vaak is dat niet de juiste weg. Heb je een serieus probleem, zoals ik had, dan is het belangrijk om professionele hulp in te schakelen. Daar zijn ze voor, je bent echt niet direct gek als je met iemand gaat praten. Om het taboe een beetje te doorbreken, blogde ik voorheen veel over mijn angststoornis. Het schrijven voelde als een soort therapie. Soms lees ik het terug en denk dan: jeetje, waar maakte ik me druk om? Het werkte heel relativerend. Ook deelde ik veel op Instagram. Langzaamaan merkte ik dat ik steeds meer volgers kreeg die ook last hebben van bepaalde angsten. Door er zo open over te zijn, hoop ik mensen aan te zetten tot het zoeken van de juiste hulp. Ik weet nog dat ik dacht: al is het maar één iemand die ik met mijn verhaal kan helpen. Maar nu blijken het er veel meer te zijn, en dat voelt superfijn. Ik wil overigens ook graag nog even de POP-poli benoemen. Dat is een plek waar vrouwen met een kinderwens of zwangere vrouwen die kwetsbaar zijn worden begeleid. Dat kan bijvoorbeeld te maken hebben met een eetstoornis of andere psychische klachten. Ik heb daar zelf ook goede hulp gehad en vind het belangrijk dat vrouwen weten dat dit bestaat. Het heeft mij ontzettend geholpen in mijn proces.
De Instagram van Myriam: mamaenzo
Tekst: Elke Agten
Foto: privébeeld
Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.